Schagir Courant
s.
L.
Van Alkmaar de Victorie!
Tweede Blad.
DE LANGENDIJKER
GRQEMTENVEILINGEN.
Mevrouw,
Pijn in rug
en lendenen
Klooster&alsem
Ingezonden Stukken.
Gemengd Nieuws.
Ds Fransche vliegers terecht.
Een kras bandistenstukje te Berlijn.
Onverantwoordelijke daad.
I
Dinsdag 8 October 1929
72ste Jaargang. No. 8541
Geen crisis in de glascultuur. Lage prijzen
voor wortelen en bieten. Weinig verande
ring in die der gele, witte en roode kooL
Lage prijzen voor uien. Idem voor aard
appelen. Bloemkool weinig verandering.
Geringe aanvoer van tomaten met lage
prijzen.
In een onzer vorige overzichten maakten we melding
van een artikel van dr, ir. I. Rietsema over een nade
rende crisis in de glascultuur. We maakten daar gewag
van, omdat we meenen goed te doen, de tuinbouwers in
dit uitgebreide tuinbouwdistrict van een gedegen oor
deel als dat van dr. R. op de hoogte te stellen, opdat
Zij er hun voordeel mee zouden kunnen doen. Om aan
den elsch van hoor en wederhoor ook in dezen te
voldoen, willen we er op wijzen, dat „De Tuinderij", het
Officieel Orgaan van den Bond van Veilingen ln Neder
land, met nadruk waarschuwt tegen dergelijke pessi
mistische uitvallen. Zij maken slap en onzeker en
brengen den tuinbouw in moeilijkheden, doordat men de
credietwaardigheid van het bedrijf ondermijnt. Daar
hebben we leergeld mee betaald, zegt „De Tuinderij".
Toen in 1923 de tuinbouw een moeilijk jaar doormaakte,
riep alles ach en wee en stond er in de pers: „een
stervende streek" en dergelijke onzin meer. Dat heeft
den tuinbouw een vol percent rente per jaar gekost.
Geld voor den tuinbouw was alleen nog maar te krij
gen tegen veel hooger rente dan waarvoor ieder ander
bedrijf het krijgen kon. Tal van Banken weigerden
zelfs, om aan den tuinbouw geld te verstrekken. Dat ls
zoo ongeveer het eenige, dat met artikelen als van den
heer Rietsema te bereiken is. Overigens is het, naar het
oordeel van genoemd Orgaan, onjuist, dat er voor de
producten onzer glascultuur straks geen plaats zal zijn
op de wereldmarkt. Ons product is een heel ander
product dan wat uit zuidelijke landen aan de markt
wordt gebracht en de concurrentie daartegen zal met
groot succes kunnen worden gevoerd, als wij aan de
kwaliteit van ons product meer aandacht gaan geven.
Daaruit moeten we voor de toekomst onze krachten put
ten. En dan zal het er wel eens om spannen en het
zal wel eens moeilijk zijn, om een cultuur loonend te
beoefenen, maar dan weet de tuinbouw zich een uit
weg te zoeken.
Dr. R. zal ongetwijfeld niet In gebreke blijven, zijn
etandpunt nader toe te lichten, doch het wil ons nu
reeds voorkomen, dat het antwoord van „De Tuinderij"
vrij eenzijdig is. Moge dr. R. een te donkeren kijk op
den toestand hebben gehad, het Orgaan van den Bond
van Veiligen in Nederland beziet de zaak wel wat te
Veel door een optimistischen bril. Dat, om een voor
beeld te noemen, de tuinbouw in 1928 een percent meer
voor zijn geld moest betalen en dat tal van Banken
aan den tuinbouw toen geen geld meer verstrekten,
ls althans voor een groot deel in strijd met de werke
lijkheid. De tuinbouw toch wordt tegenwoordig bijna
geheel gefinancierd door het coop. credietwezen, de
Boerenleenbanken met de Centrales. Het is onjuist, dat
de rente door die Banken één procent hooger werd
gesteld. Ongetwijfeld zal het wel eens zijn voorgekomen,
dat de locale Bank geen crediet verschafte, doch te
generaliseeren als De Tuinderij doet, loopt te veel in
de gaten, dan dat het den verstandigen lezer niet zou
opvallen, hoe hier overdreven wordt. Dat alle concur
rentie zou kunnen worden geweerd door slechts meer
aandacht aan de kwaliteit der producten te schenken, is
o.i. al mede niet v an overdrijving. Men vergete niet,
dat men dit ook andere landen doet, en dat deze
zelfs wel als voorc-eld aan Nederland zijn gesteld om
aan te toonen, hoe daar zelfs wettelijke voorschriften
zijn gegeven voor den uitvoer van verschillende tuin
bouwproducten. Wij meenen, dat men ook verkeerd kan
doen, door belanghebbenden gerust te stellen met een
voorstelling van zaken, als door „De Tuinderij" ge
geven.
