Een beste Bril Voor elck wat wils. Wie geen IfiOIIKIICn pepermunt gebruikt, laaf de meest verkwikkende versnapering aan zich voorbijgaan. De Olijfboom. Fa. Gebr. ROTGANS, Hoogzijde E16, Schagen. Het uitsterven van de Canadeesche Eskimo's. f i.7.'77.:." 7 77.7" -7...7 777777..7.77L E77I77I77"777777777777777 '-TT.. 7377777:77777:777"77 I 7._11777777777.7. 7 -Tl A^mTj WortiiWo crown. Voor engTos bijFa. J. F. v. Lieshout en Fa. G. Kuyper, Alkmaar. In geen van 's werelds staten treft men 't zoo fijn ooit aan." „Wat" sprak zij „moet ik hooren? Dat had ik nooit gedacht. Hebt gij naar 't rijk Stavoren slechts zemelen gebracht? Zou ik dat vuil aanvaarden?" Haar woord klonk als vemjn „Ik vroeg je 't schoonst op aarde En dat zou koren zijn??" De zeeman daarentegen sprak: „Koren is niet min. Elk ziet het als een zegen voor zich en zijn gezin." „'k Veracht jou aangebeden gewas hoe men t ook prijs'. En 't best is dat ik heden nog" sprak zij „'t jou bewijs Waar liet ge 't koren neder? Aan stuurboord zegt ge? Goed, Dan werpt ge alles weder aan bakboord in den vloed. Het schip moet leeg verstaat ge; en t moet direct geschién. Niets achterblijven laat ge. Ik kom er zelf naar zien." De schipper ging, maar wachtte. Hij deed niet naar 't gebod Wijl hij 't bevel verachtte en 't vloekte tegen God. Hij riep met vol erbarmen de armen tot de vrouw Opdat het zien oer armen, haar hart verteed'ren zou. Maar zij, vertoornd en giftig, wijl 't werk niet was gedaan, Beval haar knechten driftig vlug naar het schip te gaan. „Den armen koren geven? Geen korrel voor die bent. Laat hong'ren heel hun leven, die hong'ren zijn gewend". Luid de bevelen klinken. In 't bed van Flevo's meer In breede stroomen zinken de gouden korrels neer. De armen biddend, klagend, zien 't werk der knechten aan, Vergeefs in wanhoop vragend een korrel van het graan. De zeeman slingert woorden der vrouw in 't trotsch gelaat Van drift om 't ongehoorde der schand'lijk slechte daad. „Het goede zal zich loonen" - riep hij „het kwaad straf God. U, die Hem zoo durft hoonen wacht straks een bitter lot. De tijd zal eenmaal naken dat gij de korrels zoekt, Die gij hoe is 't te laken zoo lasterend vervloekt Uw dag van bitt're rouwe verschijnt en diep verdriet." Maar zij, de trotsche vrouwe sprak: „mij verschijnt die niet. Stavoren'» rijkste erve blijft voor gebrek behoed. Zie, deze ring vervverve zij wierp hem in den vloed Bevestiging der plagen uit uwe profetie Zoodra hij op mocht dagen. en ik hem wederzie". De kok denzelfclen avond den ring vond in een visch. De waarheid daarmee stavend, wat God wil moog'lijk is, Die zegt: het goede sparen; die 't kwade straft naar eisch En schepen laat verklaren, geroofd, voor goeden prijs. Het onheil wou niet wijken van Friesland's rijkste stad En arm werd juist de rijke, die zooveel goed tezat De Turken cn tle Mooren, zij roofden schip en schuit. De vrouwe van Stavoren bleek hun een rijke buit. Zóó arm werd zij, de vrouwe, dat zij om koren bad. Vol droefheid, spijt en rouwe doorkruiste zij de stad. De honger wierp de arme op 't ziekbed en niet één Had met de vrouw erbarmen, zij stierf veracht alleen. Maar weelde week er nimmer uit Stavoren, vol pracht. Daar rijkdom toch nog immer door 't schip werd aangebracht. De vingerwijzing faalde. Toen wies het straffend zaad. Op heel de stede daalde de vrucht van 't wassend kwaad. Waar eens het edelst koren