„SÜ8SUM C01A" te SCHDORl. POSTER'C BEZOEKT DE BOOM- EB BEDEHUI Henkel's gewild Schuur- en Reinigingsmiddel. Uw keuken de Hollandsche properheid Plaatselijk Nieuws. Versterk uw Nieren! J^RugpijnNierenPillen BILLY BOO. In handige strooiflesschen Prijs 13 cent. AZs U altijd Ata gebruikt om te poetsen en te schu ren, dan heeft U schik in Uw werk. Er gaat niets boven het beproefde „Ata". Alles blijft als nieuw door Eenig Importeur E. Oetermann Co's Handel Mij., Amsterdam Fabrikante: Henkei Cie. A. G.. Oüsseldorf daar is nog model aan. Eenige dagen geleden Kwam ik een wild zwijn tegen, een zeug, met een tiental biggen.Dat was heel toevallig. Even was ik gaan zit ten en toen hoorde ik een eigenaardig geknor. Ik ging plat op den grond liggen om onder de struikel door tezien en jawel daar was moeder-zwijn met liaar kroost. Zij had mij ook in de gaten en eerlijk gezegd was ik niet heelemaal op mijn gemak. Ik keek haar aan en zij keek mij aan. Dat duurde maar heel kort. Ik bewoog me, maakte geluid en...mama knorda om haar kinderen te roepen en ging er van door. De ervaring heeft haar blijkbaar geleerd om met die tweebeenige wezens, die den naam van menseh dra gen, wat voorzichtig te zijn. Zij heeft wel gelijk! Het is nu een g^oede tijd voor de zwijnen. De eikels vallen van de boomen en daar houden ze van. Trou wens ze eten van alles. Een bcschwachter vertelde »ie dat ze ook hertenlijken eten. Als in den strij.l, dien de hertebokken met elkaar voeren soms een doode valt, dan zijn het de zwijnen, die het cadaver opeten. In het bosch gaat niets verloren, zeide hij. Zelfs de geweien, die eik jaar, omstreeks Februari, worden afgeworpen, worden indien zij niet worden gevonden door menschen opgegeten. Dat is dan weer het diner voor de boschmuizen! Ik ben wel nieuwsgierig of het me in 't vroege voorjaar nog zal overkomen, dat ik een gewei vind. Gemakkelijk valt het niet, meestal komen ze in 't dichte hout terecht. We zullen zien. Maar zeker is 't: heel veel moois staat me nog te wachten bij mijn streven om het leven van boom en plant en dier in de bosschen te leeren kennen. En nu leg ik mijn pen weer neer en ik breng u allen een hartelijkcn groet. Tot een volgenden keer dus. N. J. C. S. EEN BESTE PRIJS. Als een bewijs, dat er Donderdag op de schapen- markt alhier beste prijzen zijn besteed, wordt ons medegedeeld, dat de heer K. Braak te Hoogwoud voor een koppel f52.per stuk maakte. Bit was tevens de hoogste prijs dezen dag. THEATER ROYAL. Lon Chancy in een film beteekent spanning, bc- tcekent sensatie, beteekent iets aparts en bijzonders. Al deze factoren treden in hooge mate naar voren in de film: „Ten Westen van Zanzibar', een echt wild-west-drama. De korte inhoud vertelt er ons het volgende van: Weer een meesterlijke creatie, die van Lon Chancy in Ten Westen van Zanzibar, dit ontroerende spel van haat en wraaken van den ondergang van den hater. Lon Chaney is hier Phroso, een goochelaar. Hij treedt op in een tingeltangel in een der Londcn- sche voorsteden. Hij goochelt, eet vuur, doet als illu sionist een meisje in een kist veranderen in een skelet. Als zijn helpster treedt op zijn vrouw Anna, met wie hij pas gehuwd is. Hij heeft de schoone vrouw hartstochtelijk lief, maar zijn liefdewordt niet beantwoord. Haar hart gaat uit naar een rijken han delaar in ivoor, Crane geheeten, die in Afrika woont, doch tijdelijk te Londen vertoeft. Als de film begint, staat Anna op het punt met Crane naar Afrika te gaan. Zij wil echter haar man niet verlaten zonder dezen de waarheid te zeggen en Crane, een ruwe kerel, biedt aan dit te doen nu haar er de moed toe ontbreekt. Er ontstaat een heftige woordenwisseling