AIiiiiei Nitiis-
KEUR-llTVOERIi
Liefde is blind
op Vrijdagavond 13 December a.s,
van S. KROM.
3 DECEMBER 1913 EN 1919.
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagea
Eerste Blad.
Turnkring
„Holl. Noorderkwartier
Stoomerij en Ververij
20% Prijsvermindering.
oorkom&n ff
Woensdag II December 1929.
72ste Jaargang No. 8578
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
teritiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent ADVBBTLN-
TIcN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
EEN NIEUW GELUID?
Dinsdag 3 dezer was het 16 jaar geleden, dat St Nl-
eolaas-Duijs aan de ouden van dagen eenige hulp kwam
brengen door de uitkeering van twee of drie gulden,
waarvoor nooit eenige premie was betaald.
Het begin van Staatspensioen scheen veroverd en
hoopvol zag men de toekomst tegemoet
Zes jaar later, 3 December 1919, trad de Ouderdoms
wet in werking. De polsslag van den tijd was nog niet
teruggeloopen tot den gewonen tragen gang en opnieuw
werden eenige duizenden ouden van dagen geholpen,
alsof er staatspensioen was.
Bovendien werden de bedragen verhoogd en gebracht
op 3 en f 5.
Het scheen dus goed te gaan en de hoop op een goe
den uitslag werd verlevendigd.
Sinsdien hebben we driemaal, in 1922, 1925 en 1929, ge
legenheid gehad voor Staatspensioen te getuigen, doch
drie keer achtereen hebben de voorstanders de neder
laag geleden.
Dat gebeurde niet, omdat er in ons volk geen meerder
heid voor Staatspensioen zou zijn. Die is er stellig, en
een zeer groote ook, indien de menschen zich slechts
vrij konden uiten.Laat men het maar eens probeeren met
een volksstemming, vrij van eiken druk.
Natuurlijk is er bij de begrooting voor „Arbeid" ook
weer gepleit voor Staatspensioen. Uit het Kamerover
zicht heeft de lezer dit kunnen merken, waarbij het hem
getroffen moet hebben, dat de toon van het gesprokene
van de Regeeringstafel ietwat anders was, dan in vo
rige jaren.
Of wij er een bekeering in beluisterd hebben? We zou
den het niet durven beweren, doch het absoluut afwij
zende was verdwenen.
Ten minste, zoo kwam het ons voor en om nu te we
ten, hoe het anderen was vergaan, hebben we in enkele
kranten nageslagen, wat die over de rede van Minister
Verschuur hadden op te merken.
Laten we beginnen met een Katholiek geluld.
Het Kameroverzicht van „D e Maasbode" uit
zich aldus:
,In zake de ouden van dagen( die nu zondqr rente zijn
- men schat hen op een 40.000, maar hun aantal
neemt steeds toe zei de minister merkwaardige din
gen aan het adres van rechts en links.
De bewindsman meent, dat de idealen van beide groe
pen Staatspensioen of vormen van verzekering
niet zóóver van elkaar staan.
Dat hij de vraagstukken breed en groot trachtte te
bezien, is ontegensprekelijk: dit toonde ook de aandach-
tig-luisterende Kamer. Maar een andere vraag is of de
minister het denkbeeld voor het Staatspensioen, zooals
dit b.v. door den vrijz. dem. mr. Oud wordt opgevat,
volkomen juist heeft omschreven en een even groote
vraag is of zijn katholieke ambtsvoorganger met den
FEUILLETON
door ELI NO li GLYN.
4.
„Ik ben genoodzaakt Maandag voor een dag of veer
tien naar mijn landgoed in Wales te gaan," deelde hij
zijn toekomstige schoonvader mede, „maar ik hoop, dat
U en Miss Levy en Madame de Jainon Zondagavond bij
me zult willen komen dineeren, om kennis te maken
met mijne tante. Lady Merton en mijn oom en tante
Lord en Lady Hurlshire
Mr. Levy nam de uitnoodiging verheugd aan. Hij was
ontzettend dankbaar, dat Lord Austel alles zoo goed op
nam. Maar hij kende dat eohte gentlemen-ras en
had er op gerekend, dat, als de koop eenmaal gesloten
was, Hls Lordshlp minzaam en beleefd zou zijn, wat zijn
'gevoelens overigens ook wezen mochten.
