VERMAKELIJKE KRONIEK VAN Groot Gortbuikenburg, door DIRK DUYVEL Junior. Hoofdstad van Opper-Kafferstein Plaatselijk Nieuws. ^U^göot/ ICfrêat BILLY BOO. -JA Sl'^iü i/'-M/'-H/'"'/1? we een voorraad drogen koemest en lk herinnerde me plotseling uit mijn jeugd de Indianenverhalen van Gus- tave Aimard en hoe de helden daarin vaak een vuur van gedroogden bisonmest stookten. Toen ik dat mijn makker vertelde, schudde hij ongeloovlg het hoofd, maar inderdaad, de mest gloeide als turf. Nauwelijks brandde ons vuurtje en lagen we bij zijn vagen gloed, of buiten ging over het machtige meer een wonderlijk ruischen. De regen was in stroomen los gebroken. Zou onze hut ons droog houden? Dal was de vraag. En ze hield ons droog. Op een enkele plaats lekte ze eenigszins, doch waar wij lagen op een met stroo bedekten bodem, viel geen druppel en ook ons vuurtje bleef branden. We dankten den hemel voor het onverwachte en zonderlinge onderdak, dat ons be schermde tegen den regen, die steeds in hevigheid toe nam en tenslotte deed denken aan een wolkbreuk. Maar wij strekten onze voeten naar het vuur en ge voelden ons veilig en behagelijk. J. K. BREDERODE. RIDENDO DICERE VERUM! Waar gij de rauwe waarheid biedt; Zoo doe het schertzend, Want... dan kwetst ge niet! Rn, rn, raad eens voort, van tvien is dit scho-schoone dichterwoord? - Dirk is me sjokke. - Sanl en David verschijnen ten too- neele. - Een aannemelijke gokpartij waarte gen tnr. Donner machteloos staat. - De ver geten kluizenaar op Walden. - Een vraag in eer en geweten. - Zich valsch schamende korte turftrappers. - De meest geliefkoosde letteren mocht ik niet en eten. - Ameda Poeha, de flonkerende leidsterre aan Groot- gorlbuifcenburgs' journalistiek firmament. - Dirk Hut de Profeet - De tijd van den Groot- gortbuikenburgsche Ramadan (Turksche Vasten). - Een prulrijmfabrikaat de ezel- muts opgezet en in een hoek gestationeerd. - Hein Postzegel zal er niet in. - Hij mag niet en blijft buiten. - De maffia van Q.G.- B.B. in beroep bij de Kroon. - Geeft het niet, dan zulten ze het nog hoogerop zoeken. - De sluwe aterlingen van Machovelli. - De laatste en vergeefsclie hoop van een imbe cielen winkel ploeteraar. - De liooggeplaat- sten dezer wereld aangetast door een ern stige gehoor stoornis. - Het worgkoord der wettelijke belemmeringen om eigen hals ge draaid. - Hein Postzegel in 't gedrang. - Maar glorievolle overwinning op zijn bela gers te verwachten. - Wat Hein deed als propagandist, voor het constitutioneele vor stenhuis. - Wel gelijkende koninginnepor- tretten vanaf 5 cents. - Reuze afname! - Geen politieke fanêtiQUS die weigert. - Hij veracht ze niet., maar likt ze zelfs. - Top punt van zelfverloochening. - Als ambtenaar bevorderd en naar volle waarde geschat. - Tienloon Elfrib met 'n zak vol boterletters. - Feestelijke intocht van freud ïlarry Stamp, ridder van den arbeid, sans peur et sans re proche in GrootgortbuikenburgsRaadzaal. - Plechtig entree de' salon Minervagezang ingezet door ons dierbaar gemeentehoofd - Een prachtwagen voor een prachtmensch. - Voortzetting van het feest in besloten ge zelschap. Finis. Toffe jongens van de gestampte Pot, Driewerf Heil!! Moge ook aan d'ochtendklmme, de goude zonne rijzen, Wilt nimmer toch, mijn lieve zon. dien schoonen dag voor d'avond prijzen... Hoe dikwerf vangt zij