Schaper Courant Een beste Bril Nederlandsch fabrikaat. „SURSUM CORDA" te SCHOORL. Krachtvoederkoek T.D. ALVOEDERKOEK DUYVIS N.V. Oliefabrieken T. DUYVIS Jz. Derde Blad. Fa. Gebr. ROTGANS, Hoogzijde E16, Schagen BEZOEKT BE BOOM- EN BIOEMKWEEKERU Plaatselijk Nieuws. KOOG AAN DE ZAAN - LEEUWARDEN Boekhouden voor landbouwers*en veehouders. Zaterdag 14 December 1929. 72ste Jaargang. No. 8580 an ier IH. (Slot) Van de meeste waren hangt de prijs niet meer af van plaatselijke omstandigheden. Er is als het ware een wereldmarkt, die den prijs regelt. Om een voorbeeld te noemen: Niet onze binnenlandsche oogst bepaalt de noteering van de tarwe, doch de wereldproductie. Op .industrieel gebied is het weinig anders. De prijs van de fiets hangt niet af van wat een enkele fabriek voor zijn product moet berekenen om staande te blijven, doch is afhankelijk van wat de grootste, best in gerichte fabrieken met massa-productie noodig hebben om nog een behoorlijke winst te maken. Wie daarmee niet kan concurreeren, gaat ten onder of lijdt een jammerlijk bestaan, dat voor de menschheld als geheel geen beteekenis heeft Dit klinkt misschien wat hard, doch als we de zaak nuchter bezien, is het eenmaal niet anders. Een boer, die nu nog zijn land zou bewerken als ten tijde van Karei den Groote gewoonte en hoogste wijs heid was, ging onverbiddelijk te gronde. Een smid, die in dezen tijd nog op zijn vijl zou ver trouwen en van geen draaibank wilde weten, was spoe dig zijn beste klanten kwijt. Kunstmatige steun kan uitstel van executie geven, doch geen redding op den duur. Maatschappelijk bekeken, dient het beste en goedkoopst e steeds het richtsnoer te zijn, ook om deze reden, die in onze oogen het sterkste argument is, tegen bevoorrechting van het Nederlandsch fabrieks- fabrikaat is: Wie dit fabrikaat koopt, ook als het 10, 15 en meer percenten duurder is dan buitenlandse!» fabrikaat, e n daarvan regel maakt, snijdt de concurren tie van vreemden af en levert zich over, aan handen en voeten gebonden, aan de binnenlandsche producten. Neem als voorbeeld wat u wil, locomotieven bijv. De Nederlandsche spoorwegen vragen prijsopgave hier, Jn Engeland, in België en in Duitschland. De Nederlandsche aanbieding is, zoo veronderstellen we, 12.5 pet. duurder dan de laagste buitenlandsche. Toch besluit men de levering te gunnen aan den eigen landgenoot Nu zijn we een jaar verder. Weer een bestelling; prys- verschil bijv. 10 pet. in het voordeel van het buitenland niettemin gunning aan het Nederlandsche fabrikaat Weer een jaar later, opnieuw een bestelling en de buitenlandsche firma's sparen zich de moeite van het Inschrijven, omdat ze zelfs bij groot prijsverschil toch geen kans hebben. Dit beteekent derhalve, dat het binnenland een mono polie heeft gekregen en binnen zekere grenzen kan vra gen wat het wil. Hooge invoerrechten hebben hetzelfde (^•ouitaat maar nu is dit merkwaardige, dat al die ver dedigers van het Nederlandsche fabrikaat op hun ach terste beenen gaan staan, zoodra men hen voorstanders van protectie noemt Niettemin heeft hun geregeld terugkeerende voorkeur dezelfde uitwerking met al de gevaren, daaraan verbon den. Wij hebben immers het buitenland meer noodig dan het buitenland ons. Wij zijn wat onzen uitvoer aan gaat, buitengewoon trefbaar en uit louter zelfbehoud al leen al, verdient het alle aanbeveling, om geen tegen- maatregelen uit te lokken. Intusschen de mp wordt niet zoo heet gegeten, als ze wordt op- Igediena. De