SchagerCourant t Nederlandsch fabrikaat. Hevige storm boven Engeland. Vierde Blad. In den nacht van Woensdag op Donderdag. De aanvang van het kerkuur. Gemengd Nieuws. Tetzner's bekentenis. Een veel geteisterd dorp. Zaterdag 7 December 1929 72ste Jaargang. No. 8576 grot )oi Ddlg 1 d d de ide „Ik heb maling aan het Nederlandsch labikaat" Dit is volgens een inzender in De Telegraaf, de uit spraak van vice-admiraal Jhr. G. L. Schorer, chef van de materiaal-afdeeling der Marine! Bedoelde in zender zet dan uiteen bij welke gelegenheid die uit spraak gevallen is en geeft bovendien nog een voor beeld, waaruit begunstiging van buitenlandsche fa brikaat moet blijken. Wij gaan daarop niet in. Wij willen noch kunnen onderzoeken, of deze chef, volgens wiens adviezen waarschijnlijk gehandeld wordt bij het besteden van vele millioenen, inderdaad aansprakelijk is voor die ietwat zonderlinge uitlating. Vast staat echter, dat niet weinig Nederlanders het met die uitspraak eens schijnen te zijn en bij voorkeur uit het buitenland betrekken, wat ook als binneninndsch product ver krijgbaar is. „Alleen wat men ver haalt, is lekker", zegt men wel. Omgekeerd zijn er echter ook enthousiastelingen voor het Nederlandsch fabrikaat, die, althans in woor den, van niet anders willen weten Misschien ligt de waarheid in het midden. In elk geval is de kwestie belangrijk en maakt ze herhaal delijk een onderwerp van discussie uit. Laten wij er daarom ook enkele beschouwingen aan wijden en probeeren de waarheid te benaderen. De meeste menschen, zoo komt het ons voor, trek ken zich er weinig van aan, of zij Nederlandsch of buitenlandsch fabrikaat gebruiken. Voor het geld, dat zij kunnen besteden, zoeken zij het beste, dat daarvoor te krijgen is. Allerlei persoonlijke, overwe gingen geven daarbjj den doorslag: smaak, gewoonte, familie-relaties, enz. Zoo zijn er menschen, die angst vallig elke Roomsche zaak trachten te vermijden, ter wijl andere ze juist opzoeken. Zulke particuliere overwegingen spelen echter geen rol in de zaak, die ons nu bezig houdt. De vraag: Nederlandsch fabrikaat of niet, duikt op, als de inzet is: één of meer schepen, een aantal locomotieven, scheepsladingen rails of buizen, machines of inetaalcontructies, welke met tonnen gouds betaald worden, enz. Dan wordt de alarmklok geluid en eischen de voorstanders van het Nederlandsch fabrikaat spe ciaal als de overheid een bestelling heeft te doen, begunstiging van de binnenlandsche nijverheid, ook al zou dit het uit te geven bedrag met 15 of misschien zelfs meer procenten doen stijgen. Doet zich zulk een geval voor. dan bestormt de of- ficieele „Vereeniging Nederlandsch Fabricaat" ons met deze vragen: Is het U bekend: le. Dat jaarlijks zeker honderd millioen guldens moeten worden besteed aan de leniging van de geldelijke nadeelen van de werkloosheid en de armoede? 2e. Dat onze bevolking jaarlijks met meer dan 100.000 zielen toeneemt, en dat thans nog slechts 1/8 gedeelte van wat jaarlijks vóór 1914 emigreerde, in staat is naar overzeesche gewesten te trekken? 3e. Dat tegenover een uitgave als bedoeld onder 1 staat een opbrengst aan Rijksinkomstenbelasting van ruim 90 millioen gulden, welke wordt opgebracht door 1624580 aangeslagenen? 4e. Dat er duizenden artikelen uit den vreemde worden betrokken (b.v. schoenen, electromotoren, rijwielen, tapijten, steenen, kachels, klinknagels, aar dewerk, enz. enz.) welke evengced, zoo niet be ter, in ons land kunnen worden vervaardigd? 5e. Dat elke gulden onnondig voor een niet- Nederlandsch artikel besteed, tengevolge heeft toe nemende werkloosheid en dus toene mende verarming en toenemende be lastingdruk? 