aan, met feestge- druisch en vreugdedronken... Doch vóór de avond valt, zijn w'in droef heid diep ter neer gezonken! nemen had ze de oogen afgewend en er lag een uitdruk king van innige smart ln die grijze diepten. Hij wilde er liefst maar niet meer aan denken. Hij had er nog heelemaal niet over nagedacht hoe zijn toekomstige bruid er wel uit zou zien. Hij verfoeide donkere Jodinnen De gedachte eraan kon hij niet verdragen. Eindelijk ging hij in een van zijn gemak kelijke stoelen zitten en lachte, lachte als waanzinnig. „Het Is de Israëlitische Voorvader Giles die nu in een re-incarnatie zich op ons komt wreken zei hij hardop, en toen lachte hij weer op die vreemde, schrikaanjagende manier. En op datzelfde uur lag het zwartharige meisje, dat naar de opera was geweest, ook wakker en noemde zachtjes voor zich heen zijn naam Want had ze bij het begin van de derde acte niet twee menschen ach ter haar samen hooren praten. „Kijk. Lord St. Austel hoeft de loge van de Duehess verlaten nu Is Mr. Hambleton er Ik vind hem den meest aantrekkeljjken man, dien lk ooit gezien heb." „Wien Mr. Hambleton?" „Nee Hubort St Austel natuurlijk!" Hubert! en St Austel en een Engelsch edelman! Hoo wonderlijk mompelde het meisje in het Fransch, en toen rustten haar lange wimpers weer op haar blo zende wangen Slaap en jeugd zijn schoone zaken! HOOFDSTUK HL Toen Benjamin Levy de telefonische boodschap van Hls Lordship, Hubert, Achtste Earl of St Austel, Vis- count Halton en Baron Du Maine (stichtingsjaar van de Barony 1280, herinnerde Mr. Levy zich vol trots) ontving, wreef hij niet alleen zijn wel verzorgde vingers van zijn linkerhand tegen de palm van de rechter, zoo als dat zijn gewoonte was, als Iets hem bijzonder veel genoegen deed. maar hij sprong in vervooring op van zijn stoel om dadelijk weer to gaan zitten Dus nu was het een feit geen droom Vanessa zou Countess worden en de knapste Countess van heel Engeland, vond hij. Hubert had tegen elven, vanuit zijn studeerkamer ge telefoneerd hij had lang geslapen - hij had kortaf gesproken veel omhaal van woorden diende nergens top. Als er oen besllssendo stap genomen moest worden, aarzelde hij nooit lang. En op het einde van het korte gesprek waren ze overeengekomen, dat hij dienzelfden avond nog op Hampstead zou komen dineeren, om ken Weet gij, mijn dierbare naar adem snakkende lezeren en lezerinnen, wie bovenstaande als een radiogolf den aether het weeke mensgen-harte doortrillende dicht regelen, als voortbrengsel van zijn In hooger spheren zwevende geest ten papiere heeft neergeworpen? En als ik u dan zeg, dat ik, Dirk Duyvel, zoon van Asmodé en geaccrediteerd kroniekschrijver van Opper- kakastein en Grootgortbé-bé-burg, het heb gewaagd de zen poëtischen bokkesprong te maken, dan zult ge ongetwijfeld, al naar uwe geslachtelijke gesteldheid, uw schonkige of mollige schouders ophalen en uw appre ciatie kenbaar maken met deze kortzinnige, doch kern achtige woordenkeus: De kerel is finaal getikt! Maar als ik u vertel, dat ik u hier een fragment ci teerde uit het beroemde dramatisch zangspel: Saul en David, van Dokter Frederik van Eden, dan zet ik Heit groote knoopen, dat is in de Schager volkstaal f 12.50 tegen kimmel-boet beisie (70 cent) dat ge van louter verrukking in pastel valt en bewonderend lispelt: O! ja, die Dokter