mijn best en onderdak voor den nacht te verdienen. Een hongerige
oude zwerver
George was in een wip buiten het hek en het volgend oogcnblik
had hij don Kerstzanger bij den arm gepakt.
Beste vriend, zei hij met nederige hartelijkheid, we zijn
zelf arm, maar van onze gastvrijheid inoogt ge genieten dozen avond.
Kom mee cn ik voorspel U dat mijn familie U van harte welkom
zal hceten. Kom.
Oom Timothy werd naar binnen geleid en op dat historische
oogcnblik stonden de kansen voor mr. George Pratt werkelijk zeer
gunstig.
Laten \^e kort zijn. Het hceic programma liep vlot van stapel.
Ieder lid van de familie deed ten volle wat van hem vernacht werd
en meer dan eens werden oom Timothy's oogen vochtig van aan
doening.
En nu, zei Mr. George Pratt, moet U ons oen paar minuten
verontschuldigen; zoodra onze maaltijd gereed is, zult U, hoop ik, mee
aanzitten, Oswald, mijn jongen, hou jij meneervzoo lang gezelschap.
Kom Ma, kom Gladys, kom Muriel.
Oswald slaakte oen zucht van verlichting. Er waren verschillen
de dingen die zijn jeugdige en weetgierige brein bezig hielden, iiij
wilde weten waarom het kale hoofd van den ouden man met zoo'n
eigenaardige streep langs zijn voorhoofd begon en waarom hij zich
niet eerst geoefend had voor hij liedjes zong bij de viool. Maar het
meest van alles interesseerde hem of de oude man de fiets meege
bracht had die Oswald beloofd was als alles goed van stapel liep. En
bijna onbedwingbaar was zijn vcrangen om dezen Kerstzanger tc zien
in wat volgens de medcdeelingen van Pa, diens liefste bezigheid was.
Wanneer gaat U het doen?, flapte hij er ademloos uit.*
Wat, mijn jongen?, vroeg Oom Timothy op den milden toon
van een ouden kindervriend.
Zwemmen, zei Oswald. Pa, zegt dat U in duiten zwemt, maar
U hebt den heelcn tijd hier gezeten. Toe, zwemt U eens?
Oom Timothy's gezicht bleef eerst onbewegelijk, want de betee-
kenis van Oswald's naïeve vraag drong niet direct tot hem door. Maar
toen hij van zijn eerste verwondering bekomen was, gingen oorn's
Timothy's hersenen aan het werk; er kwam een onheilspellende uit
drukking op zijn gezicht, zoodat bij de kleine Oswald de waterlanders
te voorschijn kwamen.
O, gromde oom Timothy kwaadaardig. Nu begrijp ik het.
Dat was het, nietwaar?
Mag ik U athublieft een thocn geven, knuffelde de onschuldige
verrader, U thict er thoo vriendelijk uit.
Brieschend sprong Oom Timothy op. Een oogenblik verwachtte
Oswald dat de viool op zijn jeugdig hoofd verpletterd zou worden,
maar hoewel oom er geweldig mee zwaaide, gebeurde liet allereerste
toch niet.
Jij lcelijke kleine aap van een bedrieger, donderde de oude
heer. Nee, je mag me geen „thocn" geven en je zult me ook niet
meer „thoo vriendelijk" vinden. En als ik zwem, doe ik het ergens
anders, dat kun je aan je mispunt van een vader zeggen.
Het volgende oogenblik sloeg de deur achter den verbitterden
Kerstzanger dicht, cn een paar minuten later sloeg Mr. George Pratts
pantoffel een rhytmische roffel op het mollige deel van des kleinen
Oswalds achterzijde.
Het was een terneergeslagen, gedisillusionccrde Oom Timothy, die
stil hield voor de deur van Villa Lilac, Laburnham Boad. George en
zijn familie hadden gepoogd hem schandelijk te bedriegen en hij had
weinig vertrouwen in de wijze waarop Nancy den haveloozen Kerst-
zanger zou ontvangen. Of die gcvvetenlooze Mr. Palmer had in ruil voor
een goede belooning haar ook ingelicht, of haar onvriendelijk hart
zou uit zichzelf spreken. Met een diepen zucht van zelfbeklag haalde
Oom Timothy zijn viool tc voorschijn en liet de eerste tonen van „In
Bcthlehem's stal" hooren, toen plotseling do voordeur geopend werd.
Hij hoorde een vluggen stap op het grint, daarop een spottend
lachje en een vrouwenstem vroeg:
Bent U daar, oom Timothy?
Het duet van de ziool en oom Timothy's stem zweeg.
Ikik ben een arme, oude man, mompelde de oude man
op niet bepsaltl overtuigenden toon, cn doe mijn best om onderdak
te
Houd U maar op, zei het meisje. Ik weet wie U bent. U bent
oom Timothy, die reusachtig rijk uit Australië is teruggekomen en
U doet alsof U arm bent U bent op zoek naar een goed hart, niet
waar? Hebt U het bij mijn broer George niet gevonden?
Oom Timothy was niet in staat om te antwoorden. Hij bleef maar
naar de donkere gestalte van zijn nicht staren. Nancy pakte hem bij
den arm en zei: Kom binnen en rust hier even uit. Ik moet over
een minuut of tien uit, maar zoolang
Ik ikwas het eenigc wat oom Timothy uit kon
brengen.