De aanvoeren aan de veilingen beginnen weer te wij
zen op de naderende wintercampagne. Deensche witte
kool en roode kool behooren reeds tot de winterproduc-
ten. De geringe aanvoer van tomaten, de vermindering
van boonen-aanvoer wijzen in dezelfde richting. Nog een
paar weken en de tuinbouwers beginnen hun kool
binnen te halen, waarmee ze handen vol werk hebben.
Groote hoeveelheden zullen er komen uit de polders,
waarmee er een groote oppervlakte mee beplant is.
De tomatenprijzen lieten, bij geringe aanvoeren, veel
te wenschen over. Voor A-kwaliteit werd van f 910.10
betaald, voor C-f 4.907.70 en voor CC f 1.604.50.
Witkrop bracht van f 3.705.30 op.
Rammenas werd verkocht voor den bevredigdenden
prijs van 4.80.
Chineesche kool werd van de hand gedaan voor zeer
uiteenloopende prijzen, n.1. voor f 27.20. De aanvoer
bedoeg rond 11000 stuks. We vernamen, dat de teelt van
deze groente, die hier voor 't eerst verbouwd wordt,
niet is meegevallen.
Voor bieten bleef de animo nog steeds gering; prijzen
toch van f 1.101.80 per 100 K.G. zijn veel te laag, om
een bevredigende financieele uitkomst te verzekeren.
Ongeveer 6 spoorwagens werden in totaal aan beide
veilingen aangevoerd.
De aanvoer vanaardappels is, hoewel sterk dalende,
toch nog veel grooter dan verleden jaar omstreeks de
zen tijd. Toen een spoorwagen of 6, nu nog 32 spoor
wagens, waarvan alleen te Noordscharwoude 23. De
prijzen weken weinig af van die der laatste weken.
Voor Schotsche muizen werd van f 1.602.50 per 100
K.G. betaald, Eigenheimers f 1.90—3.70, blauwe f 1.80—
3.10, blauwe Eigenheimers f 2.303.70, Red Ster f 2.10,
Bravo's g 1.501.70, Schoolmeesters f 2.90, Duken f 3.70,
drielingen f 2.503.70. Beste winteraardappelen kan men
te kust en te keur voor f 3 a f 3.50 inslaan.
Boswortelen, welke alleen te Noordscharwoude aan
de veiling kwamen, werden voor f 4.204.80 verkocht.
Losse wortelen gingen voor veel te lage prijzen weg:
f 1.S02.80 voor %roote en f 1.501.80 voor kleinere.
Bloemkool ging de eerste dagen voor vrij goede prij
zen van de hand; kleinere brachten van f 1012 op,
grootere van f 17—25. In den loop der week daalden de
prijzen echter en konden Donderdag niet hooger komen
dan f 6.4015.70, Zaterdag echter was de noteering f 9
20.70. Voor tweede soort werden eiken dag lage prijzen
besteed n.J. van f 1.702.80, met kleine afwijkingen daar
beneden en erboven. In 't geheel beliep de aanvoer 89000
stuks, te Broek alleen 85000 stuks,
Laat nu ons Uw wasch doen.
Wij doen het beter tegen zeer bil
lijken prijs.
In den aanvang der week werden voor roode kool
hoogere prijzen besteed dan later. Zoo kon Maandag
van f 3.10—6.90 te Broek en f 2.80—1.10 te Noordschar
woude worden gemaakt Donderdag waren de noteerin
gen resp. f 2.605.10 en f 25.30. Zaterdag werd aan de
Broeker veiling f 3—5, aan die te Noordscharwoude f 1.90
—5, betaald. De aanvoer beliep in totaal 68 spoorwagens
waarvan 25 te Noordscharwoude.
