KRONIEK VERMAKELIJKE door DIRK DUYVEL Junior. Opper-Kafferstein DE VEREENIGDE STATEN VAN EUROPA VAN Groot Gortbuikenhurg, Hoofdstad van T)aar woelt en gist Iets In vele jonge harten: het i? het intuïtief (bij ingeving) beseffen, flat zij een taak heeft te vervullen, dat zij moet bouwen een nieuwe wereld, moet prediken een nieuw geloof. Maar wanneer de jonge menschen. met hun sterk levensbegeeren zich richten tot de oude leidslieden, veronderstellend dat deze hen roepen tot hun taak, dan schudden deze de grijze hoofden. En zij zeggen: „legt u rustig neder bij wat wij u steeds hebben ge leerd; houdt u vast aan de oude geboden, aan de heerschende moraal, aan de kerk, waarin ge zijt groot gebracht. En gij verbeeldt u ten onrechte dat wij u zouden roepen. Blijft op de oude paden. Ver dedigt, zoo noodig het bestaande en wordt lid van de burgerwacht of sluit u aan bij den vrijwilligen landstorm!" va. Treffend beeld van een Groot gortbuiken- burger. - Het noord Gamit'door de weten- schap verklaard. - De G.G.B.B jaarbeurs 'n reuze succes. - Uitkomst voor huishennen. - Belangrijke vergaderingen! - Geen zorg meer voor den winter. - Hoogste prijs niet uitge reikt. - Eigenheimers niet voorradig. - Een voorzitter zooals op deze aarde niet meer gevonden zal worden. - Een diamant aan den Middensiandskroon. - Steeds van zassen klaar. - Middenstandswerkkracht verbonden aan adeldom des geestes. - Een gebed om kracht voor de zwaar bekoorde Gamittelin- gen. - Alweer een nieuw stedelijk feest in de maak - Hoog-gehoede en zwaar geinsigneer- de feestcommissieleden - Aandoenlijke plech tigheden bij mottige Trijntje. - Onwerkzame alaslrim-voorbehoedmiddel. - De Hoofdre dacteur in de armen van Mis Groot-Gortbui- kenburg- Alles is vergeven en vergeten. - De heele gemeente een van zin, zet het Groot- gortbuikenburgsche volkslied in. - Eeresaluut gebracht aan Kapitein Groen. - Maar groo- ter hulde nog aan de nagedachtenis van Frits Ringers, die tot den dood pal stond op de wallen van de eenmaal bedreigde stad. - schromelijk verzuim. - De H. Laurentius her dacht als onverschrokken martelaar. - Nóg een overwinnaar zijner lichamelijke zwak heden en verborgen Held. - De Koningin brengt een laatste eeresaluut! Lui! Als Grootgortbuikenburger van den antieken stem pel, die geen andere couranten leest dan het gratis advertentieblaadje met gecontroleerde oplaag en feite lijk te stom is om voor den duvel te dansen, interes seer ik me niet veel voor wetenschappelijke onder werpen. En nu had ik me al mesjokker gepeinsd over het raadsel, wat toch wel het woord „Gamit" kon betee ken en. Ik kwam een schooljongen tegen, die zich zeker had vergaapt aan een al te dikke pil krentebrood en nu zijn mond niet meer dicht kon houden, wat hem een echt Grootgortbulkenburgsch aanzien gaf. Nieuwsgierig als alle oude wijven, vroeg ik aan een hem begeleiden den karmeraad: Wat scheelt die windhapper? waarop prompt geantwoord werd: Hai het de gaomit, meheir! Maar daar werd ik niet veel wijzer door en toen ik op 'n bankje bij het Victoria-beeld mijn pijp zat te snurken, kwam 'n mager Heertje bij me zitten, dat zich voorstelde als 'n oud Hoogleeraar in algebra en wis kunde aan de Universiteit van Knollendam en meende hij zijn mond niet geheel, maar maakte het gat alleen wat kleiner. De Hoogwelgeboren Freddie behoorde tot de menschen die door het leven gaan, den mond zalig open. Het leek Aline dat zy dezen bizonderen middag