Frederik van Eeden, een door God begenadigde kunstenaarsziel, die bij zijn formatie tot mensch het edelgesteente van het poëtisch talent, als reispenning door het leven heeft meegekregen! Trouwens, 'n cadeautje, waarvan de in de volksgunst verstootene poëet heel weinig profijt heeft weten te trekken, want hij is helaas arm als een kerkrat en in afkeer voor de wereld een waarachtig kloosterling ge lijkwaardig geworden. En wanneer ik u, geliefden, dan de gewichtige vraag stel: Kent gij dat schoone dramatische zangspel Saul en David van dezen zoo diepteleurgestelden kluizenaar van Walden? Dan antwoordt ge misschien aarzelend, om uw onkunde te bemantelen, want dat is een ver vloekte onhebbelijkheid van ons volk, dat als ze niks weten, ze uit geestelijken Hoogmoed ook niks willen vragen en dus eeuwig stom blijven, dan zegt ge toch als ge de waarheid en niets dan de waarheid wilt zeggen: Nee, Dirk, dat zangspel ken ik niet... Nu, kinderen, schaam je daarover dan maar niet, want ik, die mijn lange leven al heel wat kilo's letters (niet van banket, helaas) geschreven heb, i k ken dit literaire mirakel ook niet, om de doodeenvoudige reden, dat mijnheer Dr. Van Eeden nimmer een dergelijk zangspel geschreven heeft. Ik heb alleen maar deze kunstig gefabriceerde, zou mijn vriend Ameda Pacha zeggen, de groote mogol van de Groot-Gortbuikenburger Cultuurkweeker, voor wie de GrootG.G.BeBeeërs, als zij den Ramadan vieren, dat is tegen den tijd dat ze hun aanslag in de rijksinkom stenbelasting moeten afbetalen, zioh in volmaakte adoratie nederig nederbuigen en met over hun geglad- mangelden boezem gekruiste armen uitroepen: Ameda Pacha ill allah en Dirk Hut is zijn profeet Na dit kleine intermezzo zal ik... procedamus in Pace... voortgaan in vrede: ...Kunstig gefabriceerde, laten we het dan maar eens voor ditmaal noemen, dichtregelen gebruikt om een aanloopje te maken met betrekking tot het treurige, mij diep teleurgestelde feit, dat de Hooge vergadering der gemeentelijke carbonarie, het verbond der Groot- Gortbuikenburger Maffia heeft besloten van de door de dikgepimpelde staten van Opperkafferstein bevolen toelating van mijn amice Hein Postzegel, opnieuw te protesteeren en in beroep te gaan bij de Kroon! En als dat niet heeft, dan zullen ze het zeker nog eens bij onzen lieven Heer probeeren, want vasthoudend zijn ze, de smakkers! Maar nooit zijn ze beter gedisponeerd, op dreef zeggen de boeren, als ze mekaar eens 'n loer kunnen draaien! Dan wordt er 'n activiteit ontwikkeld, 'n politieke sluwheid en 'n wetskennls, waarvan je nooit achter kom, waar ze 't vandaan gehaald hebben! Maar als er een of andere goedgeloovlge snijder en kleermaker in zijn onbenulligheid meent toestemming te zullen krijgen om zijn winkelpul wat te wijzigen in het belang van zijn zaak, zijn boterham en de weten schappelijke en peperduurbetaalde opvoeding van zijn talrijke bloedjes van kinderen, dan laboreert het heele hooggeplaatste (boven de Trap van het stadhuis) ge zelschap collectief aan de bekende gehoorziekte: hard- stikken O. I. D.; formule volledig te verkrijgen in de apotheek van mijnheer Wanna. Want dan hebben ze het nis te maken met zijne verloofde „Hoe heet ze?" vroeg hij nog toen hij den hoorn al bijna weer neerlegde. En toen hij hoorde, dat haar naam „Vanessa" was, glimlachte