VAN DIT EN VAN DAT
EN VAN ALLES WAT
- De Wereldreis van -
Dicky en Dirrekie Durf
HET PAKKET
VAN NEEF FLOPSWANS.
Een kleinigheid vergeten.
WETENSWAARDIGHEDEN.
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 7 December 1929. No. 8576.
^Vrij naar het Engelsch, bewerkt door SIROLF.
Nadruk verboden. Alle rechten voorbehouden.
Het is wonderlijk, zooals de dingen in deze wereld
&oms loopen. En hoe je soms door een onnoozel voor
val aan de raarste dingen wordt herinnerd. Zoo liep
ik nu bijvoorbeeld verleden week door de stad en
za# een kar met mosselen. En toen moest ik opeens
aan mijn achterneef Kris van moederszijde denken,
'die in Lutjebrock woont. Dat komt, omdat die twin
tig jaar geleden naar Zand voort ging (daar komen
toners de mosselen vandaan, of in ieder geval is
flaar toch zee) en daar bijna bij het baden is ver
dronken; tot zijn geluk was het net eb toen hij er
aankwam en hij had zijn zwembroekje vergeten en
daarom ging hij niet baden, maar is naar de bios
coop gegaan Maar hoe dan ook, het had toch
niet veel gescheeld, want het is erg gevaarlijk als het
•b is.
Nou dan, ik wil maar zeggen, dat er soms wonder-
ijke samenloopen van omstandigheden kunnen ge-
jeuren. Zoo liep ik van de week in gepeins verzon-
fen en filosofeerde wat over het leven van de huis-,
;uin- en keuken regenworm bezien onder het licht van
Ifle moderne techniek, toen ik plotseling aan een
redevoering moest denken, van een meneer die de
wereld ging hervormen, en die zei, dat we een voor
meld moesten nemen aan de dieren des velds. Want
had men ooit een paard of koe gezien, die zich te
sappel maakte over de nieuwste charleston, of was
&en bok ooit aan den drank, of hield een schaap zich
piet oplichterij of inbrekerij bezig? Nou, en toen
moest ik even stilstaan, want ik voelde, dat er zich
aen geweldig pakkend gedicht in mij ontwikkelde,
jewijd aan de nederigheid van den regenwurm. En
aat ik nu geen krummel papier, noch een potlood of
>en bij me hebben! Ik ren meteen een postkantoor
sinnen, in de hoop daar telegramformulieren te vin-
ïen om op te schrijven en een pennehouder. En wat
ïb het eerste wat ik zie, zoodra ik mijn neus binnen
de deur heb? Een plakkaat, dat Kerstpakketten voor
STieuw Guinea vóór den zooveelsten afgezonden moe
ten worden. En zat mijn beste neef Flopswans niet
In Nieuw Guinea? Dus ren ik meteen het postkantoor
Weer uit en koop een enorme speculaaskocken vrijer.
Daar is neef Flopswans gek op en ik weet zeker, dat
hij er naar zit te hunkeren, daar in Nieuw Guinea.
Kij zou het me nooit vergeven, als ik hem vergat. Ik
|iet het ding goed inpakken tegen de mot en ging
^•eer terug naar het postkantoor, naar de juffrouw
ichter de tralies.
„Nieuw Guinea?", vroeg ze op een toon, alsof ik
kaar diep gegriefd had. „Even in den gids kijken.
pe invoer van de navolgende artikelen in Nieuw
fcuinea en omstreken is verboden: nikkelen munten,
iruisbessen, rozenstruiken, vuurwapenen, buskruit,
iynamiet, kruiswoordraadsels, bleekpoedcr en zang-
laad, alsmede opium, alcohol, alligators en kitlijm."
j „Wat zit hier in?", vroeg de juffrouw en gaf een
tlap op het pakket, zoodat de ribben van den vrijer
Iraken.
„Niets van dat alles, dat u opnoemde. Alleen maar
ten vrijer, voor mijn beste neef Flopswans in Nieuw
iuinea, hij heeft daar een kofferfokkcrij en een
ichoenenplantage, nou ja, u snapt me wel, hij kweekt
F
Kort verhaal
Derk Danton had twee eigenaardigheden. Hij verslond
boveel detective-romans als hij maar krijgen kon, en
Ijn schoenen kraakten altijd.
