KRONIEK
VERMAKELIJKE
door
DIRK
DUYVEL Junior.
Opper-Kafferstein
DE VEREENIGDE STATEN VAN EUROPA
VAN
Groot Gortbuikenhurg,
Hoofdstad van
T)aar woelt en gist Iets In vele jonge harten: het
i? het intuïtief (bij ingeving) beseffen, flat zij een
taak heeft te vervullen, dat zij moet bouwen een
nieuwe wereld, moet prediken een nieuw geloof.
Maar wanneer de jonge menschen. met hun sterk
levensbegeeren zich richten tot de oude leidslieden,
veronderstellend dat deze hen roepen tot hun taak,
dan schudden deze de grijze hoofden. En zij zeggen:
„legt u rustig neder bij wat wij u steeds hebben ge
leerd; houdt u vast aan de oude geboden, aan de
heerschende moraal, aan de kerk, waarin ge zijt
groot gebracht. En gij verbeeldt u ten onrechte dat
wij u zouden roepen. Blijft op de oude paden. Ver
dedigt, zoo noodig het bestaande en wordt lid van
de burgerwacht of sluit u aan bij den vrijwilligen
landstorm!"
va.
Treffend beeld van een Groot gortbuiken-
burger. - Het noord Gamit'door de weten-
schap verklaard. - De G.G.B.B jaarbeurs 'n
reuze succes. - Uitkomst voor huishennen. -
Belangrijke vergaderingen! - Geen zorg meer
voor den winter. - Hoogste prijs niet uitge
reikt. - Eigenheimers niet voorradig. - Een
voorzitter zooals op deze aarde niet meer
gevonden zal worden. - Een diamant aan
den Middensiandskroon. - Steeds van zassen
klaar. - Middenstandswerkkracht verbonden
aan adeldom des geestes. - Een gebed om
kracht voor de zwaar bekoorde Gamittelin-
gen. - Alweer een nieuw stedelijk feest in de
maak - Hoog-gehoede en zwaar geinsigneer-
de feestcommissieleden - Aandoenlijke plech
tigheden bij mottige Trijntje. - Onwerkzame
alaslrim-voorbehoedmiddel. - De Hoofdre
dacteur in de armen van Mis Groot-Gortbui-
kenburg- Alles is vergeven en vergeten. -
De heele gemeente een van zin, zet het Groot-
gortbuikenburgsche volkslied in. - Eeresaluut
gebracht aan Kapitein Groen. - Maar groo-
ter hulde nog aan de nagedachtenis van
Frits Ringers, die tot den dood pal stond op
de wallen van de eenmaal bedreigde stad. -
schromelijk verzuim. - De H. Laurentius her
dacht als onverschrokken martelaar. - Nóg
een overwinnaar zijner lichamelijke zwak
heden en verborgen Held. - De Koningin
brengt een laatste eeresaluut!
Lui!
Als Grootgortbuikenburger van den antieken stem
pel, die geen andere couranten leest dan het gratis
advertentieblaadje met gecontroleerde oplaag en feite
lijk te stom is om voor den duvel te dansen, interes
seer ik me niet veel voor wetenschappelijke onder
werpen.
En nu had ik me al mesjokker gepeinsd over het
raadsel, wat toch wel het woord „Gamit" kon betee
ken en.
Ik kwam een schooljongen tegen, die zich zeker had
vergaapt aan een al te dikke pil krentebrood en nu
zijn mond niet meer dicht kon houden, wat hem een
echt Grootgortbulkenburgsch aanzien gaf. Nieuwsgierig
als alle oude wijven, vroeg ik aan een hem begeleiden
den karmeraad: Wat scheelt die windhapper? waarop
prompt geantwoord werd: Hai het de gaomit, meheir!
Maar daar werd ik niet veel wijzer door en toen ik
op 'n bankje bij het Victoria-beeld mijn pijp zat te
snurken, kwam 'n mager Heertje bij me zitten, dat zich
voorstelde als 'n oud Hoogleeraar in algebra en wis
kunde aan de Universiteit van Knollendam en meende
hij zijn mond niet geheel, maar maakte het gat alleen
wat kleiner. De Hoogwelgeboren Freddie behoorde tot
de menschen die door het leven gaan, den mond zalig
open.