met een vreemdsoortige stomheid geslagen was. Zy was niet in staat te spreken tegen George, en nu kon zy niets bedenken om tegen Freddie te zeggen. Zy keek hem aan, en de pendule op den schoorsteenmantel ging met tikken voort. „Dat lieve poesje van Tante Ann was van alles de schuld," zei Freddie eindelijk, een licht gesprek ope nende. „Ik struikelde op de trap over het dier en maakte een leelyke buiteling. Ik verfoei katten. Verfoei jy katten ook? Ik kende in Londen iemand die katten niet kon uitstaan." Aline begon zioh ongerust te maken dat er met haar spraakvermogen iets niet in orde was. Door te gaan op het kattenthema zou de eenvoudigste zaak van de wereld gewest zijn, maar zy was er niet toe in staat. Met uitzondering van alle andere, was haar eenige gedachte geconcentreerd op het weerzinwekkend schouw spel dat haar verloofde in zyn yyjama aanbood. Freddie zette het gesprek voort. „Ik was juist bezig met het lezen van een spannend verhaal. Heb je deze boekjes ooit gelezen? Iedere maand verschynt er een, en zy boeien kolossaal. Die vent die ze schrijft moet een kraan zyn. Ik snap niet hoe hy die dingen bedenkt. Zy handelen over een detective, een kerel, die Gridley Quayle heet. Zoo opwindend als het maar kan. Een patent middel tegen sprakeloosheid doemde bij Aline op. „Zal ik je voorlezen, Freddie?" „Dat is een prachtig denkbeeld. Ik ben boven aan deze bladzijde gebleven." Allnen am het boek In papieren omslag van hem aan, „Zeven revolvers werden als evenveel doodelyke wapens op zyn borst gericht." Was je daar gebleven?" „Juisv, iets verder. Het gaat er erg wam toe, moei je weten. Die vent Quayle is naar een afgelegen huis gelokt, in de meening dat hy een vriend in nood een bezoek ging brengen, maar in plaats van dien vriend ontmoet hy een heel regiment bandieten, gemaskerd, en met revolvers gewapend. Ik heb er geen begrip van hoe hy zich er uit moet redden, maar hy doet het, let op." Als iemand meer medelyden met Aline kon hebben dan zy het met zichzelve had, terwyl zij zich door de avonturen van Gridley Quayle heenworstelde, dan zou Want in de oude generatie is iets gekomen van den geest van Jan Salie, van den geest der voldane achttiende-eeuwsche-Nederlanders, die rustig in hun theetuinen zaten, profiteerend van het stoere wer ken en de lcrachtigen durf van het vorige geslacht. Zij heeft haar doel bereikt en is van oordeel dat deze wereld wel niet volmaakt is, maar toch stellig en ze ker is gegrondvest op fundamenten, die onaantast baar zijn. En het gebeurt, dat de jeugd zich door haar laat bepraten; de ouderen zijn immers zoo wijs! Maar dan komt weer in haar ziel het roepingsbesef. Zij verstaat weer de geheimzinnige wekstem. En zij kan niet rustig blijven. ASTOR. (Wordt vervolgd.) ik, dat hy wel 't rechte adres zou zijn voor myn dorst naar wetenschap en legde ik hem het brandende vraagstuk voor de voeten: Weet u, als gestudeerd man van kennis en ontwikkeling, wat het woord „Gamit" mag beteekenen? Nu, vriend, zei hij, ik weet het zoo direct niet, maar ik heb thuis ontelbare boeken en encyclopedies, dus zal ik het naslaan en als u mij wil mededeelen, waar u woonachtig is, u het resultaat mijner onderzoekingen kenbaar maken. Ik dacht nou: Daar ben ik mee klaar, tikte aan m'n pet en zei: assublieft meheer, Ik woon hier in Grootgortbuikenburg pp den Lintwormsingel, maar u mot er om denken, die is in drie afdeelingen gesorteerd: In het eerste vak wonen de