geworpen was in zeo Ontstond voor 't rijk Stavoren een zandbank op de zee. En lange halmen bloeiden op 't zand vlak, jaar op jaar, Maar nimmer, nimmer groeiden er korrels in de aar. De zandbank steeg. De haven verzandde meer en meer. ren van 1840, had zijn stempel op haar gedrukt! Toch was ze niet onknap, al was ze hoekig en stgf. Ze scheen het meisje, dat haar volgde, volkomen te overheerschen Een meisje, met groote, zachte, zwarte oogen en git zwart haar, dat strak achterover was geschuierd en in een dikken wtong in haar hals lag. Een meisje, dat een gelen avondmantel droeg, van een eenigszlns ouder- wctsch model, maar om haar lange, verblindend witte hals een prachtige paarlsnoer had hangen. Ze namen kaar plaatsen in, een rij of twee meer achteruit dan de loge avant-scène. doch vlak er onder, zoodat de per sonen daar goed te zien waren. Maar het meisje had enkel oogen voor het tooneel, toen het gordijn eenmaal op was. en hoe zou dat ook anders kunnen, nu ze haar eerste opera in Engeiand bijwoonde. Aan het einde van de eerste acte sprak ze de dame, die bij haar was, in het Italiaansch aan. Butterfly deed nieuwe gevoelens in haar ontwaken een heerlijk roze gloed lag nu over haar eerst zoo bleek gezichtje haar oogen glansden als sterren en haar lief, een beetje zin nelijk mondje leek wol een sappige rijpe kers. Langen tijd merkte niemand haar op, zoozeer kan schoonheid schuil gaan onder ouderwetsche kleeding en een niet- modicus kapsel. Maar ten slotte zei toch de eene oude beau tegen den andere, terwijl hij zijn tooneelktjker op haar richtte „Daar zit me een paar oogen allemachtig en wat een troost, weer eens een dikke wrong haar te zien, na al die gebobde hoofden op die heele rij!" Iiets deed het meisje in hun richting kijken en haar blik ontmoette nlot dien van het oude heertje, doch tflcn van Lord St Austcl, die juist in de loge was geko men en nu lusteloos de zaal overzag. Een eigenaardig gevoel doortrilde haar Hij was niet zoo bijzonder knap zag er nog al vermoeid uit en scheen niet zoo heel jong meer maar heel zijn optreden werd geken merkt door een buitengewone distinctie. Niemand, wiens kleeren hem zoo als gegoten zaten. Niemand, die zoo welopgevoed scheen. Het meisje was belachelijk ouderwetsch en Tenny- son's versregels over Lancolot schoten haar te binnen „Seamcd with een ancient sword cut on hls cheek, and bruised and bronzed. and more than twice her years. she llfted up her eyes and loved Kim with that love which was her doom." Geen schip uit verre landen ter stede keerde weer. Men kon het niet verhelen, de welvaart was verstoord. Toch leefden nog zoo velen in wilden wellust voort. Toen ving men in de bronnen een zeevisch in de stad En berm en dijk begonnen te druipen van het nat Een vloedgolf, hoog gestegen, brak wering dam en dijk, Waar hij geteeld wordt. Merkwaardige legenden over den boom, die in de oud heid als een heilige plant beschouwd werd. De wilde olijf werd oorspronkelijk gevonden in Syrië, Griekenland en Afrika, op de lagere gedeelten van den Atlas. De Olijfboom wordt echter ook go- kweekt in Syrië en op de kust van de Levant, welke streken door geen koude winden worden bezocht. De vlakte van Athene is bijna geheel met olijfhoomen beplant. In Europa werd de olijfboom het eerst aan geplant in Toscane, Zuidelijk Frankrijk en op de vlakten van Spanje. De Toscanen waren de eersten, die de olijfolie