6e. Dat de Vereeniging „Nederlandsch Fabrikaat" tot doel heeft: De bevordering van de ontwikkeling der Nationale Nijverheid en van den verkoop van Nederlandsche artikelen, als deze gelijkwaardig zijn met bnitenlandsche? 7e. Dat dit is een algemeen, nationaal landsbe lang, en ook voor U persoonlijk geldt, omdat eene ontwikkelde nationale industrie de nationale economische onafhankelijkheid bevordert; ontwikkeling der eigen nijverheid werkgelegenheid voor onze sterk toenemende bevolking geeft; millioenen guldens tegenwoordig moeten worden besteed voor werkloozenzorg en armoedeleniging!" Boem, boem! zou men geneigd zijn de groote s, I trom te laten meespreken als een pakkend slot om i 5 daarna deze ééne nuchtere vraag te stellen: Is dat alles nu inderdaad zoo ge wie h- H<tig als het zich voordoet? Laten we dat eens rustig bekijken. 1. Er is hier in Nederland inderdaad werkloos rits! beid en de steun aan de slachtoffers kost schatten nig, geld. Vergissen we ons niet, dan is er over onzen gren zen ook werkloosheid en veel erger dan hier. Toch worden daar het inlandsch fabrikaat en de inheem- sche producten sterk bevoordeeld door maatregelen van verschillenden aard. Niettemin meer werkloosheid dan hier! 2. Ook elders stijgt de bevolking, ofschoon niet overal en dikwijls niet in even sterke mate. Aan buitenlanders, die hier willen komen werken of zaken doen, wordt praktisch bekeken, geen stroo- |brced in den weg gelegd. Andere landen weren de landverhuizers en maken het haast eiken vreemde ling, ook de Nederlanders, onmogelijk om er werk vinden. De Vereenigde Staten van Noord-Amerika en onze Snaaste buren, Engeland en Duitschland, zijn daar heel sterk in. En toch: daar, in Engeland en Duitschland zeker, moer werkloosheid dan hier! Dat er alles wordt gedaan wat redelijk is, om de werkgelegenheid binnen onze grenzen te vergrooten, Verdient natuurlijk ieders steun. Droogleggingen, het in cultuur brengen van woeste gronden, het ver overen van buitenlandsche markten, wie zou er te- r jij gen zijn? Evenwel als onze nijverheid, onze landbouw of onze tuinbouw slechts zouden kunnen concurrecren op kosten van de inlandsche klanten, die men te hooge prijzen zou laten betalen, dan willen wij wel eens weten hoeveel millioenen dat zou kosten en of het redelijk is, dut het Ned. Fabrikaat zou drijven op gar ho re oor laai 7eei de w en, hel n d gi eet ten mor en alle r ei di en rits litsc 11 k II Bel snt. irla kke he duu en erpdte hi e d feri mo VI erk e trir ïscb woekerprijzen, afgeperst van de Nederlandsche be volking. 3. Wat deze opmerking omtrent de Rijksinkom stenbelasting moet beduiden, begrijpen wij niet Het is de best geregelde belasting, die wij hebben, want zij houdt rekening met onze draagkracht. Toch ontbreekt er nog al iets aan deze regeling. Vergissen we ons niet, dan heeft de heer Bekaar, ontvanger der belastingen uitgerekend, dat er zeker één milliard aan deze belasting ontsnapt! Eerlijkheidshalve zou naast de opbrengst van deze directe heffing ook vermeld moeten worden de op brengst der indirecte en van de accijnzen. Die hou den geen rekening met de draagkracht cn treffen speciaal de groote gezinnen. De meeste dezer belastin gen zijn reeds een niet onbelangrijke steun voor het Ned. fabrikaat. Kleeren, schoenen, enz., die aan de grens met 8 belast worden, komen de gebruikers zooveel duurder te staan, ook al koopen zij wat hier wordt gemaakt. 