SchagerCourant Raad Zijpe. De Thee. UIT HET DAGBOEK - VAN EEN MELAATSCHE Tweede Blad. Woensdag 6 November 1929 72ste Jaargang. No. 8558 (Vervolg). Begrooting Algemeen Weeshuls. Bij de behandeling van de begrooting van het alge meen weeshuis, dienst 1030, wijst de heer Doorn op den post belastingen en assurantiën, welke post spr. fabel achtig hoog vindt. De secretaris licht toe dat vorig jaar was betaald f 1198.36, onder den post is begrepen het bedrag, dat aan polderlasten wordt betaald en wat nogal van beteekenis ls. De begrooting wordt goedgekeurd tot een bedrag van t 8930.70%, met een post onvoorzien van f 2027.70%. De begrooting. De jaarwedden van de wethouders verhoogd. Overgegaan wordt tot post gewijzigde behandeling van de gemeentebegrooting. De post jaarwedden wethouders staat uitgetrokken op f 700. Voorgesteld wordt n.1. om Ged. Staten te verzoe ken, de jaarwedden van de wethouders op f 350 voor elk te bepalen en wel ingaande 24 Juli 1929, zijnde de datum, waarop de wethouders aan de nieuwe gemeente Zijpe in functie zün getreden. De heer De Wit ziet de noodzakelijkheid van deze ver hooging niet dadelijk in. Het vorig college deed het voor f 100 minder en die waren toen zelfs nog van oordeel dat het verminderd kon worden. De werkzaamheden zullen nu wel niet zooveel uitgebreid zijn. De Voorzitter vindt de verhooging zeer gemotiveerd. Een der vorige wethouders nam zelfs f 175 maar spr. oordeelt dat de jaarwedde wel f 350 behoort te wezen. Het zijn niet alleen de vergaderingen van B. en W. maar de functie brengt nog heel wat meer werk mee. Voor een gemeente als de onze is een jaarwedde van f 350 te motiveeren. Spr. wijst er op dat de jaarwedde zoodanig behoort te zijn, dat ook een niet-kapitaalkrachtige de functie kan vervullen, en dat het voorstel van hem ls uitgegaan. De heer Bruin kan niet goed de werkzaamheden be- oordeelen, maar vermoedt niet dat de voorgestelde jaar wedde overdreven is. De heer de Wit verklaart na deze toelichtingen, met het voorstel te kunnen meegaan. Het voorstel wordt zon der hoofdelijke stemming aangenomen. Een verhooging onder protest De jaarwede van den gemeente-ontvanger is uitgetrok ken op f 2250 en de heer Bellis merkt op, dat dit een verhooging beteekent van f 750 en vraagt of dat zoo maar zonder protest moet worden aanvaard. De Voorzitter antwoordt, dat B. en W. gemeend heb ben, zich te moeten houden aan de salarissen die ver meld zijn in de circulaire van Ged. Staten. De heer Van der Oord zegt, dat als de raad zich maar stil boudt, Ged. Staten zullen denken, dat het zoo erg gemakkelijk gaat De Voorzitter zegt dat later wel zal blijken, hoe het zal afloopen met de salarisregeling. De secretaris merkt op, dat f 2250 nog niet het maxi mum-salaris is, over 2 jaar wordt nog een periodieke verhooging toegekend en wordt het salaris f 2400. De heer Blom meent dat als de ontwerp-regellng wordt goedgekeurd, het verhoogde salaris bij suppletolre begrooting kan worden gevonden. De heer Van der Sluijs merkt op, dat de raad reeds met algemeene stemmen zich tegen de ontwerp-regellng heeft uitgesproken. De heer Blom wil dan ook de verhooging niet op de begrooting plaatsen. De heer Doorn wil ook niet direct toegeven, maar een post van f 1700 f 1800 uittrekken ,dan begrijpen Ged. Staten, dat we niet accoord gaan met hun ontwerp regeling. De heer Bruin herinnert eraan, dat de raad zich In 1923-1924 ook verzet heeft tegen de salarisregeling van den burgemeester. Voor de secretarie