bevroren- vleesch-met-Jurgensbraadvet-families, in het tweede vak de kouwe-aardappelen-met-doorregen-spek-en-stoof- sla-mevrouwen en in het derde vak treft u het rooie- koolstamp-met-harde-bokken-proletariaat, en daar moet u zich op nummer 11 vervoegen, twee maal schellen, anders komt mijn kostjuffrouw voor en dan is uwes heelen dag tot in den grond bedorven. Volgens afspraak kwam de oude snurker 'n paar dagen later aanboemelen en vertelde me dat hy na inspan nende studie er in geslaagd was te ontdekken, dat het woord Gamit afkomstig was uit het Sanskriet en be- teekende: Gapende middenstands Tantalus kwelling! Zoo, zei k, dank u zeer, ik zie aan uw gezicht dat u er flink aan gepeuterd hebt, want u is merkbaar af gevallen. Maar het resultaat is verrassend en dacht ik by me zelf: Dan was die lummel van 'n jongen toch nog niet zoo ver 4e plank mis! Hoe het echter zij, de Grootgortbuikenburger Jaar beurs, die men de „Gamit" heeft gedoopt, heeft dit jaar weer een reuze-succes kunnen boeken. In de eerste plaats voor de danslustige maagdelyns en levenslustige huisvaders, die alle avonden in vollen ernst vertelden, dat er weer een gewichtige vergadering werd gehouden, waarop besluiten zouden worden genomen, waarmede het stoffelijk heil van winkel- en middenstand zeer nauw was verbonden. Deze gewichtige besluiten bestonden dan in hoofdzaak in de keus tusschen slappe Cats of Voorburg, 'n foxtrot of 'n sjarleston. (Dit terzyde). Gelet echter op den buitengewonen toeloop en de gunstige financieele resultaten, de reusachtige reclame voor het Grootgortbuikenburger kookgas en de indu- strieele ondernemingen, vertrouw ik met een vast en bergverzettend geloof, dat de G.GJ3.B.-sche burgera met gerustheid den barren wintertyd tegemoet kunnen zien. Ontzettend was de toeloop en de uitgeloofde prijzen voor het zoo en zooveelste schaap dat over de brug kwam, gingen grif van de hand. Het was wei betreurenswaardig, dat de belooning voor den 25000sten bezoeker, een gratis reis per ge meentelijken autobus naar Veenhuizen niet kon worden uitgereikt. En het was héél ondankbaar van den laatst inkomen den Gamitter om een le klas spoorkaartje Enkele reis „Duin en Bosch" te weigeren en te verlangen, dat hem daarvoor 3 zak eigenheimers zouden worden thuis be zorgd! Aangezien echter dit nuttige voedselproduct op de ge- heele Gamit niet voorradig was. moest men dezen mierepikker teleurstellen. Natuurlyk ben ik trotsch op myn zindelijke geboorte plaats, waar dit reuzewerk zoo onberispelijk voor el kander is gebokst, dank zy het voortreffelijk comité van actie en den nooit door 'n beteren te vervangen voorzitter, den onvolprezen super de lux middenstander het Ashe Marson geweest zijn. Hij was onder het schrij ven ineengekrompen, en Aline kromp onder het lezen ineen. De Hoogwelgeboren Freddi9 kromp ook ineen, maar van pret. „Wa: is er?" zei hy, toen Aline zweeg. „Houd niet op." „Ik word heesch, Freddie." Freddie was in tweestrijd. Het verlangen met Gridley Quayle op het oorlogspad te biyven streed met het ge voel van betamelykheid. „Hoo zou je het vinden... Zou het je kunnen schelen als ik zelf tot het einde toe las? Daarna kunnen wij nog wat praten, als je wilt. Het duurt niet lang meer." „Natuurlijk. Lees gerust als je zin hebt Maar vind je dat soort van dingen inderdaad mooi, Freddie?" „Ik! Magnifiek! Waarom? jy niet?" „Ik weet het zoo niet. Het lykt my een beetje..." Freddie was reeds weer