tusschen de beide mannen, waarbij Crane zijn tegen stander van de hoogte afgooit, met het gevolg, dat deze voor zijn gansche verdere leven het gebruik van zijn beide boenen moet missen. Hij heeft ook zijn ruggegraat ernstig geblesseerd en kan zich slechts kruipend voortbewegen, terwijl hij dikwijls •met cocaïne moet worden ingespoten om de ondra gelijke rugpijnen te overwinnen. Phroso denkt niet anders, of Anna is met Crane gevlucht. Een paar jaar later wordt hij gewaarschuwd, dat zij zich in een leert bevindt. Hij sleept zich er heen en vindt haar dood, met een kindje, een klein meisje aan haar borst geklemd. Slechts éón gedachte bezielt Phroso; het verdriet, dat Anne moet geleden hebben, te wreken op haar verleider en dezen te treffen in diens dochter. De arme verdwaasde trekt naar Zanzibar en laat daar het kind achter in een danskroeg van het laagst allooi. Achttien jaar wacht hij geduldig op zijn wraak, die verschrikkelijk zal zijn. In de binnenlan den weet hij door zijn goochelkunsten en vuureten overwicht te krijgen over een negerstam van raen- scheneters. Met zijn ruwe helpers en bijgestaan door een verloopen dokter, dien hij noodig heeft om hem geregeld inspuitingen te geven, overlieerscht hij hen. Hij weet, waar Crane zich bevindt en specu- leerend op de bijgeloovigheid der negers, die voor Crane ivoor zamelen, steelt hij deze kostbare handels artikelen met de bedoeling Crane tot zich te lokken, wat gelukt. Eerder echter heeft hij een van zijn handlangers naar Zanzibar gezonden om het meisje te halen. Het kind is intusschen tot een mooie jonge vrouw opgegroeid, die, door de s'.echte omgeving ge demoraliseerd, een rein hart heeft behouden. Zij denkt haar vader te zullen vinden en is zeer gegTiefd door de ruwe verachting, waarmede Phroso haar be jegent. Crane komt en in een spannende scène ontmaskert Vrije wandeling, zonder verplichting. Massa voorraad. Uiterste prijzen. TUINARCHITECTUUR ten Phroso zich en toont hem het meisje, dat naar hij meent, Cranes en Anna's dochter is. Doch Crane legt hem uit, dat Anne hem niet volgen wilde, toen zij zag, hoe hij haar man had mishandeld en dat niet hij, doch dat Phroso de vader van do schoone Maizie is. Reeds heeft Phroso bevel gegeven, dat Crane door de negers zal worden gedood, waardoor het meisje volgens het gebruik der kannibalen, met het lijk van haar vader zal worden verbrand. Hoe groot het berouw van Phroso ook is, ongedaan kan de dood van Crane niet gemaakt worden en de ne gers eischen thans hun vrouwelijk menschenoffer op. Slechts één uitweg rest er om haar leven te redden: haar in zijn tooverkist te laten verdwijnen en zelf als slachtoffer achter te blijven voor de bloedgierige wil den. Zoo sterft Phroso en geeft hij zijn dochter de kans een nieuw leven te beginnen met den dokter, dien zij heeft liefgekregen en wiens wederliefde voor haar dezen tot een ander mensch heeft gemaakt FKYSK TOONEEL. Naar wij vernemen, zal de vereeniging Gysbert Ja- piks van de Krite, Den Helder, op een nader te be palen dag en datum in den komenden winter een Frysk Tooneelstuk te Schagen opvoeren. Maak uw leven weder tot een lust! Pijn in de lendenen, die urine- stoornissen, dat vermoeid, zenuwachtig en afgemat gevoel, die hoofdpijn en duizeligheid, zij kunnen aan nierzwakte te wijten zijn. Wordt weer flink en wel door het gebruik van Foster's Rugpijn Nie ren Pillen. Dit betrouwbaar niermid del kan aan overwerkte nieren blijkens de ervaring van zoovelen juist die hulp verschaffen, welke zij noodig hebben en haar bijstaan om het bloed te zuiveren van de erin voorkomende onzuiverheden, die uw kwalen ver oorzaken. Begin nog heden met het