theorie kan schoon zijn, het leven Is hard en spot dikwijls met de fijnst opgezette redeneering of •slaat die aan stukken en gaat zijn eigen gang. Hoe fel we in theorie ook gekant zijn tegen begunsti- foij ging van het Nederlandsch fabrikaat, als het dit door prijs of- en kwaliteit niet verdient, toch kunnen- we ons g gemakkelijk een geval denken, waarin we met onze be- süssing niet in een hand-omdraaien klaar zijn. Bijvoorbeeld, Amsterdam houdt een aanbesteding van machines en komt tot de ontdekking, dat het buiten- ze^ land 12 pet. goedkooper kan leveren dan een fabriek binnen zijn eigen gebied. Gaat de bestelling naar buiten, dan komt er aan de jkmsterdamsche fabriek werkloosheid met al de finan- cieele en anderé ellendige gevolgen daaraan verbonden. Is het wonder, als er dan in den Amsterdamschen Baad aldus wordt geredeneerd: dDe bestelling in den vreemde bespaart ons zooveel. Aan steun van de werkloozen kost ze ons echter zooveel, Srelnu laten we dan de bestelling hier houden, dan ont- 1 komen we ten minste aan de moreele inzinking enz., fvelke steeds uit werkloosheid voortvloeit. Dit is natuurlijk in zekeren zin het sparen van kool »n geit, do.ch slechts zij, die de leer huldigen: gen. lieve het principe, al verga de wereld, ^P- kunnen altijd aan die tweeslachtigheid ontkomen. Naaste aanleiding tot het schrijven van dit artikel is ten discussie in de Staten van Noord-Holland, waarbij, ooals Het Volk opmerkt, nog eens weer aan het licht s getreden, dat in de S.D.A.P. niet eenstemming wordt 'edacht over de vraag, of hij aanbestedingen door open- are lichamen aan Nederlandsch fabrikaat voorkeur loet worden verleend. Door den heer Kupers, den voor- itter van het N.V.V., werd het bepleit, door dr. v. d. werd een geharnast tegenbetoog geleverd, ng Toch meent Het Volk, dat beide stroomingen die ok in andere partijen voorkomen. Red. niet zoo ver nlteenloopen, als het wel eens schijnen mag en dat hier een meeningsverschll omtrent de onwenschelijkheid totan een protectionistische handelspolitiek behoeft te den'or<ien gezien. Wel, zoo vervolgt het blad, zijn er in den kring der t iD.A.P. enkelen, die aan het protectionisme vrij ver ft S lande concessies doen, maar het zijn enkelingen. De lartij als geheel heeft protectie altijd afgewezen. Bij her ring heeft zij. wanneer daartoe bijzondere aanleiding ha, in haar verkiezingsprograms zich een voorstandster «in den vrijhandel verklaard en wel niet alleen in het gemeen, als een Ideal, waarnaar het schoon is te stre- !n, maar dat door het protectionisme van andere Jan- T en onbereikbaar is (zooals haast alle Nederlandsche pro (ctionisfen doen, die zich op internationale basis geest- fiftige vrijhandelaars noemen), maar ook als practl- f £he richtlijn voor Nederlandsche politiek, als de beste tndelspolitiek voor een land als Nederland, ongeacht P ant*ere landen doen." Het Vdlk ontkent ook, dat er een tegenstelling is lachen S.D.A.P en N.V.V. en betwist, dat het in be- aaide gevallen geven van voorkeur aan Nederlandsch kbrikaat protectionisme zou zijn. tOl Hierop vervolgt het: .Veeleer zouden wij het juist een middel willen noemen aan het protektionisme te ontkomen, als dit in be erden tijd begrijpelijkerwijze sterk opdringt. Van geval met ronde glazen f 2.00. Gediplomeerd Opticien. Het aangewezen adres voor Goede en GoedKoope OptieR. tot geval voorkeur verleenen aan N '^rlandsch fabri kaat vermijat de nadeelen, die eigen zijn aan een pro tektionisme, dat