hij cynisch. Stel je voor, een 6merig, klein Jodinnetje zoo te noe men! Vanessa! De ouwe Swift zou zich van ergernis wel in zijn graf omdraaien!" Een minuut of tien later ging de deur open en zijn neef Ralph Dangerfield, kwam op zijn krukken naar binnen,strompelen en hij hielp hem in een gemakke- lijken "stoel. Hij hield van Ralph meer dan van iemand anders in de wereld hij was de eenige zoon van de zuster zijner moeder en tien jaar ouder dan Hubert zelf. Colonel Ralph Dangerfield, V.C. en nog heel wat meer was waard dat men hem liefhad. „Ik ga trouwen, Ralph." „Goeie God Toen vertelde hij hem de waarheid Ralph was de eenige, die haar ooit van hem te hoo ren zou krijgen. „Beste ouwe kerel," was al wat Colonel Dangerfield zei aan het eind van het verhaal, „beroerd lastig zoo nou en dan, om een echt gentleman te wezen je moet er wat voor over hebben En hij keek het venster uit, om het medelijden dat uit zijn oogen straalde, voor Hubert te verbergen. „Heb je haar gezien?" „Nog niet" „Wat moet ik je de menschen helpen wijsmaken?" „Eenvoudig dit dat ik ga trouwen Wat valt er verder van te zeggen?" „Maar als ze je dan met de een of andere glimmende Jodin zien verschijnen, zal niemand gelooven, dat je niet tot dat huwelijk gedwongen bent." Even vertrok Hubert zijn gezicht, als in pijn. „Dat behoeft niemand te denken. Ik zal mijn rol wel spelen, veronderstel ik en ik zal haar mee naar het buitenland nemen, tot we met goed fatsoen apart kun nen gaan wonen of scheiden." Daarna spraken ze over polo en andere onverschilli ge zaken, want belden wisten ze van elkander, dat hun hart vol bitterheid en verdriet was. Mr. Benjamin Levy ging dien dag thuis lunchen, voor hem iets heel ongewoons hij zag er zoo stralend ge lukkig uit, dat zijn dochter Vanessa het waagde, hem een kus te geven Ze kende hem feitelijk zoo weinig dien lieven, knappen Papa, die haar telkens, als ze elkaar zagen, zulke mooie dingen had gegeven en die, worgkoovd van hun eigen snertwetjes, zoogenaamd ln het belang van Grootgortbuikenburg's uitbreiding en toe komst, welke groote woorden moeten dienst doen om de pietluttige burgerplagerij te vermoffelen, zoo onontwar baar om hun eigen strot gedraaid, dat zij niet in staat meer zijn, zioh aan dat garrotteurs-wapen te ontkomen. Maar met al die grappenmakerij verkeert mijn beste Hein Postzegel in een martelenden toestand van onze kerheid en zal hij nog vele dagen de knoopen van zijn vest moeten tellen en zuchten: Bemint ze mij of be mint ze me niet! Maar wees gerust, Henri, onze welbeminde Koningin, wier aanminnige beeltenis door jou met zooveel noeste vlijt en voor zulk een nuttig doel, voor den spotprijs vanaf 5 spie met onverwoestbaar succes wordt verkocht aan rooie, zwarte, blauwe, geele en vooral groene afnemers, dag in, dag uit, en die je zelfs aan de grootste vijanden van staat en vorstenhuis, communisten, anar chisten, bolsjewieken en witte-boonen-vergulzers met on verwoestbaar succes hebt aangesmeerd, zal jou vast niet in den steek laten. Door je bevordering, broer, ten postkantore, met goedvinding van de hoogste auto riteiten, vanaf den minister die 't water staat, of te water staat, en den Directeur-generaal van de P.T.T. en B.R.O. (bekrompen radio-omroep) tot de juffrouw, die op 't kantoor om 11 uur de warme leut met 'n Schager moppie