SchagerCourant
Raad Zijpe.
De Thee.
UIT HET DAGBOEK -
VAN EEN MELAATSCHE
Tweede Blad.
Woensdag 6 November 1929
72ste Jaargang. No. 8558
(Vervolg).
Begrooting Algemeen Weeshuls.
Bij de behandeling van de begrooting van het alge
meen weeshuis, dienst 1030, wijst de heer Doorn op den
post belastingen en assurantiën, welke post spr. fabel
achtig hoog vindt.
De secretaris licht toe dat vorig jaar was betaald
f 1198.36, onder den post is begrepen het bedrag, dat aan
polderlasten wordt betaald en wat nogal van beteekenis
ls.
De begrooting wordt goedgekeurd tot een bedrag van
t 8930.70%, met een post onvoorzien van f 2027.70%.
De begrooting. De jaarwedden van de
wethouders verhoogd.
Overgegaan wordt tot post gewijzigde behandeling van
de gemeentebegrooting.
De post jaarwedden wethouders staat uitgetrokken op
f 700. Voorgesteld wordt n.1. om Ged. Staten te verzoe
ken, de jaarwedden van de wethouders op f 350 voor
elk te bepalen en wel ingaande 24 Juli 1929, zijnde de
datum, waarop de wethouders aan de nieuwe gemeente
Zijpe in functie zün getreden.
De heer De Wit ziet de noodzakelijkheid van deze ver
hooging niet dadelijk in. Het vorig college deed het voor
f 100 minder en die waren toen zelfs nog van oordeel
dat het verminderd kon worden. De werkzaamheden
zullen nu wel niet zooveel uitgebreid zijn.
De Voorzitter vindt de verhooging zeer gemotiveerd.
Een der vorige wethouders nam zelfs f 175 maar spr.
oordeelt dat de jaarwedde wel f 350 behoort te wezen.
Het zijn niet alleen de vergaderingen van B. en W. maar
de functie brengt nog heel wat meer werk mee. Voor
een gemeente als de onze is een jaarwedde van f 350 te
motiveeren. Spr. wijst er op dat de jaarwedde zoodanig
behoort te zijn, dat ook een niet-kapitaalkrachtige de
functie kan vervullen, en dat het voorstel van hem ls
uitgegaan.
De heer Bruin kan niet goed de werkzaamheden be-
oordeelen, maar vermoedt niet dat de voorgestelde jaar
wedde overdreven is.
De heer de Wit verklaart na deze toelichtingen, met
het voorstel te kunnen meegaan. Het voorstel wordt zon
der hoofdelijke stemming aangenomen.
Een verhooging onder protest
De jaarwede van den gemeente-ontvanger is uitgetrok
ken op f 2250 en de heer Bellis merkt op, dat dit een
verhooging beteekent van f 750 en vraagt of dat zoo
maar zonder protest moet worden aanvaard.
De Voorzitter antwoordt, dat B. en W. gemeend heb
ben, zich te moeten houden aan de salarissen die ver
meld zijn in de circulaire van Ged. Staten.
De heer Van der Oord zegt, dat als de raad zich
maar stil boudt, Ged. Staten zullen denken, dat het
zoo erg gemakkelijk gaat
De Voorzitter zegt dat later wel zal blijken, hoe het
zal afloopen met de salarisregeling.
De secretaris merkt op, dat f 2250 nog niet het maxi
mum-salaris is, over 2 jaar wordt nog een periodieke
verhooging toegekend en wordt het salaris f 2400.
De heer Blom meent dat als de ontwerp-regellng
wordt goedgekeurd, het verhoogde salaris bij suppletolre
begrooting kan worden gevonden.
De heer Van der Sluijs merkt op, dat de raad reeds
met algemeene stemmen zich tegen de ontwerp-regellng
heeft uitgesproken.
De heer Blom wil dan ook de verhooging niet op de
begrooting plaatsen.
De heer Doorn wil ook niet direct toegeven, maar een
post van f 1700 f 1800 uittrekken ,dan begrijpen Ged.
Staten, dat we niet accoord gaan met hun ontwerp
regeling.