over alle ondernemingen van een be drijfstak zonder onderscheid zijn vleugelen uitstrekt, onverschillig of zij al dan niet noodlijdend zijn. Zulk een tariefsprotektionisme heeft ook het groote gevaar in zich, dat men er haast niet meer van afkomen kan, wanneer het eenmaal ingesteld is, ja, dat het als een schroef zonder eind voortdurend dieper boort, zich over steeds meer bedrijfstakken uitstrekt en tot steeds hooger tarieven leidt. Het is op deze moeilijkheden, dat men te Genève stuit In zijn pogingen om het protektio nisme internationaal terug te dringen. Het verleenen van voorkeur aan eigen fabrikaat bij overheidsopdrach ten van geval tot geval kan echter, zoolang het niet tot een systeem gemaakt wordt, maar inderdaad slechts van geval tot geval na nauwkeurige overweging wordt toegepast, op ieder gewenscht oogenblik zonder moeite of bezwaar gemakkelijk beëindigd worden. „Het wil ons voorkomen, dat van weerszijden dit ingrijpend verschil bij de diskussie in de Noord-Holland- sche Staten scherper in het oog gehouden had kunnen worden. Wel voerde Kupers als argument voor zijn stelling de opnieuw naderende, hopelijk kortstondige en niet al te diepe ekonomische malaise aan, maar er i toch in zijn betoog een noot, alsof de voorkeur aan Ne derlandsch fabrikaat onder alle omstandigheden wen- schelijk zou zijn. Anderzijds graf v. d. Waerden wel toe, dat ook hij in bepaalde gevallen voorkeur aan Neder landsch fabrikaat had helpen verleenen, o.a. om de Draad- en Kabelfabriek door een moeilijke beginperiode heen te helpen; maar zijn gansche argumentatie had, mede door haar sterk theoretischen (en theoretisch sterken) opzet, voor ons gevoel wel eenigszins de strek king om het kind met het badwater weg te werpen en ook tijdelijke voorzieningen, in tijden van nood, uit te sluiten. „Op dat tijdelijke karakter en dat noodkarakter van het verleenen van voorkeur aan eigen fabrikaat zouden wij nu bijzonder sterk den nadruk willen leggen. Het bijzondere geval, dat in de Staten aanleiding gaf tot de diskussie, blijve hier buiten bespreking; het bevat elementen, die een principieele beslissing bemoeilijken. In het algemeen kunnen wij echter verklaren, dat wij geen bezwaar hebben tegen een voorkeur voor eigen fabrikaat, natuurlijk binnen zekere grenzen, in tijden van ernstige werkloosheid. Zoo dacht ook de S.D.A.P. er over, toen zij in haar verkiezingsprogram van 1922 medewerking onzerzijds tot zoodanige voorkeur mogelijk maakte. Wij zouden den maatregel echter strikt tot tijden van nood willen beperken. Er staat ons zoo goed als zeker een tijd van toenemende slapte en werkloos heid te wachten. In dien tijd zouden wij er geen bezwaar tegen maken, wanneer aan voorkeur voor Nederlandsch fabrikaat, in bepaalde gevallen, na nauwlettende be oordeeling, werd vastgehouden. Maar het moet een tijdelijke maatregel blijven. Een systeem mag het niet worden. Zoodra de ekonomische toestand het toelaat, moeten wij er weer af, liefst zoo spoedig mogelijk, en liefst voor goed, als het kan." Dit laatste speciaal onderschrijven wij geheel. Intusschen is natuurlijk ook een andere opvatting mogelijk. Wie daarvan op zakelijke wijze wil getuigen, kan daarvoor plaats krijgen. De heele kwestie is o.i. belangrijk genoeg om ze van alle kanten te bekijken. Vrije wandeling, zonder verplichting. Massa voorraad. Uiterste prijzen. mm TUINARCHITECTUUR mm TE WATER GEWAAID. Donderdagmorgen vroeg is de brievenbesteller v. A., terwijl hij zijn dienst