heeft dat veel stagnatie gegeven en het slot was, dat we toch moesten toegeven. De heer Bellis wil dan den post onder protest accep teeren, want spr. vindt de verhooging ongemotiveerd. De heer Van der Oord meent ook dat het een salaris ls, dat nergens op rooit De Voorzitter zegt toe dat Ged. Staten gemeld zal worden dat de post onder protest is geaccepteerd. Ingaande 24 Juli 1929 wordt het presentiegeld van de raadsleden, wederom op f 4, zijnde het oude bedrag, be paald. Een verhooging van 100 pet. Bij den post jaarwedden ambtenaren ter secretarie stel len B. en W. voor om de jaarwedden van den 2en amb tenaar ter secretarie te verhoogen met f 500 en te be palen op f 1000. De heer Dignum vindt het een aanmerkelijke verhoo ging, van f 500 op f 1000. Op verzoek van den Voorzitter licht de secretaris toe dat een jaar of 10 geleden besloten werd een 2en amb tenaar aan te stellen, in verband met de geleidelijke toename der werkzaamheden. Het salaris werd bepaald op f 400, kort daarop op f 500. Intusschen zijn de werk zaamheden belangrijk toegenomen, het bevolkingscijfer steeg niet alleen met 700, maar de werkzaamheden wer den grooter door toename van de gemeentelijke bemoei ingen. Van den 2en ambtenaar werd dus steeds meer ge vraagd. Het voorgestelde salaris wijkt niet af van wat aan dergelijke ambtenaren gegeven wordt, in andere gemeenten van 5300 zielen. Gezien wat er gevergd wordt van den 2en ambtenaar, ls f 1000 niet ongemotiveerd. De betrokken ambtenaar heeft te lang op f 500 gestaan. Met algemeene stemmen wordt het voorstel van B. en W. aangenomen. De extra bijdrage ad cent per inwoner, te verleenen voor het geven van een geschenk aan de vereeniging van Nederlandsche Gemeenten, wordt zonder bespre king goedgevonden. Algemeen wordt goedgevonden in te trekken het raads besluit van 16 December 1925, tot toekenning van een vergoeding van f 100 aan den gemeenteontvanger voor beschikbaarstelling van een kantoor. Hoe minder werk hoe beter. B. en W. stellen voor om de jaarwedden van de veld wachters met f 50 te verhoogen en te bepalen op f 13501550, en zulks in verband met de toevoeging van Petten aan onze gemeente. De heer Bellis vindt deze verhooging wat laag, en wijst op het aanstonds aanhangige voorstel om het sa laris van de wijkverpleegster van Zuid-Zijpe met f 100 te verhoogen en ook met het oog op de verhooging van salaris voor den ontvanger. De heer Van der Sluijs merkt op dat de vermeerde ring van werkzaamheden door de toevoeging van Pet ten, voor de wijkverpleging één persoon betreft In beide gevallen dus de verhooging f 100. De heer Smit verklaart zich tegen eenlge verhooging. Hun hoofdwerk bestaat uit bodewerk, waar ze nog extra voor worden betaald. Als veldwachter hebben ze niet veel te doen en dat is goed ook, want hoe drukker ze het hebben, hoe beroerder het wordt voor de maat schappij. Met inbegrip kleeding en uitrusting, kosten ambts woning en vrij pensioen, hebben de kerels ongeveer f 2000, wat spr. voor het uiterst gemoedelijk baantje van veldwachter in deze gemeente meer dan voldoende oordeelt. De heer Doorn wijst er op, dat de veldwachters een zelfstandige positie moeten kunnen innemen en spr. zou daar niet aan willen tornen. Een verhooging van f 100, zooals de heer Bellis in overweging geeft, acht spr. niet noodzakelijk. Den Voorzitter doet het genoegen, dat de heer Doorn er aldus over denkt. Spr. wijst er ook op, dat de veld wachters goed onafhankelijk moeten zijn en niet