Ze praatten nog wat. Benjamin Levy's inzicht in
staatszaken was altijd de moeite van het aanhooren wel
waard, en Hubert kwam zijn landerige verveling even
'te boven. Vanessa keek hem een oogenblik met innige
bewondering aan, sprak zichzelf moed in en toen haar,
>zich wel wat erg op een afstand houdende verloofde,
en kwartier later afscheid nam. stond ze daar. het
oofdje een beetje hooghartig opgericht, in die vorste-
iyke houding, die haar zoo eigen was.
Maar hij merkte dit zoo min als iets anders. De avond
as een nachtmerrie geweest. Op weg naar huis liep
iij nog even bij White binnen en nam een stevige
hisky-soda Sommigen vnn de gasten daar herinner
den zich later hoe vreemd hij er uit gezien had.
Want het was als viel er een bom midden in Londen,
loen de bladen den volgenden ochtend het aanstaande
huwelijk aankondigden van „Den Right Honourable, den
Earl of St. Austel, D.S.O..M.C. enz. enz. en Vanessa,
Benige dochter en eenlg kind van Benjamin Levy,
Esquire, van Hawthorne House. Hampstead en 112,
Rue de Bassano, Paris." Maar Hubert was 's morgens
al heel In de vroegte naar St. Austel, zijn landgoed in
Hamp-ihire vertrokken. Zijn neef. Colonel Dangerfield
Bing met hem mee en ze vertrokken zoo vroeg, dat zelfs
tijn besta vrienden hem niet meer op konden bellen
als ze het nieuws gelezen hadden.
Vanessa lag in haar bed met roze sitsen gordijnen en
trilde van opwinding, toen haar meisje haar de ..Mor-
fcing Post" bracht de eenige krant, die ze lezen mocht
1*0 meid was al op leeftijd en een Fran^aise, kende de
gedachtegang van den nieuwen minister accordeert.
Deze heeft er intusschen al aan herinnerd, dat men
bij regeling van deze kwestie wel bedenken moet, dat
het om ontzaggelijke getallen gaat."
Het overzicht van „De Standaar d", Colijns
blad, luidt als volgt:
„Tegenover het Staatspensioen was hij d.i. Minister
Verschuur nogal tegemoetkomend, hij wil de partijen
der verplichte verzekering en van het staatspensioen
wat dichter bij elkaar brengen. Dat zal echter zoo ge
makkelijk niet gaan, want er zit politiek achter."
Dit blad maakt er zich. zooals men ziet, met weinig
woorden af. Daarom laten we hier nog volgen wat zijn
verslag omtrent de rede van den Minister vermeldt.
Hier is de betreffende passage:
Wat de kwestie der ouden van dagen betreft, er zijn
een 40.000, die thans zonder eenige rente zijn, doch dit
getal is niet vast, maar het is een dynamische grootheid.
Het is van de andere voorzieningen niet los te maken,
tenzij men den weg opgaat van het staatspensioen. Over
het beginsel daarvan zal hij niet zoo heel veel slechts
zeggen, er is van beide zijden reden om elkaar tegemoet
te komen. Twee keer is men gekomen met een brug,
die staatspensioen was, om een stelsel af te ronden.
Als men aan de andere zijde erkent, dat het staats
pensioen hoogstens als aanvulling der sociale verzeke
ring is te beschouwen, dan kunnen de partijen elkaar
ontmoeten. Men moet de lekken eerst stoppen voor men
het water uitpompt.