gebruik. Verkrijgbaar bij alle drogisten enz. in glazen verpakking d f 1.75 p. flacon. Bil, die niet goed kon verdragen, Het opscheppen van het wonderdier, Dacht: „als 'k hem een poets kon bakken Het deed mij en d'and'ren veel plezier. Daarom zeide hij, gniepig: „Je hebt je ooren ver gerekt, 'lc Wou wel weten hoe lang ze worden Als éen ander er eens aan trekt." „Dat mag je" zei 't konijn rustig. Het dier dacht aan geen kwaad, „Je mag er wel aan trekken, Om te zien, hoe ver het gaat." „Wouw, wouw", juichte Biliy vroolijk, Waarop 't konijn al zijn wol verloor. Toen naderde Bil het wonderwezen, Iedere hand greep 'n konijnenoor. Wat zal er nu gebeuren? echter maakte een afwerende handbeweging cn zeL Laat ik u niet storen, collega. De commissaris zal hier nog wel zijn om mij te vertellen wat van belang is. Uitstekend, meneer Friesen. Commissaris Kom basch is nog in de kamer bij het lijk. Hij is een van de beste opsporingsambtenaren, die we hebben. Maar ai te veel nieuws kunnen wc nu nog niet verlangen. Dokter Friesen ging de kamer binnen, waarin do vermoorde lag. De commissaris zat aan den grooten schrijftafel; hij sprong direct op en ging den officier tegemoet Deze zei: U hebt dus de zaak in handen, Commissaris? .Wilt u mij zoo uitvoerig mogelijk op de hoogte bren gen? Zeker, meneer de officier. Er is nog niets aan veranderd, zoodat u zichzelf van alles kunt overtui gen. Zoo hebben wij den doode gevonden, vanuit de deur van de kamer van zijn particulieren secretaris. Een onderzoek van de wond wijst erop, dat de dood door een schot van een revolver van een groot kali ber veroorzaakt is. De kogel, die bij de lijkschouwing nog wel in de echedelholte gevonden zal worden, is van vlakbij af gevuurd en heeft het linkerslaapbeen versplinterd. De eornmisnaris hoog zich over den doode en wees de plaats aan. Het bloed is uit de wond over het ge zicht dat door doodstriid vertrokken is gestroomd, expliceerde hij. De dood is zoo snel ingetreden, dat de getroffene niet meer heeft kunnen roepen. De moordenaar moet in de onmiddellijke nabijheid heb ben gestaan, links opzij, zoodat de getroffene op het «ogenblik van de daad het gevaar niet gezien heeft. T)e politiodokter denkt cr ook zoo over en hij heeft vastgesteld, dat de dood ongeveer twee uur geleden, dus tusschen tweo en drie, ingetreden is. Zelfmoord is zeker buitengesloten?, vroeg Dr. Friesen. Kombaseh trok zijn schouders op. We hebben geen wapen kunnen vinden, dat zegt genoeg. Een tweede persoon moet dit alles hebben meegenomen, die waarschijnlijk tevens de dader is. Zijn er sporen gevonden? Ja! Daar kom ik direct op terug! Waarschijnlijk beeft deze tweede persoon een woordenwisseling ge had met den verslagene, want naar de ligging van het lijk te oordoelen was de Consul-Generaal bezig de kamer op en neer te loopen. Het is waarschijnlijk dat bij zijn moordenaar zelfs venvacht heeft; hij wilde ongestoord met hem praten, want om half tweo heeft hij rijn secretaris met een boodschap weggestuurd, die hem eenige uren uit de huurt moest houden. Deze secretaris verklaart dat de vermoorde do deur, die van den gang in deze kamer voert, altijd op slot bad, zoodat de bezoekers zich eerst hier naas'; moesten aanmelden. Ik vond die deur open, waaruit blijkt, dat de vermoorde iemand venvacht heeft, dio direct door de gang bij hem is gekomen. En waarschijnlijk heeft de moordenaar de kamer ook door deze deur ver laten. Is er iemand gezien? Neen! Van de getuigen, die ik een verhoor heb afgenomen, heeft niemand een bezoeker gezien, maar de portier van de villa is tegen half drie uitgegaan en nog niet teruggekomen. Dio zal waarschijnlijk wel meer bijzonderheden kunnen