Voor gele kool werden over 't geheel weinig afwij
kende prijzen besteed. De eerste dagen ging het intus-
schen beter dan later. Zoo kon Maandag aan de veiling
der L.G.C. nog f 4.606.20, aan die van den N.M.B. f 5.80
6, worden gemaakt, Zaterdag echter maar f 3.305.60
en f 2.505.70. De aanvoer beliep ia, totaal 30 spoorwa
gens.
De witte-koolprijzen weken weinig of met de tot nu
toe bestede. In de tweede helft der week zakten ze ech
ter nog. Maandag kan aan de veiling van den N.M.B.
nog f 2.302.40, aan die van de L.G.C. f 1.602.40 wor
den gemaakt. Vrijdag waren de prijzen resp. f 1.101.90
en f 1.60190. Deensche witte kool werd verkocht voor
prijzen, liggende tusschen f 2.203.50. In 't geheel wer
den 115 spoorwagens witte kool aangevoerd, waarvan
63 te Broek. Was de prijs der gele kool verleden jaar
In de overeenkomstige week iets lager, de witte was toen
dubbel zoo duur als nu.
Uien worden nog in beduidende hoeveelheden aange
voerd. Nog ruim 30 spoorwagens passeerden beide vei
lingen. Jammer dat de prijzen beneden het middelmatige
blijven: f 3.104.10 werd er n.1. besteed. Voor drielingen
waren de noteeringen van f 2.203.40 en voor nep van
f 4.405.40. Grove uien werden met f 4.305 betaald.
Boonen nemen in hoeveelheid en kwaliteit af. Voor
mooie eerste kwaliteit spercieboonen werd nog tot 25
cent per Kg. betaald, voor snijboonen tot f 36.80. Die
van mindere kwaliteit golden van f 1015. De aanvoer
beliep intusschen nog f 16000 Kg.
Een partijtje druiven bracht van f 0.60 tot f 0.69 per
Kg. cp.
Blijf daarmee toch niet loopen.
Akkers Kloosterbalsem zal Uw
pijn onmiddellijk tot bedaren
brengen, U snel behaaglijke ver-
lichtiag. kalmte en rust bezorgen.
„Geen goud
zoo goed"
Kolhorn, 6 Oct. 1929.
Geachte Redactie,
Vergun mij een klein plaatsje in Uw blad. Bij
voorbaat mijn dank.
De heer J. Kuiper Dz. a.s. 15 Octobex 70 jaar.
In Uw nummer van j.1. Zaterdag 5 October stond
een stukje over den heer J. Kuiper, dat hij 30 jaar
bestuurslid is geweest van de IJsclub en de afd. Kol
horn Bond v. Staatsp., waarvan het laatstgenoem
de geen waarheid is. De heer Kuiper is, zooals hij mij
al heeft verteld, 25 jaar lid van de afd. Kolhorn B.
v. S. geweest, waarvan hij een aantal jaren den
voorzittershamer hanteerde. Ik, die met hem al
eenige jaren in het bestuur heb samengewerkt,
hoowel wij het wel eens niet ééns konden worden,
heb toch aangenaam samengewerkt. Ik heb gezien
in hèm, het uithoudingsvermogen van strijd, steeds
te vechten om ons beginsel en doel te bereiken, waar
wij steeds, nog voor vechten, maar telkens vruchte
loos terneer worden geslagen, 't Was vóór mijn in
trede in 't bestuur dat de afdeeling zoo goed als dood
was, met een stervend ledental van pl.m. 100. De
heer Kuiper is aan het werk gegaan, een nieuw be
stuur bij elkaar te krijgen; de oude boeken van den
secr.-penningmeester, die niet in orde waren, zijn
vernietigd en het is den heer Kuiper gelukt een
nieuw bestuur te formeeren, hetwelk is bestaan ge
bleven tot heden ten dage met een ledental van
pl.m. 200. De laatste 2 jaren, dat de afdeeling een
autotochtje voor ouden van dagen van 65 jaar en
ouder heeft tot stand weten te brengen, heeft de
heer Kuiper ook weer een belangrijke rol in ge
speeld onr het voor elkaar te krijgen. Hoewel de
krachten van onzen ouden veteraan wel wat min
der worden, want er gaat voor hem naar vergade
ringen, uitvoeringen, enz. veel nachtrust verloren,
wat op ouderdom bezwaarlijk wordt, vinden wij nog
steeds in hem zijn strijdlust volharden. Ruim 30
jaar is Kuiper bestuurslid geweest van de IJsclub
alhier, waar hij veel verdienstelijk werk heeft ver
richt. Verder is Kuiper vanaf 1916 voorzitter ge
weest van de damclub. Van de vereeniging „Steunt
Elkander" alhier bestuurslid vanaf de oprichting,
hetzelfde in de Zickenhuisverpleging te Barsinger-
hern. In het vorig jaar opgerichte Burgernut „Ons
Genoegen" te Kolhorn heeft Kuiper ook een bestuurs
functie waargenomen. De heer Kuiper, thans rustend
watermolenaar, heeft 46 jaar in één van de drie strij
kers gewoond te Kolhorn. De Molenaarsbond, waar
hij ook in was georganiseerd, de molens zijn weg,
dus ook de Bond is weg. Vanaf 19141926 hanteerde
Kuiper in genoemden Bond den voorzittershamer.