Elke andere wijze van behandeling brengt in de op
portunistische wateren, de Regeering wil het nog een
maal probeeren. Het moeilijkste probleem is, dat ook
uit de zelfstandigen het aantal toeneemt, dat geen ren
te krijgt De consekwentie kan hier niet worden afge
wezen.
onder leiding o.a. van den Zwitserschen
Keurturner MELCHIOR WEZEL,
in het N00RD-H0LL. KOFFIEHUIS
te Schagen,
8 uur precies,
Medewerking wordt verleend door de Scha-
ger Gymnastiekvereeniging
„L Y C U R G U S".
Entrée I 0.75 bel. Leden van het K.N.G.V.
op vertoon van diploma f 0.50 -f bel.
Na afloop Bal
inzichten van haar meester en hield zich strikt aan zijn
bevelen. Ze wenschte haar Mademoiselle geluk en ver
zekerde haar, dat haar een gouden geluk wachtte, in
haar rol van Engelsche Countess.
En toen het romantische kind alleen was, kustte ze
Hubert's diamanten ring Natuurlijk zou hij op een
goeden dag wel van haar gaan houden, als ze maar
eenmaal getrouwd waren Ze wist niets van de man
nen en Madame de Jainon had haar bij het naar bed
gaan verzekerd, dat Lord St. Austel op en top een
aristocraat was en zeer wei-opgevoed, zonder vulgair,
overdreven gevoel, dat zich naar buiten toonde.
.Maar daarom heeft hij wel gevoel, Chérie be
sloot ze, „dat zul je wel merken." En Vanessa had ge
tracht, zich daar mede tevreden te stellen.
Hubert kwam den volgenden dag, 's Vrijdags, van SL
Austel terug. Er was nog een ander onderhoud met
eene vrouw, waar hij zich doorheen moest slaan.
De Duchess of Lincolnwood zou de aankondiging ech
ter al wel gelezen hebben, dus was het ergste al achter
den rug. Twee dagen lang had ze de courant al opgeno
men in de veronderstelling, dat ze het ellendige nieuws
er in vinden zou, maar toen ze het dien Donderdagmor
gen werkclyk las, was de pijn en het verdriet even groot
als had ze er van te voren niets van geweten. Iedereen
in Londen wist, wie Banjamin Levy was, velen hadden
hem zelfs in hun salons ontvangen maar er was nooit
sprake van een dochter geweest en wat had nu on
der alle mannen Hubert juist tot zoo'n huwelijk doen
besluiten? Hubert, die rijk en onafhankelijk was, zon
der eenig handelsbloed in zijn aderen. Hubert de kies
keurige aristocraat, die zich nooit met parvenu's inliet!
De Achtste Earl van St Austel trouwen met de doch
ter van een geldschieter! Natuurlijk, na den oorlog was
alles te gronde gegaan en grenzen bestonden er riet
meer maar toch Urenlang waren de tongen in be
weging. En de oude Marquis* en Marchioness of Hurls
hire, en de andere tantes en ooms gelukkig waren
het er niet veel vonden het hun plicht tegen zooiets
te protesteeren.
His Lordship ontving hun diverse briefjes, toen hij
dien Vrijdagochtend in Londen terugkwam. Zijn tact
was volmaakt, en zonder hen te beleedigen, deed hij
hun allen goed voelen, dat hij precies zou doen, wat hij
verkoos.
De oude Marchioness of Hurlshire schudde haar grijze
hoofd en staakte eensklaps alle verzet
„Er steekt meer achter dan je zoo op het eerste ge
zicht wel zeggen zou," besloot ze, „en misschien zal het
voor Hurlshire maar beter zijn, net te doen of we er
niets achter zoeken, anders haalt hij nog de een of
andere rare streek uit en ruïneert ons heelemaal
En het door haar ingenomen standpunt werd door de
Vanaf heden, tijdelijke
Depót: B. G. G. König, Hoogzijde.
Zonder Staatsbijdrage is een oplossing niet denkbaar,
maar dan door den weg der sociale verzekering en niet
langs dien van het staatspensioen, wijl de self-help ge
steund moet worden."
