SchagerCourant Tweede Blad. VOOR DEN KANTONRECHTER TE ALKMAAR. Kort verhaal DE EXPEDITIE. BEBTELS..KUNSTKORREL" BOERDERIJ en VEEHOUDERIJ Boekhouden voor landbouwers en veehouders. Dinsdag 26 November 1929 72ste Jaargang. No. 8569 Strafzitting van 22 November. ZAL DE VEROORDEELDE MET DIT VONNIS ACCOORD GAAN. Gedurende de beloofde voortzetting, der behandeling van het overtredingszaakje contra den heer Mac. D., den naamgenoot van den Britschen Kabinetspremier, werd gehoord burgemeester Baron von Fridagh, die, overleggend een duidelijke situatiekaart op groote schaal als zijn meening verkondigde, dat de heer Mac. D. door het nemen van de bocht ter plaatse op de wijze als door hem was gedaan, de vcrkeerregelen had overtreden, en het zeer zeker voor de veiligheid van groot belang was dat casu quo een principieele beslissing werd gegeven. De ambtenaar overwegende dat het hier gold een ont wikkeld automobilist, die geacht kon worden de regels van den weg te kennen, vorderde f 8 boete of 8 dagen, welke straf door den kantonrechter tot f 6 boete of 6 dagen werd teruggebracht BETER WARE HET GEWEEST, HET GESCHIL ONDER EEN GLAS RANJA AF TE DRINKEN. Het aangehouden proces tegen den landbouwerszoon Hendr. H. te Castricum, verdacht koeien te gast te heb ben gezonden in het weiland van Jan Twisk, werd he den met opgewekten geest en blijmoedigen zin voortge zet door het hooren van den rijksveldwachter Gorter, terwijl de verdachte het noodig had geacht twee getui gen a de charge mede te nemen, getuigen, die echter, naar onze bescheiden meening met evenveel succes ook naar het land van Twisk had kunnen zenden, daar Zij al bitter weinig in zijn voordeel konden verklaren. Volgens mededeeling van den rijksveldwachter Gor ter had verdachte hem gezegd, dat hij als represaille maatregel tegen den ongenooden commensaal, het paard van Jan Twisk, dat zijn land gedurende 4 dagen had afgegraasd, had toegelaten dat zijn koeien zich ln Twisk's land hadden opgehouden. Niet om het stoffelijk voordeel, daar het land als zijnde grootendeels bemest, weinig voedsel opleverde. Verdachte gaf thans ook nog aan den kantonrechter te kennen, dat hij van minnelijke schikking, door het onheusche optreden van Twisk, die hem met emmer en al onder een koe had weggeschopt, had afgezien. Na lang over en weer praten werd eindelijk de be handeling gesloten en Hendr. H. veroordeeld tot f 15 boete of 15 dagen en de vordering van Twisk toegewe zen tot een bedrag van 15 gulden. IN DE RAZZIA OP ONGELDIGE GEWICHTEN OTERLEEK EN SCHERMERHORN. In deze zitting, rijk aan aangehouden zaken, werden Dok voortbehandeld de ijkwetovertredingen tegen de landbouwers Jan K. te Oterleek en Pieter K., en van S. :e Schermerhorn, zulks met hooren van den verbalisant Brigadier Talsma. Deze lichtte den kantonrechter nader Iloe, dat verdachten wel degelijk akkerproducten als aardappelen, spruiten- en- fruit in het klein verkochten :n afleverden. Het kwam den ambtenaar en den kan- onrechter ook wel wat dubieus voor waarom de ver lachten de ongeijkte gewichten, door hen gebruikt, niet iadden opgeruimd en de voortgezette behandeling, waar lij de ongeijkte gewichten de weegschaal in het nadeel 'an comparanten deed overslaan, werd besloten met de 'eroordeeling, van verdachten en wel Jan K. 10 keer f 1 if 10 keer 1 dag; P. K. 8 keer f 1 of 8 keer 1 dag; en ie landbouwer S. bij verstek tot 4 keer f 1 of 4 keer 1 lag. n Bijna onnoodig er bij te voegen, dat de gewichten, onder pardon verbeurd waren verklaard. Nog een tweetal nieuw gegadigden uit Schermerhorn lat dit jaar wel bijzonder werd geteisterd door de ijlt— retkoorts, de heeren Germen S. en J. N. K., landbou- rers aldaar, waren aanwezig om terecht te staan ter Iake een