in de buitenwijken was be gonnen, hetgeen per fiets geschiedt, met rijwiel en al te water gewaaid. Een hevige rukwind was de oorzaak van dit onvrijwillige bad, dat zonder grootere onheilen afliep. GEKOZEN. Tot ouderlingen bij de N.H. Kerk alhier zijn ver kozen de heeren P. Stammes en J. Leertouer. THEATER ROYAL Een spannende film deze week in Theater Royal; dra ma uit het leven van een onbegrepen vrouw. De „Wilde Orchideeën" met Greta Garbo in de hoofdrol. Het is de roman van een jonge, fel-levende, schoone, doch onbegrepen vrouw, die gehuwd was met een goe den, eerlijken, veel ouderen man, die haar lief had en dien zij lief had, doch in wien de poëzie van de liefde, waaraan haar hart zooveel behoefte had, eenigszins was uitgedoofd. Is het dus wonder, dat, terwijl Joh. Sterling, haar man, zich in zijn werk verdiept, zij zich eenzaam gevoelt op de boot, die hun van San Francisco naar Indië brengt? Een Oostersche vorst, ook op deze boot, is getroffen door h^hr schoonheid en wordt verliefd op haar. Deze vorst Swamimokerdjo, maakt kennis met den man van Lilly en de kennismaking valt naar genoegen uit, zoodat ook Lily kennis met den Oosterling maakt, hetgeen deze laatste juist wil. John Sterling heeft er niet het minste vermoeden van, wat de bedoelingen van den Indiër zijn. Lily raakt in zijn strikken en hij vertelt haar van zijn mooie land, van de wilde orchideeën, die er groeien, waarmee hij haar vergelijkt. Eenmaal in Indië aangekomen, vervolgt de vorst zijn popingen en Lily wordt verblind door de pracht van zijn Oostersch paleis. Vergezeld van den vorst, maken Lily en John een rondreis per auto, gedurende welke ze door een hevig onweder worden overvallen, waarbij door een voorval Sterlings wantrouwen wordt gewekt. Zijn booze vermoe dens krijgen tenslotte zekerheid, ais zy om het kamp vuur zitten tijdens een tijgerjacht. Sterling stuurt zijn vrouw naar binnen om uit zijn jaszak zijn pijp te halen en deze vindt er... haar collier in! In groote angst deelt zij den vorst deze ontdekking mede, als haar man met twee geweren binnen komt en Swamimokerdjo over haalt dien nacht nog samen een in den omtrek van het kamp loerenden tijger te gaan neerleggen. Als de tijger zijn sprong neemt naar den vorst, bemerkt deze, dat de kogels uit zijn geweer genomen zijn en Sterling weigert te schieten. Gillend bezweert Lily. die hen gevolgd is, haar man het ondier onschadelijk te maken en deze schiet tenslotte den tijger dood. Als de geneesheeren verklaren, dat de vorst, die niet ernstig gewond werd spoedig weer hersteld zal zijn, be sluit Sterling met gebroken hart, uit het paleis te ver trekken en zijn vrouw achter te laten bij den man, dien zij, naar hij vermeent, meer lief heeft dan hem. Doch in den auto buiten wacht zij op hem en zegt zij, dat zij hem niet ontrouw werd en hem nog steeds boven alles lief heeft Zoo keeren zij, hereenigd in hun nieuwe liefde, naar hun vaderland terug... MURWE vervangt Lijnkoek volledig, doch is veel lager in prijs, Garantie 45 °/0 eiwit en vet. KRACHTVOEDERKOEKJES MET SUIKER T. D. MURWE Garantie 30 °/0 eiwit en vet. Gehalte zetmeelachtige stoffen ca. 44 °/0. ALVOEDERKOEKJES MET SUIKER T.D. Vraagt gratis toezending Brochure met Voederrantsoenen; U kunt op Uw voederrekening veel besparen! BOERDERlj en XEEHOUDERIJ ZESDE LES. Ziezoo, de inkomsten uit het bedrijf hebben wij ge noteerd. Het totaal-bedrag beliep f40.523,13. Bij 9 September stond 25 H.L. nieuwe gerst f20.de aan dachtige