in zyn verhaal verdiept. Aline deed geen verdere poging tot ontleding van haar hou ding jegens mynheer Quayle. Zij verviel tot stilzwygen. Het was een stilte, waarin vele gedachten ronddwaal den. Voor de eerste maal sedert hun verhouding be proefde zy zich met juistheid in te rrenten wat een hu welijk met dezen jongen man voor baar beteekenen zou. Tot heden, bedacht zij, had zy Freddie inderdaad zoo weinig ontmoet, dat zy nog niet in de gelegenheid ge weest was een studie van hem te maken. Onder de me nigte in de buitenwereld had hy haar tameiyk geniet baar toegeschenen. Maar vandaag was hij andersom. Alles was vandaag andersom. Dit, begreep zij, was een voorproefje van wat haar na hun huwelijk te wachten stond. Om de puntjes op de i te zetten, bracht het huwelijk met. zich mee, dat twee menschen voor onbepaalden tyd uitsluitend op elkaar aangewezen waren om elkaar te vermaken en door het leven te gaan. En hoe zou het zyn daarvoor op Freddie aangewezen te zyn?" Nu, het zou, overwoog zy, op hetzelfde als dit neerko men. „Het loopt goed af," zei Freddie zonder op te kyken. „Hy redt zich er uit Hy had een bom by zich en dreig de haar in de kamer te slingeren en den boel optebli- zen, als de bandieten hem niet lieten vertrekken. En zoo leverde hij het 'm. Ik wist vooruit dat hy een ver rassing voor hen had." Net hetzelfde als dit... Aline haalde diep adem. Net hetzelfde als dit... voor eeuwig en eeuwig, tot aan haar dood. Zy boog zich voorover en keek hem aan. „Freddie," zei zy, „heb je my lief?" wiens naam „Gerrit Durf" reeds voldoende aanduidt, welk een krachtig initiatief er van dien man uitgaat Hy is een fonkelende diamant, 'n prismatische kleu ren stralende briljant aan den kroon van den Groot- Gortbuikenburger middenstand! Als vakman steeds van „zassen" klaar, wiens hoed nimmer staat op „half alf", paart hij aan de bekwaamheid zyn beroeps de gave van het woord en de elastische omgangsvormen van den geboren artist Hy kan in waarachtigheid van zich zelf getuigen: dat hy zwevende is tusschen middenstand en aristo cratie! De practische werkkracht van den middenstan der, nauw verbonden aan den adeldom van den aristo craat! Laat ik dan van harte hopen, dat het groote Gamit- feest van GrootG.B.B. onder zulk een beproefde leiding nog in lengte van jaren mag worden gevierd en de eer zame Middenstanders en winkeliers in deze zware da gen van deugdbeproeving niet worden verleid door het veelvuldige rondspringen op het lokkende dans- plankler met kortharige, kortrokkige, lichtzinnige en lichtkousige Gamit-nimphen tot blyvende onsoliditeit, amen. Nauwelyks zyn de laatste feestklanken van. het slag werk uit de Gamit-jazz verklonken, of het Hoogfestijn van 8 Octoberviering, ingeluid door hevige avond explosies, staat voor de deur! Dat is weer het Hoogty voor een andere categorie Groot-Gortbuiken- burger ourgers, de handhavers van 't lands Historie, Hoog behoed en bedekt met insignes van blinkend zilver en stedelyke kleuren van biet en meirapen, voor deze voorgangers der herdenking van het roemryke gebeuren in 1573, reeds in myn eerste Kroniek op passende wijze aangestipt. Dan zien we de hooge figuur van oud-kapitein Groen aangetreden, betredend het podium, tot het houden van zyn feestrede ter gelegenheid van de herdenkingsplech tigheden by het beeld der Victorie, 'n engel met uit gespreide vleugelen, helaas in sterke mate aangetast door de overblyfselen van een ondergane