gelijkluidende overtreding. Deze heeren had- en geen principieele bezwaren, doch beriepen zich op #e weinige bekendheid die in de Nieuwsbladen en door lanplakking aan de gebruikers van dergelijke gewichts- nateriaal wordt gegeven. in Ik had den ouden heer heelemaal niet hooren bin- enkomen. Hij stond midden in de kamer, toen ik an mijn bock, een banalen Franschen detective-ro- ïan opkeek. Ik houd niet van verrassingen, in gee- erlei vorm. Reeds oen plotseling zich aanmeldend mverwachtsch bezoek, is mij bepaald onaangenaam, lik moot eerlijk bekennen, dat ik verontwaardigd las. Men dringt niet zóó maar het huis van andere in%ensclien binnen zeker niet als men deze menschen llleen maar kent, omdat men toevallig tegenover «kander woont. wrToch was ik, ondanks dit alles, beleefd genoeg om te staan met een kleine buiging. [„Wat kan ik voor u doen, professor?" vroeg ik, fcrwijl ik me in 't geheim aldoor maar afvroeg, waar- Im juffrouw Petersen mij het bezoek niet tevoren [ad. aangekondigd. kleine professor met zijn witten kop monster en mij. niet zonder achterdocht. liet leek wel of hij e niets vermoedende huisheer was en ik de onge- oode indringer. Niettemin scheen de monstering em niet onbevredigend te stemmen; hij knarste iets iverstaanbaars en nam, zonder de minste plichtp leging oen stoel. „Luister eens goed', zei hij, „u kent natuurlijk mijn aam „Het spijt me zeer", begon ik aarzelend. Ilij grinnikte kwaadaardig: „Dacht ik het niet... at woont sedert jaren dertig traptreden onder mij i kent niet eens mijn naam. Datgene, wat al te icht ligt, ziet men niet; dat is een oude geschiedenis, en leit, waaraan ik mijn roem te danken zal heb- n, jawel ik heet: Griezel. En ik zou u nu een :e]fear vragen willen stellen, die u mij alstublieft kort i bondig beantwoorden moet. Alleen maar met ja of ien, niets meer. Dus ik begin: U bent advocaat, on- sveer zes-en-twintig jaar oud, niet niet de allerge- ngste sporen van praktijk, ja of neen?" „Oho! met uw verlof protesteerde ik, „nog juist stèren, ik bedoel eergisteren, was er een cliënt £|De professor wenkte afwerend: „ja of neen". «Ja goed dan, het klopt eenigszins." ,.U bent niet geheel zonder middelen, u verveelt ch soms nog al erg. Ja of neen?" „Ja. maar wat „Hebt u lust mij op een expeditie te vergezellen, tje u misschien drie maanden, misschien ook wel per, uit Berlijn weghaalt, ja of neen?" Gevorderd werd tegen G. S. 3 keer f 2 boete of 3 keer 2 dagen; wat door verdachte een hooge straf werd ge noemd en waarop de kantonrechter geestig antwoordde Ja, beste man, hier gaat alles bij 't gewicht. De land bouwer K., die het vorig jaar 5 splinternieuwe had ge kocht en niet wist, dat dit jaar een nieuwe ijkletter werd vereischt, ontsprong den dans evenmin en werd hem 5 keer f 2 of 2 dagen opgelegd, terwijl de gewichten meedoogenloos verbeurd werden verklaard. Op het protest van verdachten tegen deze verbeurd verklaring zeide de kantonrechter schouderophalend: „Mijn hart is goed genoeg, maar de wet laat het niet toe. EEN ONHANDELBARE EVENAASTE. Een, zooals na veel moeite later bleek, naar den naam van Jacob V. luisterend persoon had op 26 Juli de brutaliteit, over de gesloten boomen te Heerhugowaard bij een overweg der Ned. Spoorwegen te klauteren, wel ke overtreding door den arbeider-telegrafist W. Damen werd geconstateerd en waarover hy den persoon in kwestie onderhield. Hij werd echter zoo onheusch beje gend, dat hij zijn bemoeiingen overdroeg aan de po litie. die al evenmin bijzonder hoffelijk werd bejegend, zoodat het zelfs noodig bleek, dezen wederspannige op te sluiten, ten einde hem te dwingen, zijn naam op te geven. De verdachte, die heden te dier zake moest te recht staan, was niet verschenen, wat hem