Toen hij een betrekking kreeg bij een juwellersflrma
ras hij maar zestien jaar oud. Dat was nu tien jaar
leleden, en Danton was geheel op de hoogte van zijn
ek; hij had veel verstand van juweelen gekregen.
Maar het lezen van al die detective-romans deed hem
een goed, want dit voerde hem op het droge. Met koorts-
chtige haast bedacht hij een plan da^ tegelijkertijd
po slim was uitgedacht, en zóó gemakkelijk om uit te
loeren, dat hij verbaasd was, dat niemand vóór hem
p de gedachte was gekomen.
Dag en nacht waren zijn hersens er mee bezig en
Indelijk besloot hij om het te probeeren. Het was bijna
nmogelijk dat hij gepakt zou kunnen worden en
jkte het dan had hij voor zijn heele leven zijn schaapjes
p het droge. Met koortsachtige haast begon hij nu alle
Btaile van het plan uit te werken. Daar was natuurlijk
pd toe noodig. Hij rekende uit, dat hij ongeveer twee
jar zou noodig hebben om zooveel geld bij elkaar te
|ïaren dat hij naar het buitenland zou kunnen reizen,
iaar kon men met minder gevaar de diamanten van
B hand zetten.
Zijn spaarpenningen vermeerderden langzaam maar
fcker. Na verloop van anderhalf jaar begon hij er over
praten dat hij zin had om 'n uitstapje naar Bretagne
maken. Maar in werkelijkheid was hij iets anders
m zins en zielsvergenoegd begon hij zijn avontuurlijke
iis.
Hij nam een biljet naar Manchester ln plaats van naar
Iverpool, bestelde een kamer in het hotel, en ging er
>en op uit om inkoopen te doen. Hij kocht drie ele-
mte wandelpakken in drie verschillende winkels,
n geen opzien te verwekken. Hij voorzag zich ook nog
in cenige andere dingen, die er misschien wel wat
erkwaardiger uitzagen, n.1. een blauwe bril, twee
offers, een groote zwartzijden halsdoek, een dikken
■Mslatok. j»vrtver en een verbandrol
alligators en krokodillen, en van de huiden daarvan
maken ze immers schoenen en koffers en zoo."
Na deze afdoende verklaring, trok ik me eveh
terug in den telefooncel, om mijn gedicht op den re
genwurm te schrijven. En toen ik er drie kwartier
later uitkwam, werd de juffrouw achter de tralies
wakker en zei: „U moet <ïen volledige verklaring af
geven van den inhoud van het pakket". En ze zei
dat op een toon, alsof ik me werkelijk moest scha
men.
„Maar gelooft u me nu, er zit heusch niets anders
in dan een speculaasvrijer", protesteerde ik.
„Zit er geen zangzaad in? De invoer van zang
zaad is verboden, op straffe des doods", zei de juf
frouw onverstoorbaar.
Daar zat ik. Want ik wist warempel niet precies
wat er in dien vrijer zat. Toen beging ik een wan-
~d. Ik besloot op goed geluk een verklaring in te
en. Een soort recept, dat ik me herinnerde wal
.3 gelezen te hebben, voor het bakken van specu-
aaspoppen. En dus schreef ik uit mijn geheugen op:
Vier pond tarwebloem, vier pond stroop, zes pond
boter, een ei, een amandel, een lepel melk, een pond
citroenschil, een pond kruidnagelen, een pond noot
muskaat, een pond peper, een pond maanzaad. Ik
vónd het nogal knap van mezelf, dat ik alles nog zoo
precies wist op te geven. Maar u kunt ook niet geloo-
ven, hoe achterdochtig dat mensch was!
Ze krabde met haar potlood op haar hoofd, en ging
dan de lijst na, die ik opgeschreven had. Toen ze
daarmee klaar was, keek ze me vernietigend aan en
merkte op snijdenden toon op: ..Dat is alles bij el
kaar minstens twintig pond en u geeft hier aan als
gewicht van het pakket 5 pond!" Wat heeft dat te
beteekenen?"