moeten behoeven uit te kijken of ze een fooi kunnen krijgen. Als spr. ziet naar andere gemeenten, gelooft hij niet dat het salaris te hoog is. De heer Bruin kan zich goed vereenigen met het voorstel van B. en W., en wijst op naburige gemeenten, waar de veldwachters ongeveer f 2000 verdienen. Het voorstel wordt aangenomen, tegen stemde al leen de heer Smit De post Bewaring van gearresteerden bedraagt f 500 en de heer Doorn informeert naar de oorzaak van dit hooge bedrag. Voor het verbouwen van het cachot te Oudesluis is f 400 uitgetrokken. B. en W. stellen voor om aan de afdeellng „Oude sluis" van de Ned. Veren, tot afschaffing van alcohol houdende dranken tot wederopzegging toe een subsidie te verleenen van f 10. De heer Doorn zegt dat het een klein bedrag ls en hij er zich dus niet tegen zol verzetten, maar als het bedrag grooter was zou hij dat wel doen. Spr. ziet de noodzakelijkheid niet in, van eenige actie door de afdee- ling hoort hij niets en drankmisbruik komt hier weinig of sporadisch voor. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van B. en W. aangenomen. De heer Blom informeert naar de instructie van schoolarts. Voor het uitgetrokken bedrag f 100 zal wei nig kunnen gebeuren. De Secretaris zegt dat de Instructie gewijzigd zal wor den en de heer Dignum merkt op dat er ook inderdaad voor het bedrag niet veel gebeurt. Doordat de wijk grooter is geworden, stellen B. en W. voor de Jaarwedde van de wijkverpleegster voor Zuid-Zijpe met f 100 te verhoogen en te bepalen op f 2200. Algemeen goedgevonden. De raad vereenigt zich ook met -het voorstel van B. en W. om de jaarwedde van den gemeer.teopzichter met f 50 te verhoogen en te bepalen op f 550. Ook al in ver band met de toevoeging van Petten. Voor belooning onderwijzers openbaar vervolgonder wijs ls uitgetrokken f 1995 en de heer Doorn merkt op, dat dit f 1400 meer is dan In 1928 betaald. De Secretaris licht toe, dat in die rekening slechts 3/5 deel der kosten was verantwoord en teen 3 cursus sen zijn gegeven. Nu hebben B. en W. met hun raming rekening gehouden met het volle bedreg en de mogelijk heid dat 6 cursusen worden gehouden. Met een enkel woord wordt ook nu weer gewezen op de onbillijkheid dat voor de bijzondere school te 't Zand elk jaar moet worden betaald een vergoeding, berekend naar 6.214 pet. van de in 1921 getaxeerde waarde dier school, n.1. f 72000. Werd de rentevoet van dit jaar in aanmerking genomen, dan zou dat de ge meente 1% a 2 pet. van f 72000 schelen. Alleen een wetswijziging kan hier wijziging in brengen. Nadat een half uur was gepauzeerd, wordt voortge gaan met de behandeling der gemeentebegrooting. De bijdrage in de kosten van R.H.B.S. is geraamd op f 2300 en uit de toelichting van den secretaris blijkt, dat dit bedrag gebaseerd is om de kosten die vorig jaar zijn betaald, n.1. 12 leerlingen die de R.H.B.S. te Alkmaar bezoeken ad f 150.45 per leerling en 1 leerling die de R.H.B.S. te Den Helder bezoekt ad f 307.37. De heer Doorn vraagt of die laatste leerling dan niet beter naar Alkmaar kan gaan. De gemeente kan voor- deeliger wat in de reiskosten bijdragen. B. en W. zullen dit nog eens onder de oogen zien, Den Helder is voor dezen leerling beter gelegen. Voor subsidie aan het Algemeen Armbestuur is f 26000 uitgetrokken en dit ls voor den heer Doorn aanleiding tot de vraag of het door de toevoeging van Petten komt dat dit bedrag met ongeveer f 6000 ls verhoogd. De Secretaris deelt mede, dat door het Burgerlijk