zonder twijfel een welverdiende terechtwijzing bespaarde. De ambte naar merkte terecht op, dat het hier een ernstig feit gold, daar we nog maar weinig bewaakte overwegen rijk zijn en als men daar nog overgaat om over de boo men te klimmen, de spoorwegmaatschappij aanleiding zal vinden al de bewaakte overwegen maar op te rui men. Gevorderd werd f 25 boete of 25 dagen en verdach te veroordeeld tot f 20 boete of 20 dagen. BESTRAFTE ONVERSCHILLIGHEID De heer A. Bol, stucadoor te Alkmaar, zich op 24 Juli achter zijn- bedrijfskar zich door de Boterstraat voort bewegend, werd aldaar aangereden door een auto, be stuurd door Roelof T. uit Haarlemmermeer, waardoor 's heeren Bol's hand werd beklemd tusschen de kruk van de handwagen en de sluiting van het autoportier, waar door de getroffen hand pijnlijk werd getroffen en de heer Bol eenige dagen last bezorgde. Hoewel nu de aanrijding geheel was te wijten aan de onbekwaamheid en roekeloosheid van den chauffeur, pam deze niet de moeite zijn wagen stop te zetten en zich nader van het door hem veroorzaakte onheil te overtuigen. Ook gaf hij op geen andere wijze van be langstelling blijk en was ook heden niet verschenen. De kantonrechter, ten zeerste ontstemd over deze har- telooze onverschilligheid veroordeelde den verdachte, door hem vereerd met het praedicaat „een lompe boer" tot de geëischte hooge straf: f 25 of 25 dagen. BELACHELIJK, SENTIMENTEEL MAAR WETTELIJK! Een 58-jarige te De Rijp woonachtige wagenmaker, Adr. van M. stond terecht ter zake overtreding der arbeidswet, omdat hij op Maandag 19 Aug. een arbeider in casu zijn zoon, langer had laten werken dan 8% uur. De verdachte gaf het feit toe, doch beweerde, dat zijn 25-jarige zoon buiten zijn weten uit louter arbeidslust het werk had ter hand genomen. De ambtenaar toonde ach ook niet enthousiast over deze kinderachtige be lemmeringen, doch de wet verplicht het, dus kan een strafvervolging niet uitblijven. Gevorderd werd f 2 boete of 2 dagen, doch de kantonrechter maakte hier KWALITEIT HOllANDTCH El BOVENAAN DOOR (Volledig Pluimveevoeder) daar deze uit ideale grondstoffen is vervaardigd en qéén vischmeel bevat Alles vereend in één korrel.niels byvoeren Sedert 1525 is de pluimveeteelt verrijkt met Bertels.Künstkorrel'het wetenschap pelijk ideale, voordeeliger en volledige voeder voor kuikens, kippen.eenden enz waarin deqranen.vleeschmeel.vifaminen.voedinqszouten enz. in één korrel zijn vereeniqd en waarmede ver kregen wordn arbeidsbesparing, laqere productie kosten en betere bevruchting v.h.ei.qrooteren smake Igkereieren,sterker en mooier dieren en 30%méér eieren dan metdeomslachtiqe dubbel voedering met Ochtendvoeder en gemengd graan. Alle foutief voederen, waardoor nog millioenen verspild wor den, wordt door de. Kunstkorrel 'in eens opgehe ven. In Nederland voert men reeds 2. millioen kippen en eenden met J§&Cte/s\9&unsikcAh&l' ÓfM 50 k"° 9.50 postw. Vraagt brochure Odrooi reeds verkregen in Belqië.Canada.Enqeland. Frankrijk, Italië. Hongarije, Ftolen.5panje.Zuid -Afrika. „Maar ik zou willen vragen, beste professor men dient toch wel eerst „Ja of neen?" ja De professor knikte, schijnbaar bevredigd. „Zoudt u in staat zijn om tegenover dingen, welke u onverklaarbaar toeschijnen, uwe koelbloedigheid te bewaren en het volle vertrouwen in mij te hebben?" „Het is dus een gevaarlijke expeditie?" „Een misschien zeer gevaarlijke". Ik dacht na. Hoe kon deze wonderlijke, kleine snaak, die in huis altijd „de gekke professor'' werd genoemd, hoe kon deze weten, dat ik inwendig cr naar snakte iets te'beleven dat de alledaagschheid van mijn gewone leven verbrak! Iets nieuws, iets veelbeteekenends, voor mijn part gevaarlijks. Se dert een half jaar traineerde mijn