4. Ongetwijfeld worden hier allerlei artikelen ge maakt, die voor buitenlandsch fabrikaat niet onder doen. Er is niets tegen en alles voor dat wij ze koo pen, indien zo niet duurder zijn. Kunnen zij echter alleen dan concurreeren, wan neer de invoer belast wordt of als wij onszelf opleg gen meer te betalen dan noodig is, dan komt men gauw tot kasplanten-cultuur, welke slechts gedijen kan in niet-natuurlijke verhoudingen. Het leunen op zulk soort steun verzwakt den drang om door ver betering der productie-middelen eenz. te komen tot goede en goedkoope waar, welke de concurrentie kan volhouden. 5. Voor wie de wereld niet eindigt bij de grenzen van zijn eigen land, staat de zaak zoo: De bestelling van een schip in het buitenland, kan oorzaak zijn, dat hier werkloosheid ontstaat onder het personeel van een bepaalde werf. Werd het hier gebouwd, dan zou er op de buiten landsche werf minder werk zijn en dus zeer waar schijnlijk werkloosheid. Het is een verplaatsing van het kwaad, plaatselijk van beteekenis, maar voor de heele menschheid van geen gewicht. 6. Artikel 2 van de Statuten van de Vereeniging „Nederlandsch Fabrikaat" luidt als volgt: „De Vereeniging stelt zich ten doel, de bevordering „der belangstelling in de Nederlandsche Nijverheid „en van het gebruik en de vervaardiging van Neder landsche waren. „Allen, die tot de Vereeniging toetreden, verbinden „zich om het gebruik van nationale voortbrengselen „en waren te bevorderen en daaraan de voorkeur te „geven, wanneer zij in hoedanigheid en prijs met uit „het buitenland ingevoerde waren kunnen wedijve ren." Op het laatste komt het aan: wedijveren in prijs en hoedanigheid. In de praktijk komt het echter hierop neer, dat het Ned. Fabrikaat nog verdedigers vindt, als het 15 en meer percenten duurder is. Men komt dan tot dezen zonderlingen toestand, dat eenerzijds critiek wordt geoefend als de overheid duur werkt of exploiteert, terwijl men haar anderzijds dwingt om meer uit te geven dan in het belang van haar bedrijven nuttig en nood is. Hiermee is deze kwestie niet uitgeput, doch dit ar tikel is reeds lang genoeg. EEN REEKS VAN KLEINE ONGELUKKEN. DE OVERSTROOMINGEN BREIDEN ZICH UIT. Uit Londen wordt gemeld: In den nacht van Woensdag op Donderdag heeft boven Engeland een hevige orkaan ge woed, waardoor in het heele land een reeks kleine ongelukken zijn veroorzaakt De over stroomingen, die in de laatste dagen reeds ern stige schade aanbrachtten, zijn nog in om vang toegenomen. Hevige windstoten met een snelheid van 130 KJVI. per uur. Op sommige plaatsen bereikten de hevige windstoten een snelheid van 130 K.M. per uur, en steeg soms zelfs tot 160 K M. In het Kanaal en de Noordzee stond een buitengewone hooge zee en vele schepen moesten in havens een toe vlucht zoeken. De treilers kwamen te Huil in gehavenden toestand aan. De visschers zeiden dat zij zelden in zoo'n hevigen storm geweest waren. Tot dusver (dit was Donderdagochtend) zijn geen on gelukken op zee bekend, maar op land zijn boomen en muren omgewaaid en bij Bristol was het spoorwegver keer ontredderd doordat een stalen kraan op de spoor staven viel. De storm ging van slagregens vergezeld en het water ln het overstroomde gebied, met name in het Theems- dal, is opnieuw gestegen. De orkaan was een der zwaarste, welke sedert de laaste jaren zijn waargenomen. Verkeersstoringen; schepen in gevaar; on gevallen. De storm heeft te Londen geen ongelukken veroor zaakt, maar wel was het geheele verkeer ln de war en reeds om 12 uur 's middags waren 100 intercommunale telefoon- en telegraaf-lijnen buiten dienst, welk aantal ln den loop der dag tot 128 steeg. In het stedelijk net raakten meer dan duizend verbindingen onklaar, om dat het