alastrim (voorheen kinderpokken). Waaruit ik moet concludee- ren, dat de ondergane inentingen geen uitwerking hebben gehad en vermoedelyk de ingebrachte pokstof niet voldoende virulent is geweest. By dit pokdalige en ons weinig zeggende gedenk- teeken wordt gefeestredeneerd, gezongen, en aan den arm van deez' engel hangt de feestredenaar... of des- zelfs kamerdienaar... een lauwerkrans op! Voorheen werd door een deel der niet welgezinde Groot-Gortbuikenburgers met deze plechtigheid zeer oneerbeidig den draak gestoken, doch gelukkig is na de plechtige verzoening, bestaande uit een hartelyke omhelzing van den Hoofdredacteur der Opperkaffer- steinsche Deugdbeschermer en de Gr.G.b.b.sche stede maagd, aangevuld door de traditioneele vredes-kus en een onder krokodillentranen gestameld „alles is vergeten en vergeven," de harmonie blyvend hersteld en de Gods vrede gesloten. Alles zingt nu in de grootste eendracht het Wilhelle- mus en het G.G.B.B.sche volky.ed: „Wie heeft van Groot-Gortbuikenburg niet gehoord", alsmede meerdere passende herdenkingsliederen, door vurige spanjolen haters gefabriceerd. Maar het is niet omdat ik den edelen kapitein Groen, sieraad van Korte Turfland's defensie, daar die eere plaats bij onze mottige en naar ik meen, ook schele vre desengel misgun, integendeel niemand kan beter de tolk zyn van het dankbaar feestvierend Groot-Gort- buikenburgerdom, maar het is toch met eenigen wee moed, dat ik terug denk aan den stoeren zeevaarder en timmerman, waardige navolger van den onverschrokken Groot-Gortbuikenburger houtbewerker uit het beleg, aan Frita Ringers, die gedurende tal van jaren de ziel van de 8ste October-beweging was in den moeilijk sten tyd van verdeeldheid en wiens geestdriftig en wel sprekend woord telken jaren werd voortgestuwd over de hoofden van de vele belangstellenden, die zich in het park der Victorie hadden opgesteld. En daarom verbaast het mij, dat geen enkele patriot van invloed er ooit over gedacht heeft, de nieuwe straat by de Groot-Gortbuikenburger Groote Kerk den naam te geven van den man die eenmaal gerekend kon wor den tot een der respectabelste en meest verdiensteiyke burgers van de Hoofdstad van Opperkafferstein! Na ellenlange en vervelende discussiën in Vroede- vaderen Raad en plaatselijke couranten, is de keus ten slotte gevallen op den naam: St. Laurensstraat, maar naar mijne meening was in dat stadshoekje de aan dacht al/ voldoende gevestigd op dezen Heilige-man en had men die straat kunnen doopen met den naam van een plaatsgenoot, die beter in de gemeente bekend was. De Heer zal my, hoop ik, genadiglyk bewaren voor de mindere eerbied die ik zou betoonen voor den verheven persoon van den Heiligen Lourentius, 'n geloofsheld met zóó groot Godsvertrouwen en zoo bovenmenschelyke zelfverloochening, dath y, toen men hem ter beproeving van zyn geloofskracht levend ging roosteren, koelbloe dig en uiterlijk onbewogen en ongevoelig voor de felle smart, kon uitroepen: keer me nu maar om en braad nu maar myn andere zij!ik geloof waarlijk niet, dat ik een zoo groote held zelfs op een afstand van 100 kilometers zou kunnen navolgen! Maar dat alles neemt niet weg. dat ik deze straat graag had zien noemen de Frits Ringersstraat, want ook Frits Ringers was een held voor zijn overtuiging en Geen antwoord. „Freddie, heb je me lief? Ben ik een deel van je? Als je my niet had, zou dat net eender voor je zijn als pro beerde je door het