armzalige prak tijk zich moeizaam me door hot leven en ik bezat geen beter middel de ondragelijke verveling te ver drijven dan met het verslinden van vele Sherlock's, Nick Carters en Arsène Lupui's. Een expeditie! Een gevaarlijke expeditie: Waarheen „Ik wil me bij uwe expeditie aansluiten, profes sor", zei ik vastbesloten en zag hem scherp in zijn sceptisch gelaat, dat van honderden plooien en vouw tjes was doorrimpeld en waarin een paar intelligente glazon, onnatuurlijk verkleind, flikkerden. „Maar waar gaat 't heen? en wanneer begint 't' Ik moet toch voor een uitrusting zorgen, en Professor Griezel grinnikte: „Uitrusting? Laat dat alles maar aan mij over, jongeman. Ik heb de uit rusting alreeds in orde gemaakt. De expeditie neemt hedenavond nog een aanvang." Hij zag op de klok. „Het is kwart vóór elf. Met een half uur vertrekken we, denk ik". Ik staarde hem uitermate verbluft aan. Eenige achterdocht werd in mij wakker. Was de bijnaam van den ouden heer ook misschien eenigszins het gevolg van zijn daden? Was de professor gek? „Neen, ik ben volkomen normaal", zei hij plotseling en keek me lachend aan. „O, pardon, het was niet in 't minst bedoeld stotterde ik, terwijl ik meteen vaststelde, dat ik mijn gedachte heelemaal niet had uitgesproken. Hij scheen in mijn hersenen te lezen als in een boek. Verschrikt stoof ik van mijn stoel op. De professor glimlachte en drukte me weer neer. „U zult er wel aan wennen, dat ik een beetje meer kan dan het gros der menschen", zei hij spottend. „U zoudt anders wel aan 't verbazen kunnen blijven, de eerste weken". Hoe onuitstaanbaar zelf-verzekerd deed de man. Eigenlijk had ook een kind wel kunnen raden wat ik straks gevoeld had. Ik vermande mij en T ge lukte me in zooverre baas over mezelf te worden, dat ik onder ecu ironische buiging zei: gebruik van zijn bevoegdheid om géén straf toe te passen. DE ZONDE DER ONWETENDHEID. De slager Bern. B. uit Alkmaar, onlangs in het avond lijke duister Limmen doorpeddelend, merkte toen niet op, dat zijn electrisch nachtpitje vertrokken was, zon der goeden dag te zeggen. Toen een rijksveldwachter de afwezigheid van dit wettelijk vereischte lichtschijnsel constateerde, was Bernard direct de pisang en werd hij heden veroordeeld tot f 2.50 boete of 2 dagen. MINDER BEGEERENSWAARDIG VERJAARDAGS GESCHENK. De 25-jarige zwaar stotterende voddennegociant Wil lem K. te Alkmaar, had zich op 14 Oct. des avonds 10.30 in beslist kennelijken staat op den openbaren weg het Klein Nieuwland bevonden en stond nu ter zake deze drankwet terecht. De jongeman gaf te kennen heden zijn verjaardag te vieren, waarop niemand hem feliciteerde. Hij ver keerde feitelijk in niet al te voordeelige conditie, daar het hier betrof dronkenschap bij herhaling binnen het jaar en hij dus alleen nog maar in aanmerking kwam voor principieele hechtenisstraf. De kantonrechter gaf hem dan ook te verstaan, dat als het zoo door ging, 't op de rijkswerkinrichting zou uitloopen, waarop de verdachte hokkelend repliceerde, dat het kwam door een slechten kameraad en hij al van 4 glazen bier be schonken was. Ambtenaar en kantonrechter gaven Willem nog eenige goede lessen mede op zijn, liefst niet slingerenden levensweg, alvorens hem. kennelijk niet tot zjjn onvermengd genoegen, dri% dagen hechtenis als verjaarsgeschenk werd toegedacht. KOSTBAAR JACHTVERMAAK De fabrieksarbeider Abr. v. P. te Egmond aan Zee, op 13 October uitgaande met speurhond en wildstrik ken om 'n malsch duikonijntje te bemachtigen, had aanvankelijk eenig succes en alreeds een nog levend konijn gesnapt, toen hy zelf op zijn beurt werd gesnapt door een jachtopziener, die hem de strikken afnam en voorts ook nog proces-verbaal opmaakte, omdat hij zijn snuffelende