in het groot uitvoerden, en vandaar wordt zij ook wel eens Florentijnsche olie genoemd. Als de zuiverste olijfolie wordt echter die uit Aix in Frankrijk besohouwd. De meest geschikte tijd voor het uitpersen van olijven is vóór de vruchten geheel rijp zijn geworden. Als het plukken te lang wordt uitgesteld, dan wordt hierdoor de volgende oogst be lemmerd en draagt de boom slechts elke twee jaar vruchten. In de Oudheid werd de Olijfboom als een heilige plant beschouwd. Men gebruikte toen de olie tot drankoffers voor de Goden; met de takken kroonde men de overwinnaars in de Olympische Spelen. De Grieken verklaarden den oorsprong van de olijf als volgt. Neptunus zou eens een geschil gehad hebben met Minerva betreffende den naam der stad Athene. De Goden besloten toen, dat degene, die aan het menschdom het beste geschenk zou geven, gelijk zou krijgen. Neptunus sloeg met zijn drietand op den oever, en een paard sprong daaruit te voorschijn. Minerva bracht echter een olijfboom voort, welke als het zinnebeeld van vrede en burgerlijke welvaart werd beschouwd. Minerva kreeg dientengevolge de voorrang, want men oordeelde, dat de vrede verkies lijker was boven den oorlog, waarvan het paard het zinnebeeld was. Ook in de Bijbelsche geschiedenis heeft de Olijfboom en geheel bijzondere bcteekenis. Toen Noach in zijn ark op het water ronddobberde, liet hij een duif uitvliegen of het water reeds min derde; maar zonder hoop kwam de duif terug. Na zeven dagen liet hij een tweede duif uitvliegen en deze keerde terug met een Olijftak in den bek. Aan dit teeken zag Noach, dat de wateren minderden. Volgens de geschiedenis moet zich in de Acropolis te Athene ook een olijfboom hebben bevonden. De schrijver Clarke vertelt van dezen boom, als hij den tempel van Pandrosus bespreekt, het volgende: .,In dit gebouw was nog in de tweede eeuw de olijfboom bewaard, waarvan Appollodorus spreekt en die zoo oud moet zijn als deze sterkte is." Stuart meent, dat deze boom gestaan had in het portaal van den tem pel van Pandrosus. met ronde glazen f 2.00. Gediplomeerd Opticien. Het aangewezen adres voor Goede en GoedKoope OptleK. Zou deze man haar „doom", haar noodlot worden? Neen hoe dwaas en hg was vast niet tweemaal zoo oud als zij hij kon niet ver over de dertig wezen en zij was negentien Er hing een magnetische aan trekkingskracht van hem uit Maar zijn oogen zagen haar niet al staarde hü haar dan ook vlak in het gelaat Hij was verdiept in zijn eigen gedachten, die alles behalve aangenaam waren. Want het voorstel, dat Benjamin Levy hem gedaan had, was dat hij diens dochter tot zijne echtgenoote zou maken en in ruil daarvoor zou hij. Benjamin Levy, de heele zaak van die uitvinding beheeren, zorgen, dat alles goed ging, en dat allen, die er bij geïnteresseerd waren, er een fortuin mee maakten. Hubert had het voorstel zwijgend aangehoord; het was zoo ontstellend, het druischte zoo lijnrecht in tegen al zijn instincten. Hij was te modern om zich met bom- bastischen trotsch te verhoogvaardigen op zijn ouden naam en oud geslacht maar diep in zijn binnenste verafschuwde hij toch het idee. te zullen trouwen met het kind van een Joodschen geldschieter. Zijn eerste ingeving was geweest, verontwaardigd te weigeren maar hij dacht aan zijn oom. den ouden Marquis, en aan zijn vrienden, en dus bleef hij zwijgen Benjamin Levy zat hem oplettend te bestudeeren en zijn hart klopte hevig want het oogenblik, dat hij zoo lang had voorbereid, was nu gekomen. Het schijnt, dat tallooze, zeer verstandige menschen er steeds één zw.