De Kerstviering in vroeger tijden. „Stille Nacht, Heilige Nacht?\ üe üüHuiuuinjj uar harders. IN de eerste eeuwen der kerk werd het feest van Christus' geboorte niet op 25 December gevierd en was het zelfs niet aan een bepaalden dag gebonden. De Grie ken vierden het aanvankelijk op den oden Januari, en noemden het Epihania of Tlie- ophania, openbarings- of verschijningsfeest In de Latlijnsche kerk werd echter reeds zeer vroeg het feest van Kerstmis op den 25sten December gevierd, een gebruik, dat in 376 eveneens door de Grieken werd o\er- genomen. Kerstmis, een der grootste feest dagen van de Kerk, wordt voorafgegaan door een langen tijd van voorbereiding, den advent. Op dezen dag vieren de Christenen dan ook feitelijk dubbel feest. Alleen op de zen dag is het dan ook veroorloofd, om in de kerken nachtelijke bijeenkomsten ie hou den. Op zeer vele plaatsen vangt de nacht mis dan ook reeds te middernacht «tan. De kerkvergadering van Aken in 816 verbood zelfs aan kloosterlingen; om op zekeren dag te vasten. Op Kerstmis lezen de geestelijken drie H. Missen. Dit gebruik was in Rome reeds in do vijfde eeuw ingevoerd. Pauw l Gregorius, die in de zesde eeuw leefde, ver meldt dat uitdrukkelijk, wanneer hij zegt, dat hij zijn redevoering tot het volk zal be korten, omdat hij driemaal dc H. Offerande moest opdragen. In Frankrijk -werd dit gebruik ingevoerd onder de regeering van Karei den Groote, ofschoon men vroeger reeds op de/en dag twee H. Missen las. Al spoedig werd het gebruik, om op den kerstdag drie H. Missen te lezen, in allo Katholieken kerken over genomen, ofschoon Spanje hiertoe eerst overging in de veertiende eeuw, en men in Milaan pas in do vijftiende eeuw deze ge- woonte invoerde. Het Kerstfeest was in de middeleeuwen wel een zeer bijzonder fami- liefeest. Elk dorp stak zijn kerst flambou wen aan. De jonge meisjes zongen eenvou dige kerstliedjes en zelfs de kleine kinderen waren blij, dat zij dezen kerstnacht mee mochten vieren. Óp den virgiliedag kwa llen de onderlioorigen van den heer van iet dorp in hun beste kleeren op hel plein poor het kasteel bijeen. Hierbij voegden zich dan de adventblazers; aldus noemde men liegenen, die gedurende dc vier Zondagen tan den advent, tusschen negen uur 's fevonds en middernacht van huisr tot huis gingen en op den doedelzak of hobo speel den. Dan ging het in leestelijken optocht aar de plaats waar het vee was opgeslo- m, dat in den loop van het jaar schade eroorzaakt had aan te veld staande gevvas- 'ii. De drost zei dan drie maal luide „De rede zij onder U," en vervolgens kregen de genaren hun opgesloten ossen en ezels te ug, zulks met kwijtschelding der beloopen neten of straffen. Deze dieren toch waren et kerstmis het voorwerp eener bijzondere snegenheid, ter herinnering n.1. aan den Ien den ezel, welke zich volgens de over- ering in den stal van Dethlehem bevon- n bij do geboorte van Christus. Bij zons- dergang doofden alle inwoners thuis het ur hunner haarden, en begaven zij zich !t fakkels n.aar de kerk, om hen aldaar n te steken aan een lamp, welke ter eere n do moeder Gods brandde. De priester ;eiule daarop het nieuwe licht en men ïg in processie door de akkers. Vervol- qs werden met het vuur der fakkels de arden weer aangestoken. liet Kerstblok van het vorigo jaar werd dan op het vuur .geworpen, waarna het nieuwe kcrothlok werd binnengebracht. Dit was altijd het dikste gedeelte van den stam van een boom soms