lezer zal wel begrepen hebben, dat die 200 gld. moet wezen. Gerst is wel goedkoop, doch geluk kig nog niet zoo goedkoop als in dc 5de les bij 9 September abusievelijk stond aangegeven. Van 40.523,13 gld. inkomsten kan men heel wat betalen, dooh als wij de uitgaven van een geheel jaar noteeren en optellen van het bedrijf, dat wij behandelen, zal dat ook niet meevallen. We zullen zien wat het wordt. Voor dat wij de uitgaven opschrijven moeten wij daarbij eerst de noodige toelichtingen verstrek ken. In de eerste les hebben wij als eisch aan een behoorlijke boekhouding gesteld, dat ze ons in staat moet stellen, de resultaten van dc onderdeden van het bedrijf te leeren kennen. Om het resultaat van een bepaald onderdeel van het bedrijf te leeren bereke nen, hebben we noodig de totale kosten, die aan dat onderdeel besteed zijn en de totale ontvangsten daarvan. De opbrengsten vinden we in het ontvang stenkasboek, waaruit dus blijkt, hoeveel de opbrengst is geweest van tarwe, van aardappelen, van vee, enz. de kosten, besteed aan het voortbrengen of opfokken daarvan, vindt men in hoofdzaak onder de uitgaven. De uitgaven moeten dus zoodanig over rubrieken wor den verdeeld, dat ook weder blijkt, welke kosten ten laste komen van tarwe, welke van aardappelen, wel ke van vee, enz. Dat zal een hcclc uitzoekerij wor den, hoor ik al zeggen. Doch neen, dat is zoo heel mqcijijk niet. Als men zich maar eenmaal aan de methode heeft gewend is het niet moeilijker, dan een noteering der uitgaven, zooals die in de meeste land bouwboekhoudingen worden bewerkt. Doch de meeste van deze laatste boekhoudingen zijn m.i. lang niet volledig genoeg. Men kan er niet genoeg uit lezen. Men krijgt wel een overzicht van het geheel, doch geen voldoende kijk op de onderdeelen van het be drijf. We zullen trachten deze bezwaren te ondervan gen bij deze lessen. Om dan daartoe te geraken, moet eerst het onderstaande met de noodige attentie wor den gelezen. Beschouwt men de uitgaven, die in het landbouw- en veeteeltbedrijf voorkomen, wat nader, dan blijkt, dat die uitgaven in verschillende hoofdgroepen zijn te verdeelen, zooals: le. Uitgaven, die uitsluitend ten laste komen van een bepaald product of van den veestapel. Koopt men b.v. zaaihaver, dan is dit een uitgave, die uitsluitend gedaan wordt voor den teelt van haver. Lijnkoeken worden enkel en alleen ge bruikt voor voedering van het rundvee. Dergelijke kosten nu kunnen dus rechtstreeks ten laste van een bepaald onderdeel van het bedrijf gebracht worden. Men noemt ze directe kosten. '2e Uitgaven, die wel uit sluitend voor het landbouwgedeclte van het bedrijf gedaan worden, doch die niet rechtstreeks ten laste van een bepaald product gebracht kunnen worden, Koopt men b.v. benzine voor de motor-dorschmachine, dan is dit een uitgave, die men doet om het graan te kunnen dorschen. Men dorscht daarmede echter zoo wel tarwe, als erwten, gerst, enz. zoodat het prac- tisch onmogelijk is precies na te gaan, hoeveel benzine voor ieder product gebruikt wordt. Een ander voor beeld. Laat men in den winter enkele arbeiders dc greppels op het land uitdiepen, dan is het loon van deze arbeiders weder een van die uitgaven, die wel alleen betrekking hebben op de landbouwafdecling, doch niet rechtstreeks op een bepaald product. Der gelijke kosten zou men kunnen noemen indirecte kosten der landbonwafdeeling. 