grondwater de kabels bereikte. Op Quecns Spuare (Islington) is de voorgevel van een huis naar beneden gekomen, waarin zich op dat oogen- blik tien personen bevonden, die echter allen met den schrik vrij zijn gekomen. Voor het overige bepaalde de schade zich tot omgewaaide boomen en schuttingen en afgewaaide dakpannen. Tijdens het hoogtepunt van den storm, toen ook de regen met stralen neerkletterde, was er desondanks geen parapluien in de hoofdstraten te zien, want het was on mogelijk er een op te houden; ook regenjassen van min der kwaliteit woelen aan flarden. Ongelukken in de provincie. Een eingenaardig ongeluk trof een motorrijder op den weg bij Andover in Hampshire. Op 20 meter voor hem uit, zag hij een boom dwars over den weg vallen, hij stopte, maar kon niet snel genoeg vaart minderen, zoodat de boom precies op zijn voorwiel terechtkwam, dat verbrijzeld werd. De rijder kwam er zonder een schram af. Van de beroemde kathedraal ln Lincoln is een der windramen van 80 M. hoogte naar beneden gekomen en heeft metselwerk meegetrokken en vrij groote verwoes ting aan den gevel veroorzaakt. Van de vllegdiensten uit Engeland heeft alleen het vliegtuig naar Amsterdam het opnieuw tegen den storm gebolwerkt, maar van Parijs naar Croydon met wind mee is een vliegtuig geland in 90 minuten. De maximum windsnelheid is vastgesteld te Falmouth met 95 mijl per uur (158 K.M.) Een meisje, dat zonder zich te kunnen verroeren, een half uur onder een omgestorten boom had gelegen ,werd in bewusteloozen toestand aangetroffen; haar toestand is ernstig. Ook op zee heeft de storm hevig huisgehou den. Eén schip letterlijk omgewaaid, zoo dat 21 menschen den dood in de golven von den. Toen de storm op zijn hevigst was, kwamen van ver schillende schepen op zee draadlooze noodseinen binnen Het Fransche stoomschip Cambronne en de Engelsche schepen Valacia en Rowanburn meldden, dat ze hulpe loos ronddreven tengevolge van schade aan de stuurin richting. Het Deensche stoomschip Helen meldde, dat het ern stige machineschade had. Het Zweedsche motorschip Balaklava deelde mede, dat zijn brug beschadigd was en dat de hutten midscheeps vol water stonden. De Kanaaldienst NewhavenDieppe werd gestaakt, maar CalaisDover werd volgehouden. De boot van Bo- logne naar Folkstone werd naar Dover gedirigeerd. De lichtboei voor de haven van Poole in Dorsetshlre is ge doofd en het was onmogelijk haar weer aan te steken. Draadloos zijn alle schepen gewaarschuwd om die ha ven niet binnen te gaan cn zich uit de kust te houden. Het groote stoomschip Frange dat onderweg van Bor deaux naar New York te Plymouth moet aanleggen, heeft na drie uur vergeefsche pogingen de reis voort gezet en den loods uit Plymouth mee naar New York genomen. Op de Zuid-Welsche kust is een Spaansche boot in gevaar en assistentie is uit Milford haven ver trokken. Het Spaansche schip, waarvan hierboven sprake Is, wordt door twee sleepbooten naar Cardlff gesleept, terwijl een reddingsboot in de buurt bleef, omdat het gevaar voor breken van de trossen accuut bleef. Een visschersboot, de Treisina, is bij Yarmouth ge strand; alle tien opvarenden zijn gered, maar de boot is gezonken. Drie mannen hebben bij Skerries, ruim 30 K.M. ten N. van Dublin het leven verloren tijdens den storm boven de Oostkust van Ierland. Zij waren leden van de bemanning van een kleine visschersboot, die schipbreuk leed. 21 menschen verdronken. Dicht bij Kaap Landsend is het vrachtschip Francis Duncan (2300 ton), dat met een lading kolen op weg was van Cardiff naar Roven, letterlijk omgewaaid bij het draaien naar Zuid-Oost. Van