hond niet had teruggeroepen. Brammetje stond heden terecht en mocht nog van gelu\ spreken, dat hij nog nimmer was veroordeeld, daar hij nu werd heengezonden met „slechts" als straf f 20 boete of 20 dagen. Ware hij recidivist geweest, dan had zijn boete zeker wel tot in de duizenden beloopen! OP HET WATER MOET OOK HET LAMPJE SCHIJNEN. In den avond van 19 Oct. nam de 27-jarige chauffeur Abr. K. te Alkmaarde taak op zich om op korten af stand een bootje te verroeien, er niet aan denkend, dat evenals op de auto, een verkeerslantaarn vereischt Is, zooal niet brandend, moet de schipper toch in staat zijn, een tot gebruik gereede lantaarn te kunnen toonen. En daar hij, ten noodlottigen tijde aangehouden, aan die voorwaarde niet kon voldoen, liephij tegen de lamp, juist omdat hy geen lamp had en werd hij heden veroor deeld tot f 1.50 boete of 1 dag. MET EEN MUSEUM-KARRETJE ER OP UIT. De heer Willem v. Sch., caféhouder te Koedijk, maakte op 11 Nov. gebruik van een overjarig rijwiel, wel voorzien van een freewheel, doch zonder rem of «ignaal- bel. Deze fiets uit Nero's tijd mocht op den Helderschen weg de belangstelling wekken van een bevoegd ambtenaar met het te verwachten resultaat, dat de roekelooze wielrijder heden werd veroordeel tot 2 geldboeten, f 3 voor de rem, die er niet was en f 2 voor de eveneens afwezige bel, respectievleijk te vervangen door 3 en 2 hechtenisdagen. HEBT DE STAD UWER INWONING LIEF EN BEVORDER HARE FRISCHHEID, DOOR HET REINHOUDEN VAN STRATEN EN GRACHTEN. 1 Mej. Jannetje B.. 'n 35-jarige Kooltulnbewoonster te Alkmaar, werd op 10 Nov. door een ordebewaarder „a flagrand delit" betrapt op het werpen van vuile paple ren in deze pittige stadsgracht en stond nu voor dit dit strafbare feit terecht. Zij wierp indirect de schuld op de kat, omdat zij een vuil papier, waarin visch was verpakt geweest, niet in de volle vuilnisbak had willen werpen, om daardoor de kat in verzoeking te brengen, die volle bak leeg te*krabben op jacht naar die versna pering. De heer Kantonrechter vermaande haar de spreekwoordelijke reinheid van het mooie, schoone, keurige, nette stadje Alkmaar geen afbreuk te doen en veroordeelde het berouwvolle meisje tot f 2.50 boete of 2 dagen. Derde les. In de eerste les bespraken we een inventaris voor een landbouw- en veehoudersbedrijf; in de tweede les maakten we daarover eenige opmerkingen, waar mede wij in deze les zullen voortgaan. Ging liet een vorige maal hoofdzakelijk over liet onroerend goed en de paarden, thans zullen wc het rundvee bespre ken en het overige deel van den inventaris. Wij be ginnen dan met het jong vee. Ook het jonge vee. is voor den boer gewoonlijk een handelsartikel. Men bfrefigt het groot met de bedoeling het later niet vöordeel te verkoopen en wat de invêntarlSwaarde betreft, deze zal men dus ook weer moeten bepalen naar cle marktwaarde. Daarvoor is het noodzakelijk ieder dier afzonderlijk te vermelden en te taxeeren, omdat er door verschil in grootte en kwaliteit veel verschil kan bestaan in de waarde van dieren van denzelfden leeftijd. Doordat men tegen marktprijs taxeert, wordt cle inventariswaarde van hetzelfde jonge dier jaarlijks hooger, totdat het wordt ver kocht, of wel, totdat het onder de melkkoeien wordt opgenomen, of als dekstier wordt gebruikt. Er wordt dus precies mede gehandeld als in de tweede les voor paarden is uiteengezet. Nemen wij even als voorbeeld de tweejarige vaars van den opgemaakt en inventaris, die aldaar staat aangegeven voor f 225.In den loop van het jaar zal dit dier melkkoe worden. Bij den volgenden inventaris zal men de waarde nog maals moeten schatten naar de marktwaarde van melkkoeien, doch dan heeft de marktwaarde verder afgedaan. Het dier is nu een