Het leek Aline dat zy dezen bizonderen middag met
een vreemdsoortige stomheid geslagen was. Zy was
niet in staat te spreken tegen George, en nu kon zy
niets bedenken om tegen Freddie te zeggen. Zy keek
hem aan, en de pendule op den schoorsteenmantel ging
met tikken voort.
„Dat lieve poesje van Tante Ann was van alles de
schuld," zei Freddie eindelijk, een licht gesprek ope
nende. „Ik struikelde op de trap over het dier en maakte
een leelyke buiteling. Ik verfoei katten. Verfoei jy
katten ook? Ik kende in Londen iemand die katten
niet kon uitstaan."
Aline begon zioh ongerust te maken dat er met haar
spraakvermogen iets niet in orde was. Door te gaan
op het kattenthema zou de eenvoudigste zaak van de
wereld gewest zijn, maar zy was er niet toe in staat.
Met uitzondering van alle andere, was haar eenige
gedachte geconcentreerd op het weerzinwekkend schouw
spel dat haar verloofde in zyn yyjama aanbood.
Freddie zette het gesprek voort.
„Ik was juist bezig met het lezen van een spannend
verhaal. Heb je deze boekjes ooit gelezen? Iedere maand
verschynt er een, en zy boeien kolossaal. Die vent die
ze schrijft moet een kraan zyn. Ik snap niet hoe hy die
dingen bedenkt. Zy handelen over een detective, een
kerel, die Gridley Quayle heet. Zoo opwindend als het
maar kan.
Een patent middel tegen sprakeloosheid doemde bij
Aline op.
„Zal ik je voorlezen, Freddie?"
„Dat is een prachtig denkbeeld. Ik ben boven aan
deze bladzijde gebleven."
Allnen am het boek In papieren omslag van hem aan,
„Zeven revolvers werden als evenveel doodelyke
wapens op zyn borst gericht." Was je daar gebleven?"
„Juisv, iets verder. Het gaat er erg wam toe, moei
je weten. Die vent Quayle is naar een afgelegen huis
gelokt, in de meening dat hy een vriend in nood een
bezoek ging brengen, maar in plaats van dien vriend
ontmoet hy een heel regiment bandieten, gemaskerd, en
met revolvers gewapend. Ik heb er geen begrip van hoe
hy zich er uit moet redden, maar hy doet het, let op."
Als iemand meer medelyden met Aline kon hebben
dan zy het met zichzelve had, terwyl zij zich door de
avonturen van Gridley Quayle heenworstelde, dan zou
Want in de oude generatie is iets gekomen van
den geest van Jan Salie, van den geest der voldane
achttiende-eeuwsche-Nederlanders, die rustig in hun
theetuinen zaten, profiteerend van het stoere wer
ken en de lcrachtigen durf van het vorige geslacht.
Zij heeft haar doel bereikt en is van oordeel dat deze
wereld wel niet volmaakt is, maar toch stellig en ze
ker is gegrondvest op fundamenten, die onaantast
baar zijn.
En het gebeurt, dat de jeugd zich door haar laat
bepraten; de ouderen zijn immers zoo wijs! Maar
dan komt weer in haar ziel het roepingsbesef. Zij
verstaat weer de geheimzinnige wekstem. En zij kan
niet rustig blijven.
ASTOR.
(Wordt vervolgd.)
ik, dat hy wel 't rechte adres zou zijn voor myn dorst
naar wetenschap en legde ik hem het brandende
vraagstuk voor de voeten: Weet u, als gestudeerd man
van kennis en ontwikkeling, wat het woord „Gamit"
mag beteekenen?
