Een beste Bril
Voor elck wat wils.
Wie geen IfiOIIKIICn pepermunt gebruikt,
laaf de meest verkwikkende versnapering aan zich voorbijgaan.
De Olijfboom.
Fa. Gebr. ROTGANS, Hoogzijde E16, Schagen.
Het uitsterven van de Canadeesche
Eskimo's.
f i.7.'77.:." 7 77.7" -7...7 777777..7.77L
E77I77I77"777777777777777 '-TT.. 7377777:77777:777"77 I
7._11777777777.7. 7 -Tl
A^mTj WortiiWo crown.
Voor engTos bijFa. J. F. v. Lieshout en Fa. G. Kuyper, Alkmaar.
In geen van 's werelds staten
treft men 't zoo fijn ooit aan."
„Wat" sprak zij „moet ik hooren?
Dat had ik nooit gedacht.
Hebt gij naar 't rijk Stavoren
slechts zemelen gebracht?
Zou ik dat vuil aanvaarden?"
Haar woord klonk als vemjn
„Ik vroeg je 't schoonst op aarde
En dat zou koren zijn??"
De zeeman daarentegen
sprak: „Koren is niet min.
Elk ziet het als een zegen
voor zich en zijn gezin."
„'k Veracht jou aangebeden
gewas hoe men t ook prijs'.
En 't best is dat ik heden
nog" sprak zij „'t jou bewijs
Waar liet ge 't koren neder?
Aan stuurboord zegt ge? Goed,
Dan werpt ge alles weder
aan bakboord in den vloed.
Het schip moet leeg verstaat ge;
en t moet direct geschién.
Niets achterblijven laat ge.
Ik kom er zelf naar zien."
De schipper ging, maar wachtte.
Hij deed niet naar 't gebod
Wijl hij 't bevel verachtte
en 't vloekte tegen God.
Hij riep met vol erbarmen
de armen tot de vrouw
Opdat het zien oer armen,
haar hart verteed'ren zou.
Maar zij, vertoornd en giftig,
wijl 't werk niet was gedaan,
Beval haar knechten driftig
vlug naar het schip te gaan.
„Den armen koren geven?
Geen korrel voor die bent.
Laat hong'ren heel hun leven,
die hong'ren zijn gewend".
Luid de bevelen klinken.
In 't bed van Flevo's meer
In breede stroomen zinken
de gouden korrels neer.
De armen biddend, klagend,
zien 't werk der knechten aan,
Vergeefs in wanhoop vragend
een korrel van het graan.
De zeeman slingert woorden
der vrouw in 't trotsch gelaat
Van drift om 't ongehoorde
der schand'lijk slechte daad.
„Het goede zal zich loonen"
- riep hij „het kwaad straf God.
U, die Hem zoo durft hoonen
wacht straks een bitter lot.
De tijd zal eenmaal naken
dat gij de korrels zoekt,
Die gij hoe is 't te laken
zoo lasterend vervloekt
Uw dag van bitt're rouwe
verschijnt en diep verdriet."
Maar zij, de trotsche vrouwe
sprak: „mij verschijnt die niet.
Stavoren'» rijkste erve
blijft voor gebrek behoed.
Zie, deze ring vervverve
zij wierp hem in den vloed
Bevestiging der plagen
uit uwe profetie
Zoodra hij op mocht dagen.
en ik hem wederzie".
De kok denzelfclen avond
den ring vond in een visch.
De waarheid daarmee stavend,
wat God wil moog'lijk is,
Die zegt: het goede sparen;
die 't kwade straft naar eisch
En schepen laat verklaren,
geroofd, voor goeden prijs.
Het onheil wou niet wijken
van Friesland's rijkste stad
En arm werd juist de rijke,
die zooveel goed tezat
De Turken cn tle Mooren,
zij roofden schip en schuit.
De vrouwe van Stavoren
bleek hun een rijke buit.
Zóó arm werd zij, de vrouwe,
dat zij om koren bad.
Vol droefheid, spijt en rouwe
doorkruiste zij de stad.