leven te gaan zonder adem te ha len?" De Hoogwelgeboren Freddie stak een hoogrood ge zicht in de hoogte, en zag haar met een verstrooiden blik aan. „Hé? Wat zeg je?" zei hy. „Of ik... of ik wat?" O, jawel. Zeg, een van de bandieten heeft een ratelslang door do valruit in de slaapkamer van Gridley Quayle laten zakken." Aline stond op en verliet zacht de kamer. De Hoog welgeboren Freddie ging voort met lezen en lette er niet op. n. Toen Ashe voorspeld had welke uitwerking de mede deeling dat zijn kostbare scarabee in vreemde handen overgegaan en verder dan ooit buiten zijn bereik was, op mijnheer Peters zou hebben, was hij niet ver bezydei. de waarhedi geweest. Een nadeel van het slagen in het leven is, dat mislukking, als zij krmt, van overdreven belang schynt. Het slagen had mynheer Peters, in ze kere trekken van zyn karakter, tot een bedorven kind gemaakt. In het oogenblik waarin Ashe met de tyding tot hem kwam, zou hij gaarne zyn halve vermogen af gestaan hebben om de scarabee terug te krygen. Het terugkrijgen daarvan was een punt van eer bij hem ge worden. Hy beschouwde het als de prijs in een worste ling tusschen zijn eigen wil en dien van zoodanige vij andige machten, die zich tegen hem gekeerd hadden, en poogden aan te toonen dat er een grens was aan hetgeen hy bereiken wilde. Hy had hetzelfde gevoel als vroeger, als de menschen in Wall Street achter hem plachten op te duiken en hem prima spoorwegaandee- len of puike fondsen probeerden af le snoepen. Hy was behept met dien vorm van eerzucht, die mannen tot multi-millionnair maakt. Niemand zou zoo dwaas zyn multi-millionnair te worden, als het niet was om hot vérlangen zich onweerstaanbaar te toonen. Het verlichtte zijn gemoed eenigszins, toen hy de uit geloofde belooning verdubbeld had, en Ashe begaf zich terug naar Joan, in de hoop dat deze nieuwe prikkel, Ir. huD beider vereenigde hersens, tot versche ingevingen zou ïerden. „Zyn er by u soms nieuwe denkbeelden opgekomen?" vroeg hy. „Ge kunt myn hersens beschouwen als af gestompt" een verloochenaar van zijn eigen lichaams-krankheld... Stond toch de laatste maal vóór zijn verscheiden, toen hy schynbaar nog vol kracht en jeugdig vuur den hel- denstryd zijner vaderen roemde, het lugubere scelet des Doods reeds niet achter hem op het podium? Waren zyn reuzekrachten alreeds niet grootendeels gesloopt door de vreeselijke kwaal, toen hij nog vol belangstelling en werkzaamheid was voor het openbare leven? Gewerd hem dan ook niet de zeldzame eer, dat de "Koningin by een bezoek aan de stad, haar rijtuig liet stil houden voor zyn woning, waar hy in doods- krankte ter neder lag, om hem een laatsten groet te brengen? Ik ben heelemaal geen vrind van al dat uiter lijk vertoon en 'n mensch is bij my een mensch, onge acht welk een rang hem mag zijn toebedeeld, maar toch mag ik aannemen dat dit eerbewijs den man, die leefde in liefde en in toewyding aan oranje, tot in het diepst van zyn ziel zal hebben geroerd en hem een troost zal zijn geweest in de laatste donkere dagen van zyn aarzelend toeven in dit aardsche tranendal. D. D. Jr. Uncle Sam krijgt concurrentie, Z'n gezin blijkt wel gezond, Hy bezit, naast staal en dollars, Ook een fikschen Statenbond. Heel de wijde wereld over Gaat zijn prima handelswaar, En drie vierde van het menschdom Is zyn prima schuldenaar! Hij zendt alles op bestelling, Wat het oud Europa eischt, Kauwgom, Fordjes en Gillettes, Werk'lijk schappelijk geprijsd! En zelfs by den grootcn oorlog, Z'n principes zijn zeer breed, Zond hij ons op afbetaling Troepen, voor 't gebruik gereed! 