de 26 man der equi page heeft het vlak in de buurt zijnde stoomschip A11I- son Mey er vijf uit de golven kunnen oppikken. De anderen zijn verdronken, zooals de reddingsboot, die nog drie uur rondgevaren heeft, heeft vastgesteld. De Fran cis Duncan is binnen anderhalve minuut gezonken, wat verklaart, dat de bemanning geen wrakstukken heeft kunnen grijpen om zich aan vast te houden. Bezorgdheid over de overstroomingen. De Theems is nog hier en daar buiten haar oevers getreden, maar bij Teddington zijn slechts één miljoen gallon (één galon is 4JA liter) meer door de sluizen geloopen dan in het vorige etmaal. In het Lagerhuis is uiting gegeven aan de bezorgdheid ever de overstroomingen aan de beneden-Theems. Green- wood, de minister van volksgezondheid, antwoordde, dat de zaak onderzocht wordt, maar het was moeilijk om maatregelen te beloven, waardoor de overstroomin gen voorkomen zouden kunnen worden. Ook Noord-Frankrijk door den storm ge teisterd. Uit Parijs wordt gemeld: Geheel Noord-Frankrijk, en in het bijzonder de kust streek is Donderdag eveneens door een zwaren storm geteisterd. Nabij Lorient zijn drie trawlers gezonken zonder dat menschenlevens te betreuren vielen. In de provincie heeft de storm groote schade aangericht; Parijs had weinig te lijden. De Marne is door de hevige regens van de laatste dagen sterk gezwollen en kan elk oogenblik buiten haar oevers treden. Het radiostation te Marseille heeft voorts noodseinen opgevangen van het Italiaansche stoomschip „Vesuvio", thuisbehoorend te Genua, 5240 ton, dat in de nabijheid van de Fransche kust in nood verkeert. Wanneer dient do godsdienstoefening aan to vangen? „Een dwaze en onmogelijke taj<i" Vroegdiensten. De middugdienst en het etensuur. In het weekblad „De Gereformeerde Kerk" komt een bericht voor over een geschil, dat gerezen is tusschen den kerkeraad van de Ned. Herv. gemeente te Dokkum en den ring, welke aldaar in de vacature preekt. De ker keraad heeft de vacature-beurten vastgesteld op 's mor gens zeven en 's middag twee uur en houdt zelf de ge wone beurten van tien en zes uur tot zijn beschikking. De ring heeft met deze regeling geen genoegen geno men en maakte de zaak aanhangig bij het classicale be stuur, dat zijn bezwaren rechtvaardigde, waarna de ker keraad het geval voor het provinciaal kerkbestuur heeft gebracht, dat op zijn beurt den kerkeraad in het gelijk stelde. De ring zal zich nu tot de synodale commissie wenden. Zonder ons verder In dit geschil te mengen, aldus de geestelijke medewerker van de N.R.Ct, willen wij de aandacht vestigen op een uitdrukking van den bericht gever in het bovengenoemde weekblad, die 's morgens zeven uur „een dwaze en onmogelijke tijd" voor een godsdienstoefening noemt Hier roert deze schrijver een teer punt in de theologica, practica aan. Want omtrent het tijdstip van de godsdienstoefeningen heerscht geenszins een gemeenschappelijke overtuiging en het geen op het ééne oogenblik dwaas en onmogelijk schijnt is op het andere oogenblik algemeene gewoonte geweest of geworden. Het uur van de godsdienstoefening staat niet prin cipieel vast Hier mankeert iedere schrifuurlijke grond slag, al zal een spitsvoudig exegeet wel den een of an deren tekst weten op te diepen, waaruit een voorschrift overeenkomstig de Oud-Israëlitische tempelwetten of de synagoge-diensten in den Oud-Chrlstelijken tijd is af te leiden. Ook de Dordtsche kerkorde laat haar stipte na volgers op dit punt in den steek. En tenslotte draagt het vigeerend reglement van de Ned. Herv. Kerk de re geling van den tijd der openbare godsdienstoefeningen