De honger wierp de arme
op 't ziekbed en niet één
Had met de vrouw erbarmen,
zij stierf veracht alleen.
Maar weelde week er nimmer
uit Stavoren, vol pracht.
Daar rijkdom toch nog immer
door 't schip werd aangebracht.
De vingerwijzing faalde.
Toen wies het straffend zaad.
Op heel de stede daalde
de vrucht van 't wassend kwaad.
Waar eens het edelst koren
geworpen was in zeo
Ontstond voor 't rijk Stavoren
een zandbank op de zee.
En lange halmen bloeiden
op 't zand vlak, jaar op jaar,
Maar nimmer, nimmer groeiden
er korrels in de aar.
De zandbank steeg. De haven
verzandde meer en meer.
ren van 1840, had zijn stempel op haar gedrukt! Toch
was ze niet onknap, al was ze hoekig en stgf. Ze scheen
het meisje, dat haar volgde, volkomen te overheerschen
Een meisje, met groote, zachte, zwarte oogen en git
zwart haar, dat strak achterover was geschuierd en in
een dikken wtong in haar hals lag. Een meisje, dat
een gelen avondmantel droeg, van een eenigszlns ouder-
wctsch model, maar om haar lange, verblindend witte
hals een prachtige paarlsnoer had hangen. Ze namen
kaar plaatsen in, een rij of twee meer achteruit dan de
loge avant-scène. doch vlak er onder, zoodat de per
sonen daar goed te zien waren. Maar het meisje had
enkel oogen voor het tooneel, toen het gordijn eenmaal
op was. en hoe zou dat ook anders kunnen, nu ze haar
eerste opera in Engeiand bijwoonde.
Aan het einde van de eerste acte sprak ze de dame,
die bij haar was, in het Italiaansch aan. Butterfly deed
nieuwe gevoelens in haar ontwaken een heerlijk roze
gloed lag nu over haar eerst zoo bleek gezichtje haar
oogen glansden als sterren en haar lief, een beetje zin
nelijk mondje leek wol een sappige rijpe kers. Langen
tijd merkte niemand haar op, zoozeer kan schoonheid
schuil gaan onder ouderwetsche kleeding en een niet-
modicus kapsel. Maar ten slotte zei toch de eene oude
beau tegen den andere, terwijl hij zijn tooneelktjker op
haar richtte
„Daar zit me een paar oogen allemachtig en
wat een troost, weer eens een dikke wrong haar te
zien, na al die gebobde hoofden op die heele rij!"
Iiets deed het meisje in hun richting kijken en haar
blik ontmoette nlot dien van het oude heertje, doch
tflcn van Lord St Austcl, die juist in de loge was geko
men en nu lusteloos de zaal overzag. Een eigenaardig
gevoel doortrilde haar Hij was niet zoo bijzonder
knap zag er nog al vermoeid uit en scheen niet zoo
heel jong meer maar heel zijn optreden werd geken
merkt door een buitengewone distinctie. Niemand, wiens
kleeren hem zoo als gegoten zaten. Niemand, die zoo
welopgevoed scheen.
Het meisje was belachelijk ouderwetsch en Tenny-
son's versregels over Lancolot schoten haar te binnen
„Seamcd with een ancient sword cut on hls cheek,
and bruised and bronzed. and more than twice her
years. she llfted up her eyes and loved Kim with that
love which was her doom."
Geen schip uit verre landen
ter stede keerde weer.
Men kon het niet verhelen,
de welvaart was verstoord.
Toch leefden nog zoo velen
in wilden wellust voort.
Toen ving men in de bronnen
een zeevisch in de stad
En berm en dijk begonnen
te druipen van het nat
Een vloedgolf, hoog gestegen,
brak wering dam en dijk,
Waar hij geteeld wordt. Merkwaardige
legenden over den boom, die in de oud
heid als een heilige plant beschouwd
werd.