Nu, vriend, zei hij, ik weet het zoo direct niet, maar
ik heb thuis ontelbare boeken en encyclopedies, dus zal
ik het naslaan en als u mij wil mededeelen, waar u
woonachtig is, u het resultaat mijner onderzoekingen
kenbaar maken. Ik dacht nou: Daar ben ik mee klaar,
tikte aan m'n pet en zei: assublieft meheer, Ik woon
hier in Grootgortbuikenburg pp den Lintwormsingel,
maar u mot er om denken, die is in drie afdeelingen
gesorteerd: In het eerste vak wonen de bevroren-
vleesch-met-Jurgensbraadvet-families, in het tweede
vak de kouwe-aardappelen-met-doorregen-spek-en-stoof-
sla-mevrouwen en in het derde vak treft u het rooie-
koolstamp-met-harde-bokken-proletariaat, en daar moet
u zich op nummer 11 vervoegen, twee maal schellen,
anders komt mijn kostjuffrouw voor en dan is uwes
heelen dag tot in den grond bedorven.
Volgens afspraak kwam de oude snurker 'n paar dagen
later aanboemelen en vertelde me dat hy na inspan
nende studie er in geslaagd was te ontdekken, dat het
woord Gamit afkomstig was uit het Sanskriet en be-
teekende: Gapende middenstands Tantalus kwelling!
Zoo, zei k, dank u zeer, ik zie aan uw gezicht dat u
er flink aan gepeuterd hebt, want u is merkbaar af
gevallen.
Maar het resultaat is verrassend en dacht ik by me
zelf: Dan was die lummel van 'n jongen toch nog niet
zoo ver 4e plank mis!
Hoe het echter zij, de Grootgortbuikenburger Jaar
beurs, die men de „Gamit" heeft gedoopt, heeft dit jaar
weer een reuze-succes kunnen boeken. In de eerste
plaats voor de danslustige maagdelyns en levenslustige
huisvaders, die alle avonden in vollen ernst vertelden,
dat er weer een gewichtige vergadering werd gehouden,
waarop besluiten zouden worden genomen, waarmede
het stoffelijk heil van winkel- en middenstand zeer
nauw was verbonden.
Deze gewichtige besluiten bestonden dan in hoofdzaak
in de keus tusschen slappe Cats of Voorburg, 'n foxtrot
of 'n sjarleston. (Dit terzyde).
Gelet echter op den buitengewonen toeloop en de
gunstige financieele resultaten, de reusachtige reclame
voor het Grootgortbuikenburger kookgas en de indu-
strieele ondernemingen, vertrouw ik met een vast en
bergverzettend geloof, dat de G.GJ3.B.-sche burgera
met gerustheid den barren wintertyd tegemoet kunnen
zien.
Ontzettend was de toeloop en de uitgeloofde prijzen
voor het zoo en zooveelste schaap dat over de brug
kwam, gingen grif van de hand.
Het was wei betreurenswaardig, dat de belooning
voor den 25000sten bezoeker, een gratis reis per ge
meentelijken autobus naar Veenhuizen niet kon worden
uitgereikt.
En het was héél ondankbaar van den laatst inkomen
den Gamitter om een le klas spoorkaartje Enkele reis
„Duin en Bosch" te weigeren en te verlangen, dat hem
daarvoor 3 zak eigenheimers zouden worden thuis be
zorgd!
Aangezien echter dit nuttige voedselproduct op de ge-
heele Gamit niet voorradig was. moest men dezen
mierepikker teleurstellen.
Natuurlyk ben ik trotsch op myn zindelijke geboorte
plaats, waar dit reuzewerk zoo onberispelijk voor el
kander is gebokst, dank zy het voortreffelijk comité
van actie en den nooit door 'n beteren te vervangen
voorzitter, den onvolprezen super de lux middenstander
het Ashe Marson geweest zijn. Hij was onder het schrij
ven ineengekrompen, en Aline kromp onder het lezen
ineen. De Hoogwelgeboren Freddi9 kromp ook ineen,
maar van pret.
„Wa: is er?" zei hy, toen Aline zweeg. „Houd niet
op."
„Ik word heesch, Freddie."
Freddie was in tweestrijd. Het verlangen met Gridley
Quayle op het oorlogspad te biyven streed met het ge
voel van betamelykheid.
„Hoo zou je het vinden... Zou het je kunnen schelen
als ik zelf tot het einde toe las? Daarna kunnen wij nog
wat praten, als je wilt. Het duurt niet lang meer."
„Natuurlijk. Lees gerust als je zin hebt Maar vind je
dat soort van dingen inderdaad mooi, Freddie?"
„Ik! Magnifiek! Waarom? jy niet?"