vertellen. Maar het schot moet toch door iemand gehoord zijn? De eeoretaris was weggestuurd en wat de ande ren in huis betreft, de werkkamer ligt zoo apart dat het niet onmogelijk is dat niemand iets gehoord heeft; daarbij waren de vensters en deuren waar schijnlijk gesloten. De blik van den officier van justitie gleed onderzoe kend door het vertrek en bleef onderzoekend op de schrijftafel, die met kranten, drukwerken en boeken bedekt was, rusten. Had u het niet over een spoor? Ja zeker, dat zal ik u vertellen. Omdat het wa pen nergens te vinden is, is het zeker dat we met moord te doen hebben. Ik heb dus hier in de kamer naar sporen van een tweede persoon gezocht. Ik kon niets ontdekken, alleen dit hier Bij deze woorden trad Kombasch op de schrijfta fel toe cn wees met de hand op een vlociblad. De officier van justitie volgde hem en zag op het blad een paar blocdvegen en een duidelijken, blocdigcn duimafdruk. Heel scherp zag men de karakteristieke groeven ervan. Doctor Friesen boog zich er over. Dat is in ieder geval een duidelijk spoor. De daad is waarschijnlijk in opgewondenheid gepleegd, vervolgde de commissaris. De moorde naar heeft zich waarschijnlijk over zijn slachtoffer gebukt om te zien of hij dood was of misschien nog leefde. Daarbij zijn waarschijnlijk zonder dat hij het merkte, bloedsporen op zijn hand gekomen. Daarna kan de moordenaar naar de schrijftafel gegaan zijn om iets te zoeken, misschien heeft hij een steun ge zocht door dat hij van streek was door zijn eigen daad. In ieder geval zijn daarbij deze bloedsporen en de duimafdruk achtergebleven; het lijkt me de afdruk van de rechterduim. Dat kan van veel belang zijn bij onze naspo ringen. Natuurlijk! De kwestie is alleen maar den man te vinden wiens duim met dezen overeenkomt, zei de officier een beetje spottend. En of dat zoo gemakkelijk zal zijn? Dat weet ik niet, maar als we de eigenaar van den duim kunnen vinden, dan hebben we de moorde naar te pakken, verzekerde de commissaris Natuurlijk Het is een onweerlegbaar bewijs. Maar hoe moeten we ontdekken van wien dien af druk afkomstig is? Dat is het werk van de politie. Hij werd gestoord doordat een agent verscheen, die meedeelde: Mevrouw is zoo juist thuisgekomen. Vraag dan of mevrouw wil binnenkomen, ant woordde de commissaris. Kombasch wendde zich tot doctor Friesen. Wilt u mevrouw Langenbach zelf een verhoor afnemen, meneer de officier? Neen! Zet uw onderzoekingen maar voort alsof ik er niet was, ik zal alleen wel toehooren. De commissaris knikte. Toen kwam mevrouw Langenbach binnen. Ze was gekleed in een eenvoudige japon, die haar elegant figuur op zijn voordeeligst deed uitkomen. Bij de deur bleef ze staan. Het doorzichtige blceke gezicht had een nog mattere teint dan anders; het ontstellende nieuws was haar al meegedeeld. De groote oogen ke ken van den officier van justitie naar den commis saris, toen zochten zij de doode. Een oogenblik scheen het alsof zij naar de gestalte op den grond wilde toe- loopen, doch plotseling bleef ze als vastgenageld staan en ze strekte beide handen als afwerend voor zich uit en wendde haar blik af. Doctor Friesen had de jonge vrouw met het goud blonde haar direct herkend, hoewel hij haar maar eenmaal gezien had. Alles wat zijn vriend Herbert Strugelin hem verteld had en wat hij later van zijn meisje gehoord had, flitste hem door den geest. Toen begon Kombasch met zijn vragen: Bent u de echtgcnoote van den overledene? Ja,! Herkent U hem? Ja, Zij dwong zich om naar het vertrokken, bloe dige gezicht te kijken, wendde haar oogen direct weer af. Hij ziet er een beetje vreemd uit en er is een ongewone uitdrukking op zijn gezicht De