De heer Bruin herinnert eraan, dat de raad zich In
1923-1924 ook verzet heeft tegen de salarisregeling van
den burgemeester. Voor de secretarie heeft dat veel
stagnatie gegeven en het slot was, dat we toch moesten
toegeven.
De heer Bellis wil dan den post onder protest accep
teeren, want spr. vindt de verhooging ongemotiveerd.
De heer Van der Oord meent ook dat het een salaris
ls, dat nergens op rooit
De Voorzitter zegt toe dat Ged. Staten gemeld zal
worden dat de post onder protest is geaccepteerd.
Ingaande 24 Juli 1929 wordt het presentiegeld van de
raadsleden, wederom op f 4, zijnde het oude bedrag, be
paald.
Een verhooging van 100 pet.
Bij den post jaarwedden ambtenaren ter secretarie stel
len B. en W. voor om de jaarwedden van den 2en amb
tenaar ter secretarie te verhoogen met f 500 en te be
palen op f 1000.
De heer Dignum vindt het een aanmerkelijke verhoo
ging, van f 500 op f 1000.
Op verzoek van den Voorzitter licht de secretaris toe
dat een jaar of 10 geleden besloten werd een 2en amb
tenaar aan te stellen, in verband met de geleidelijke
toename der werkzaamheden. Het salaris werd bepaald
op f 400, kort daarop op f 500. Intusschen zijn de werk
zaamheden belangrijk toegenomen, het bevolkingscijfer
steeg niet alleen met 700, maar de werkzaamheden wer
den grooter door toename van de gemeentelijke bemoei
ingen. Van den 2en ambtenaar werd dus steeds meer ge
vraagd. Het voorgestelde salaris wijkt niet af van wat
aan dergelijke ambtenaren gegeven wordt, in andere
gemeenten van 5300 zielen. Gezien wat er gevergd wordt
van den 2en ambtenaar, ls f 1000 niet ongemotiveerd. De
betrokken ambtenaar heeft te lang op f 500 gestaan.
Met algemeene stemmen wordt het voorstel van B. en
W. aangenomen.
De extra bijdrage ad cent per inwoner, te verleenen
voor het geven van een geschenk aan de vereeniging
van Nederlandsche Gemeenten, wordt zonder bespre
king goedgevonden.
Algemeen wordt goedgevonden in te trekken het raads
besluit van 16 December 1925, tot toekenning van een
vergoeding van f 100 aan den gemeenteontvanger voor
beschikbaarstelling van een kantoor.
Hoe minder werk hoe beter.
B. en W. stellen voor om de jaarwedden van de veld
wachters met f 50 te verhoogen en te bepalen op
f 13501550, en zulks in verband met de toevoeging van
Petten aan onze gemeente.
De heer Bellis vindt deze verhooging wat laag, en
wijst op het aanstonds aanhangige voorstel om het sa
laris van de wijkverpleegster van Zuid-Zijpe met f 100
te verhoogen en ook met het oog op de verhooging van
salaris voor den ontvanger.
De heer Van der Sluijs merkt op dat de vermeerde
ring van werkzaamheden door de toevoeging van Pet
ten, voor de wijkverpleging één persoon betreft In beide
gevallen dus de verhooging f 100.
De heer Smit verklaart zich tegen eenlge verhooging.
Hun hoofdwerk bestaat uit bodewerk, waar ze nog
extra voor worden betaald. Als veldwachter hebben ze
niet veel te doen en dat is goed ook, want hoe drukker
ze het hebben, hoe beroerder het wordt voor de maat
schappij.
Met inbegrip kleeding en uitrusting, kosten ambts
woning en vrij pensioen, hebben de kerels ongeveer
f 2000, wat spr. voor het uiterst gemoedelijk baantje
van veldwachter in deze gemeente meer dan voldoende
oordeelt.
De heer Doorn wijst er op, dat de veldwachters een
zelfstandige positie moeten kunnen innemen en spr. zou
daar niet aan willen tornen. Een verhooging van f 100,
zooals de heer Bellis in overweging geeft, acht spr. niet
noodzakelijk.