3e. Uitgaven, die betrekking hebben op de paarden en gereedschappen, waarmede het land bewerkt wordt. Tot deze kosten bchooren de uitgaven wegens aankoop van paardenvoer, wegens reparatie van de landbouwwerktuigen e.d. Oppervlakkig beschouwd, zou men deze kosten ook kunnen rangschikken onder de indirecte kosten, doch zooals we later bij de be rekening der afzonderlijke resultaten zullen zien. is het beslist noodzakelijk, de kosten van het paarden- werk afzonderlijk in rekening te brengen, zoodat deze ook afzonderlijk bekend moeten zijn. 4e. Uitgaven, die op het geheele bedrijf drukken, zoowel op het landbouw- als op het vccteeltgedceltc en niet rechtstreeks ten laste van een zeker onder deel van het bedrijf te brengen zijn. Als zoodanig komen o.a. voor: grondbelasting, reiskosten, assuran tie voor gebouwen, onderhoud van gebouwen, abon nementen op vakbladen, contributies landbouwver- eenigingen e.d. Deze uitgaven noemt men algemeene kosten. 5e. Heeft men uitgaven, die geen onkosten voorstel len, doch waartegenover een bezitting ontstaat, of een bestaande bezitting in waarde vooruitgaat. Hiertoe behoort b.v. het aankoopen van vee, paarden, werktui gen of het verbeteren van een schuur. Deze hoofdgroepcering der uitgaven moot ook te voorschijn komen in de rubrieken van het uitgaven- kasboek. Het uitgaven-kasboek kan dan als volgt gelinieerd worden: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 In vak 1 komt weer te staan: datum; in 2 aard der uitgaven; 3 totaal bedrag; 4 Direct loon; 5 Mest stoffen; 6 Directe kosten gewassen; 7 Onkosten land en vruchten; 8 Kosten paarden werk en onderh. ge reedschap; 9 Onkosten vee; 10 Algcmcene onkosten; 11. Pacht en rente; 12 Onkosten jonge paarden; 13 Verbetering gebouwen en grond; 14 Aankoop paar den, vee, werktuigen; 15 Privé; 16 Onkosten hengst. Willen we alle uitgaven over een geheel jaar kun nen vermelden, dan moeten wij de beschikking hebben over 235 lijntjes, dus, als we ons werk in een gewoon schrift maken, 12 dubbele pagina's. Bij het noteeren der uitgaven kan men wel zien of men genoeg lijntjes heeft getrokken, 't Moet netjes gebeuren, denk daar om; vandaar dat ik deze weck geen afzonderlijk re kenwerk zal opgeven. De tijcl kan dan benut wor den, om alles netjes in orde te maken, als de vol gende week de vermelding der uitgaven aan de beurt Bezien wij nu nog eens de hoofden in de vakjes, in verband met hetgeen hierboven van de onderschei dene soorten van uitgaven wordt vermeld, dan behoo- ron tot de directe kosten, de uitgaven vermeld in de kolommen 4, 5, 6, 9. 12 en 16. Voor dc boeking van onkosten, welke niet rechtstreeks ten laste van een bepaald product gebracht kunnen worden, doch die uitsluitend betrekking hebben op het landbouwge- deelte van het bedrijf, de kosten dus. die we hierbo ven noemden, indirecte kosten, dient de kolom, welke als opschrift draagt: „Onkosten land en vruchten". De kosten veroorzaakt door het bewerken van het land en de gewassen mei paarden en gereedschappen, wor den samengebracht in de kolom: „Kosten paarden- werk en onderhoud gereedschappen." Voor do boe king der algemeene kosten is eveneens een kolom aangebracht, terwijl daarnaast nog een kolom is ge reserveerd voor de boeking van pacht en rente. Deze pachten en renten voor hypotheken zijn ook alge meene onkosten, die over het geheele bedrijf verdeeld moeten worden. Men zou ze dus ook in de kolom: Algemeene onkosten kunnen opnemen, doch voor een goed overzicht is het beter voor deze uitgaven een afzonderlijke kolom te nemen. Ten slotte worden nog twee kolommen