„Ik weet het zoo niet. Het lykt my een beetje..."
Freddie was reeds weer in zyn verhaal verdiept. Aline
deed geen verdere poging tot ontleding van haar hou
ding jegens mynheer Quayle. Zij verviel tot stilzwygen.
Het was een stilte, waarin vele gedachten ronddwaal
den. Voor de eerste maal sedert hun verhouding be
proefde zy zich met juistheid in te rrenten wat een hu
welijk met dezen jongen man voor baar beteekenen zou.
Tot heden, bedacht zij, had zy Freddie inderdaad zoo
weinig ontmoet, dat zy nog niet in de gelegenheid ge
weest was een studie van hem te maken. Onder de me
nigte in de buitenwereld had hy haar tameiyk geniet
baar toegeschenen. Maar vandaag was hij andersom.
Alles was vandaag andersom.
Dit, begreep zij, was een voorproefje van wat haar na
hun huwelijk te wachten stond. Om de puntjes op de i
te zetten, bracht het huwelijk met. zich mee, dat twee
menschen voor onbepaalden tyd uitsluitend op elkaar
aangewezen waren om elkaar te vermaken en door het
leven te gaan. En hoe zou het zyn daarvoor op Freddie
aangewezen te zyn?"
Nu, het zou, overwoog zy, op hetzelfde als dit neerko
men.
„Het loopt goed af," zei Freddie zonder op te kyken.
„Hy redt zich er uit Hy had een bom by zich en dreig
de haar in de kamer te slingeren en den boel optebli-
zen, als de bandieten hem niet lieten vertrekken. En
zoo leverde hij het 'm. Ik wist vooruit dat hy een ver
rassing voor hen had."
Net hetzelfde als dit...
Aline haalde diep adem. Net hetzelfde als dit... voor
eeuwig en eeuwig, tot aan haar dood.
Zy boog zich voorover en keek hem aan.
„Freddie," zei zy, „heb je my lief?"
wiens naam „Gerrit Durf" reeds voldoende aanduidt,
welk een krachtig initiatief er van dien man uitgaat
Hy is een fonkelende diamant, 'n prismatische kleu
ren stralende briljant aan den kroon van den Groot-
Gortbuikenburger middenstand! Als vakman steeds van
„zassen" klaar, wiens hoed nimmer staat op „half alf",
paart hij aan de bekwaamheid zyn beroeps de gave
van het woord en de elastische omgangsvormen van den
geboren artist
Hy kan in waarachtigheid van zich zelf getuigen:
dat hy zwevende is tusschen middenstand en aristo
cratie! De practische werkkracht van den middenstan
der, nauw verbonden aan den adeldom van den aristo
craat!
Laat ik dan van harte hopen, dat het groote Gamit-
feest van GrootG.B.B. onder zulk een beproefde leiding
nog in lengte van jaren mag worden gevierd en de eer
zame Middenstanders en winkeliers in deze zware da
gen van deugdbeproeving niet worden verleid door
het veelvuldige rondspringen op het lokkende dans-
plankler met kortharige, kortrokkige, lichtzinnige en
lichtkousige Gamit-nimphen tot blyvende onsoliditeit,
amen.
Nauwelyks zyn de laatste feestklanken van. het slag
werk uit de Gamit-jazz verklonken, of het Hoogfestijn
van 8 Octoberviering, ingeluid door hevige avond
explosies, staat voor de deur! Dat is weer het
Hoogty voor een andere categorie Groot-Gortbuiken-
burger ourgers, de handhavers van 't lands Historie,
Hoog behoed en bedekt met insignes van blinkend
zilver en stedelyke kleuren van biet en meirapen, voor
deze voorgangers der herdenking van het roemryke
gebeuren in 1573, reeds in myn eerste Kroniek op
passende wijze aangestipt.
Dan zien we de hooge figuur van oud-kapitein Groen
aangetreden, betredend het podium, tot het houden van
zyn feestrede ter gelegenheid van de herdenkingsplech
tigheden by het beeld der Victorie, 'n engel met uit
gespreide vleugelen, helaas in sterke mate aangetast
door de overblyfselen van een ondergane alastrim
(voorheen kinderpokken). Waaruit ik moet concludee-
ren, dat de ondergane inentingen geen uitwerking
hebben gehad en vermoedelyk de ingebrachte pokstof
niet voldoende virulent is geweest.