Den Voorzitter doet het genoegen, dat de heer Doorn
er aldus over denkt. Spr. wijst er ook op, dat de veld
wachters goed onafhankelijk moeten zijn en niet moeten
behoeven uit te kijken of ze een fooi kunnen krijgen.
Als spr. ziet naar andere gemeenten, gelooft hij niet
dat het salaris te hoog is.
De heer Bruin kan zich goed vereenigen met het
voorstel van B. en W., en wijst op naburige gemeenten,
waar de veldwachters ongeveer f 2000 verdienen.
Het voorstel wordt aangenomen, tegen stemde al
leen de heer Smit
De post Bewaring van gearresteerden bedraagt f 500
en de heer Doorn informeert naar de oorzaak van dit
hooge bedrag. Voor het verbouwen van het cachot te
Oudesluis is f 400 uitgetrokken.
B. en W. stellen voor om aan de afdeellng „Oude
sluis" van de Ned. Veren, tot afschaffing van alcohol
houdende dranken tot wederopzegging toe een subsidie
te verleenen van f 10.
De heer Doorn zegt dat het een klein bedrag ls en
hij er zich dus niet tegen zol verzetten, maar als het
bedrag grooter was zou hij dat wel doen. Spr. ziet de
noodzakelijkheid niet in, van eenige actie door de afdee-
ling hoort hij niets en drankmisbruik komt hier weinig
of sporadisch voor.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van
B. en W. aangenomen.
De heer Blom informeert naar de instructie van
schoolarts. Voor het uitgetrokken bedrag f 100 zal wei
nig kunnen gebeuren.
De Secretaris zegt dat de Instructie gewijzigd zal wor
den en de heer Dignum merkt op dat er ook inderdaad
voor het bedrag niet veel gebeurt.
Doordat de wijk grooter is geworden, stellen B. en
W. voor de Jaarwedde van de wijkverpleegster voor
Zuid-Zijpe met f 100 te verhoogen en te bepalen op
f 2200. Algemeen goedgevonden.
De raad vereenigt zich ook met -het voorstel van B.
en W. om de jaarwedde van den gemeer.teopzichter met
f 50 te verhoogen en te bepalen op f 550. Ook al in ver
band met de toevoeging van Petten.
Voor belooning onderwijzers openbaar vervolgonder
wijs ls uitgetrokken f 1995 en de heer Doorn merkt op,
dat dit f 1400 meer is dan In 1928 betaald.
De Secretaris licht toe, dat in die rekening slechts
3/5 deel der kosten was verantwoord en teen 3 cursus
sen zijn gegeven. Nu hebben B. en W. met hun raming
rekening gehouden met het volle bedreg en de mogelijk
heid dat 6 cursusen worden gehouden.
Met een enkel woord wordt ook nu weer gewezen
op de onbillijkheid dat voor de bijzondere school te 't
Zand elk jaar moet worden betaald een vergoeding,
berekend naar 6.214 pet. van de in 1921 getaxeerde
waarde dier school, n.1. f 72000. Werd de rentevoet van
dit jaar in aanmerking genomen, dan zou dat de ge
meente 1% a 2 pet. van f 72000 schelen.
Alleen een wetswijziging kan hier wijziging in brengen.
Nadat een half uur was gepauzeerd, wordt voortge
gaan met de behandeling der gemeentebegrooting.
De bijdrage in de kosten van R.H.B.S. is geraamd
op f 2300 en uit de toelichting van den secretaris blijkt,
dat dit bedrag gebaseerd is om de kosten die vorig
jaar zijn betaald, n.1. 12 leerlingen die de R.H.B.S. te
Alkmaar bezoeken ad f 150.45 per leerling en 1 leerling
die de R.H.B.S. te Den Helder bezoekt ad f 307.37.
De heer Doorn vraagt of die laatste leerling dan niet
beter naar Alkmaar kan gaan. De gemeente kan voor-
deeliger wat in de reiskosten bijdragen.
B. en W. zullen dit nog eens onder de oogen zien, Den
Helder is voor dezen leerling beter gelegen.
Voor subsidie aan het Algemeen Armbestuur is f 26000
uitgetrokken en dit ls voor den heer Doorn aanleiding
tot de vraag of het door de toevoeging van Petten
komt dat dit bedrag met ongeveer f 6000 ls verhoogd.