De wilde olijf werd oorspronkelijk gevonden in
Syrië, Griekenland en Afrika, op de lagere gedeelten
van den Atlas. De Olijfboom wordt echter ook go-
kweekt in Syrië en op de kust van de Levant, welke
streken door geen koude winden worden bezocht. De
vlakte van Athene is bijna geheel met olijfhoomen
beplant. In Europa werd de olijfboom het eerst aan
geplant in Toscane, Zuidelijk Frankrijk en op de
vlakten van Spanje. De Toscanen waren de eersten,
die de olijfolie in het groot uitvoerden, en vandaar
wordt zij ook wel eens Florentijnsche olie genoemd.
Als de zuiverste olijfolie wordt echter die uit Aix in
Frankrijk besohouwd. De meest geschikte tijd voor
het uitpersen van olijven is vóór de vruchten geheel
rijp zijn geworden. Als het plukken te lang wordt
uitgesteld, dan wordt hierdoor de volgende oogst be
lemmerd en draagt de boom slechts elke twee jaar
vruchten.
In de Oudheid werd de Olijfboom als een heilige
plant beschouwd. Men gebruikte toen de olie tot
drankoffers voor de Goden; met de takken kroonde
men de overwinnaars in de Olympische Spelen. De
Grieken verklaarden den oorsprong van de olijf als
volgt. Neptunus zou eens een geschil gehad hebben
met Minerva betreffende den naam der stad Athene.
De Goden besloten toen, dat degene, die aan het
menschdom het beste geschenk zou geven, gelijk zou
krijgen. Neptunus sloeg met zijn drietand op den
oever, en een paard sprong daaruit te voorschijn.
Minerva bracht echter een olijfboom voort, welke
als het zinnebeeld van vrede en burgerlijke welvaart
werd beschouwd. Minerva kreeg dientengevolge de
voorrang, want men oordeelde, dat de vrede verkies
lijker was boven den oorlog, waarvan het paard het
zinnebeeld was. Ook in de Bijbelsche geschiedenis
heeft de Olijfboom en geheel bijzondere bcteekenis.
Toen Noach in zijn ark op het water ronddobberde,
liet hij een duif uitvliegen of het water reeds min
derde; maar zonder hoop kwam de duif terug. Na
zeven dagen liet hij een tweede duif uitvliegen en
deze keerde terug met een Olijftak in den bek. Aan
dit teeken zag Noach, dat de wateren minderden.
Volgens de geschiedenis moet zich in de Acropolis
te Athene ook een olijfboom hebben bevonden. De
schrijver Clarke vertelt van dezen boom, als hij den
tempel van Pandrosus bespreekt, het volgende: .,In
dit gebouw was nog in de tweede eeuw de olijfboom
bewaard, waarvan Appollodorus spreekt en die zoo
oud moet zijn als deze sterkte is." Stuart meent, dat
deze boom gestaan had in het portaal van den tem
pel van Pandrosus.
met ronde glazen f 2.00.
Gediplomeerd Opticien.
Het aangewezen adres voor Goede en
GoedKoope OptleK.
Zou deze man haar „doom", haar noodlot worden?
Neen hoe dwaas en hg was vast niet tweemaal zoo
oud als zij hij kon niet ver over de dertig wezen
en zij was negentien Er hing een magnetische aan
trekkingskracht van hem uit Maar zijn oogen zagen
haar niet al staarde hü haar dan ook vlak in het gelaat
Hij was verdiept in zijn eigen gedachten, die alles
behalve aangenaam waren. Want het voorstel, dat
Benjamin Levy hem gedaan had, was dat hij diens
dochter tot zijne echtgenoote zou maken en in ruil
daarvoor zou hij. Benjamin Levy, de heele zaak van die
uitvinding beheeren, zorgen, dat alles goed ging, en dat
allen, die er bij geïnteresseerd waren, er een fortuin mee
maakten.
Hubert had het voorstel zwijgend aangehoord; het
was zoo ontstellend, het druischte zoo lijnrecht in tegen
al zijn instincten. Hij was te modern om zich met bom-
bastischen trotsch te verhoogvaardigen op zijn ouden
naam en oud geslacht maar diep in zijn binnenste
verafschuwde hij toch het idee. te zullen trouwen met
het kind van een Joodschen geldschieter.