„Hm hm", antwoordde ik. Toen kreeg ik een inge
ving. En ik ging voort, zeggende dat het kwam, door
dat er met bakken zooveel aan gewicht verloren
ging, door „verdampen van het vocht en de boter en
de kruidnagelen en het maanzaad".
Maar die juffrouw scheen bepaald iets tegen mijn
neef Flopswans in Nieuw Guinea te hebben, want r.e
keek nog eens in het boek en zei: „Maanzaad is vo
geltjeszaad en dat is verboden. Ik mag het pakket
dus niet aannemen!"
En of ik haar nu al verzekerde, dat djt zaad een
heel bijzonder zaad was, waarvan niemand ging zin
gen, speciaal ontworpen voor doofstomme vogeltjes,
het hielp niets. „Mij neemt u er niet tusschen", zei
ze, „dan moet u vroeger opstaan. Wat zeg ik, nóg
vroeger!"
Zoodat neef Flopswans te vergeefs aan het strand
van Nieuw Guinea zal staan uit te kijken, om te zien
of de boot met den speculaaspop uit Spanje er aan
komt.
Vreemd kunnen de dingen loopen, nietwaar?
Is het U bekend:
d a t de hitte van een houtvuur geraamd wordt op
800 tot 1140 graden?
dat daarentegen een kolenvuur 2400 graden
Fahrenheit hitte geeft?
dat er in New-York-City 50.000 paarden in da-
gelijksch gebruik zijn, en 26.628 taxi's?
Den volgenden dag informeerde hij naar een biljet
voor Amerika, en kocht daarna iederen dag een paar
boeken, totdat hy er zooveel had dat de twee koffers
daarmede zwaar genoeg waren.
Daarna pakte hij een oud pak, de verbendrol, de
zwarte halsdoek, de bril, een vilten hoed, de revolver
en zijn 8cheerétul ln de andere en kleinste koffer.
Nadat hij zijn biljet naar Amerika gekocht had,
wachtte hij nog een paar dagen, nam toen een auflo
en reed naar het station. Daar nam hij een andere
auto en reed naar een ander hotel, waar hij zich in
schreef onder den naam van George Backer. Hij ging
naar zijn kamer en zeide dat hij niet gestoord wilde
worden vóór zeven uur 's avonds. Hij was moe en
wilde flink uitslapen, zei hij.
Het kon geen kwaad om zich een alibi te verschaffen.
In het hotel zouden ze natuurlijk denken dat hij op
zijn kamer was, en den geheelen dag sliep.
Inplaats daarvan ging hij ongezien met de lift naar
beneden, en toen de morgentrein van Manchester naar
Liverpool stoomde, was Derk Danton er in. Onderweg
nam hij de bril, de halsdoek en den verbandrol uit zijn
handkoffer zonder dat iemand het zag.
In LJverpooI ging hij naar de toiletkamer van het
station. Er waren veel menschen en niemand nam
notitie van hem. Toen Derk weer op het perron kwam
had hij zijn arm in 'n draagband. Hij had 'n blauwe bril
en steunde zwaar op zijn stok. Hij nam een auto naar
hotel Lisle en nam drie kamers voor mijnheer en me
vrouw Kennedy. „Myne vrouw komt tegen twee uur,"
zei hy. Wy overnachten hier en reizen verder naar
Amerika. Ik heb een auto-ongeluk gehad, en daar myn
zenuwen dientengevolge ""eenigszins aangegrepen zyn,
heeft de dokter my aanbevolen een zeereis te maken,
en daarom hébben mijn vrouw en ik besloten om naar
Amerika te reizen.
O, Ja, en dan is er nog Iets," zei Danton alsof hem
plotseling Iets inviel. „Ik heb myn vrouw beloofd dat
zy hier een diamanten ring mocht koopen. Kunt u my
een juwelier aanbevelen?"
De eigenaar van het hotel noemde oogenblikkeiyk de
firma Lawson en Hamilton.