De Secretaris deelt mede, dat door het Burgerlijk
Armbestuur van de voormalige gemeente Zijpe een be
grooting was ingediend, die een subsidie van f 26000
bevatte. B. enW. van de nieuwe gemeente hebben het
gewenscht geoordeeld, dat het B.A. een nieuwe begroo
ting opmaakte, waarin de wijk Petten volledig is ver
werkt In de volgende vergadering zal die begrooting
wel worden behandeld.
Een subsidie van f 26000 dachten B. en W. wel noodig.
Op de vraag van den heer Doorn deelt de Voorzitter
mede. dat B. en W. reeds een brief weg hebben om ver
laging van pacht voor de stortgronden te krijgen, In
verband met de afgravingen.
Tot wederopzegging toe wordt aan de afdeellng „Zijpe"
van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw een
subsidie van f 50 toegekend voor een te houden land
bouwtentoonstelling.
Op de vraag van den heer Dignum of B. en W# hun
aandacht al hebben geschonken aan een nieuwe rege
ling, waarbij de niet-aangeslotenen aan het electrisch
net niet behoeven mee te betalen aan de uitkeering aan
de provincie wegens bijdrage in de kosten van exploitatie
van het elctriclteitsbedrijf .antwoordt de Voorzitter,
dat getracht wordt een regeling te vinden en gehoopt
wordt, In de volgende vergadering met een voorstel te
komen.
De post onvoorziene uitgaven ls groot f 14500.27%,
maar daar zal aan rente en aflossing voor schoolbouw
Oudesluis en Idem Schagerbrug, met toegangsweg,
f 10.000 betaald moeten worden.
Goedgevonden wordt dat van het batig saldo van den
gewonen dienst van de rekening van de voormalige
gemeente Zijpe over het jaar 1928. groot f 29.320.39%,
een bedrag van f 10.000 zal worden overgeschreven op
den dienst 1929 en bovendien het geheele batig slot van
den gewonen dienst van de rekening der voormalige
gemeente Petten over het jaar 1928, op den dienst 1929
wordt overgeschreven.
Do oorzaak van de belastlngverhooging.
Bij den post belasting naar het inkomen f 84000 wordt
door den secretaris toegelicht, dat dit bij vorig jaar
een vermeerdering beteekent van ongeveer f 24000 In
de eerste plaats zijn daar de f 6000 voor overdracht
G.E.B. dan een hoogere subsidie van f 6000 aan het B. A.,
de schoolbouw zal ongeveer f 6600 meer vorderen dan
vorig jaar, het nadeelig slot van de gemeente Petten,
en als dan nog wordt bijgeteld de verhooging der sala
rissen dan komt men vrijwel tot een bedrag van f 24000
Bovendien staat nog op de begrooting f 1000 voor ver
voer schoolkinderen naar stad, wat vorig jaar het geval
niet was
De heer Van der Sluijs acht het goed dat deze toelich
ting wordt gegeven, opdat 'het anders den schijn zou
geven, dat de thans hier zittende raadsleden de verhoo
ging hadden veroorzaakt Het was echter reeds vastge
legd, waar we niets aan konden doen.
De begrooting wordt vervolgens vastgesteld, voor den
gewonen dienst tot een bedrag van f 199088.31, voor den
kapitaaldienst tot een bedrag van f 171244.68.
De ontevredenheid ln onze gemeente over
de vastrechtarieven.