%kke plek op nahouden, die hen over dreven veel waarde doet hechten aan iets, dat op zich zelf feitelijk weinig te beteekenen heeft De zwakheid van Benjamin Levy bestond hierin, dat het zijn harts tochtelijke wensch was, zgn dochter Vanessa te zien huwen met een Engelschen „peer*. Niemand in heel het Eritsche Rijk was beter op de hoogte van de aristocra tie, dan hij. Hij wist alles van hun zwakheden en ge breken hun inkomen en hun overgeërfde kwalen of eigenaardigheden. Hij wilde niet alleen een peer tot schoonzoon hebben, maar het moest do beste wezen, die er te krijgen was en de Earl of St. Austel was het ideaal, dat hij zich voor oogen gesteld had. Want niet alleen was hij van zeer oude familie en bezat hij uitge strekte landgoederen, hij was eene persoonlijkheid, die door alle vrouwen werd begeerd. Het meest populaire lid van de Turf Club, door iedereen geacht. Bedekte stad en wegen begroef ze onder 't slijk. In 't diepst der zee verzonken een sage, die 't onthoudt Ligt eeuwen al verdronken een stad, zoo schoon gebouwd. Stavoren is 't, gegeven als beeld dat wijzen blijft Waarheen n top gedreven genotzucht henen drijft. DOOR DEN VROUWENHANDEL. Van het volk der Eskimo's zijn er nog slechts 5000 over. Resultaat van de gewoonte jonge vrouwen aan blanken uit te leveren. Een der moeilijkste vraagstukken voor Canada is een middel vinden, dat de Canadeesche Eskimos be hoedt voor uitsterving. De blanken zijn de oorzaak; al doodden zij de Eskimo's niet met het geweer, toch zijn zij verantwoordelijk voor deze vernietiging door hun methoden van uitbuiting der kinderlijke lieden daar in dat hooge noorden. Dit volk is een paar jaar van 15000 tot 5000 geslonken. En de Eskimo zelf werkt dit in do hand. Zoodra er een blanke hande laar uit de beschaafde wereld arriveert, komt de Eskimo naar hem toe met een aantal vrouwen, en vraagt den blanke hen vrij te huwen. Vrouwen zijn hun eigendom en kunnen verhandeld worden in ruil voor buksen, tabak, huiden of andere kostbare ar tikelen. De waarde van een vrouw in contant geld varieert van 25 tot 500 gulden. Enkelen zijn het dub bele daarvan waard. Als men denkt, dat een mooi jong meisje een hoogere prijs opbrengt op de markt, dari een oudere huisvrouw, vergist men zich. Gevoel en oog voor schoonheid is bij dit poolras doodgevroren, door de harde noodzakelijkheid, want de Eskimo heeft een practische, zuinige en vooral getrainde echtgenoote noodig. Gezichten tellen niet mee, wèl prefereert hij ze vet, omdat ze dan langer kunnen hongerlijden! Sinds dal ras zich in het Noor den vestigde, geeft een vrouw die competent is om een gebroken been te zetten, om een wankele kayak of kanoe-van-huiden te besturen in een stormach tige zee, den doorslag tusschen den dood of 't over leven dier barstrenge winters. De inboorling koopt het meisje van haar ouders tegen zeer billijken prijs, omdat zij zonder ervaring zijn. Hij kan ze trou wen en ze dan zelf trainen, tot ze dan een veel hoo- geren prijs kunnen opbrengen, maar dit duurt te lang en de kosten van voeding zouden dan letterlijk de verdiensten opeten. Als hij dan een blanken man kan overhalen haar te trouwen, al is het voor korten tijd, dan zal zij meer waard worden, dan wanneer zij met een dozijn