ronddeelt, hebben je verdiensten naar waarde erkend en de baarlijke duivel zal mij mijn volledig visitekaartje In boterletters brengen, als Ik binnenkort niet in mijn kroniek kan melden, je glorieuse entree in de zaal der Grootgortbuikenburger wijsheid en dat dan onze, zoowel door -zuigeling als grijsaard welbeminde burgervader, pas gestapt uit zijn prachtvolle Mercedes 8 P.K. met volledige ventilatie ter wegmaling van kle verige raadzaalgeurtjes, die Sinterklaas hem dit jaar mocht rijden, (ik bedoel de Mercedes 8 P.K. en niet de geurtjes) zijn liefsten lach op zijn regelmatig gevormd aongelaat zal te voorschijn roepen en met zijn sonoor Rlchard Tauber-orgaan zal voorzingen: Vang een luis, vopg een luis- Van een luis-terijk bestaan, Op zijn huid-, op zijn huid-, Op zijn huid'-gen feestdag aan! (Bis). Wat verder volgt, is voor publiciteit niet geschikt. D. D. Jr. THEATER ROYAL. Deze week geeft het theater Royal de moderne zeden- film „Opstandige Jeugd", waarin de bekende filmster Joan Crawford de hoofdrol vervult Het is een hyper-modern zedenschildering uit het Amerlkaansche leven, deze film, welke de bekende boe ken van Rechter Ben Lindsey in de gedachten brengt... Drie meisjes: Diana Medford, haar vriendin Beatrice en ten derde: Ann. Alle drie modern, genotzuchtig, vrij In den omgang met de jonge mannen van hun rijke omgeving, doch alle drie verschillend opgevoed. Die opvoeding is van grooten invloed op de ontplooi ing van haar karakters. De drama's, die zij hebben door te maken, doen haar stranden of bloeien naarmate haar opvoeding verkeerd of juist was. Diana Medford is een kuische, warme Jonge vrouw. Zij is dol op dansen en plezier maken en zij gaat uiterst vrij om met de jonge mannen, die haar het hof maken, doch dien zij geen van allen liefheeft. Ouderwetsche lie den en ook de nieuwerwetsche, die alleen naar den uiter- lijken schijn van de handelingen hunner medemenschen steeds Wybert-tabletten mee nemen, zoo gauw hebt U kou gevat, lastig zijn de gevolgen. Alleen ln origlnecle doozen 45 en 65 ets. plegen te zien, zouden waarschijnlijk nogal wat aan te merken hebben op haar te vrijen omgang met mannen, doch de schrandere beschouwer begrijpt onmiddellijk hier te doen te hebben met een meisje, dat in haar hart door en door fatsoenlijk is, ook al heeft zy een groote behoefte aan vermaak en vroolijkheid. Immers, zij voe len, dat zij eerlijk is en geen huichelaarster. De ouders van Diana zijn verstandig, zij leggen haar niet aan ban den en vertrouwen haar volkomen. Indien de ouders van Diana's vriendin Beatrice ook zoo verstandig ge weest waren, indien zij begrepen hadden hoe verkeerd het van hen was hun dochter en hun zoon Freddie zoo overdreven te beperken in hun vrijheidsbehoeften, veel leed ware hun kinderen bespaard. Freddie was waar- schijnlijk geen losbol geworden en Beatrice zou niet het genot der liefde hebben gesmaakt (ln het geheim), vóór de ware liefde in haar leven gekomen was. Als deze komt, is het weliswaar niet te laat. Want Norman, de ernstige jongen, dien zij oprecht liefheeft en die haar gevoel op waardige wijze beantwoordt, vergeeft haar misstap, nu zij zoo wijs is hem alles voor hun trouwen op te biechten, doch een vlek op hun geluk blijft haar zwakheid toch werpen, omdat hij haar steeds zal blij ven wantrouwen. Het derde