De heer Van der Sluijs brengt ter sprake, de aan de
Ingezetenen toegezonden vastrechttarieven en merkt op
dat deze niet uitgaan van B. en W., maar van het
P.E.N. Het P.E.N. heeft daarbij een zekere basis geno
men, die spr. niet in alle opzichten kan bevredigen. Bij
de vaststelling der tarieven zou rekening worden ge
houden met de afname van 1928 verhoogd met 20 pet
en het gaat nu om de verdeeling van die 20 pet, die niet
ln alle opzichten Juist wordt geacht. Zij die in 1928 af
namen 050 K.W.U., dat is 717 personen, werden met
50 pet verhoogd, van 50100 K.W.U. 274 personen, met
35 pet verhoogd; van 100150 K.W.U., 93 personen met
30 pet. verhoogd, van 150—200 K.W.U., 41 personen, met
stapte voort alsof ze, in plaats naar een kolonie van
melaatschen. naar een badplaats ging. Ze leek me geen
besef te hebben van wat haar wachtte. Ze had een
glimlach voor ledereen en promeneerde langs de paden,
terwijl de directeur en de verpleegster haar naar het
huisje, vlak naast dat der Engelsche geleidden alsor
ze wandelde over de Pier van Scheveningen of over de
Promenade des Anglais. Ze droeg dat zag ik toen
lakschoentjes met hooge hakken.
Hoe was dat mogelijk, vroeg ik me zelf af. toen ik het
meisje zag, dat langzaam haar kamer naderde. Had men
haar niets gezegd van de gevolgen, van de verschrik
kingen van de melaatschheid, geloofde ze. dat het hier
slechts een tijdelijke ongesteldheid betrof, dat ze zou
genezen en dat aan haar verblijf in de kolonie spoedig
een einde zou komen? Haar kleedij wees ep op, dat
ze niets besefte van het leed, dat haar wachtte. Hoe
zou zij anders bcgecrcn zoo gekleed te gaan als ze nu
deed? Wie oprecht berouw draagt in het hart, toont het
ook in het kleed, dat wordt gedragen. Zou ze vroolijke
kleuren kunnen dragen als zij werkelijk wist wat haar
wachtte? Had men haar bedrogen? Haar de toekomst
verzwegen? Had men haar met opzet opgedirkt cm
haar niet den indruk ts geven, dat ze voor goed het
ontzettende lijden tegemoet ging? Ze leek mij een on
schuldige, naar het schavot geleid, zonder te weien
wat haar wachtte.
Tusschcn den directeur en het verpleegstertje gaan
de bleef ze plotseling staan. De andere verpleegde:',
waren uitgeloopen, ook het Engelsche meisje, om de
nieuw-aangekomene te zien.
Ze bleef staan en keek den directeur, vervolgens het
verpleegstertje aan.
Waar brer.gt U mij, vroeg ze.
De directeur wist niet dadelijk een antwoord te geven.
I-IiJ voelde zich verlegen tegenover dil kind, dat geen
begrip had van haar toestand.
Ze keek om zich heen en zag de lijders. De kreupelen
en de mlsmaakten, do vrouwen wier gelaat reeds ge
deeltelijk was verteerd, de mannen en vrouwen met mis
vormde ooren, met star-ocgen, waarin reeds het leven
scheen verdwenen. Voor dat meisje moest dat alles wel
•en ontzettende dreom zijn. V/at deden die wetens in
dien moe Urn batn. wjtar het klateren van de fontein
werd geheeri? Waren dit menschen of schimmen?
Waren ze hier voor altijd of zouden ze plotseling weer
25 pet verhoogd, en zij die ln 1928 boven 200 K.W.U. ge
bruikten, met een willekeurige verhooging. waarbij en
kelen werden verhoogd, en enkelen verlaagd. Door deze
regeling is nu veroorzaakt, dat de menschen die vroeger
slechte klanten van het G. E.B. waren, doordat ze wei
nig stroom betrokken, minder dan hun draagkracht toe
liet; ondanks die verhooging van 50 pet. spoedig aan de
stroomafname van 5 cent per K.W.U. toezijn. terwijl
menschen, die altijd flink stroom afnamen bijna of in
het geheel niet aan den stroom van 5 cent toekomen.
Maar B. en W. zijn niet aan deze regeling schuldig, en
toen zij er op hebben gewezen, is hun medegedeeld, dat
tegen do regeling reclame openstond.
De heer Dignum onderstreept geheel de woorden van
den heer Van der Sluijs en zou willen dat B. en W.
er op aandrongen bij het P.E.N. om de tarieven billijker
te maken. Bij ds overname is door den heer Zondervan
gezegd, dat we allen als normale gebruikers zouden wor
den beschouwd, maar spr. ziet dat niet in deze regeling
tot uitdrukking komen.