aan den Kerkeraad op, een in dezen dus louter plaatse lijk gezaghebbend orgaan. Het is de praktijk, welke hier uitsluitend de richting aangeeft. En de praktijk is afhankelijk van allerlei fac toren. welke goeddeels meer van maatschappel ijken dan van zuiver-kerkeljjken aard zijn. Vergelijkt men het aanvangsuur van de godsdienst oefening in de ver schillende tijdperken, dan doet men enkele merkwaardige ontdekkingen. Zoo staat vast, dat over de geheele linie dit aanvangsuur allengs later is geworden. Een godsdienstoefening des morgens om ze ven uur moge thans „dwaas en onmogelijk" schijnen, bij de voorvaderen, die zooveel vroeger bij de pinken wa ren dan wij, was deze tijd geenszins ongewoon. De school begon immers in vorige eeuwen ook reeds om zes uur des morgens. In de Roomsche „vroegkerlt" heeft zich het ochtend lijk uur nog gehandhaafd; deze stille mis in den mor gen vangt om zeven uur en soms wel vroeger aan. Het is de godsdienstige wijding van den dag en daar ook bij de Protestanten de Zondagochtenddienst ais inwijding van den eersten dag in de nieuwe week is bedoeld, is het liturgische noodzakelijk, met deze godsdienstoefe ning den dag te beginnen. Over 't algemeen staan de plattelanders eerder op dan de stedelingen! Vandaar ook. dat de dorpskerk eerder pleegt aan te vangen dan de stadskerk. Echter heeft zich in de laatste decenniën ook ten plattelands de invloed van de stad op de zeden en gewoonten doen gelden. Gemeenten, waar een kwart eeuw geleden de dienst nog om negen uur aanving, hebben later een concessie aan den tijdgeest gedaan, door den aanvang met een half uur te verlaten. En op den duur is men. zelfs op de dorpen van half tien op tien uur gekomen. Hierby deed zich ook de factor van de onkerkelijk heid gelden, welke met de algemeene wijziging in da zeden en gewoonten gepaard ging. De dorpeling was niet zoo kerksch meer als vroeger en begon den Zondagmor gen allengs meer naar het voorbeeld der stedelingen te bestemmen om uit te slapen van de Zaterdagavond geneugten. Om hem in zijn zwakheid tegemoet te komen en het motief te ontzenuwen, dat hem van de kerk gang terughield, hebben de kerkeraden het aanvangs uur van den dienst van lieverlede verlaat. Het aanvangsuur van den dienst is dus afhankelijk van de zeden en gewoonten der kerkgangers. En daar elke kerk zijn eigen soort publiek heeft, kan men ook uit het kerkuur den „stand" van de verschillende kerk genootschappen aflezen. De „democratische" Ned. Herv. Kerk, de „volkskerk" der kleine burgerij, begint in de steden het vroegst. Dan volgen de meer „deftige" dis sentergezindten, waarvan de Remonstranten als het al- lerdefigst gewoonlijk nog een half uur later beginnen. Met dit „stands"-motlef gaat het richtingsmotief ge paard. Hoe vrijzinniger, hoe later. En zoo ziet men in de groote steden de Remonstranten, de Protestantenbond en de Vrije Gemeente eerst om half elf kerkwaarts gaan. In sommige steden handhaven de Hervormden naast de eigenlijke morgengodsdienstoefening nog steeds de .vroegkerk". Vermoedelijk is dit nog een rest van het Roomsche gebruik, dat aan de hoogmis van 10 uur ook de stille mis van 7 uur of half ach* doet vooraf gaan. Die vroegkerk wordt gewoonlijk in een klein bij kerkje gehouden en maakt voor dengene, die aan deze instelling niet gewend is, een vrij troosteloozen indruk. In den killen, grauwen ochtendschemer tracht daar een nog niet recht uitgeslapen pastoor tevergeefs in be zieling te raken ten overstaan van het paa rdozijn oude mannetjes en vrouwtjes, die op de wijze van de huur lingen in de Joodsche synagoge de traditie