gewone mannen getrouwd was. Hij kan dan zelfs hopen de fabelachtige som van meer dan 1200 gulden voor haar te ontvangen. De scherpzinnige handelaar weigert het aanbod eerst, de zedige meisjes met een afkeurend zuur ge zicht aankijkend. Hij zegt den man dan, om ze maar weer mee te nemen, dat hij heeleraaal geen vrouwen wenscht, en zeker niet jonge, die nooit bij een ander zijn geweest. De meisjes kijken bedroefd, en de spe culant, die ze bezit, begint dan te handelen. Hij biedt een witte vossenhuid bij elke vrouw en na lang sjaggeren accepteert de blanke en neemt zooveel vrouwen als hij denkt, dat hem nuttig kan zijn en een flinke vracht pelzen verwisselt van eigenaar. Begrijpelijkerwijs zal de blanke ze na een maand of zes weer netjes naar den Eskimo terugbrengen. Met «en blanke in het Noorden geleefd te hebben wordt zoowat als een diploma beschouwd van een exclusief goede school, zooals men dit in de beschaafde lan den beschouwd. Om een vrouw te hebben van een blanke geeft een Eskimo het hoogste sociale pres tige, en om zoo een te bezitten is hij gaarne bereid om aan den speculant veje keeren het aantal hui den te betalen, dat haar opvoeding heeft gekost. Nu zou deze buitensporigheid nog niet eens zoo „Hij heeft wat je noemt overwicht", dacht Mr. Levy vaak met groot genoegen, en reeds voor den oorlog, toen Vanessa nog maar negen jaar oud was, had hij zich dezen man uitverkoren. Hij vertrouwde, dat de jong getrouwde vrouwen, die nu zoo tusschen de veertig en vijftig waren en Lord St Austel allemaal even erg verafgoodden, hem wel be zig zouden houden en er voor zorgen, dat hij onge trouwd bleef, totdat zijn Benjamln's tijd gekomen was om het Noodlot een beetje ln de kaart te spelen. En het geluk had hem aldoor gediend, zijn prooi ge spaard voor kogels en gas en granaten, terwijl de rest van de familie, de een voor, de ander na, van het we- reldtooneel verdween. En vanaf het allereerste begin van de Invention Scheme, had Mr. Levy in zijn vuistje gelachen maar het was een netelig gevalletje om op te knappen en toch wist hij dat hij de troefkaart in handen had en eenvoudig moest winnen. Geen wonder dus, dat zijn hart sneller klopte dan gewoonlijk, toen hij op het antwoord van Lord St. Austel zat te wach ten. „U weet, dat ik in het nauw gedreven ben en dat ik me waarschijnlijk wel gedwongen zal zien uw aanbod aan te nemen, Mr. Levy," zei Hubert ten laatste en weer stond hij op om heen te gaan, „maar ik moet er vanavond nog eens over nadenken." „Het is een zeer billijk aanbod, mijn 'waarde Lord, en het is onder de strikste geheimhouding gedaan. Uw vrienden zullen hooge rente ontvangen van de gelden, die ze ln de zaak hebben gestoken. Uzelf zult binnen een of twee jaar tweemaal zoo rijk wezen, als u nu bent Niemand zal ooit weten, dat er iets aan de zaak geha perd heeft. Alle schandaal zal worden vermeden en de St Austel naam onbezoedeld blijven en alles, wat u voor deze goede kansen hebt te betalen, is een wei-op gevoede, zeer presentabele Jonge vrouw als uwe echtge noote te aanvaarden Lord St. Austel keek Mr. Levy met zijn scherpe oogen eens doordringend aan, haalde licht zijn schouders op en stak een nieuwe sigaret aan. „Ik zal u morgenochtend mijn antwoord telefoneeren," zei hij, ging de kamer uit en deed de deur kalm achter zich dicht. „Op een goeden dag zal lk grootvader wezen van een kleinen, Engelschen Lord fluisterde