aangetroffen voor de boeking van uitgaven, die niet als „onkosten" beschouwd kun nen worden, doch die een waardevermeerdering van een of andere bezitting ten gevolge hebben, n.1. „Ver betering gebouwen en grond", en „Aankoop paarden, vee, werktuigen". De kolom „Privé" dient tot boeking van de uitgaven, die geen betrekking hebben op het bedrijf. Uit het bovenstaande moge dus duidelijk zijn geworden, dat men, om te kunnen beoordeelen, in welke rubriek een zekere uitgave thuis behoort, men zich de vraagt dient te stellen: „Waar dient de uit gave voor?" En nu nog iets heel belangrijks. Velen zuilen het daarover wel niet met mij eens zijn, doch dat hindert niet. Wat ik hieronder ga medcdeelen over het loon, past in bovenstaand systeem en be hoort er dus in te worden opgenomen, wil men met cijfers kunnen aantoonen, of men aan een gewas, of aan vee heeft verloren of verdient. Aan de ru briek loonen wordt ook in de meeste landbouwboek houdingen niet voldoende aandacht geschonken. Vooral in wat grootere bedrijven moeten de uitgaven voor loon meer gespecificeerd worden. Men moet het daarbij niet laten aankomen op schattingen of taxa ties, want daarmede kan men zoo gemakkelijk fout gaan, vooral als wij ons een duidelijke voorstelling willen vormen van de onderdeden van ons bedrijf. Op een bedrijf zooals wij dit behandelen bestaat een groot deel van dc kosten, die aan de verbouwde ge wassen worden besteed, uit arbeidsloon. Willen wij aan onzen eisch voldoen om de restiltaten van ieder product op zichzelf te kennen, dan vloeit daaruit dus voort, dat ook genoteerd dient te worden, voor welke producten het arbeidsloon is besteed. Het zal dus niet voldoende zijn, dat op het einde van de week bekend is, hoeveel uren of dagen ieder arbeider gewerkt heeft in die week, doch ook zal bekend moeten zijn, welk werk iedere arbeider aan de onderscheidene ge wassen heeft verricht. Heeft men één of twee arbei ders in dienst, waarmede de landbouwer samen werkt, dan is het in het geheel geen bezwaar oin aan hot einde van icderen dag even in het zakboekje te vermelden, hoeveel uren dien dag nan arbeid in on derscheidene gewassen is besteed. Is arbeid in schu ren, op het erf enz. verricht, dan worden die geno teerd onder algemeene onkosten. Heeft men een groot aantal arbeiders in dienst, dan zou men aan lederen werkman eer loonkaart kunnen geven, ter grootte van een gewone briefkaart, waarop de arbeider dagelijks moet noteeren. welke werkzaamheden hij heeft verricht en hoeveel uren hij daaraan gewerkt heeft Op het einde van de week levert hij de kaart in, terwijl dan in overeenstem ming met het aantal daarop voorkomende uren het weekloon wordt berekend. In vele boerenbedrijven zijn de arbeiders niet ge woon eenige aanteekening omtrent het door hun ver richte werk te maken.. Ze geven des Zaterdags aan den boer maar oj, hoeveel dagen of uren ze ge werkt hebben, hetgeen ze veeltijds wel uit het hoofd weten, doch omtrent den aard van het verrichte werk zijn ze niet gewoon eenige opgave te verstrek ken. Indien men hun nu gaat opdragen een loon kaart regelmatig en juist in te vullen, zullen ze een dergelijke „nieuwigheid" niet bijzonder op prijs stel len, en zal, vooral in de eerste weken aan de juiste invulling wel eens iets ontbreken Doch na eenigen tijd is het nieuwigheidje heel ge woon en verkrijgt alles een normaal verloop Als men aan de menschen dan ook nog even mededeelt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 9