By dit pokdalige en ons weinig zeggende gedenk-
teeken wordt gefeestredeneerd, gezongen, en aan den
arm van deez' engel hangt de feestredenaar... of des-
zelfs kamerdienaar... een lauwerkrans op!
Voorheen werd door een deel der niet welgezinde
Groot-Gortbuikenburgers met deze plechtigheid zeer
oneerbeidig den draak gestoken, doch gelukkig is na
de plechtige verzoening, bestaande uit een hartelyke
omhelzing van den Hoofdredacteur der Opperkaffer-
steinsche Deugdbeschermer en de Gr.G.b.b.sche stede
maagd, aangevuld door de traditioneele vredes-kus en
een onder krokodillentranen gestameld „alles is vergeten
en vergeven," de harmonie blyvend hersteld en de Gods
vrede gesloten.
Alles zingt nu in de grootste eendracht het Wilhelle-
mus en het G.G.B.B.sche volky.ed: „Wie heeft van
Groot-Gortbuikenburg niet gehoord", alsmede meerdere
passende herdenkingsliederen, door vurige spanjolen
haters gefabriceerd.
Maar het is niet omdat ik den edelen kapitein Groen,
sieraad van Korte Turfland's defensie, daar die eere
plaats bij onze mottige en naar ik meen, ook schele vre
desengel misgun, integendeel niemand kan beter de
tolk zyn van het dankbaar feestvierend Groot-Gort-
buikenburgerdom, maar het is toch met eenigen wee
moed, dat ik terug denk aan den stoeren zeevaarder en
timmerman, waardige navolger van den onverschrokken
Groot-Gortbuikenburger houtbewerker uit het beleg, aan
Frita Ringers, die gedurende tal van jaren de
ziel van de 8ste October-beweging was in den moeilijk
sten tyd van verdeeldheid en wiens geestdriftig en wel
sprekend woord telken jaren werd voortgestuwd over
de hoofden van de vele belangstellenden, die zich in het
park der Victorie hadden opgesteld.
En daarom verbaast het mij, dat geen enkele patriot
van invloed er ooit over gedacht heeft, de nieuwe straat
by de Groot-Gortbuikenburger Groote Kerk den naam
te geven van den man die eenmaal gerekend kon wor
den tot een der respectabelste en meest verdiensteiyke
burgers van de Hoofdstad van Opperkafferstein!
Na ellenlange en vervelende discussiën in Vroede-
vaderen Raad en plaatselijke couranten, is de keus ten
slotte gevallen op den naam: St. Laurensstraat, maar
naar mijne meening was in dat stadshoekje de aan
dacht al/ voldoende gevestigd op dezen Heilige-man
en had men die straat kunnen doopen met den naam
van een plaatsgenoot, die beter in de gemeente bekend
was.
De Heer zal my, hoop ik, genadiglyk bewaren voor de
mindere eerbied die ik zou betoonen voor den verheven
persoon van den Heiligen Lourentius, 'n geloofsheld met
zóó groot Godsvertrouwen en zoo bovenmenschelyke
zelfverloochening, dath y, toen men hem ter beproeving
van zyn geloofskracht levend ging roosteren, koelbloe
dig en uiterlijk onbewogen en ongevoelig voor de felle
smart, kon uitroepen: keer me nu maar om en braad
nu maar myn andere zij!ik geloof waarlijk niet,
dat ik een zoo groote held zelfs op een afstand van 100
kilometers zou kunnen navolgen!
Maar dat alles neemt niet weg. dat ik deze straat
graag had zien noemen de Frits Ringersstraat, want
ook Frits Ringers was een held voor zijn overtuiging en
Geen antwoord.
„Freddie, heb je me lief? Ben ik een deel van je? Als
je my niet had, zou dat net eender voor je zijn als pro
beerde je door het leven te gaan zonder adem te ha
len?"
De Hoogwelgeboren Freddie stak een hoogrood ge
zicht in de hoogte, en zag haar met een verstrooiden
blik aan.