Evenals wijlen Dr. Stresemann, wiens naam en daden
gehuldigd worden in alle bladen door Europa, hul
digen wij in leven den heer Kuiper voor zijn ver
dienstelijk werk in al de jaren aan de verschillende
vereonigingen toegedaan. Wij mogen hopen dat Kui
per nog jaren met ons mag samenwerken en wen
schen Kuiper en echtgenoote "een prettige 70ste ver
jaardag toe.
Nogmaals dankend voor de plaatsruimte.
Een Bestuurslid
van de Afd. Kolhorn B. v. S.
is een ellendige kwaal. En toch
gemakkelijk te genezen met
behulp van Foster's Maagpillen,
het ideale laxeermiddel.
f0.65 per flacon in alle apo
theken en drogistzaken.
COSTES EN BELLONTE IX MAXTSOERIJE
GELAND.
V.D. verneemt d.d. 5 October uit Tokio:
Het officieus telegraafagentschap „Toho" meldt, dat
de vermiste Fransche vliegmachine met de vliegers
Ccstes en Bclmonte Vrijdagmiddag op 11 K.M. van
Tsitsikar in Mandsjoerije geland zijn. Het vliegtuig vloog
over het Russisch-Chineescho front en maakte, daar
Chineesche vliegers dit eischten, een landing. De Chi-
neezen dachten met een Russisch vliegtuig te doen te
hehben en wilden het beschieten.
De vliegers zijn des avonds te Charbin aangekomen,
vaar zij door vertegenwoordigers van de Chineesche re
geering en den Franschen consul-generaal werden ont
vangen.
IN EEN VOLLE WINKEL DE KAS GESTOLEN.
Men meldt uit Berlijn:
In het Westen van Berlijn hebben twee jeugdige ban
dieten een brutaal misdrijf gepleegd. In de Schillslrasse
stalen zij eerst een auto, die daar voor een huis stond.
Hiermede reden zij naar de Berlinerstrasse te Charlot-
tenburg en stopten daar voor een slagerswinkel. Terwijl
één van hen op den uitkijk bleef staan, stapte de an
dere den winkel binnen. Zonder zich te bekommeren om
de 50 a 60 klanten die voor de toonbanken stonden,
stapte hij op de kassierster toe en gaf haar een vuistslag
in het gelaat. Uit de kas greep hij een bedrag van 400
Mark en ging er vandoor. Een slagersgezel die hem
trachtte tegen te houden sloeg hij neer. Hij sprong in
de auto en verdween. Een ingenieur die getuige van den
roof was geweest, sprong op de treeplank, en poogde
den bandieten te beletten verder te rijden. Zij sloegen
echter zoo lang op hem los, dat hij van ds auto viel.
In razendes nelheid reden zjj verder. Op de hoek van
de Wilmersdorfstrasse en de Berlinerstrasse reden zij
twee vrouwen uit Koenigsberg die met vacantie te Ber
lijn waren om. Van een hunner, een achttienjarig meisje,
werd het rechterbeen van het lichaam gerukt. De an
dere, een 37-jarige vrouw, kreeg een schedelbreuk. Zon
der zich om hun slachtoffers te bekommeren, reden zij
verder. Op den hoek van de Kirschstrasse werden zij"
ingehaald door eenige personen die hen in een taxi wa
ren nagereden. De bandieten stopten plotseling, spron
gen uit den auto en sloegen een zijstraat in. Ze werden
achtervolgd doch men slaagde er niet in ze in te halen
Tot gisterochtend heeft men geen spoor van hen ont
dekt
De twee dames zijn naar een ziekenhuis overgebracht
Hun toestand is hoogst ernstig. Voor de arrestatie van
de twee bandieten is een hooge belooning uitgeloofd.