„Gelooft u dat de firma een bediende met eenige
diamantringen op zicht zou willen zenden. Ik zie er niet
erg presentabel uit, met dien arm in draagband en hy
kan tegen 10 uur hier komen, dan is myn vrouw er
dat er in Amerika 8 millioen stofzuigers in ge
bruik zijn, 17 millioen electrische strijkijzers, 6 mil
lioen electrische waschmachines en 1 millioen elec
trische ijskasten?
dat de dunste draad, zichtbaar voor" het men-
schelijk oog, gemaakt wordt van gesmolten kwarts?
dat die draad zóó dun is, dat 1000 ervan samen net
zoo dik zijn als één haar?
dat er 12000 speelterreinen zijn in Amerika en
Canada?
dat er voor ondenvijs jaarlyks in New-York-City
meer dan 100 millioen dollar wordt uitgegeven7
dat in Amerika 71 van de stadskinderen van
den leeftijd van 15—18 jaar naar de Hoogere Burger
school gaan, doch slechts 25 van de plattelands
kinderen?
75. Eindeiyk ziet Gerrit een huisje opzy van den weg
Gelukkig, daar zullen ze misschien een onderkomen
kunnen vinden. Gerrit, Dicky en Dirrekie stappen uit
en haasten zich naar de deur van het huisje. Tik,
tik, tik, doet Gerrit'a knok op de deur. Daar komen
voeten aanschuifelen... De deur gaat op een kier open
en het gezicht van een ouden man kykt erdoor. Het zyn
een paar schichtige, loensche oogen, die de kinderen
scherp opnemen. Dan gromt een barsche stem: Wat
willen jullie midden ln den nacht? Onze auto stal
len, baos, antwoordt Gerrit, en sellef een potje maffe...
Dat kost twee gulden per persoon zonder ©ntbyt,
gromt de oude. Hebben jullie zooveel geld by je?
O jé, wel voor honderduizend nachten, flapt Dicky
eruit Gerrit schrikt, maar hy kan de onbedachtzame
woorden niet meer terughalen. De oogen van den waard
hebben even gefonkeld, toen Dicky sprak, maar 'n
oogenblik later kijkt hy weer norsch als altyd.
Ereng je auto maar in den stal achter het huis, bromt
hy, en kom dan maar binnen. Maar je moet je met
één dakkamertje behelpen. Myn huis is niet groot.
76. Gerrit, Dicky en Dirrekie brengen de auto ln den
stal achter het huisje en keeren dan terug naar de
deur, waar de waard staat te wachten. Hy heeft een
kandelaar met een kaars, die zyn boeventronie nog
leeiyker maakt. Volg me, gromt hy, en kyk goed
uit, want de trap is niet nieuw meer. Daarna klimt
hy langzaam naar boven en de drie vrienden volgen
hem. Boven de trap is een klein portaaltje met een
ouwe deur. De waard opent die. gaat een kamertje
binnen en zet de kaars op tafel. Even later zyn Gerrit,
Dicky en Dirrekie ook binnen. Zie Je, knort de waard,
't is krap, maar voor één nacht gaat het wel. Een
mensch moet z'n eigen weten te behelpen. Daarna sloft
hy weg en doet de deur toe. Als hy buiten is, krygt
zyn tronie een leeiyke grijns. Hij schuift een zwaren
grendel voor de deur en grinnikt half binnensmonds:
Ziezoo, die zitten gevangen. Nou zal i k straks es
gaan kijken, wat er in die auto zit Geld voor wel
honderd duizend nachten zei dat kleine speenvarken.
Dat is geen kleinigheid... En dan heb ik de auto ook
nog. Daar bennen best een paar losse centen van ta
maken...
zeker. U wilt misschien wel zoo vrlendeiyk zyn om aan
de firma te telefoneeren en te zeggen dat ik gaarne een
paarh onderd pond sterling wil betalen als mijn vrouw
een ring naar haar zin kan vinden.
In het hotel beloofde men de zaak in orde te brengen
en Danton ging met de lift naar zyn kamers. Hy pas
seerde een kamermeisje van het hotel, en zyn laarzen
kraakten verschrlkkeiyk.
„Poeh! Wat een spektakel!" zei het meisje verachte-
ïyk. „Hy zou verstandig doen met zyn laarzen een olie-
bad te geven."