doodsstrijd kan zijn trekken eenigszins ver anderd hebben, maar u herkent hem toch zeker? Ja! Wanneer bent u uitgegaan? Om één uur! Hebt u bij uw thuiskomst pas gehoord wat er gebeurd is? Ja! Heeft uw man ook gezegd dat hij bezoek ver wachtte? Bezoek? Doctor Friesen, die zijn oogen niet afhad van de trotsche gestalte voor hem, merkte dat ze bij de laatste vraag een tceken van schrik gaf. Ja! De doode heeft waarschijnlijk iemand ver wacht, die zijn moordenaar geworden is. Heeft hij er niet met u over gesproken? Neen! Met een rustige stem gaf zij het antwoord en de officier van justitie moest weer denken aan wat Horbcrt Strugulin dien avond van haar gezegd had: „Zij is niet de vrouw die geheimen verraden zal als zij ze had'". En dr. Friesen vroeg zich af of zij met haar antwoord werkelijk de waarheid had gezegd. De commissaris zette zijn ondervraging voort: Weet if ook of uw man een vijand had, die tot dezen moord in staat zou zijn geweest? Ik zou het u heusch niet kunnen zoggen. De stem van mevrouw Langenbach klonk steeds zekerder. Heeft uw echtgenoot veel geld in huis? Ik was niet van zijn geldzaken op de hoogte. Er is dus niemand tegen wien u verdenking koeste**? Neen! Daarginds op het vloeiblad zijn bloedsporen van den moordenaar achtergebleven; een heel duidelij ken afdruk van zijn duim, maar daaruit zult u zeker ook niets herkennen? Een duimafdruk? Terwijl ze dat zei scheen iets als een lichte op winding zich van haar meester te maken; ze richtte het hoofd op, keek naar de schrijftafel en liep er heen. Deze plotselinge belangstelling was ook Kom basch niet ontgaan en hij vroeg: Vindt u dat zoo verrassend? Neen niet met betrekking tot den moord. Waaraan dacht u dan? Aan iets heel onbelangrijks: het kan werkelijk niet in betrekking tot den moord staan. U zoudt mij toch zeer verplichten door het te vertellen. Een dag of wat geleden waren we op een groot avondfeest bij meneer Heinecke, wiens naam uw wel bekend zal zijn. Het gesprek kwam toevallig op de verscheidenheid van dergelijke vingerafdrukken, er werd nogal over gediscusieerd en als bewijs voor de stelling, of misschien wel voor tijdverblijf werden ver schillende duimafdrukken gemaakt, misschien wel I zestig en ze waren allemaal verschillend. Daaraan moest ik denken. Maar dat zal niets met den moord Neen, waarschijnlijk niet Waren die afdrukken van den rechterduim? Ik geloof het wel; ik heb er eigenlijk niet bij zonder op gelet Maar door wat u zei werd ik er aan herinnerd. Er werd geklopt en een kleine man met een blonde baard en waterige oogen kwam de kamer binnen: hij draaide verlegen een hoed tusschen zijn handen en keek eerst naar den officier van justitie, toen naar den commissaris. Wat is er?, vroeg deze laatste. Er werd mij gezegd dat ik hier moest komen. Dat is de portier, lichtte mevrouw Liingebach in. Ik wachtte al op u. Blijft U maar hier, ver ordende de commissaris. Mevrouw Langcbach vroeg: Is mijn aanwezig heid nog noodig? Misschien! Het kan zijn dat ik u nog een paar vragen moet doen. Het is beter dat u nog oven blijft. Hierop ging zij naar het venster en de oogen van den officier van justitie volgden haar steeds. Hij ging hoe langer hoe meer belangstelling voor deze vrouw voelen. Kon ze werkelijk niets meer vertellen?, dacht hij. In ieder geval heeft zij voor den doode niet veel ge voeld, was de conclusie die hij uit haar optreden trok. De vrouw stond nu met haar rug naar de mannen in de kamer, en staarde naar buiten in den stralen- den lentedag. Ze scheen geen belangstelling te hebben voor wat er verder besproken werd, ze scheen zelf» niets te hooren. - Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 2