Armbestuur van de voormalige gemeente Zijpe een be grooting was ingediend, die een subsidie van f 26000 bevatte. B. enW. van de nieuwe gemeente hebben het gewenscht geoordeeld, dat het B.A. een nieuwe begroo ting opmaakte, waarin de wijk Petten volledig is ver werkt In de volgende vergadering zal die begrooting wel worden behandeld. Een subsidie van f 26000 dachten B. en W. wel noodig. Op de vraag van den heer Doorn deelt de Voorzitter mede. dat B. en W. reeds een brief weg hebben om ver laging van pacht voor de stortgronden te krijgen, In verband met de afgravingen. Tot wederopzegging toe wordt aan de afdeellng „Zijpe" van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw een subsidie van f 50 toegekend voor een te houden land bouwtentoonstelling. Op de vraag van den heer Dignum of B. en W# hun aandacht al hebben geschonken aan een nieuwe rege ling, waarbij de niet-aangeslotenen aan het electrisch net niet behoeven mee te betalen aan de uitkeering aan de provincie wegens bijdrage in de kosten van exploitatie van het elctriclteitsbedrijf .antwoordt de Voorzitter, dat getracht wordt een regeling te vinden en gehoopt wordt, In de volgende vergadering met een voorstel te komen. De post onvoorziene uitgaven ls groot f 14500.27%, maar daar zal aan rente en aflossing voor schoolbouw Oudesluis en Idem Schagerbrug, met toegangsweg, f 10.000 betaald moeten worden. Goedgevonden wordt dat van het batig saldo van den gewonen dienst van de rekening van de voormalige gemeente Zijpe over het jaar 1928. groot f 29.320.39%, een bedrag van f 10.000 zal worden overgeschreven op den dienst 1929 en bovendien het geheele batig slot van den gewonen dienst van de rekening der voormalige gemeente Petten over het jaar 1928, op den dienst 1929 wordt overgeschreven. Do oorzaak van de belastlngverhooging. Bij den post belasting naar het inkomen f 84000 wordt door den secretaris toegelicht, dat dit bij vorig jaar een vermeerdering beteekent van ongeveer f 24000 In de eerste plaats zijn daar de f 6000 voor overdracht G.E.B. dan een hoogere subsidie van f 6000 aan het B. A., de schoolbouw zal ongeveer f 6600 meer vorderen dan vorig jaar, het nadeelig slot van de gemeente Petten, en als dan nog wordt bijgeteld de verhooging der sala rissen dan komt men vrijwel tot een bedrag van f 24000 Bovendien staat nog op de begrooting f 1000 voor ver voer schoolkinderen naar stad, wat vorig jaar het geval niet was De heer Van der Sluijs acht het goed dat deze toelich ting wordt gegeven, opdat 'het anders den schijn zou geven, dat de thans hier zittende raadsleden de verhoo ging hadden veroorzaakt Het was echter reeds vastge legd, waar we niets aan konden doen. De begrooting wordt vervolgens vastgesteld, voor den gewonen dienst tot een bedrag van f 199088.31, voor den kapitaaldienst tot een bedrag van f 171244.68. De ontevredenheid ln onze gemeente over de vastrechtarieven. De heer Van der Sluijs brengt ter sprake, de aan de Ingezetenen toegezonden vastrechttarieven en merkt op dat deze niet uitgaan van B. en W., maar van het P.E.N. Het P.E.N. heeft daarbij een zekere basis geno men, die spr. niet in alle opzichten kan bevredigen. Bij de vaststelling der tarieven zou rekening worden ge houden met de afname van 1928 verhoogd met 20 pet en het gaat nu om de verdeeling van die 20 pet, die niet ln alle opzichten Juist wordt geacht. Zij die in 1928 af namen 050 K.W.U., dat is 717 personen, werden met 50 pet verhoogd, van 50100 K.W.U. 274 