Heelemaal helder lijkt ons de zaak nog niet en het
wordt er niet beter op, als we nagaan welken indruk
de christ. hist. „Nederlander" van den Minister
heeft gekregen.
Hij is zich doel bewust, meent het blad, weet wat hij
wil en schijnt de kwestie aan te kunnen.
Over de zaak die ons thans bezig houdt, zegt „De Ne
derlander":
„Wanneer de minister opmerkt, dat links en rechts,
wat betreft de zorg voor de ouden van dagen dichter bij
elkaar staan, dan weieens vermoed wordt, dan zal deze
opmerking alleen beteekenis kunneij hebben voor de
ouden van dagen, voor het oogenblik. En dan nog alleen
praktisch, niet principieel.
Praktisch: de aanhangers van het staatspensioen wil
len deze ouden uiteraard helpen met premievrij pensi
oen. De aanhangers der verzekeringsgedachte als over
gangsmaatregel ook.
Principieel niet: de verdedigers van Staatspensioen
willen nu niet en in de toekomst niet anders dan pre-
vrij pensioen, de verdedigers van de verzekerings
gedachte zulk een pensioen, omdat het, nu de verzeke
ring niet volledig nog werken kan, niet anders moge
lijk is. een overgang dus!
Wanneer echter de minister betoogt, dat voor den
heer Sannes het staatspensioen hoogstens als aanvulling
geldt, dan ziet hij de wenschen van dezen afgevaardigde
wat tal te rooskleurig.
De heer Sannes en evenzeer de heer Oud zien in het
Staatspensioen wel degelijk een principieele op
lossing. D« heer Sannes gelooft niet aan de verzekering,
.j'p aan een ideeeler stelsel, bij noemt 't de dood".
Tot slot geven we. na zooveel tegenstanders, het
woord aan een voorstander van Staatspensioen, n.1. aan
Het Volk.
In zijn overzicht lezen we dit:
„Ten aanzien van het staatspensioen bleek mr. Ver
schuur van een opmerkelijke zachtmoedigheid. De po
litieke christenen beweren strijk en zet. dat het tegen
het christelijk beginsel in gaat, -omdat het den menschen
het verantwoordelijkheidsgevoel zou ontnemen. Maar
minister Verschuur is toch ook een politiek christen
en laat gansch andere klanken hooren. Niet, dat hij het
eenvoudig invoeren wil, maar hij erkent de juistheid
van Sannes' stelling, dat men reeds eenige malen een
stukje staatspensioen heeft ingevoerd, en hij wil een
brug slaan tusschen ouderdomsverzekering en staats
pensioen. Dit laatste zou hy niet doen. als hy het staats
pensioen zoo slecht vond: men slaat geen brug naar
de hel. Overigens, als hy zegt, dat wij anders denken
over het staatspensioen, dan wy vroeger dachten,
vergist hy zich. De zaak is, dat sedert een stuk verze
kering tot stand is gekomen, waardoor ouden van dagen
weliswaar geenszins uit de moeliykheld zyn geraakt,
maar welks resultaat wel met het staatspensioen ge
heele verdere familie gevolgd zoodat alles wel op rol
letjes zou gaan.
Toen Lord SL Austel in Allice's zitkamer werd gela
ten, in het huis In Upper Brook Street, brandden daar
de lampen laag en een houtvuurtje knapte in den haard
Ze zag er heel lief en een beetje mistroostig uit
Hubert ging op een stoel dich by haar doch niet
naast haar op de sofa zitten. Hij zeide niets
„Nu?" vroeg ze een beetje ongeduldig. ..Nu?" Ik Wil
er alles van hooren Maar Hubert Hubert waar
om moet JU nu juist de dochter van een Jood kiezen?"
„Het is een heel knap meisje, opgevoed verre van onze
schitterende wereld."
Her Grace haalde haar schouders op
„Is dat de reden of houd je van haar?"
Er tintelde een eigenaardig lichtje in haar oogen
„Vrouwen stellen altyd zoo byzonder veel belangstel
ling in de gevoelens van een man Mag Ik rooken?"