gebniiksdicr geworden. Hieruit volgt, dat de inventariswaarde van melk koeien evenmin als van werkpaarden onderhevig is „Heel best ik heb geen directe plannen en ik zal u op uwe expeditie vergezellen. Ik wil alleen nog even een schoone zakdoek bij me steken ééne is wel wat weinig voor drie maanden ook pak ik wat waschgoed mee."' „Doet u dat", zei de professor koel. Zonder een woord meer betrad ik het nevenver- trek en pakte mijn klein valies. Zes overhemden de smoking dassen, kragen, sokken, schoenen, zeep en verder alle noodigc kleinigheden van het alledaagsche leven. Meteen kwam mijn goede browning me ook in de hand. Ik dacht één oogenblik na en stak hem toen in mijn broekzak. Hij was geladen tegelijk gingen er vijftig reserve-patronen mee. Zie zoo, klaar, nog even jas cn hoed „Wij kunnen gaan, professor", zei ik, met een kalmte, die slechts mij alléén imponeerde. Hij knikte kortaf, liet over mij en valies een infamen ironischcn blik glijden, waarvoor ik hem 't liefste een pak ran sel had gegeven en ging voor mc uit. Juffrouw Peter sen scheen te slapen. De deur was vfcn binnen op slot en op de knippen. Ik onderdrukte een vraag cn klom zonder iets te zeggen, achter den professor de trappen mee omhoog. Een bronzen plaat „Griezel", uitgekalkte gangen, af en toe photo's van sterrobeel- den tegen de muren. De professor scheen dus ook met astronomie zich bezig te houden. Ilij opende nu een smalle deur en wenkte mij. Lk trad naar binnen en voelde meteen een krachtigen por in den rug, die mij in een stoel deed neerploffen. Ik geloofde ten minste, dat het een stoel was, want iets zien kon ik heelemaal niet. Het was stikdonker Voordat ik een verontwaardigde vraag kon stellen, weerklonk een onderdrukt rommelend gonzen en een heftige ruk bracht mijn lichaam in wonderlijke schommelingen. „Wat gebeurt er", schreeuwde ik woedend, „maak direct licht, professor, anders Een roode lamp gloeide aan. De professor zat op een klein, ijzeren stoeltje vóór een schakelbord met voor mij raadselachtige hefboomen en handgrepen. Zijn gezicht vertoonde hoofdzakelijk geestelijke span ning. Hij had een papier met algebra-formules vóór zich en wanneer hij niet schakelde, rekende hij ijve rig. Mijn vraag scheen hem ontgaan. Ik zag om me heen. Een vertrek van ton hoogste zes vierkante me ter,. gevuld met toestellen van allerhande soort en lampen tegen de muren. Een werkkamer! De professor keek op. „Eindelijk", zei hij, op een toon der grootste bevrediging. Hij schoof hot papier met zijn berekeningen terzijde cn keek vol inspan ning door een instrument, dat een zekere overeen komst met een micriscoop had „Zoo", sprak hij kcud. „Nu u maar eens goed vasthouden, mijn vriend hier aan dien lecren beugel cn zet uw voeten in die leereu schoenenZoo aan de schommelingen van de marktprijzen. De melk- opbrengst en de fokwaarde dezer dieren gaan echter bij het ouder worden langzamerhand achteruit, om ten slotte, zoo gering te worden, dat het geen nut meer heeft, de koe langer als melkkoe aan te hou den. De vraag doet zich nu voor, of het dus ook noodig zal zijn op de oorspronkelijke inventariswaar de der koeien af te schrijven. Deze vraag moet be vestigend beantwoord worden, indien de slacht waar de der oude koe vermoedelijk lager zal zijn, dan de waarde waarvoor de koe oorspronkelijk op den inven taris voorkomt. Dit geval deed zich sterk voor in do na-oorlogsjaren, toen verscheidene veehouders koeien op stal hadden staan van duizend gulden en hooger, welke na eenige jaren niet meer dan een slachtwaar- dè hadden van f300 daaromtrent. Doch niet steeds is de slachtwaardc kleiner dan de waarde als melk koe, of, zoo ze al kleiner is, is het verschil dikwijls gering. In dit geval is een afschrijving