personen, met 35 pet verhoogd; van 100150 K.W.U., 93 personen met 30 pet. verhoogd, van 150—200 K.W.U., 41 personen, met stapte voort alsof ze, in plaats naar een kolonie van melaatschen. naar een badplaats ging. Ze leek me geen besef te hebben van wat haar wachtte. Ze had een glimlach voor ledereen en promeneerde langs de paden, terwijl de directeur en de verpleegster haar naar het huisje, vlak naast dat der Engelsche geleidden alsor ze wandelde over de Pier van Scheveningen of over de Promenade des Anglais. Ze droeg dat zag ik toen lakschoentjes met hooge hakken. Hoe was dat mogelijk, vroeg ik me zelf af. toen ik het meisje zag, dat langzaam haar kamer naderde. Had men haar niets gezegd van de gevolgen, van de verschrik kingen van de melaatschheid, geloofde ze. dat het hier slechts een tijdelijke ongesteldheid betrof, dat ze zou genezen en dat aan haar verblijf in de kolonie spoedig een einde zou komen? Haar kleedij wees ep op, dat ze niets besefte van het leed, dat haar wachtte. Hoe zou zij anders bcgecrcn zoo gekleed te gaan als ze nu deed? Wie oprecht berouw draagt in het hart, toont het ook in het kleed, dat wordt gedragen. Zou ze vroolijke kleuren kunnen dragen als zij werkelijk wist wat haar wachtte? Had men haar bedrogen? Haar de toekomst verzwegen? Had men haar met opzet opgedirkt cm haar niet den indruk ts geven, dat ze voor goed het ontzettende lijden tegemoet ging? Ze leek mij een on schuldige, naar het schavot geleid, zonder te weien wat haar wachtte. Tusschcn den directeur en het verpleegstertje gaan de bleef ze plotseling staan. De andere verpleegde:', waren uitgeloopen, ook het Engelsche meisje, om de nieuw-aangekomene te zien. Ze bleef staan en keek den directeur, vervolgens het verpleegstertje aan. Waar brer.gt U mij, vroeg ze. De directeur wist niet dadelijk een antwoord te geven. I-IiJ voelde zich verlegen tegenover dil kind, dat geen begrip had van haar toestand. Ze keek om zich heen en zag de lijders. De kreupelen en de mlsmaakten, do vrouwen wier gelaat reeds ge deeltelijk was verteerd, de mannen en vrouwen met mis vormde ooren, met star-ocgen, waarin reeds het leven scheen verdwenen. Voor dat meisje moest dat alles wel •en ontzettende dreom zijn. V/at deden die wetens in dien moe Urn batn. wjtar het klateren van de fontein werd geheeri? Waren dit menschen of schimmen? Waren ze hier voor altijd of zouden ze plotseling weer 25 pet verhoogd, en zij die ln 1928 boven 200 K.W.U. ge bruikten, met een willekeurige verhooging. waarbij en kelen werden verhoogd, en enkelen verlaagd. Door deze regeling is nu veroorzaakt, dat de menschen die vroeger slechte klanten van het G. E.B. waren, doordat ze wei nig stroom betrokken, minder dan hun draagkracht toe liet; ondanks die verhooging van 50 pet. spoedig aan de stroomafname van 5 cent per K.W.U. toezijn. terwijl menschen, die altijd flink stroom afnamen bijna of in het geheel niet aan den stroom van 5 cent toekomen. Maar B. en W. zijn niet aan deze regeling schuldig, en toen zij er op hebben gewezen, is hun medegedeeld, dat tegen do regeling reclame openstond. De heer Dignum onderstreept geheel de woorden van den heer Van der Sluijs en zou willen dat B. en W. er op aandrongen bij het P.E.N. om de tarieven billijker te maken. Bij ds overname is door den heer Zondervan gezegd, dat we allen als normale gebruikers zouden wor den beschouwd, maar spr. ziet dat niet in deze regeling tot uitdrukking komen. De heer Vander Sluijs zegt dat wel is