ook wel dc wortelknoest. Dc kinderen gingen dan in een bock van de kamer bid den, terwijl lekkernijen en vruchten nan het kerstblok werden gehangen. Bij net eer ste luiden van do kerstklok gingen de ge- loovigen, allen van fakkels voorzien, naar dc nachtmis. Onder de mis nam ue priester voor de Prefatie een zilveren schaal waar op een brood en een beker wijn, cn bood dit «aan den heer van het dorp aan. Na de H. Mis werden eenigo kerstliederen gezon gen waarna men thuis het feestelijk kerst- ontbijt gebruikte. Behalve de gewone ver- bchting brandden altijd twee kaarsen op de tafel. HET zoo algemeen bekende Stille Nacht, Heilige Nacht, misschien wel het mooi ste van allo kerstliederen, werd in den winter van 1818 gemaakt door Jozef Mohr, hulpgeestelijke te Salzhurg en zijn vriend Franz Gruber, organist te Arnsdorf. Jozef Mohr werd op 11 December 1792 te Salz- burg geboren. Hij had een bijzonder mooie stem en reeds jong werd hij lid van het be roemde Kapelhaus. Toen later do stemwis seling begon en hij niet meer mocht zingen, ging hij in de Godgeleerdheid studeeren. Hij werd priester en in 1818 werd hij aange steld tot hulpgeestelijke te Oberdorf. Eens toen hij op een mooien helderen winternacht een wandeling maakte, werd hij geinspi- reerd tot het dichten van „Stille Nacht, Heilige Nacht". Franz Gruber was do zoon van een armen linnenwever en werd in 1787 te Hochburg geboren. Reeds als kind toonde hij muzikalo neigingen en ontving De hulde der Drie Kotiimfen. van zijn onderwijzer onderricht in het or gelspel. Zijn vader mocht dit echter niet weten. Toen echter de onderwijzer ziek werd en het orgel in dc kerk niet kon be spelen, nam de kleine Franz zijn plaats in. Hierdoor werd de eerzucht van zijn vader geprikkeld en hij gaf zijn zoon toestemming om verder les te nemen. Franz werd onder wijzer en organist en werd aangesteld te Arndorf in Salzburg, wa«ar liij kennis maak te met don priester Jozef Mohr uit Ober dorf, met wien hij spoedig vriendseh.ap sloot. Toen Mohr zijn Kerstlied gecompo neerd had, kwam hij zijn vriend bezoeken en \roeg hem om er een eenvoudige melodie op te maken. In den Kerstnacht 1818 speel de Gruber zijn lied hetwelk de geloovigen diep aangreep, voor het eerst in de kerk. Het lied werd spoedig ook ver buiten Arns dorf bekend, maar niemand wist, dat de eenvoudige organist er de maker van was. Door dit lied echter werd hij tot directeur van het koor te Hallein aangesteld. Het was n.1. in 1833 toon Gruber te Obersdorf het orgel bespeelde. Daar zijn vriend Mohr juist de Mis las, kwam hij op de gedachte om nog eens het kleine Kerstliedje te spe len, dat hij voor hem gemaakt had. Heel aandachtig luisterden j}e menschen en weldra zong iedereen de woorden mee. De Burgemeester van Hallein, die ook de Nachtmis had bijgewoond, kwam*na «afloop van den Dienst op het koor om den organist te bedanken voor zijn verrukkelijk speL Spoedig daarop ontving Gruber een offici eel schrijven uit Hallein, waarbij hij werd «aangesteld tot directeur van het koor, waar aan hij tot zijn dood in 1863 verhon den bleef. Jozef Mohr stierf als vica ris te Wagram op 5 December 1848. Te Neu-Oberndorf werd verleden jaar op twee den Kerstdag een gedenkteeken onthuld voor Mohr en Gruber. Een kleinzoon van den componist, de concertmeester Felix Gruber, speelde bij die gelegenheid het lied op de guitaur van zijn grootvader.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 31