„Wat zooveel zeggen wil als dat Je van haar houdt en
bang bent om het me te zeggen Rook, als je er zin
in hebt"
„Waarom zou ik daar bang voor zün Allice
Hy keek haar zoo vlak in het gelaat, dat ze haar ver
moeide oogleden neersloeg. Ze herinnerde zich, dat hy
zelfs in de innigste periode van hun vriendschap, nooit
dat eene zinnetje gezegd had, dat de vrouwen het liefst
van alles hooren „Ik heb je lief". Altijd had hU er
omheen gedraaid. Soms was hy hartstochteiyk geweest
meestal onverschillig zelden teeder. En ze had
zich zelf maar wys moeten maken, dat hy van haar
hield, omdat hy haar byna iederen dag bezocht en bui
ten overal kwam, waar zij ook heenging. Ze was niet
verstandig genoeg, om nu de rol van een met hem mee
levende vriendin te spelen, hem geluk te wenschen met
zyn goed gesternte en hem, door zelf te maken gevolg
trekkingen te laten zien, wat hy had weggegooid. Ze
wilde hem dolgraag uithooren, hoewel ze heel goed wist,
dat ze hem van oogenblik tot oogenblik onsympathie
ker werd.
„Hoe ziet ze er uit deze nieuwe liefde?"
Hubert leunde terug in zyn stoel en zag er moe en
verveeld uit
„Donker en heel jong
„Is haar haar van het voorhoofd weggetrokken en
achter op haar hoofd In een knotje gedraaid?" Haar
lichte oogen schitterden fel.
Hubert schrok, maar hij wilde het haar niet laten
merken
„Ja ik geloof het wel."
Allice zonk in haar kussens terug.
„Ik wist het wel." snikte ze byna, „en Dinsdagavond
waagde je het, om by me in mUn loge In de Opera te
komen zitten, tervryl zij vlak beneden ons zat, en je
bruikt kan worden om den nood althans zooveel moge
lijk te lenigen. En onze geheele politiek is er op gericht
dat het staatspensioen de algeheele oplossing van het
vraagstuk der ouderdomszorg zal brengen. Intusschen
moet het 1932 worden, voor dat de verbetering van de
Invaliditeitswet, welke een betere ouderdomsverzeke
ring moet brengen, een feit wordt. Dit is heel erg. Voor
dien tijd zullen nog heel wat ouden van dagen onver
zorgd sterver
Dit is dus de indruk, dien de overzichtschrijver kreeg,
terwyl van de rede van den Minister dit verslag wordt
gegeven:
De ouden van dagen.
„Er zijn nu vrywel 40 000 ouden van dagen zonder
rente. Elk jaar verminderen zy door afsterving, maar
zy nemen in gróótere mate toe. naarmate er nieuwe
jaarklassen bijkomen Het Is een groot gevaar, te
meenen, dat men met een afgesloten groep tc doen
heeft. Er komen er steeds meer. Van de andere voor
zieningen is het niet los te maken, tenzy men den weg
van het staatspensioen opgaat.
Sannes: Maar dat hebben wy al twee keer gedaan.
Toenadering?
De Minister wil over staatspensioen niet heel veel*
zeggen en zeker niet zoo heel veel slechts. Er is geen
reden, de tegensteling toe te spitsen. Er is wel reden,
naar elkander toe te komen. Eenerzijds is waar. wat
Sannes zei. dat men twee maal een maatregel genomen
heeft als brug en zonder dat de betrokkenen er presta
ties tegenover behoefden te stellen. Anderzijds heeft men
dat gedaan ter wille van een stelsel, dat men daarna
wenscht en hooger acht. De regeering gaat niet over
tot een staatsbydrage zonder een poging om de te stop
pen. waardoor steeds meer ouden van dagen zonder
rente komen. Nog eenmaal zegt men. moet men een
overgangsbepaling maken. Maar dat moet men zoo doen,
dat geen volgende malen komen. Wij moeten het vraag
stuk der ouden van dagen niet behandelen, los van de
invaliditeitswet. Anders komen wij in opportunistisch
vaarwater. Voorts zal men niet mogen ontgaan de konse-
kwentie voor de zelfstandigen, die een vrywillige ver
zekering zullen kunnen sluiten onder aanmoediging van
een staatsbydrage.