gezegd dat nie mand meer dan 30 cent per K.W.U. aan stroomprijs zou moeten betalen, maar bij deze regeling komt de één veel gemakkelijker aan den goedkoopen stroom toe, dan de ander. De heer Van der Oord zegt, dat Juist de groote ge bruikers nu 't meest voor den stroom moeten betalen. Nadat de Voorzitter zijn tevredenheid heeft uitgespro ken over het mooie verloop der vergadering, volgt slui ting. Nederland een der eerste staten van Europa, waar dit Chineesche voortbrengsel het eerst bekend werd. In dien tyd kostte de thee f 80 tot f 36 per pond. Het vaderland van de thseplamt Is China of Jhpan, mlschien wel beide. De thee is bü de inboorlingen sinds onheugelijke tijden in gebruik. In China is een bepaalde streek, waar de plant geteeld wordt, en deze streek wordt door de Chineezen het theeland genoemd. In het begin der 17de eeuw, toen de Oost-Indische Compagnie haar handel over geheel het Oosten uitbreidde, werd da theeplant voor het eerst ln Europa Ingevoerd. De Com pagnie ging toen ook handel ln thee drijven. De thee handel met China leverde echter niet genoeg winsten op en daarom besloot men om ook op Java theeplantages aan te leggen. Aanvankelijk mislukten deze proeven echter; eerst in 1826 werden eenlge goede resultaten verkregen. De Regeering had nlt China en Japan Uien zaden laten komen en deze te Buitenzorg geplant. De planten ontwikkelden zich goed, maar daar men niet wist, hoe de planten verzorgd moesten worden, kwria men niet veel verder. Men rond toen een zoogeuaamden theeproever naar China, die aldaar met levensgevaar het kweeken van de thee bestudeerde. Hij slaagde erin zich het geheim van de theecultuur eigen te maken en nam eenige Chineezen, die hiervan goed op de hoogte waren, mede naar Java. Van dien tQd af worden er ook op Java groote hoeveelheden thee gekweekt. Uit China werd de theeplant overgebracht naar Indië, Brazilië, het eiland Mauritius, Noord-Amerika en naar de hoog» dalen van den Himalaya. Ons land was een der eerste staten van Europa, waar dit Chineesche voortbrengsel het eerste bekend werd. In 1660 was de thee in Engeland ook reeds algemeen bekend, zooals blijkt uit een parte- ments-acte van dat jaar, waarbij een belasting van on geveer 90 cent werd geheven van elke kan thee, welke ln de koffiehuizen werd verkocht. De thee kostte toen tertijd ln Engeland f 30.tot f 36.per pond, en een geschenk van twee pond en drie ons thee aan den ko ning werd als zeer kostbaar beschouwd. Toen de thea ln Nederland, Engeland en Frankrijk steeds meer ge bruikt w'erd, wilde men de theeplant ook naar Europa overbrengen en aankweeken. Dit ging echter niet zoo gemakkelijk. De Chineezen zagen dergelijke pogingen met leede oogen aan, want als de theeboom in Europa gelukte, dan zou hun handel natuurlijk een groot «•er- lies lijden. Ook was het zeer moeilijk om op de lange zeereis da planten levend te houden, daar zij groote temperatuurswisselingen moesten ondergaan. Toen het bleek, dat het onmogelijk was een theeplant levend over te brengen, probeerde men het met de zaden; doch ock deze pogingen mislukten. Twintig jaar lang beproefde Linné een levende theeplant ln Europa te krijgen: her haalde malen liet hij planten en zaden uit China mede brengen, maar steeds waren zij dood als zij In Europa aankwamen. Toen verzocht hij Prof. Gmelin, dat hij hem door een moscovitisehe karavaan theezaad zou laten meebrengen, doch dit werd door de waakzaamheid van de Chineezen verijdeld. Soms, als men er zich