„Hé? Wat zeg je?" zei hy. „Of ik... of ik wat?" O,
jawel. Zeg, een van de bandieten heeft een ratelslang
door do valruit in de slaapkamer van Gridley Quayle
laten zakken."
Aline stond op en verliet zacht de kamer. De Hoog
welgeboren Freddie ging voort met lezen en lette er
niet op.
n.
Toen Ashe voorspeld had welke uitwerking de mede
deeling dat zijn kostbare scarabee in vreemde handen
overgegaan en verder dan ooit buiten zijn bereik was, op
mijnheer Peters zou hebben, was hij niet ver bezydei.
de waarhedi geweest. Een nadeel van het slagen in het
leven is, dat mislukking, als zij krmt, van overdreven
belang schynt. Het slagen had mynheer Peters, in ze
kere trekken van zyn karakter, tot een bedorven kind
gemaakt. In het oogenblik waarin Ashe met de tyding
tot hem kwam, zou hij gaarne zyn halve vermogen af
gestaan hebben om de scarabee terug te krygen. Het
terugkrijgen daarvan was een punt van eer bij hem ge
worden. Hy beschouwde het als de prijs in een worste
ling tusschen zijn eigen wil en dien van zoodanige vij
andige machten, die zich tegen hem gekeerd hadden,
en poogden aan te toonen dat er een grens was aan
hetgeen hy bereiken wilde. Hy had hetzelfde gevoel als
vroeger, als de menschen in Wall Street achter hem
plachten op te duiken en hem prima spoorwegaandee-
len of puike fondsen probeerden af le snoepen. Hy was
behept met dien vorm van eerzucht, die mannen tot
multi-millionnair maakt. Niemand zou zoo dwaas zyn
multi-millionnair te worden, als het niet was om hot
vérlangen zich onweerstaanbaar te toonen.
Het verlichtte zijn gemoed eenigszins, toen hy de uit
geloofde belooning verdubbeld had, en Ashe begaf zich
terug naar Joan, in de hoop dat deze nieuwe prikkel, Ir.
huD beider vereenigde hersens, tot versche ingevingen
zou ïerden.
„Zyn er by u soms nieuwe denkbeelden opgekomen?"
vroeg hy. „Ge kunt myn hersens beschouwen als af
gestompt"
een verloochenaar van zijn eigen lichaams-krankheld...
Stond toch de laatste maal vóór zijn verscheiden, toen
hy schynbaar nog vol kracht en jeugdig vuur den hel-
denstryd zijner vaderen roemde, het lugubere scelet
des Doods reeds niet achter hem op het podium?
Waren zyn reuzekrachten alreeds niet grootendeels
gesloopt door de vreeselijke kwaal, toen hij nog vol
belangstelling en werkzaamheid was voor het openbare
leven? Gewerd hem dan ook niet de zeldzame eer, dat
de "Koningin by een bezoek aan de stad, haar rijtuig
liet stil houden voor zyn woning, waar hy in doods-
krankte ter neder lag, om hem een laatsten groet te
brengen? Ik ben heelemaal geen vrind van al dat uiter
lijk vertoon en 'n mensch is bij my een mensch, onge
acht welk een rang hem mag zijn toebedeeld, maar
toch mag ik aannemen dat dit eerbewijs den man, die
leefde in liefde en in toewyding aan oranje, tot in het
diepst van zyn ziel zal hebben geroerd en hem een
troost zal zijn geweest in de laatste donkere dagen van
zyn aarzelend toeven in dit aardsche tranendal.
D. D. Jr.
Uncle Sam krijgt concurrentie,
Z'n gezin blijkt wel gezond,
Hy bezit, naast staal en dollars,
Ook een fikschen Statenbond.
Heel de wijde wereld over
Gaat zijn prima handelswaar,
En drie vierde van het menschdom
Is zyn prima schuldenaar!
Hij zendt alles op bestelling,
Wat het oud Europa eischt,
Kauwgom, Fordjes en Gillettes,
Werk'lijk schappelijk geprijsd!
En zelfs by den grootcn oorlog,
Z'n principes zijn zeer breed,
Zond hij ons op afbetaling
Troepen, voor 't gebruik gereed!