Zijn eerste ingeving was geweest, verontwaardigd te
weigeren maar hij dacht aan zijn oom. den ouden
Marquis, en aan zijn vrienden, en dus bleef hij zwijgen
Benjamin Levy zat hem oplettend te bestudeeren en
zijn hart klopte hevig want het oogenblik, dat hij
zoo lang had voorbereid, was nu gekomen.
Het schijnt, dat tallooze, zeer verstandige menschen
er steeds één zw.%kke plek op nahouden, die hen over
dreven veel waarde doet hechten aan iets, dat op zich
zelf feitelijk weinig te beteekenen heeft De zwakheid
van Benjamin Levy bestond hierin, dat het zijn harts
tochtelijke wensch was, zgn dochter Vanessa te zien
huwen met een Engelschen „peer*. Niemand in heel het
Eritsche Rijk was beter op de hoogte van de aristocra
tie, dan hij. Hij wist alles van hun zwakheden en ge
breken hun inkomen en hun overgeërfde kwalen of
eigenaardigheden. Hij wilde niet alleen een peer tot
schoonzoon hebben, maar het moest do beste wezen, die
er te krijgen was en de Earl of St. Austel was het
ideaal, dat hij zich voor oogen gesteld had. Want niet
alleen was hij van zeer oude familie en bezat hij uitge
strekte landgoederen, hij was eene persoonlijkheid, die
door alle vrouwen werd begeerd. Het meest populaire
lid van de Turf Club, door iedereen geacht.
Bedekte stad en wegen
begroef ze onder 't slijk.
In 't diepst der zee verzonken
een sage, die 't onthoudt
Ligt eeuwen al verdronken
een stad, zoo schoon gebouwd.
Stavoren is 't, gegeven
als beeld dat wijzen blijft
Waarheen n top gedreven
genotzucht henen drijft.
DOOR DEN VROUWENHANDEL.
Van het volk der Eskimo's zijn er nog
slechts 5000 over. Resultaat van de
gewoonte jonge vrouwen aan blanken
uit te leveren.
Een der moeilijkste vraagstukken voor Canada is
een middel vinden, dat de Canadeesche Eskimos be
hoedt voor uitsterving. De blanken zijn de oorzaak;
al doodden zij de Eskimo's niet met het geweer, toch
zijn zij verantwoordelijk voor deze vernietiging door
hun methoden van uitbuiting der kinderlijke lieden
daar in dat hooge noorden. Dit volk is een paar
jaar van 15000 tot 5000 geslonken. En de Eskimo zelf
werkt dit in do hand. Zoodra er een blanke hande
laar uit de beschaafde wereld arriveert, komt de
Eskimo naar hem toe met een aantal vrouwen, en
vraagt den blanke hen vrij te huwen. Vrouwen zijn
hun eigendom en kunnen verhandeld worden in ruil
voor buksen, tabak, huiden of andere kostbare ar
tikelen. De waarde van een vrouw in contant geld
varieert van 25 tot 500 gulden. Enkelen zijn het dub
bele daarvan waard. Als men denkt, dat een mooi
jong meisje een hoogere prijs opbrengt op de markt,
dari een oudere huisvrouw, vergist men zich.
Gevoel en oog voor schoonheid is bij dit poolras
doodgevroren, door de harde noodzakelijkheid, want
de Eskimo heeft een practische, zuinige en vooral
getrainde echtgenoote noodig. Gezichten tellen niet
mee, wèl prefereert hij ze vet, omdat ze dan langer
kunnen hongerlijden! Sinds dal ras zich in het Noor
den vestigde, geeft een vrouw die competent is om
een gebroken been te zetten, om een wankele kayak
of kanoe-van-huiden te besturen in een stormach
tige zee, den doorslag tusschen den dood of 't over
leven dier barstrenge winters. De inboorling koopt
het meisje van haar ouders tegen zeer billijken
prijs, omdat zij zonder ervaring zijn. Hij kan ze trou
wen en ze dan zelf trainen, tot ze dan een veel hoo-
geren prijs kunnen opbrengen, maar dit duurt te
lang en de kosten van voeding zouden dan letterlijk
de verdiensten opeten. Als hij dan een blanken man
kan overhalen haar te trouwen, al is het voor korten
tijd, dan zal zij meer waard worden, dan wanneer zij
met een dozijn gewone mannen getrouwd was. Hij
kan dan zelfs hopen de fabelachtige som van meer
dan 1200 gulden voor haar te ontvangen.