BESCHONKEN CHAUFFEUR ACHTER HET
STUURRAD.
4 dooden, 3 ernstig gewonden.
Men meldde Zaterdagavond uit Berlijn:
Een noodlottig ongeluk heeft in den afgeloopen nacht
te Bennstedt bij Halle plaats gehad. In een herberg in
de dichtbij gelegen gemeente'Nietleben had gisteravond
een chauffeur, van een vrachtauto urenlang gedronken
met een aantal andere bezoekers. Toen het sluitingsuur
sloeg, stelde de chauffeur voor met de vrachtauto, dia
voor het lokaal stond, naar Bennstedt te rijden om daar
verdör te fuiven. Zeven personèn namen de uitnóodiging
aan. Met groote snelheid reed m^n nu naar Bennstedt.
Vlak aan den ingang van deze gemeente bevindt zich
een scherpe bocht. De chauffeur die beschonken was,
kon de auto niet in bedwang houden en reed tegen een
boom. Dé wagen sloeg om. Vier personen, n.1. twee ar
beiders en twee vrouwen werden op den straatweg of
tegen de boomen gesmakt en werden op slag gedood. De
drie andere personen, waaronder de chauffeur werden
zwaar gewond.
MIJN-ONGELUK IN POLEN.
Twee dooden.
Naar Wolff uit Kattowitz meldt is op de Giesche-
mijn een ernstig ongeluk gebeurd. Bij het afmaken
van een nieuwen vervoergang in een schacht is de
bovenwand ingestort, waardoor vijf arbeiders wer
den bedolven.
Na verscheidene uren slaagde men er eerst in de
mannen boven te brengfn. Drie hunner hadden
lichte kwetsuren opgeloopen, de twee anderen wa
ren reeds dood.
n.
,Ja," zegt ÏJsbrandt, „het prinsenvolk is hier en daar
wel eens onbesuisd te werk gegaan, maar de hoplieden,
die te Heilo en Egmond onder Jonker Kabeljauw bevel
voeren, staan als flinke mannen bekend; daar heb je
Ruichaver en Dirk Duyvel, die weten zich wel te doen
gelden. Ik hoop, dat de Burgemeesteren en Vroedschap
pen ze binnen zullen laten."
,,'t Zou", zegt Veerman, „den Prince ook vertoornen,
hij is er op gesteld, dat Alkmaar vrij blijft, en indien
we nu zijn benden weigeren, zullen we, indien het een
maal zoover ls, ook niet op verdere hulp of ontzet kun
nen rekenen. Doch 't zal in de stad misschien wel ver
anderen, als ze eerst maar eens een Spanjool zien.
ilaar om voor het huidige te zorgen; wat denkt ge
nu aan te vangen, jongeman? Hebt ge ln Alkmaar fa
milie of kennissen, of zijt ge maar op goed geluk her
waarts gegaan?"
„Eigenlijk familie heb in ln uw stad niet, hulsman,
maar toch een timmerman is ons eenigszins verwant,
ten minste vader sprak altijd van neef van der Meij.
Kent ge hem wellicht?"
„Of ik van der Meij ken, jongeman? Wie ln Alk
maar kent onze stadstimmerman niet. Trouwer kerel
zult gij s/naars vinden. Hij is even als Ik een ijverig
prinsgezinde, en dat talmen van de regeering begint hem
duchtig te vervelen, Wel zoo zijt gij van do familie
van van der Meij. Hoe is uw naam? Ik had u daarnaar
al willen vragen, maar de belangstellnig in uw lot en
uw treurig verhaal hebben mij die vraag steeds doen
terughouden."
„Ik heet Willem van Asperen; maar waarom mijn va
der altijd van neef van der Meij sprak, is mij nooit recht
duidelijk geworden."
„Kent ge van der Meij?" vroeg Arent.
„Ik heb hem eens bij ons te Haarlem gezien, doch
dat is al eenige jaren geleden; hij was toen nog in de
leer."
„Ja, juist," zegt Arent, „bij mijn vader is hij in de leer
geweest en volgens het zeggen van dezen, heeft hij nooit
beter gezel gehad."
„Nu van Asperen, waar ge zulke aanbevelingsbrieven
meebrengt, zal het u in Alkmaar niet aan raad en daad
ontbreken. Maar hoe denkt ge over uw; nachtkwartier?