Mr. Levy toen verderfelijk zijn, als de opvoeding van den blanken man haar iets goeds deed. Maar integendeel, ze is niet alleen waardevol als helpster van den Eskimo, maar heeft een groot aantal beschaafde gewoonten geleerd, die bijna fataal zijn voor den inboorling, en die haar nieuwe echtgenoot cn familie in den regel getrouw copieeren. Peary Amundscn cn anderen, die lang in de Arctische landen verkeerd hebben, bevonden, dat de grove degelijke kleeding en de ge woonten der Eskimo's niet alleen practisch waren, maar een harde noodzaak om in dit klimaat de ge zondheid te behouden Wollen kleeren gooiden zij weg voor karaboe-huiden, vulden hun magen drie keer per dag met rauw voedsel, leefden in de dikke sneeuw., gezond en voorspoedig. Deze door blanken getrainde vrouwen echter, vragen wol en zelfs zijde. De handelaar geeft aan zijn vertrekkende vrouwen uit gewoonte of erkenning in den regel 'n paar zij den kousen, wat zijden onderkleeren eneen bus opener mede. De andere vrouwen zijn natuurlijk niet tevreden, of ze moeten dat ook bezitten, en de echtgenooten moeten dit van den handelaar koopen. Een goede handelstruc dus! <5 Een busopener om den hals. De busopener hangen zij om hun hals als ver siering en als symbool van hun opvoeding en eman cipatie. Ze heeft geleerd delicatessen te eten. Om ra den stijl van zijn nieuwe modern-geneigde vrouw te leven moet de Eskimo van den handelaar allerlei geconserveerde artikelen kooper, eveneens gecon denseerde melk voor de babies in plaats van de moedermelk En om in dezo stij1 le blijven is de misleide Eskimo vaak gedwongen in de nabijheid van de kleine nederzettingen rondom de handels posten te gaan wonen. Hier bouwt hij een armza lige, maar gemakkelijke hut van steen en drijfhout; de handelaar verkoopt hem wollen kleeren, waarin, hij, ondanks de kachel, kou in lijdt. De kinderen lij den aan Engelsche ziekte en de heele familie aan scheurbuik, tuberculose en allerlei epidemies, als: roodvonk, mazelen, influenza; hetgeen alles onbe kend was vóór den komst der blanken, En in ruil voor al deze ongelukken, kan het stervende ras pa tent-medicijnen van den handelaar koopen, naar de radio luisteren en ontvangt wat gratis onderwijs. Ook hier bevestigen uitzonderingen den regel. Niet alle handelaren zijn gewetenloos. F.r zijn enkelen, die met een inheemsche sch'oone zijn getrouwd, die verscheidene gezonde jongens hebben en heel eerlijk handel drijven. De komst van den blanke had nog een nadeel. Vroeger moest de Eskimo door zijn dapperheid en met beenen of ivoren wapens op dieren jagen, en kreeg voldoende om van te leven. Nu met de buks, slacht hij de karibou gemakkelijk, zoodat hij ze zelfs als hondenvoedsel gebruikt. En spoedig decimeerde hij de groote kudden, zij trokken weg. Aan de Ilud- son Baai of de Westelijke provincies, wordt, haast geen karibou meer gevonden. Het hoofdvoedsel van den Canadeeschen Eskimo is verdwenen. Nu kan hij slechts op witte vossen jagen; ook dit dier wordt nu zeldzamer. En wat krijgt hij ervoor in do plaats? Slechts ellendig voedsel in blik en wollen kleeren. Er heerscht groote ellende en honger onder de Eskimo's. Een handelaar in Noord-Manitoba sloot voor een vierdaagsche reis zijn hut. Toen hij terug kwam, vond hij de lijken van 20 Eskimo's rondom zijn hut liggen. Later vertelden andere Eskimo's het treurige verhaal. Zij hadden geen middelen meer om