De scherpzinnige handelaar weigert het aanbod
eerst, de zedige meisjes met een afkeurend zuur ge
zicht aankijkend. Hij zegt den man dan, om ze maar
weer mee te nemen, dat hij heeleraaal geen vrouwen
wenscht, en zeker niet jonge, die nooit bij een ander
zijn geweest. De meisjes kijken bedroefd, en de spe
culant, die ze bezit, begint dan te handelen. Hij
biedt een witte vossenhuid bij elke vrouw en na lang
sjaggeren accepteert de blanke en neemt zooveel
vrouwen als hij denkt, dat hem nuttig kan zijn en
een flinke vracht pelzen verwisselt van eigenaar.
Begrijpelijkerwijs zal de blanke ze na een maand of
zes weer netjes naar den Eskimo terugbrengen. Met
«en blanke in het Noorden geleefd te hebben wordt
zoowat als een diploma beschouwd van een exclusief
goede school, zooals men dit in de beschaafde lan
den beschouwd. Om een vrouw te hebben van een
blanke geeft een Eskimo het hoogste sociale pres
tige, en om zoo een te bezitten is hij gaarne bereid
om aan den speculant veje keeren het aantal hui
den te betalen, dat haar opvoeding heeft gekost.
Nu zou deze buitensporigheid nog niet eens zoo
„Hij heeft wat je noemt overwicht", dacht Mr. Levy
vaak met groot genoegen, en reeds voor den oorlog,
toen Vanessa nog maar negen jaar oud was, had hij
zich dezen man uitverkoren.
Hij vertrouwde, dat de jong getrouwde vrouwen, die
nu zoo tusschen de veertig en vijftig waren en Lord
St Austel allemaal even erg verafgoodden, hem wel be
zig zouden houden en er voor zorgen, dat hij onge
trouwd bleef, totdat zijn Benjamln's tijd gekomen
was om het Noodlot een beetje ln de kaart te spelen.
En het geluk had hem aldoor gediend, zijn prooi ge
spaard voor kogels en gas en granaten, terwijl de rest
van de familie, de een voor, de ander na, van het we-
reldtooneel verdween. En vanaf het allereerste begin
van de Invention Scheme, had Mr. Levy in zijn vuistje
gelachen maar het was een netelig gevalletje om op
te knappen en toch wist hij dat hij de troefkaart in
handen had en eenvoudig moest winnen. Geen wonder
dus, dat zijn hart sneller klopte dan gewoonlijk, toen
hij op het antwoord van Lord St. Austel zat te wach
ten.
„U weet, dat ik in het nauw gedreven ben en dat ik
me waarschijnlijk wel gedwongen zal zien uw aanbod
aan te nemen, Mr. Levy," zei Hubert ten laatste en
weer stond hij op om heen te gaan, „maar ik moet er
vanavond nog eens over nadenken."
„Het is een zeer billijk aanbod, mijn 'waarde Lord,
en het is onder de strikste geheimhouding gedaan. Uw
vrienden zullen hooge rente ontvangen van de gelden,
die ze ln de zaak hebben gestoken. Uzelf zult binnen
een of twee jaar tweemaal zoo rijk wezen, als u nu bent
Niemand zal ooit weten, dat er iets aan de zaak geha
perd heeft. Alle schandaal zal worden vermeden en de
St Austel naam onbezoedeld blijven en alles, wat u
voor deze goede kansen hebt te betalen, is een wei-op
gevoede, zeer presentabele Jonge vrouw als uwe echtge
noote te aanvaarden
Lord St. Austel keek Mr. Levy met zijn scherpe oogen
eens doordringend aan, haalde licht zijn schouders op
en stak een nieuwe sigaret aan.
„Ik zal u morgenochtend mijn antwoord telefoneeren,"
zei hij, ging de kamer uit en deed de deur kalm achter
zich dicht.