Ik merk, dat het onweer afgezakt is en ÏJsbrandt en
Arent zullen zeker wel spoedig stadwaarts keeren. Mijn
vrouw, kinderen heb ik niet, is hedenmiddag naar de
stad gegaan, om Jan Arentsz, onze predikheer een be
zoek te brengen; de man sukkelt tegenwoordig ver
schrikkelijk. Ik stel u dus voor hier te blijven, maar dan
dien ik u alleen te laten, daar ik mijn vrouw zou afhalen
en met ons meegaan naar Alkmaar en van der Meij op
zoeken gaat slecht, want uwe plunje is in disperaten
toestand."
„Met uw verlof, Veerman als ik uw vrouw afhaalde
en naar hier geleidde. Wanneer ik dan van mijn kleeren
meenam, kondet gij hier blijven en van Asperen mor
gen zijn neef van der Meij opzoeken. ÏJsbrandt en ik
hebben nog wel een wambuis en een paar hozen over,
die voor onzen vriend dienstig zijn."
„Dat is geklonken Arent, ik blijf met onzen gast hier
en gij brengt mijn vrouw thuis. Maar dan ook niet
langer gemard."
Arent en ÏJsbrandt verlaten weldra de woning van
Veerman; de eerste met belofte zoo spoedig mogelijk
terug te keeren.
In een half uur is Veermans vrouw te huis gebracht;
Arent heeft de noodige kleedingstukken meegenomen
en stapt spoedig weder stadwaarts. ÏJsbrandt is dade
lijk naar de Ramen gegaan: zijn been verhinderde hem
om nogmaals de wandeling naar Nieuwpoort te maken.
Veerman vertelt zijn vrouw de wederwaardigheden van
den jongen van Asperen en weldra gaan de bewoners
van Nieuwpoort ruste zoeken in de armen van den slaap
Den volgenden morgen gaat Arent Dolling welgemoed
naar de Huigbrouwerssteeg. Hoewel hij gewoon is, den
Zondagavond ten huize van zijn patroon door te bren
gen, heeft hij door het ononthoud op Nieuwpoort geen
gelegenheid gehad om die oude gewoonte te volgen. Hij
stapt vroolijk het Fnidsen-eiland over, gaat langs de
Mient en de Kraanbuurt, en ziet reeds de overige knech
ten der brouwerij druk bezig. Hij verhaast zijn tred en
gaat in plaats van in de brouwerij, eerst de woning van
den patroon binnen. Adriana komt hem in den gang
tegen.
„Mijn liefste mijn," zegt Arent, „hoe gaat het; ?ijt ge
gisteren nog bezorgd over mij geweest?."
„Ik verwachtte u met smarte, Arent, vader was gis
terenavond zoo ongezellig, waarom de tijd mij lang ge
vallen is waar zijt ge toch gebleven: ik had gehoopt
nog een kleine wandeling met u te maken."
„Door het onweer mijn liefste, ben ik genoodzaakt bij
Veerman op Nieuwpoort te schuilen, en..."
„En daar zijt ge zeker wel weer druk over de Span
jolen aan den gang geweest; dat kan ik wel na gaan."
„Ja, Adriaan! we hebben weer over de troebelen ge
sproken,, daartoe vooral gebracht door de komst van
een Haarlemmer."
Arent verhaalt haar daarop de geschiedenis van den
vorigen avond, en het goede meisje is bewogen met het
lot der arme inwoners der Spaarnestad.
Daar komt Pieter Jacobs zelf aan.
„Ha, goed dat gij daar zijt, Arent, er is een groote be
stelling gekomen; ik had u gisteren avond al verwacht
om er met u over te spreken. Gij weet beter, hoe het
met de mout staat, dan ik. Ge hebt toch zeker niet in
de „Vier Staten" of in het „Gulden Vlies" gezeten?"
„Neen, patroon het onweer heeft mij doen schuilen
op Nieuwpoort, en daar ben ik langer opgehouden, dan
ik verwachtte. Er kwam een Haarlemmer burger bin
nenvluchten bij ÏJsbrandt Veerman."
„V/at zeg je een Haarlemmer vluchteling. Zijn de
burgers er toch toe overgegaan om de Spanjaarden bin
nen te laten, en zetten ze het nu op een loopen. Zie, dan
is het geen wonder dat de troepen van den hertog hier
en daar gaan plunderen, zooals gij 't altijd noemt, als
de burgers hun goed onbeheerd laten."