over ver heugde eindelijk eens een levende theeheester in Europa te bezitten, zag men, als de plant begon te bloeien, dat men bedrogen was, cn dat het slechts een soort kamillen waren, welke men van de Chineezen had ontvangen. Pe, Zweedsche scheepskapitein Carl Oustav Eckberg bracht op verzoek van Unnó theezaden mee. welke hij kort na zijn vertrek in een pot met aarde deed, zoodat zij voor de aankomst te Gothenburg ontkiemden. Op 8 Oetober 1754 kwam zoodoende het eerste levende theeplantje in den plantentuin van Ufcsala. Toen beweerden de Franschcn, dat zij reeds vroeger de eerste bloelende verdwijnen? Wat zijn dat voor menschen?" vroeg ze den directeur? „Lief kind." zeide de directeur, zoekende naar woor den om niet dadelijk de waarheid te zeggen, „dat zijn lijders, die heel lar.g hier zijn, die hier zön gekomen toen hun kwaal al te ver had voortgewoekerd." „Waar lijden zo dan aan?" ..Je moet niet schrikken, want bij jou Is het zoo erg niet, ze lijden aan melaatschheid." „Melaatschheid?" Het klonk als een gil van ontzetting. Ze werd bleek en wankelde en toen zag ze weer om zich heen, vergeleek, blijkbaar, de sombere kleedij der anderen met de hare. Plotseling gilde ze als een beze tene. Ze trok zich de kleurige kleeren van het lichaam, schopte naar alle kanten als wilde ze de lakschoentjes uitgooien. Ze sloeg wild om zich heen. Directeur en ver pleegster hadden moeite haar te bedwingen. Het meisje was krankzinnig geworden. Is het wreed te hopen, dat ze krankzinnig zal blij ven. nu haar toch het lijden der melaatschheid wacht? Is het onmenschelijk te vragen, dat haar verstand blijft beneveld, omdat ze niet bewust worde, van het lijden, dat ze niet gewaar worde hoe de melaatschheid lang zaam maar zeker bezit neemt van haar lichaam, niet veelt hoe het langzaam wordt verteerd? Ik achryf dat neer, diep onder den indruk van wat Ik vanmiddag heb gezien in het lokaal, waar de lijders ko men om verbonden te worden. Neen. Ik jaag de beelden weg. die mij nu nog met ontzetting vervullen. Ik ver ban uit mijn herinnering alles wat ik daar aanschouwde. Ik tracht zo te verbannen, doch het ontzettende, het verschrikkelijke, hecht zich weer aan mijn gedachten vast. Neen. nu wil ik niet mijn Indrukken neerschrijven. Waarom ook? Heb ik zelfpijniging noodig? Moet ik voor mezelf neerschrijven wat me wacht? Ik weet wel, dat alleen de dood mij kan onttrekken aan den weg van lijden, welke iedere lijder aan mclaalschheid moet af leggen, als hij niet het geluk heeft, dat de dood of da waanzin zich over hem ontfermen. Waarom alles neer te schrijven ln een boek. dat toch alleen voor mij is be stemd. dat toch wel nimmer onder de oogen van ande ren zal komen. De larmpen In onze vertrekken worden ontstoken. De nacht maakt een einde aan een dag van lijden. Een van de vele ln die groote lange reeks. Wordt vervolgd. FEUILLETON door J. SCHAAP. (Nadruk verbodeji). 12. De oude inlandsche melaatschen, die lk zag, vanmor gen, toen het verpleegstertje me rondleidde, zooals Vir- gilius het Dante deed, hebben misschien nog alleen be grip van honger en dorst Zij zijn niet gek, niet waan zinnig, maar hun levensfuncties zijn afgestompt, en niets is meer een prikkel om ze weer op te wekken. Onder de inlandsche krankzinnigen is een Atjeher, een groote, stoere kerel. Hij is hierheen gebracht, om dat in de melaatschenkolonie in Atjeh geen huls met hem was te houden. Hij moet vroeger een vechtersbaas zijn geweest, die het voor de vrijheid van zijn