De heer Vander Sluijs zegt dat wel is gezegd dat nie
mand meer dan 30 cent per K.W.U. aan stroomprijs zou
moeten betalen, maar bij deze regeling komt de één
veel gemakkelijker aan den goedkoopen stroom toe, dan
de ander.
De heer Van der Oord zegt, dat Juist de groote ge
bruikers nu 't meest voor den stroom moeten betalen.
Nadat de Voorzitter zijn tevredenheid heeft uitgespro
ken over het mooie verloop der vergadering, volgt slui
ting.
Nederland een der eerste staten van Europa,
waar dit Chineesche voortbrengsel het
eerst bekend werd. In dien tyd kostte
de thee f 80 tot f 36 per pond.
Het vaderland van de thseplamt Is China of Jhpan,
mlschien wel beide. De thee is bü de inboorlingen sinds
onheugelijke tijden in gebruik. In China is een bepaalde
streek, waar de plant geteeld wordt, en deze streek
wordt door de Chineezen het theeland genoemd. In het
begin der 17de eeuw, toen de Oost-Indische Compagnie
haar handel over geheel het Oosten uitbreidde, werd da
theeplant voor het eerst ln Europa Ingevoerd. De Com
pagnie ging toen ook handel ln thee drijven. De thee
handel met China leverde echter niet genoeg winsten
op en daarom besloot men om ook op Java theeplantages
aan te leggen. Aanvankelijk mislukten deze proeven
echter; eerst in 1826 werden eenlge goede resultaten
verkregen. De Regeering had nlt China en Japan Uien
zaden laten komen en deze te Buitenzorg geplant. De
planten ontwikkelden zich goed, maar daar men niet
wist, hoe de planten verzorgd moesten worden, kwria
men niet veel verder. Men rond toen een zoogeuaamden
theeproever naar China, die aldaar met levensgevaar
het kweeken van de thee bestudeerde. Hij slaagde erin
zich het geheim van de theecultuur eigen te maken en
nam eenige Chineezen, die hiervan goed op de hoogte
waren, mede naar Java. Van dien tQd af worden er ook
op Java groote hoeveelheden thee gekweekt. Uit China
werd de theeplant overgebracht naar Indië, Brazilië,
het eiland Mauritius, Noord-Amerika en naar de hoog»
dalen van den Himalaya. Ons land was een der eerste
staten van Europa, waar dit Chineesche voortbrengsel
het eerste bekend werd. In 1660 was de thee in Engeland
ook reeds algemeen bekend, zooals blijkt uit een parte-
ments-acte van dat jaar, waarbij een belasting van on
geveer 90 cent werd geheven van elke kan thee, welke
ln de koffiehuizen werd verkocht. De thee kostte toen
tertijd ln Engeland f 30.tot f 36.per pond, en een
geschenk van twee pond en drie ons thee aan den ko
ning werd als zeer kostbaar beschouwd. Toen de thea
ln Nederland, Engeland en Frankrijk steeds meer ge
bruikt w'erd, wilde men de theeplant ook naar Europa
overbrengen en aankweeken. Dit ging echter niet zoo
gemakkelijk. De Chineezen zagen dergelijke pogingen
met leede oogen aan, want als de theeboom in Europa
gelukte, dan zou hun handel natuurlijk een groot «•er-
lies lijden. Ook was het zeer moeilijk om op de lange
zeereis da planten levend te houden, daar zij groote
temperatuurswisselingen moesten ondergaan. Toen het
bleek, dat het onmogelijk was een theeplant levend over
te brengen, probeerde men het met de zaden; doch ock
deze pogingen mislukten. Twintig jaar lang beproefde
Linné een levende theeplant ln Europa te krijgen: her
haalde malen liet hij planten en zaden uit China mede
brengen, maar steeds waren zij dood als zij In Europa
aankwamen. Toen verzocht hij Prof. Gmelin, dat hij
hem door een moscovitisehe karavaan theezaad zou laten
meebrengen, doch dit werd door de waakzaamheid van
de Chineezen verijdeld. Soms, als men er zich over ver
heugde eindelijk eens een levende theeheester in Europa
te bezitten, zag men, als de plant begon te bloeien, dat
men bedrogen was, cn dat het slechts een soort kamillen
waren, welke men van de Chineezen had ontvangen. Pe,
Zweedsche scheepskapitein Carl Oustav Eckberg bracht
op verzoek van Unnó theezaden mee. welke hij kort na
zijn vertrek in een pot met aarde deed, zoodat zij voor
de aankomst te Gothenburg ontkiemden. Op 8 Oetober
1754 kwam zoodoende het eerste levende theeplantje
in den plantentuin van Ufcsala. Toen beweerden de
Franschcn, dat zij reeds vroeger de eerste bloelende
verdwijnen?