„Helaas ja," zegt Arent. „Haarlem moest zich wel
overgeven. Maar er is gemoord en gebrand op een ver
schrikkelijke wijze."
„Jttaar waarom ook niet dadelijk het volk van don
Frederick binnengelaten; indien we stil en rustig zijn
en ons scharen onder de hoede van den hertog Man Alva
zai ons weinig leed geschieden. Al die nuttelooze tegen
stand verbittert."
„Onder de hoede van duc d'Alv," zegt Arent glim
lachend, „dat is je laten trappen, je rechten en vrijhe
den ontnemen, dat is ons kneden als boter."
„Maar vader, 't is toch ongehoord om zoo de bevol
king te martelen. Ik zou ten minste niet gaarne zien,
dat de Spanjaarden hier kwamen, want na al 't geen
we gehoord hebben van Zutfen, Naarden en Haarlem,
dunkt me, kan men geen vertrouwen stellen in de
Spanjolen."
„En onze privilegiën dan," zegt Arent, „is de Koning
daaraan niet gebonden?"
„De Koning van Spanje, onze wettige heer en graaf,
staat boven de privilegiën, hij kan ze vernietigen."
„Dat meent ge niet in vollen ernst, patroon. Zou een
vorst willekeurig onze handvesten mogen schenden?
Filips heeft in 55 de privilegiën en handvesten bezwe
ren en een eed is bindend voor een vorst, zoov/el als
voor het volk."
„Juist maar het volk heeft trouw beloofd en schendt
die belofte."
„Nadat eerst de vorst zijn eed had geschonden. Maar
laat ons er maar over zwijgen. We worden 't op dat
punt niet eens. Ik verwacht de Spanjolen binnen kort
hier, en dan hoop ik, dat we als een man pal staan en
de poorten gesloten houden. Als lnj hier komt en ons
zoo lang insluit als de Haarlemmers, zal er van onze.
Amsterdamsche kermisreSs ook niet veel komen, Adri
ana!"
„Zie daar iets," zegt Pieter Jacobsz, „waar ik u lie
ver over hoor spreken. Al die ruzie en die drukte be
gint mij te vervelen. Treed met don Frederik of met zijn
vader in onderhandeling en zoek alles in der minne
schikken, dan gaat gij met Adriana en uw kennissen
prettig Amsterdamsche kermis houden. Bovenal, ik zeg
het u na, de poorten gesloten gehouden, maar voor de
benden van Kabeljauw."
„En die zou ik dadelijk in de stad willen laten. Naar
ik gehoord heb, hebben de hoplieden der prinslui weder
aan 't bestuur voorgesteld om binnen de stad gelaten te
worden ten einde met Burgemeesteren en Vroedschap
pen te onderhandelen?"
„O, dan zal Floris van Teylingen zijn mondje wel weer
roeren: die is er maar op gesteld om vreemd volk bin
nen de wallen te laten; ik zeg maar; 't is hetzelfde of
je van de kat of van de kater gebeten wordt."
„Kom," zegt Adriana, „schei nu maar uit: je beiden
loopt zoo uit een, dat er geen schikken en plooien aan is
Zie de knechten roepen u al."
„Ja, Arent, jongen aan 't werk: om geen honderd
krijgsknechten, 't zij dan Spanjaarden of prinslui, ver
geet ik mijn brouwerij."
Arent volgt zijn patroon, maar zegt nog onder 't heen
gaan tot Adriana: „Mijn spreuk zal voortaan zijn: denk
aan Haarlem!"
Terwijl we nu beiden, den prinsman en zijn patroon,
aan hun werk laten gaan, begeven wij ons naar het huls
van van der Meij. We loopen de Huigbrouwerssteeg uit,
slaan, als we op de Laat komen link6 om en staan wel
dra voor het huis van den timmerman, 't Is een een
voudige woning, maar alles is hecht en sterk. Van der
Meij is sedert drie jaren gehuwd en zijn vrouw, die we
op het oogenblik alieen te huis treffen, heeft reeds mq
flinken zoon aan haar man geschonken, en als we de
praatjes van een paar buurvrouwen moeten feioo-een,
dan is 't weer zoo. Nu een goede verstaand» heeft mmy
een half woord noodig.
y vVWordt vervolgd.