meisje, Ann, door haar wereldsche en egoïs tische moeder als lokaas voor een rijk huwelijk afge richt (opgevoed mag men 't niet noemen), huichelt de gangbare gevoelens van zedelijkheid, die ernstige jonge mannen zoo gauw voor waarheid verslijten. om zich achter de schermen schadeloos te stellen voor haar in getogenheid. Het drama ontstaat als Diana den jongen millionnair Ben Blaine liefkrijgt Deze voelt groote genegenheid voor het meisje, doch huivert terug voor haar schijn baar te lichtzinnig optreden. Zoo gelukt 't Ann, door haar moeder aangestookt, den rijken goudvisch in het huwelijksnet op te scheppen, doch als hij getrouwd is en de leugenachtigheid van zyn ontrouwe echtgenoote door ziet, beseft hij te laat, dat Diana de ware vrouw voor hem geweest zou zijn. Het toeval wil, dat Ann in een scène van zeldzaam pak- kenden aard, haar verdorvenheid met haar leven boet, zoodat na twee jaar wachten Ben en Diana tenslotte toch nog tot een gelukkig echtpaar vereenlgd kunnen worden... INGETROKKEN. De Directeur van het Post- en Telegraafkantoor te Schagen brengt ter kennis van belanghebbenden dat de openstelling van zijn kantoor op Donderdagen van 78 voor telegrammen en celgesprekken wordt inge trokken. De openstelling van telefoonabonné's blijft gehand haafd. GEGUND. De bouw van het woonhuis voor don hoer W. Kwel- dam is gegund aan den heer G. Koning, alhier. -v//a. ///v. liilp./M Toen Bil op den grond zat. Wat deed het hoofd hem pijn! Riep de dresseur lachend: „Was dat nu niet erg fijn? Arme jongen, wees niet bang nu. Nog maar eens geprobeerd. Als jij je goed vasthoudt, Jij je zeker niet bezeerd." zoo vaak zijn zaken het maar toelieten, haar op was komen zoeken, op haar kamers in Rome, of in haar huis te Parijs. Alle jaren van den oorlog waren in Florence doorgebracht, feitelijk alleen met Madame de Jainon. Ze kon zich Engeland, waar ze geboren was, en tot haar vijfde jaar gewoond had. bijna niet meer herinne ren. Ook herinnerde zij zich haar moeder niet meer de schoone Italiaansche donna, die van huis was weg- geloopen, om met Papa te trouwen en wier trotsche fa milie niets meer van haar had willen weten, tot op den dag van haar sterven, drie jaar later, Papa was vroeger erg knap. had Vanessa altijd gehoord, zoo groot en zoo blond Hij was nog knap en zoo vriendelijk Maar een zekere trek om zijn mond had haar altijd gewaarschuwd, niets tegen zijn wil te beginnen. Zich te verzetten tegen iets, wat je ouders je opleggen t was werkelijk zelfs nog nooit bij haar opgekomen. Benjamin Levy werkte altijd al jaren vooruit aan zijn plannen en daar hij overdacht had, dat onvoorwaarde lijke gehoorzaamheid van zijn spruit heel nuttig zou we zen tegen den tijd, dat ze den huwbaren leeftijd bereikt zou hebben, had hij Madame de Jainon als waakhond chaperone en schutsengel aangesteld, toen Vanessa's Engelsche nurse haar op haar vijfde jaar verliet Zijn orders hadden geluid, dat het meisje alles zou hebben, wat er maar voor geld te koop was alles behalve jonge vriendjes en vriendinnetjes, behalve de kans om ooit iets te hooren, te zien, of te weten van den modernen geest van insurbordinatie, die de wereld scheen te regeeren! Vooral de idee dat het kiezen van een echtgenoot absoluut aan de ouders diende te worden overgelaten, moest haar grondig worden bijgebracht Benjamin