land had opgenomen. Hij had tegen de „kompenie" gevochten in een „guerilla" en aan de soldaten, de verdedigers van het Nederlandsche gezag, heel wat nadeel toegebracht. In dien strijd van plotselinge overvallen, van het eens klaps te voorschijn treden uit 't donkere woud, hadden zijn vrouw cn zijn zoon naast hem gestreden. En zijn vrouw en zijn jongen, fanatiek als man en vader waren bij een aanval, toen in het wilde weg werd geschoten, door de soldaten doodelijk getroffen. Toen had het ben- dehoofd, waartoe hij behoorde de rentjong (gebogen dolkmes der Atjehers) er bij neergelegd en zich onder worpen. Hij had met nog een paar volgelingen den strijd volgehouden, uit haat en om zich te wreken op de soldaten. Toen was hij krankzinnig geworden en me- laatsch. Soms, in zijn afzondering, meent hij weer aan den strijd deel te nemen, gelooft hij, dat hij zich aan den dood heeft gewijd, dan danst hij en zwaait met de armen, alsof hij de wapens hanteert. Hij is nu wat rus tiger dan vroeger, omdat hij oud Is en omdat de me laatschheid meer en meer bezit neemt van zijn li chaam. Doch nu cn dan komt de oude woede weer bo ven, raast en tiert hij. Een oude vulcaan, die rustig droomt in het Javaansche landschap, doch plotseling nog leven toont en tot uitbarsting komt. Hij heeft één geluk. Hij weet niet, hij is zich niet bewust dat hij is opgesloten ln een hok. waarvoor tralies. Opgesloten als een dier, omdat hij altijd gevaarlijk is voor zijn omge ving. De man deed me denken aan de moeder, de krank zinnige moeder van Esmeralda in „Notre Dame Paris" die in haar hok, tegen de kerk, voor iedereen zichtbaar was. Zijn eten wordt hem aangegeven overdag althans door de tralies van de ruimte, waarin hij Is opgesloten. Het kan niet anders. Men moet ook bedacht zijn op de veiligheid van het verplegend personeel en het is al een3 gebeurd, dat hij in een vlaag van woede een ander in de wang heeft gebeten. De wonde was dadelijk uitge brand en met sublimaat behandeld en nadeclige gevol gen scheen het geval niet to hebben gehad. Ik heb een ry van dergelijke hokken gezien, de hok ken van krankzinnige melaatschen, die kwaadaardig en daarom gevaarlijk zijn. Hier zijn we genaderd tot het dierlijke, tot de verwording van den mensch. En terwijl ik dit schrijf, vraag ik me zelf af, wat mijn lot zal zijn. Of ik ook krankzinnig zal worden als die menschen en of Ik ook zal worden opgesloten, omdat ik gevaarlijk ben voor anderen. Het i3 voor een melaat- sche, die ln de omgeving van melaatschen woont, die ze dagelijks ziet en met hem hetzelfde leven leidt, niet goed aan de toekomst te denken. Doch hij wordt ge dwongen er aan te denken, hy ziet voortdurend de 3tadia van zijn volgend leven. Veel verschil is er niet in het lot, dat een melaatsche wacht. Toen ik aan den arm van het blonde verpleegstertje over de brug naar de afdeeling Europeesche lijde:s terugkeerde, kwam ons de egoïst tegemoet. Hij groette mijn geleidster en lachte smadelijk, alsof hy begreep wat me nu beroerde nu ik den druk van den arm van het lieve meisje voel. Ik had hem wel neer kunnen slaan. 21 Juli 19... Vanmorgen is een jong meisje in de kolonie aange komen. Een nieuw, in de helaas onafgebroken rij van melaatschen. Ze ls nog Jong on z« keef*, «en Hef ge laat. dat nergens een plek vertelt, dat ep melaatsch heid wijst. Niet zonder verbazing zagen a41j haar aan komst. Ze was modieus gekleed in lichte kleuren en

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 5