„Op een goeden dag zal lk grootvader wezen van een
kleinen, Engelschen Lord fluisterde Mr. Levy toen
verderfelijk zijn, als de opvoeding van den blanken
man haar iets goeds deed. Maar integendeel, ze is
niet alleen waardevol als helpster van den Eskimo,
maar heeft een groot aantal beschaafde gewoonten
geleerd, die bijna fataal zijn voor den inboorling, en
die haar nieuwe echtgenoot cn familie in den regel
getrouw copieeren. Peary Amundscn cn anderen,
die lang in de Arctische landen verkeerd hebben,
bevonden, dat de grove degelijke kleeding en de ge
woonten der Eskimo's niet alleen practisch waren,
maar een harde noodzaak om in dit klimaat de ge
zondheid te behouden Wollen kleeren gooiden zij
weg voor karaboe-huiden, vulden hun magen drie
keer per dag met rauw voedsel, leefden in de dikke
sneeuw., gezond en voorspoedig. Deze door blanken
getrainde vrouwen echter, vragen wol en zelfs zijde.
De handelaar geeft aan zijn vertrekkende vrouwen
uit gewoonte of erkenning in den regel 'n paar zij
den kousen, wat zijden onderkleeren eneen bus
opener mede. De andere vrouwen zijn natuurlijk
niet tevreden, of ze moeten dat ook bezitten, en de
echtgenooten moeten dit van den handelaar koopen.
Een goede handelstruc dus!
<5 Een busopener om den hals.
De busopener hangen zij om hun hals als ver
siering en als symbool van hun opvoeding en eman
cipatie. Ze heeft geleerd delicatessen te eten. Om
ra den stijl van zijn nieuwe modern-geneigde vrouw
te leven moet de Eskimo van den handelaar allerlei
geconserveerde artikelen kooper, eveneens gecon
denseerde melk voor de babies in plaats van de
moedermelk En om in dezo stij1 le blijven is de
misleide Eskimo vaak gedwongen in de nabijheid
van de kleine nederzettingen rondom de handels
posten te gaan wonen. Hier bouwt hij een armza
lige, maar gemakkelijke hut van steen en drijfhout;
de handelaar verkoopt hem wollen kleeren, waarin,
hij, ondanks de kachel, kou in lijdt. De kinderen lij
den aan Engelsche ziekte en de heele familie aan
scheurbuik, tuberculose en allerlei epidemies, als:
roodvonk, mazelen, influenza; hetgeen alles onbe
kend was vóór den komst der blanken, En in ruil
voor al deze ongelukken, kan het stervende ras pa
tent-medicijnen van den handelaar koopen, naar de
radio luisteren en ontvangt wat gratis onderwijs.
Ook hier bevestigen uitzonderingen den regel. Niet
alle handelaren zijn gewetenloos. F.r zijn enkelen,
die met een inheemsche sch'oone zijn getrouwd, die
verscheidene gezonde jongens hebben en heel eerlijk
handel drijven.
De komst van den blanke had nog een nadeel.
Vroeger moest de Eskimo door zijn dapperheid en
met beenen of ivoren wapens op dieren jagen, en
kreeg voldoende om van te leven. Nu met de buks,
slacht hij de karibou gemakkelijk, zoodat hij ze zelfs
als hondenvoedsel gebruikt. En spoedig decimeerde
hij de groote kudden, zij trokken weg. Aan de Ilud-
son Baai of de Westelijke provincies, wordt, haast
geen karibou meer gevonden. Het hoofdvoedsel van
den Canadeeschen Eskimo is verdwenen. Nu kan hij
slechts op witte vossen jagen; ook dit dier wordt
nu zeldzamer. En wat krijgt hij ervoor in do plaats?
Slechts ellendig voedsel in blik en wollen kleeren.
Er heerscht groote ellende en honger onder de
Eskimo's. Een handelaar in Noord-Manitoba sloot
voor een vierdaagsche reis zijn hut. Toen hij terug
kwam, vond hij de lijken van 20 Eskimo's rondom
zijn hut liggen. Later vertelden andere Eskimo's
het treurige verhaal. Zij hadden geen middelen
meer om te leven en leden groot gebrek en honger.