bestendigen. De vroegdienst Is inmiddels een uitkomst voor hen, die den Zondag gaarne voor ontspanning willen ge bruiken en toch de kerk niet willen overslaan. Zoo zij om negen of tien uur hun godsdienstoefening achter den rug hebben, hebben zij voor een fietstocht of een familiebezoek nog een heeien dag voor den boeg. Moeilijker dan bij den ochtenddienst is het uur voor den middagdienst te bepaien. Twee uur moge „een dwaze en onmogelijke tijd" lijken, voor menig gezin is dit uur niet zoo dwaas en onmogelijk als het algemeen gebruikelijke zes uur. Zes uur is immers voor de meeste gezinnen, althans in den zoogenaamden be schaafden stand, juist het etensuur. Wie als logé in een predikantsgezin de ongenoeglijke storing mee beleeft, welke dit middagkerkuur teweeg brengt, begrijpt, dat de gemeenteleden, die niet ambtshalve verplicht zijn hun maaltijd naar een voor hèn dwaas en onmogelijk uur te verplaatsen, er wel zeer moeilijk toe komen dit. offer voor den kerkgang te brengen. Voor de trouwe gemeenteleden moge het aanvangsuur van de godsdienstoefeningen reeds een zaak van prak tisch belang zijn voor de geloofsverbreiding onder de onkerkelijke schare is het een aangelegenheid van strategisch beleid. DE DLTVELSDAAD BIJ REGENSBURG. Zooals gezegd heeft Tetzner bekend, die er van ver dacht werd dezer dagen bij Regensburg in Beieren een duivelachtige daad te hebben gepleegd, die daarin be stond, dat hij een man in zijn auto had vermoord en daarna alles in brand had gestoken om te doen voor komen alsof hijzelf verbrand was en zijn vrouw de verzekeringssom zou worden uitgekeerd. V.D. verneemt hierover nog het volgende: De politie arresteerde, onder verdenking van op de hoogte te zijn geweest van de zaak. een zekere juffrouw Katharina Nagel uit Regensburg. Zij was op 18 Novem ber met Tetzner uit Regensburg meegegaan naar Leip- zig en woonde sindsdien bij mevr. Tetzner. De politie onderzoekt thans ,of Tetznre eenige jaren geleden ook niet zijn schoonmoeder, mevr. Boehm, om het leven heeft gebracht om in het bezit van de ver zekeringssom te komen. Het verminkte en verbrande lijk van den onbekende, die als Tetzner te Leipzig ter aarde besteld is, zal op gegraven worden om de identiteit van het slachtoffer vast te stellen. Mevr. Tetzner heeft verder bekend, dat haar man al geruimen tijd met plannen om een groote verzekerings som ln handen te krijgen, rondliep. Opnieuw twaalf gebouwen in de asoh ge legd. Brandstichters aan het werk? Wolff meldt uit Muhlhausen (Thuringen), d.d. 5 December: Het dorp Ammern, dat 't vorig jaar herhaaldelijk door zware branden geteisterd werd, is gisternacht andermaal door een ernstige brandcatastrofe getrof fen. Twaalf gebouwen zijn tot den grond toe afgebrand. De brand is uitgebroken in een schuur en sloeg vandaar over op de aangrenzende gebouwen over. Aangewakkerd door een sterken wind breidde bet vuur zich in razende vaart uit, zoodat aan blusschen niet te denken viel en de brandweer zich moest be perken tot de redding van de woonhuizen. Behalve de twaalf gebouwen zijn groote voorraden veevoeder en veel kleinvee verloren gegaan. Men vermoedt met brandstichting te doen te heb ben. De politie heeft reeds twee verdachten gear resteerd. EEN SCHIETPARTIJ TE WARSCHAU. Donderdag kwam het in de jodenwijk van War schau bij een betooging van ongeveer 300 socialis ten, dio door de straten trokken, om tot nog toe on bekende redenen tot een schietpartij. Ken persoon is gedood, twee zijn gewond. De politie is ar niet in geslaagd, de daders te arresteeren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 11