Zonder staatsbydrage ondoenlijk.
Beter ware het, als wij het vraagstuk konden oplos
sen zonder staatsbydrage. maar dat is praktisch ondoen-
'.yk. Beide Inzichten gaan niet zoo ver uit elkaaf. als in
verkiezingsdagen wel eens wordt gezegd. Men stelde
het vroeger dikwijls voor, alsof staatspensioen een tegen
hanger ware van sociale verzekering, maar nu beschou
wen Sannes en mr. Oud staatspensioen als een onder
deel der sociale verzekering. Daaruit ziet men. hoe de
stroomingen elkaar naderen. Maar men neme In aan
merking. dat men op dit gebied met geweldig massale
verschijnselen te doen heeft, waardoor een maatregel
Zoo gauw hebt U kou gevat,
lastig zijn de gevolgen. Neem
steeds een paar Wybert-tabletten.
In orlgin. doozen 45 en 65 cis.
hebt me haar niet eens gewezen! Geen wonder, dat
ze zoo in vervoering naar de loge-avant-scène staarde,
voor je by-my kwam
Er stonden nu tranen in haar oogen.
Dat hoor ik voor het eerst, dacht Lord SL Austel,
maar hardop zei hij:
„Wees nu niet dramatisch, Allice schoonste der
vrouwen reik me de hand en laten we goede vrien
den zijn
Hy boog zich naar voren en nam zelf een harer
handjes. Ze had geen mooi gevormde nagels, al waren
ze nog zoo mooi gepolijst en hy had er nooit over ge
piekerd, ze byzondere aandacht te schenken Maar
vrouwenhanden zyn nu eenmaal geschapen om gekust
te worden zoo nu en dan tenminste al moet je
het soms ook met je oogen dicht doen. Dus boog hij
zich nog dieper voorover en kuste Allice's blanke,
eenigszins beenige vingers.
„Zoo, nu weet je er alles van Ik ga den vyftlenden
Juni trouwen En geef me nu in vredesnaam eens
elndelyk een kop thee.'
HOOFDSTUK V.
Op den vyftienden Juni stond er een ontzettende
volksmenigte buiten St. Margaret's Westminster, te
wachten en binnen scheen zich heel de Engelsche
adel te hebben vergaderd, terwyl op een van de achter
ste banken Oscar Isaacson zaL Zyn gelaat was doods
bleek en zyn donkere oogen schitterden koortsachtig
maar niemand, die erg in hem had.
Hubert had met een air van Sphinxachtige onbeweeg-
ïykheid bij het altaar op zyn bruid staan wachten
den avond dat ze met haar vader by hem zou komen
dineeren. had ze met een zware kou te bed gelegen, zoo
dat het diner uitgesteld had moeten worden, daar Hu
bert 's Maandags voor dringende politieke aangelegen
heden naar het Noorden moest. Zyne familie had tydens
zyne afwezigheid Miss Levy bezocht en kennis met haar
gemaakt.
Hoe goed speelden ze allemaal hun rol. dacht hy. toen
ze hem schreven, dat ze een bekoorlyk, lief meisje was
Voorzichtigheidshalve was hy pas den avond voor den
trouwdag teruggekomen en hy had Vanessa dus. na den
eersten avond van haar engagement, niet meer gezien.
Het scheen zyn bedienden, de eenige wezens builen
Hampstead Home, die hiervan wisten, iets ongelooflijks
toe maar ze waren er wel aan gewoon, dat hun mees
ter precies deed, wat hy wilde, zonder zich aan iets of
iemand te storen.
(Wordt vervolgd).