Als laatste redmiddel trokken zij naar zijn hut, om
wat voedsel af te bedelen; zij vonden de hut geslo
ten. Uitgeput van honger en koude sommigen wa
ren op hun knieën naar de hut gekropen gingen
zij in de sneeuw liggen oni het einde af te wachten.
En zoo vroren zij dood. Geheele families zijn zoo
ten onder gegaan.
De Eskimo's kunnen gered worden, doch er is
maar één weg. Zeventig jaar geleden vonden de De
nen de Eskimo's van Groenland geheel gedemorali
seerd, hongerend, op den rand van den ondergang.
De blanke werd geblameerd. De regeenng joeg eiken
blanken handelaar het land uit, verbood hen, het
land te betreden. Een regeerings-handelsbureau
werd opgericht, zonder uitbuiting van den Groen
landen Tegenwoordig zijn de Eskimo's van dit land
gezond en welvarend; meer talrijk en tevreden dan
ooit. Eveneens zijn de Eskimo's van Alaska in be
volking en welvaart toegenomen, sinds er aandacht
aan de sendier-exploitatie werd besteed.
De Eskimo's van Canada's hooge Noorden geven
een bedroevend beeld in vergelijking hiermede. Ook
deze Eskimo's zijn volgens rapport van Canadee
sche kenners van den politic-dienst en volgens
missionarissen zeer wel waard om van den onder
gang gered te worden. De Canadeesche regeering zal
zijn bezoeker weg was en hij wreef zich ln de wei-ge
vormde, goed verzorgde handen.
En aldoor zag Hubert toen hij zich kleedde, zoo vaak
hg ln den spiegel keek, den strop al om zijn hals.
HOOFDSTUK IL
In de loge recht tegenover die, waarin Lord St. Austel
had plaats genomen, zaten twee dames en drie heeren.
De eene dame keek een beetje zuur en hield hare
oogen strak op het tooneel gericht, omdat ze geen zin
had om te praten. Ze had Hubert St. Austel verloren
eindelijk was het tot haar doorgedrongen. Hij was nooit
zoo vurig geweest als zij en was hun vriendschap
altijd van den zeer luchtigen kant blijven beschouwen.
Bijna altijd was hij grillig en humeurig, zoodat je je
bijna aan hem begon te ergeren maar de enkele ma
len, dat het haar vergund was geweest, zijn ware. betoo-
verende innemende persoonlijkheid te zien, hadden haar
ervaren hart hartstochtelijk doen kloppen. Als ze hem
had kunnen blijven boeien, met hem getrouwd was, zou
hij alleen meer waard geweest zijn voor haar, dan alle
andere mannen te zamen. Het was bijna gedaan met
den algemeenen voorkeur voor jong getrouwde vrouw-
tjes van tusschen de veertig en vijftig. De mannen be-
gonnen weer meer te voelen voor leeghoofdjes van even
in de twintig. Ze wist dit en besefte dat, hoewel ze pas
achter in de dertig was, haar kansen om den zoozeer
begeerden minnaar terug te winnen, uiterst gering wa
ren. Daar bijna iedereen van behoorlijken leeftijd in
den oorlog was gedood, en ze weinig of niets voor „jon
gens" voelde, bevond ze zich in een toestand, die zelfs
het zachtzinnigste karakter een leelijken knauw zou ge
ven! en Alice, Duchess of Lincolnwood was verre
van zachtzinnig.
„Allice is een dot ze ziet er nog zoo goed uit je
zou niet zeggen dat ze al vijf en twintig was en ze is
toch ouder! en ze is zoo rijk!" Dat zeiden haar vrien
den Maar als ze behoeftig was geweest zouden ze
gezegd hebben „Wat een kat Is ze toch!"
Om de waarheid te zeggen was ze eenvoudig een zeer
beschaafd, bekoorlijk, wcreldsch dametje, met ongeveer
evenveel hersens als een Gulneesch biggetje.
Wordt vervolgd.