O, om Timothy, lachte zo. Wat ziet U eruit! Ga die kamer
daur binnen, het is mijn slaapkamer en knapt U zich een beetje
op. Ik heb U in twintig jaar niet gezien cn ik wil U graag in Uw
ware gedaante zien, zonder dien valschcn baard en snor.
Oom Timothy gehoorzaamde cn na de eerste ontgoocheling viel
<lc ontvangst van de zijde van zijn nicht hem werkelijk ince.
Zoo, nu ziet U cr heel anders uit, zei Nancy, toen hij de zit.
kamer binnenkwam, nu moet ik li eens goed bekijken.
Ze legde haar handen op zijn schouders cn keek hem recht ïq
het gezicht. Zc zag een forschcn, wclgedancn man van middelbaren
leeftijd, met een verstandig, vriendelijk, cn licht-vcrlegcn gezicht. Hij
zag een slank meisje met heldere oogen en oen frissche teint, met een
energieke kin, waarin zich echter een allerliefst kuiltje bevond.
Denk cr om, ik heb een goed hart, waarschuwde Nancy. Mijn
leven is niet zoo geweest dat ik mij een dergelijke luxe kan ver-
oorloven. Maar in ieder geval, laat ik U een welkomstkus geven.
Ze kuste hem op het voorhoofd. Het was niet veel, maar hij vonfl
het toch prettig cn zij was oprecht, daarvan was hij overtuigd. :J
Dank je, zei hij. Nancy ging zitten.
Ik veronderstel datdie vent Palmer
Nancy knikte. Ja, zei ze. Hij heeft ons verteld wat U van plai
was.
Ons.
Ja. Jim en mi/.
Jim? Ben...™ ben je dan getrouwd?
Ze schudde het hoofd. Nog niet, zei ze kort. Misschien ov#
een poosje. Maar dat interesseert U niet. Ik sprak alleen over Jiq
omdat dit juist hier was toen Palmer kwam. Jim heeft hem crqj
gegooid.
Oom Timothy trilde. Er uit gegooid?
Getrapt, verduidelijkte Nancy.
Oom Timothy wierp zijn hoofd achterover en bulderde van lu
lachen.
Getrapt! Ha ha! O hemel, wat jammer dat ik dit niet gezii
heb! Dat was nu juist wat die vent noodig bad Getrapt! Ha! Ha!
Ja, met allebei zijn voeten heeft hij hem eruit getrapt.
Oom Timothy veegde zich de oogen af. Prachtig, grinnikte h
Daarvoor moet ik dien Jim van jou bedanken.
Wel, zei Nancy, dat kunt U dan dadelijk doen.. Dat is 7.j
stap; hij komt mc halen om met me naar de bioscoop te gaan. Ze )u
nog niet uitgesproken toen een groote, magere man met vierka(
schouders binnen kwam.
Hallo Nancy cn zijn ernstig gezicht klaarde op. O, cn
blik ging van haar naar oom Timothy cn hij lachte spottend:
hij komen opdagen, de arme zanger?
Ja hoor, zei Nancjr en ze stelde voor: Jim Harding
Timothy Pratt
Jim ging met uitgestoken hand op hem toe.
Aangenaam U te ontmoeten, meneer Pratt. Ikwel, wat is
Oom Timothy sperde zijn oogen wijd open en zijn gezicht
vuurrood van agitatie.
Maar, maar ik ken U, hijgde hij. Jij bent .kleine Ji
Harding.
Jim grinnikte. Dat was ik een tijd geleden. Maar ik ben
groeid.
Kleine Jimmy Harding, vervolgde oom Timothy, terwijl hij
geboeid naar den grooten mageren nrian voor hem bleef kijke
de zoon van den ouden Pete Harding, die den winkel op Dan
Lodge had in Quecnsland?
Nu was het Jim's beurt om verbaasd te zijn.
Dat is een jaar of twintig geleden, toen was ik nog een jon
Oom Timothy greep zijn hand.
Mijn jongen, zei hij met trillende stem. je vader heeft
aan mijn eerste baantje in Australië geholpen, niet omdat ik
verdiende, maar omdat hij een goed hart had.
Het was eenige seconden stil in de kamer. Jim werd er
legen onder. Want oom Timothy hield nog steeds zijn hand st
vast.
Wat voer je uit, Jim?
Ik? O, ik ben bediende op een kantoor. Ik ben met het
peditie-leger hierheen gekomen cn hier gebleven om Nancy. Mal
Je komt wel vooruit, Jim. Ik ben er zeker van. Ik wéét het
Ik ook, zei Oom stralend, hij is al vooruit gekomen.
Jim en Nancy omhelsden elkaar en Oom Timothy's glimlach
een zegen.
Ik heb een bedrijfsleider voor mijn schapenfokkerij no
zei hij, voel je daar wat voor, Jim Harding?
Oom Timothy kreeg onmiddellijk zijn belooning de belo<
die weggelegd is voor een goed hart. Vijf jaren waren als w
vaagd van Jim's gezicht. Al leek hij nog niet op Jimmy uit zijl
ders winkel, hij was toch een verjongde Jim.
Maar, zei hij verlegen ik heb óók een bedrijfsleider noo
Dat baantje neem ik aan, zei Nancy.
Oom Timothy sprong op om zijn viool tc krijgen en ontlokt
valsch accoord aan haar snaren.
En nu allemaal, kommandeerde hij opgewonden: In B
heni's stal