'n Statenbond blykt dus voordeelig
Voor de schatkist van een land,
Is dit niet iets voor Europa,
Na den grooten wereldbrand?!
Licht, dat w'ook een kansje krijgen,
Dat ook hier wat welvaart kwam,
Die we nu in huur-koop hebben
Bij de gunst van „oome Sam"!
Pa Briand zit zwaar te broeien
Op een Statenbond-NV
Naast de US A in 't Westen
'n Europeesche US E .(1).
En ik geef hem kans van slagen,
't Menschdom is nog niet zoo kwaad,
Mits men niet van oorlogsschulden
Als elkanders lasten praat!
O, we zyn van brave ideeën
Inderdaad wel ruim voorzien,
Was de Haagsche Conferentie
Niet zeer broederlijk misschien?
Waren er geen handelslieden
Van het echte Snowden-ras,
Snowden, die voor 't „Made in England"
Snauwend nog een koopman was?!
Leest 't verdrag eens van Versailles,
Hoe dit d'oorlog liquideert,
Hoe bescheiden elke natie
Iets van d'oorlogsbuit begeert!
't Maakt, wat Duitschland nog moet dokken,
Tot een aandeel-kapitaal,
Kan men 't niet tot grondslag maken
Van ons Staten-ideaal?!
Evenwel er zijn bezwaartjes,
Want wat is het eind van 't lied?
US Adie houdt de dollars,
U.S.E., die heeft ze niet!!
1) U. S. E. U nited S tates of E Europe.
Vereenigde Staten van Europa.
October 1929. KROES.
(Nadruk verboden.)
Joan schudde het hoofd.
„Geef het niet op," drong zij aan. „Denk nog eens
goed. Gan og eens goed na wat het voor ons beteekent,
Samen hebben wy in één enkelen nacht twee duizend
pond verloren, mijnheer Marson. Die weelde kan ik me
niet veroorloven. Het is als had ik een legaat verloren,
en ik weiger volstrekt het zonder verdere pogingen op
te geven, en weer hertogen-en-graven-verhaaltjes voor
„Huiselijke Gesprekken" te gaan schrijven."
„Het vooruitzicht Gridley Quayle weer aan den gang
te moeten zetten..."
„O, ik vergat dat ge een schryver van detective-ver
halen zyt. Ge behoordet in staat tet zyn dit geheim in
een ommezien op te lossen. Vraag uzelf af wat Gridley
Quayle in dit geval gedaan zou hebben."
„Dat kan ik beantwoorden. Gridley Quayle zou op zy*i
gemak deze of gene toevallige omstandigheid afgewacht
hebben die hem er uit hielp."
„Hield hy er geen methoden op na?"
„Hij was een en al methode. Maar hij kwam er nooit
verder mee zonder iets toevalligs. Maar wy kunnen pro-
beeren zooiets uit te denken. Hoe laat waart gy in het
museum?"
„Te één uur."
„En toen was de scarabee verdwenen. Wat zegt dat
u?"
„Niets, En wat zegt dat u?"
„Ook niets. Laten wy nog eens probeeren. Wie de
scarabee ook weggenomen heeft, moet op de een of
andere wijze geweten hebben dat mynheer Peters er
een belooning voor uitgeloofd had."
„Waarom heeft hy zich dan niet tot mynheer Peters
gewend, om de belooning op te eischen?"
„Dat Is juist. Dat lijkt my een fout in de redeneering
Nog eens dus. Wie haar ook weggenomen heeft, moet
in oogenblikkelijken geldnood verkeeren."
„En hoe kunnen wy uitvisschen wie in oogenblikke-
lyken geldnood verkeert?"
„Ja. Hoe?"
Er heerschte een stilzwygen.
„Ik zou zeggen dat mynheer Quayle een grooten steun
voor zyn cliënten was, niet waar?" zei Joan.
„Gevolgtrekkend redeneeren schijnt op 't oogenblik
niet zoo vlot te gaan," zei Ashe. „Wij moeten het aan
het toeval overlaten. Ik heb een gevoel alsof het komen
zal." Hy zweeg. „Ik ben een boffer als het op het toe
val aankomt."
„Zoo?"
Wordt vervolgd.