Levy was goed op de hoogte van de werking van het onderbewuste, en hij wist ook dat, als deze idee er maar vroeg genoeg en stevig genoeg bij haar werd ingehamerd, hij waarschijnlijk op geen moeilijkheden zou stuiten, als het oogenblik gekomen was om in de zen zijn gezag te doen gelden. Engeland was een veel te gevaarlijke plaats voor haar, zoo lang haar geest be zig was zich te vormen. Er heerschte daar te veel vrij heid vrijheid en losheid hing er als het ware ln de lucht En dus was Vanessa ln het buitenland gebleven en had daar gestudeerd onder leiding van de beste mees ters van Italië en Frankrijk, nooit een oogenblik alleen gelaten door de strenge, maar bekwame chaperone, die haar vader haar gegeven had. Het rcsulaat van al deze voorzorg want zelfs de ka- iè 'i.- iL »u/i~i/'i.,l/i. L „Doop naar de pomp" riep Billy, Want hij was nu erg kwaad. „Weet dat ik mij door een ezel, Me nooit weer trappen laat" Doch de jongen zag toen niet, Dat de ezel bij hem stond, Het dier trapte weer, Bil vloog Buiten de tent en viel op den grond. Zal Billy dat zoo maar toelaten? We zullen zien hoe hij zich wreekt mermelsjes kregen onmiddellijk haar ontslag, als Ma dame de Jainon maar even dacht, dat ze haar pupil moderne ideeën zouden kunnen bijbrengen was, dat Vanessa. toen ze negentien jaar was, een bijzonder wel opgevoed, beschaafd meisje was, maar zoo absoluut on-' kundig waar het het werkelijke leven en zijn mogelijk heden betrof, als een ontwikkeld, begaafd iemand maar zijn kan. „Je vader zal je ter zijner tijd wel alles van de wereld laten zien" had Madane de Jainon haar altijd voorge houden. En alles werd haar werkelijk zoo aangenaam gemaakt, dat het meisje zelden of nooit in opstand kwam. Het eenige, waar ze zich wel eens driftig over maakte, waren haar jurken. Van nature had ze de gave, zich te kleeden wist ze als bij instinct, wat waarlijk chic was, en nooit werd haar toegestaan zelf hare kleeren te kiezen! Haar vader had er beslist op tegen, dat ze winkelde, en de meest achtenswaardige, ouderwetsche huizen zon den hun aftandsche coupeuses om Mademoiselle thuis te bedienen. „Als ze trouwt is het nog vroeg genoeg om zich ele gant te kleeden," peinsde haar vader, terwijl hij een re kening van Chanel inzag, die Nanette zijn klein vriendinnetje hem zooeven had gezonden. Vandaag zag hij er, toen hij zijn huis te Hampstead binnentrad dat aardige, lieve, oud-Engelsche huia midden op zijn twee bunder land gelegen en omgeven door een hoogen, baksteenen muur, gewoon stralend gelukkig uit. Hij verwachtte absoluut geen tegenwer king van zijn plannen alles was rozengeur en mane schijn. Hy oordeelde het raadzaam Madame de Jainon even terzijde te nemen en haar deelgenoot te maken van zijn besluit Ook zij had reikhalzend naar dit oogenblik ulti gezien want wachtten haar niet een ruim pensioen et vrijheid, als haar beschermelinge ging trouwen? Toen ze den naam St Austel hoorde, keek ze ecn»| klaps op, als schoot haar iets te binnen „Ja wat Is er?" vroeg Benjamin Levy. „Ah ik weet het al 't Was gisteravond in di opera; menschen achter ons noemden dien naam en il maakte uit hun gesprek op, dat ze een heer uit een val de loges bedoelden ik kon wel nagaan, wie het wal Vanessa moet het ook gehoord en hein gezien heb ben." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 2