Nu was Danton klaar om zyn plan ten uitvoer te
lyengen. Tot nu toe was alles gegaan zooals het moest
Nou mankeerde er maar aan dat de juwellersflrma
een detective mee zou zenden, maar dat dacht hy toch
niet, want dat had zyn eigen firma ook nooit gedaan.
Terwyi hy wachtte, nam hy de verbandrol uit zyn
koffer. Daarna trok hij zyn elegant pak uit en hing het
in de kast Hy moest niet rlskeeren dat iemand hem zou
herkennen als hy het hotel verliet.
Vyf over tween ging de telefoon on zyn kamer. De
portier telefoneerde dat de man van de juwellersflrma
aangekomen was en Danton verzocht hem boven te
komen.
Een oogenblik later werd er aan de deur geklopt
De bediende was alleen, zooals hy gedacht had.
Derk sloot de deur achter hem toe.
„Ik verwacht myn vrouw leder oogenblik," zei hy. Ik
hoop dat u iets by u hebt dat in haar smaak valt. Mag
ik de ringen zien, terwyi wy op haar wachten? Ik heb
n.1. verstand van die dingen."
De man haalde een fluweelen étui uit zyn tasch, en
nam een massa prachtige diamanten ringen er uit
Danton sloeg een haastigen blik er op. Er waren
ringen voor eenige duizenden pond sterling. Hy keek
er nog eens nauwkeurig naar. „Is er niet een fout in
dezen?" zei hy plotseling.
De man nam den ring, en zette een vergrootglas voor
zyn oog.
Op hetzelfde oogenblik trok Danton zijn revolver uit
zyn zak, en voor dat de bediende tyd had om een
geluld te kunnen geven, gaf hy hem met den revolver
een geweldigen slag op zyn hoofd, zoodat hy bewuste
loos op den grond viel
Derk Danton handelde bliksemsnel. Handig en snel
bond hy de armen van den bediende tegen 't ïyf aan
met den verbandrol. Daarop knevelde hy hem zoodat
hij niet om hulp zou kunnen roepen als hy tot bewust-
zijn kwam. Ten laatste legde hy de ringen weer in het
étui, en stak dit In zyn zak.
Toen nij hiermee klaar was. ging hy naar de badka
mer, schoor in vliegende vaart zyn knevel af en veran
derde van kleeren. En toen ging hy naar de lift Hij
liet zyn koffers in zijn kamer .staan.
Het kamermeisje hoorde hem ook dezen keer. „Daar
hebben we dien kraakmajoor weer," mompelde zy by
zich zelf.
Zy keek onverschillig naar Danton. toen hy voorbij
ging. En gewend als zij was om overal op te letten, zag
zy dadelijk, dat hy heelemaal veranderd was uitge
nomen de krakende schoenen. En dit wekte oogen
blikkeiyk haar achterdocht
Niettegenstaande zyn slimheid had Danton geen acht
geslagen op deze kleinigheid.
Danton stond te wachten tot de lift weer naar boven
zou komen. Het kamermeisje dacht opgewonden, dat
zy tyd zou hebben om het hotelpersoneel te waarschu
wen als de lift onderweg opgehouden zou kunnen wor
den. Zy vloog naar de telefoon toe.
Geef my den kantoorklerk maar gauw", riep zy.
Gelukkig kreeg zy dadelyk antwoord.
„Derde étage de middelste lift," zei ze opga-
wonden. „De man met de krakende schoenen. Er is
ergens onraad. Stop hem en zendt dadelyk een man
naar boven!"
De lift hield verscheidene malen stil onderweg. En
toen Danton er uit kwam, was er iemand, die hem op
zijn schouders klopte.
„Wilt u zoo goed zyn om even op het kantoor tA
komen." zei de klerk rustig.
Ondertusechen had de hoteldetective zich gehaast om
naar de derde étage te komen. Het dienstmeisje gaf hem
de extra-sleutel van Danton's kamer.
„Ik weet niet hoe het geval in elkaar zit," zei
„maar op deze étage woont er maar één persoon met
krakende schoenen En de man die met de lift naar
beneden kwam was niet dezelfde, dien ik van te voren
gezien had.
De ontknooping volgde toen natuurlijk spoedig.