te leven en leden groot gebrek en honger. Als laatste redmiddel trokken zij naar zijn hut, om wat voedsel af te bedelen; zij vonden de hut geslo ten. Uitgeput van honger en koude sommigen wa ren op hun knieën naar de hut gekropen gingen zij in de sneeuw liggen oni het einde af te wachten. En zoo vroren zij dood. Geheele families zijn zoo ten onder gegaan. De Eskimo's kunnen gered worden, doch er is maar één weg. Zeventig jaar geleden vonden de De nen de Eskimo's van Groenland geheel gedemorali seerd, hongerend, op den rand van den ondergang. De blanke werd geblameerd. De regeenng joeg eiken blanken handelaar het land uit, verbood hen, het land te betreden. Een regeerings-handelsbureau werd opgericht, zonder uitbuiting van den Groen landen Tegenwoordig zijn de Eskimo's van dit land gezond en welvarend; meer talrijk en tevreden dan ooit. Eveneens zijn de Eskimo's van Alaska in be volking en welvaart toegenomen, sinds er aandacht aan de sendier-exploitatie werd besteed. De Eskimo's van Canada's hooge Noorden geven een bedroevend beeld in vergelijking hiermede. Ook deze Eskimo's zijn volgens rapport van Canadee sche kenners van den politic-dienst en volgens missionarissen zeer wel waard om van den onder gang gered te worden. De Canadeesche regeering zal zijn bezoeker weg was en hij wreef zich ln de wei-ge vormde, goed verzorgde handen. En aldoor zag Hubert toen hij zich kleedde, zoo vaak hg ln den spiegel keek, den strop al om zijn hals. HOOFDSTUK IL In de loge recht tegenover die, waarin Lord St. Austel had plaats genomen, zaten twee dames en drie heeren. De eene dame keek een beetje zuur en hield hare oogen strak op het tooneel gericht, omdat ze geen zin had om te praten. Ze had Hubert St. Austel verloren eindelijk was het tot haar doorgedrongen. Hij was nooit zoo vurig geweest als zij en was hun vriendschap altijd van den zeer luchtigen kant blijven beschouwen. Bijna altijd was hij grillig en humeurig, zoodat je je bijna aan hem begon te ergeren maar de enkele ma len, dat het haar vergund was geweest, zijn ware. betoo- verende innemende persoonlijkheid te zien, hadden haar ervaren hart hartstochtelijk doen kloppen. Als ze hem had kunnen blijven boeien, met hem getrouwd was, zou hij alleen meer waard geweest zijn voor haar, dan alle andere mannen te zamen. Het was bijna gedaan met den algemeenen voorkeur voor jong getrouwde vrouw- tjes van tusschen de veertig en vijftig. De mannen be- gonnen weer meer te voelen voor leeghoofdjes van even in de twintig. Ze wist dit en besefte dat, hoewel ze pas achter in de dertig was, haar kansen om den zoozeer begeerden minnaar terug te winnen, uiterst gering wa ren. Daar bijna iedereen van behoorlijken leeftijd in den oorlog was gedood, en ze weinig of niets voor „jon gens" voelde, bevond ze zich in een toestand, die zelfs het zachtzinnigste karakter een leelijken knauw zou ge ven! en Alice, Duchess of Lincolnwood was verre van zachtzinnig. „Allice is een dot ze ziet er nog zoo goed uit je zou niet zeggen dat ze al vijf en twintig was en ze is toch ouder! en ze is zoo rijk!" Dat zeiden haar vrien den Maar als ze behoeftig was geweest zouden ze gezegd hebben „Wat een kat Is ze toch!" Om de waarheid te zeggen was ze eenvoudig een zeer beschaafd, bekoorlijk, wcreldsch dametje, met ongeveer evenveel hersens als een Gulneesch biggetje. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 2