Wat zijn dat voor menschen?" vroeg ze den directeur?
„Lief kind." zeide de directeur, zoekende naar woor
den om niet dadelijk de waarheid te zeggen, „dat zijn
lijders, die heel lar.g hier zijn, die hier zön gekomen
toen hun kwaal al te ver had voortgewoekerd."
„Waar lijden zo dan aan?"
..Je moet niet schrikken, want bij jou Is het zoo erg
niet, ze lijden aan melaatschheid."
„Melaatschheid?" Het klonk als een gil van ontzetting.
Ze werd bleek en wankelde en toen zag ze weer om
zich heen, vergeleek, blijkbaar, de sombere kleedij der
anderen met de hare. Plotseling gilde ze als een beze
tene. Ze trok zich de kleurige kleeren van het lichaam,
schopte naar alle kanten als wilde ze de lakschoentjes
uitgooien. Ze sloeg wild om zich heen. Directeur en ver
pleegster hadden moeite haar te bedwingen.
Het meisje was krankzinnig geworden.
Is het wreed te hopen, dat ze krankzinnig zal blij
ven. nu haar toch het lijden der melaatschheid wacht?
Is het onmenschelijk te vragen, dat haar verstand blijft
beneveld, omdat ze niet bewust worde, van het lijden,
dat ze niet gewaar worde hoe de melaatschheid lang
zaam maar zeker bezit neemt van haar lichaam, niet
veelt hoe het langzaam wordt verteerd?
Ik achryf dat neer, diep onder den indruk van wat Ik
vanmiddag heb gezien in het lokaal, waar de lijders ko
men om verbonden te worden. Neen. Ik jaag de beelden
weg. die mij nu nog met ontzetting vervullen. Ik ver
ban uit mijn herinnering alles wat ik daar aanschouwde.
Ik tracht zo te verbannen, doch het ontzettende, het
verschrikkelijke, hecht zich weer aan mijn gedachten
vast.
Neen. nu wil ik niet mijn Indrukken neerschrijven.
Waarom ook? Heb ik zelfpijniging noodig? Moet ik
voor mezelf neerschrijven wat me wacht? Ik weet wel,
dat alleen de dood mij kan onttrekken aan den weg van
lijden, welke iedere lijder aan mclaalschheid moet af
leggen, als hij niet het geluk heeft, dat de dood of da
waanzin zich over hem ontfermen. Waarom alles neer
te schrijven ln een boek. dat toch alleen voor mij is be
stemd. dat toch wel nimmer onder de oogen van ande
ren zal komen.
De larmpen In onze vertrekken worden ontstoken. De
nacht maakt een einde aan een dag van lijden. Een
van de vele ln die groote lange reeks.
Wordt vervolgd.
FEUILLETON
door
J. SCHAAP.
(Nadruk verbodeji).
12.
De oude inlandsche melaatschen, die lk zag, vanmor
gen, toen het verpleegstertje me rondleidde, zooals Vir-
gilius het Dante deed, hebben misschien nog alleen be
grip van honger en dorst Zij zijn niet gek, niet waan
zinnig, maar hun levensfuncties zijn afgestompt, en
niets is meer een prikkel om ze weer op te wekken.
Onder de inlandsche krankzinnigen is een Atjeher,
een groote, stoere kerel. Hij is hierheen gebracht, om
dat in de melaatschenkolonie in Atjeh geen huls met
hem was te houden. Hij moet vroeger een vechtersbaas
zijn geweest, die het voor de vrijheid van zijn land had
opgenomen. Hij had tegen de „kompenie" gevochten in
een „guerilla" en aan de soldaten, de verdedigers van
het Nederlandsche gezag, heel wat nadeel toegebracht.