'n Statenbond blykt dus voordeelig Voor de schatkist van een land, Is dit niet iets voor Europa, Na den grooten wereldbrand?! Licht, dat w'ook een kansje krijgen, Dat ook hier wat welvaart kwam, Die we nu in huur-koop hebben Bij de gunst van „oome Sam"! Pa Briand zit zwaar te broeien Op een Statenbond-NV Naast de US A in 't Westen 'n Europeesche US E .(1). En ik geef hem kans van slagen, 't Menschdom is nog niet zoo kwaad, Mits men niet van oorlogsschulden Als elkanders lasten praat! O, we zyn van brave ideeën Inderdaad wel ruim voorzien, Was de Haagsche Conferentie Niet zeer broederlijk misschien? Waren er geen handelslieden Van het echte Snowden-ras, Snowden, die voor 't „Made in England" Snauwend nog een koopman was?! Leest 't verdrag eens van Versailles, Hoe dit d'oorlog liquideert, Hoe bescheiden elke natie Iets van d'oorlogsbuit begeert! 't Maakt, wat Duitschland nog moet dokken, Tot een aandeel-kapitaal, Kan men 't niet tot grondslag maken Van ons Staten-ideaal?! Evenwel er zijn bezwaartjes, Want wat is het eind van 't lied? US Adie houdt de dollars, U.S.E., die heeft ze niet!! 1) U. S. E. U nited S tates of E Europe. Vereenigde Staten van Europa. October 1929. KROES. (Nadruk verboden.) Joan schudde het hoofd. „Geef het niet op," drong zij aan. „Denk nog eens goed. Gan og eens goed na wat het voor ons beteekent, Samen hebben wy in één enkelen nacht twee duizend pond verloren, mijnheer Marson. Die weelde kan ik me niet veroorloven. Het is als had ik een legaat verloren, en ik weiger volstrekt het zonder verdere pogingen op te geven, en weer hertogen-en-graven-verhaaltjes voor „Huiselijke Gesprekken" te gaan schrijven." „Het vooruitzicht Gridley Quayle weer aan den gang te moeten zetten..." „O, ik vergat dat ge een schryver van detective-ver halen zyt. Ge behoordet in staat tet zyn dit geheim in een ommezien op te lossen. Vraag uzelf af wat Gridley Quayle in dit geval gedaan zou hebben." „Dat kan ik beantwoorden. Gridley Quayle zou op zy*i gemak deze of gene toevallige omstandigheid afgewacht hebben die hem er uit hielp." „Hield hy er geen methoden op na?" „Hij was een en al methode. Maar hij kwam er nooit verder mee zonder iets toevalligs. Maar wy kunnen pro- beeren zooiets uit te denken. Hoe laat waart gy in het museum?" „Te één uur." „En toen was de scarabee verdwenen. Wat zegt dat u?" „Niets, En wat zegt dat u?" „Ook niets. Laten wy nog eens probeeren. Wie de scarabee ook weggenomen heeft, moet op de een of andere wijze geweten hebben dat mynheer Peters er een belooning voor uitgeloofd had." „Waarom heeft hy zich dan niet tot mynheer Peters gewend, om de belooning op te eischen?" „Dat Is juist. Dat lijkt my een fout in de redeneering Nog eens dus. Wie haar ook weggenomen heeft, moet in oogenblikkelijken geldnood verkeeren." „En hoe kunnen wy uitvisschen wie in oogenblikke- lyken geldnood verkeert?" „Ja. Hoe?" Er heerschte een stilzwygen. „Ik zou zeggen dat mynheer Quayle een grooten steun voor zyn cliënten was, niet waar?" zei Joan. „Gevolgtrekkend redeneeren schijnt op 't oogenblik niet zoo vlot te gaan," zei Ashe. „Wij moeten het aan het toeval overlaten. Ik heb een gevoel alsof het komen zal." Hy zweeg. „Ik ben een boffer als het op het toe val aankomt." „Zoo?" Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 2