natuurlijk overbodig. In het algemeen kan men dus niet zog gen, of op melkkoeien moet worden afgeschreven. Dit hangt af van de waarde, waarvoor het beest als melkkoe op den inventaris voorkomt, en de waarde, die het later als slachtdier zal hebben. Verschillen deze waarden niet of heel weinig, dan schrijft men niet. af en blijft dus de koe, zoolang ze tot de melk koeien behoort, voor dezelfde waarde op de achtereen volgende inventarissen staan. In geen geval mag do inventariswaarde de schommelingen voor de markt waarde volgen. Fokstieren. Wanneer men deze dieren zelf aanfokt, zal men het dier in zijn eerste levensjaren over eenkomstig de handelswaarde op den inventaris plaatsen. Dat men daarbij let op de extra hoedanig heden van het dier, spreekt vanzelf, zoodat de inven tariswaarde hooger zal zijn, dan van ander jongvee van denzelfden leeftijd. Zoodra echter het beest' ge bruikt wordt, als dekstier en zijn vollen wasdom heeft bereikt, zal de waarde op den eerstvolgenden inven taris in overeenstemming gebracht moeten worden van de handelswaarde van dekstieren van denzei f- Onder aan mijn stoel waren lederen hulsels aan gebracht, waarin ik mijn voeten schoof. Een groo te. sterke riem was aan den muur bevestigd, lk greep ernaar met beide handen en hield mij stevig vast, De professor op zijn zitplaats deed hetzelfde. Jk deed deze geheimzinnige malligheid mee om hem te prik kelen. Dat er door hem een streepje liep, twijfelde ik geen minuut meer. Het was r.u maar de kwestie om me netjes uit de situatie te bevrijden. De professor haalde een hefboom omlaag. F.cn gie rend. oorverscheurend sissen klonk op en een vre selijke druk deed me in mijn stoel terugvallen. Ik schreeuwde luid, maar mijn gebrul ging in het hel- sche gesis teloor, dat steeds aanhield, en eerst na eenige martelende minuten afnam, om tenslotte uit te sterven. Tegelijk hield de druk ook op. Ik was ka pot. De professor draaide zich langzaam om. „Het is gelukt", zei hij plechtig. Zijne oogen tintelden. Hij stond op en trok aan een snoei-, dat van de lage zoldering afhing. Gordij nen vlogen terzijde en het lichte karpet onder mijn voeten werd weggetrokken in het volgend oogen blik lag ik kleunend in een hoek, plat op den grond, door een gruwelijke duizeling overvallen. Rondom ons niets dan stikdonkerte, met sterren boven ons, niets dan onmetelijke ruimte met ster- rtn. De kamer was een soort van vliegmachine en dat was het ontzettendste; ook onder ons was het vol strekt niets dezelfde stikdonkere ruimte al léén dreigde opwaarts een lichte, heftig glimmende schijf, van reusachtige grootte, Flauw herkende ik omtrekken van Europa en gedeelten van Afrika de aarde lag duizenden kilometers onder ons De vliegmachine, die met gruwelijke snelheid vlie gen moest, bestond uit een glasachtige massa. Dus dit was de expeditie; maar waar wilde de pro fessor heen? Naar de maan? Naar Mars? Mercu- rius? Of eigenlijk, heelemaal uit ons planetenstel sel weg, naar andere sterrebeelden in de oneindige ruimte? En hoe. was het hem om 's hemelswil gelukt de zwaartekracht, de aantrekkingskracht der aarde te overwinnen? Hij zat opnieuw doodkalm aan zijn toestellen. Deze man was geniaal niet gek. ik schaamde inij oprecht, terwijl ik mijn best deed mijn duize ligheid te overwinnen. De stenen onder mij scho ven van het Oosten naar het Zuiden of was het van 't Noorden naar 't Zuiden? Bestond er eigenlijk nog iets als een hemelrichting? Waarom had de wonderbaarlijke man mij meege nomen? Misschien kon hij niet alleen de toestellen bedienen; misschien kende hij geen mensch, dien hij in vertrouwen wilde nemen en was hij tot mij ge komen, omdat hij wist, dal ik

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 5