In dien strijd van plotselinge overvallen, van het eens
klaps te voorschijn treden uit 't donkere woud, hadden
zijn vrouw cn zijn zoon naast hem gestreden. En zijn
vrouw en zijn jongen, fanatiek als man en vader waren
bij een aanval, toen in het wilde weg werd geschoten,
door de soldaten doodelijk getroffen. Toen had het ben-
dehoofd, waartoe hij behoorde de rentjong (gebogen
dolkmes der Atjehers) er bij neergelegd en zich onder
worpen. Hij had met nog een paar volgelingen den
strijd volgehouden, uit haat en om zich te wreken op de
soldaten. Toen was hij krankzinnig geworden en me-
laatsch. Soms, in zijn afzondering, meent hij weer aan
den strijd deel te nemen, gelooft hij, dat hij zich aan
den dood heeft gewijd, dan danst hij en zwaait met de
armen, alsof hij de wapens hanteert. Hij is nu wat rus
tiger dan vroeger, omdat hij oud Is en omdat de me
laatschheid meer en meer bezit neemt van zijn li
chaam. Doch nu cn dan komt de oude woede weer bo
ven, raast en tiert hij. Een oude vulcaan, die rustig
droomt in het Javaansche landschap, doch plotseling
nog leven toont en tot uitbarsting komt. Hij heeft één
geluk. Hij weet niet, hij is zich niet bewust dat hij is
opgesloten ln een hok. waarvoor tralies. Opgesloten als
een dier, omdat hij altijd gevaarlijk is voor zijn omge
ving. De man deed me denken aan de moeder, de krank
zinnige moeder van Esmeralda in „Notre Dame Paris"
die in haar hok, tegen de kerk, voor iedereen zichtbaar
was.
Zijn eten wordt hem aangegeven overdag althans
door de tralies van de ruimte, waarin hij Is opgesloten.
Het kan niet anders. Men moet ook bedacht zijn op de
veiligheid van het verplegend personeel en het is al een3
gebeurd, dat hij in een vlaag van woede een ander in
de wang heeft gebeten. De wonde was dadelijk uitge
brand en met sublimaat behandeld en nadeclige gevol
gen scheen het geval niet to hebben gehad.
Ik heb een ry van dergelijke hokken gezien, de hok
ken van krankzinnige melaatschen, die kwaadaardig en
daarom gevaarlijk zijn. Hier zijn we genaderd tot het
dierlijke, tot de verwording van den mensch.
En terwijl ik dit schrijf, vraag ik me zelf af, wat mijn
lot zal zijn. Of ik ook krankzinnig zal worden als die
menschen en of Ik ook zal worden opgesloten, omdat ik
gevaarlijk ben voor anderen. Het i3 voor een melaat-
sche, die ln de omgeving van melaatschen woont, die
ze dagelijks ziet en met hem hetzelfde leven leidt, niet
goed aan de toekomst te denken. Doch hij wordt ge
dwongen er aan te denken, hy ziet voortdurend de
3tadia van zijn volgend leven. Veel verschil is er niet
in het lot, dat een melaatsche wacht.
Toen ik aan den arm van het blonde verpleegstertje
over de brug naar de afdeeling Europeesche lijde:s
terugkeerde, kwam ons de egoïst tegemoet. Hij groette
mijn geleidster en lachte smadelijk, alsof hy begreep wat
me nu beroerde nu ik den druk van den arm van het
lieve meisje voel.
Ik had hem wel neer kunnen slaan.
21 Juli 19...
Vanmorgen is een jong meisje in de kolonie aange
komen. Een nieuw, in de helaas onafgebroken rij van
melaatschen. Ze ls nog Jong on z« keef*, «en Hef ge
laat. dat nergens een plek vertelt, dat ep melaatsch
heid wijst. Niet zonder verbazing zagen a41j haar aan
komst. Ze was modieus gekleed in lichte kleuren en