Schager Courant
De Volksbeweging in Ned.-Indie.
Vijfde Blad.
TIEN JAAR VRIJSTAD
DANZSG.
Bij Scheren
PUROL
Plaatselijk Nieuws.
Zaterdag 11 Januari 1930
73ste Jaargang. No. 8593
Uit de Filmwereld
Ronald Colman.
Frappant is het aantal voorbeelden van tooneelspe-
lers, die later naar de film zijn overgegaan. Ook Ronald
Colman behoort tot hen. Hij werd geboren op 9 Febru
ari te Surrey (Engeland) als zoon van goed gesitueerde
ouders. Later verhuisde de familie naar Rlchmond. Ro
nald zou gaan studeeren te Cambridge, maar door eeni
ge ongelukkige speculaties van zijn vader moest hij een
betrekking op een kantoor aanvaarden. Toen de wereld
oorlog uitbrak, nam hij dienst in een regiment, ge
vormd door in Londen wonende Schotten. Bij den slag
bij Yperen in 1916 werd hij door een granaatsplinter ge
troffen, welke hem een enkel versplinterde, zoodat Ro
nald in een hospitaal moest worden opgenomen, waar
hij ruim vier maanden werd verpleegd. Na den oorlog
nam hij een engagement aan bij Lena Ashwell, en was
hij dus weer bij het tooneel. In Londen trad hij eenigen
tijd met succes op: toch stond hij iets later in dubio, of
hij in het zakenleven zou terugkeeren, of aan het tooneel
zou blijven. Een gunstige aanbieding van een Londensch
impressario deed hem bij het tooneel blijven, aanvanke
lijk in Engeland, maar daarna op tournee In Amerika
Hier zag hem de regisseur Henry King spelen in het
Nieuw Yorksche Empire Theater, en Ronald maakte op
Henry King zoo'n gunstigen Indruk, dat deze hean een
contract voor de film aanbood.. Ronald Colman nam
het aan en speelde in zijn eerste film „De Witte Non"
den hoofdrol naast Lilian Gish, en daarna Beau Geste,
waarin Ronald eveneens den hoofdrol vervulde.. Het
succes van deze films bezorgde Ronald een veel beter
contract bij de United artists door bemiddeling van een
harer directeuren Samuel Goldwijn. Voor deze maat
schappij speelde Ronald eerst in Tarnisch van George
RONALD COLMAN.
Fitzmaurice, waarna volgde „Ontketende Elementen",
„Martelaren der Liefde", „Koning Harlekijn". Inmiddels
was in Amerika de geluidsfilm meer op den voorgrond
gekomen, en speelde ook Ronald zijn eerste geluidsfilm.
„Ondei^ Alva's bewind", een Soundfilm, welke overal
zeer veel succes oogstte. In al deze films was Vilma
Banky de tegenspeelster van Ronald Colman. „Onder
Alva's bewind" was echter de laatste film, welke Ro
nald met deze actrice speelde. Hierna had Ronald Col
man eenige rust. Maar spoedig werd hij weer in beslag
genomen door de voorbereidingen voor twee nieuwe
films, n.L „The Rescue" (De Redding), en „Bull-dcg
Drummend"; deze laatste een verfilming van de detec
tive-roman van Sapper, (pseudoniem van C. Mc. Niell).
De eerste film is een sound-film, waarin Ronald Colman
zal optreden met Lily Datima. „Bull-dog Drummend" is
de eerste sprekende film, waarin Ronald Colman op
treedt In deze laatste film is het star-systeem weer toe
gepast Intusschen moet gezegd worden, dat deze film
er mag zijn door het kloeke spel van Ronald. Het is wel
merkwaardig, dat zoovele filmacteurs, en actrices van
Engelschen afkomst ofwel door de UFA, ofwel door
Amerikanen zijn „ontdekt". De Engelschen schijnen er
niet veel visie op te hebben, om in personen ras-film
acteurs te zien. Bij dit al is Ronald Colman een ook in
Engeland zeer geziene figuur.
Razzia onder de PN.I.-Lelders.
Een daad van justitie, gemeen
schapsbeveiliging, billijkheid en
recht. -- Snoode plannen van de
extremisten, waardoor een drei
gende atmosfeer werd geschapen.
Uitvoerige verklaring namens
de regeering in den Volksraad.
Het opzet bewezen.
Aneta meldt d.d. Donderdag uit Batavia:
In de hedenmorgen geopende tweede gewone zit
ting van het zittingsjaar 1929—1930 van den Volks
raad, heeft de regeeringsgemachtigde voor algemeene
zaken bij den Volksraad mr. H. J. lvievviet de Jonge
namens de regeering een verklaring afgelegd inzake
de actie tegen de Partij National Indonesia.
Deze verklaring is drie-ledig.
Ten eerste bevat zij de motieven die de regeering
aanleiding hebben gegeven opdracht te geven tot
het instellen van de huiszoekingen.
Ten tweede worden de voorloopige resultaten van
het onderzoek openbaar gemaakt.
Ten derde behandelt zij het beleid van de regee
ring jegens de volksbeweging, in welk gedeelte tevens
de door de leden van den Volksraad Middendorp en
Fruin tot de regeering in deze aangelegenheid ge
richte vragen worden beantwoord.
De motieven der regeering.
Wat het eerste gedeelte van de verklaring betreft,
daarin wordt uiteen gezet, dat de tegenwoordige re
geering reeds in het jaar 1926 een waarschuwing heeft
doen hooren tegen het extremistisch drijven. De re
geering heeft deze waarschuwingen eenige keeren
herhaald, en zulks het laatst eft op uitdrukkelijke
wijze tijdens de vorige zitting van den Volksraad.
Sinds dien hebben sommige leiders van de P. N. I.
inderdaad meermalen hunne volgers aangespoord om
den weg van het geweld niet te betreden en hun
strijd slechts met wettelijke middelen te voeren.
Daarnaast echter hebben andere leiders van de bewe
ging en soms ook dezelfde op andere momenten of
wel gezwegen zelfs indien de stemmen een an
dere richting opgingen of wel op cursussen dan
wel in openbare vergaderingen de aanwezigen toe
gesproken in bewoordingen, welke duidelijk een op
ruiende strekking hadden, zij het dan, dat zij door
het bezigen van die vvoordep buiten het bereik van
de strafwet bleven.
Het wettelijk gezag van deze landen aldus ver
volgt de verklaring werd gekleineerd en de die
naar van het gezag werd gehoond. Overigens werd
niet zelden getracht bij de hoorders den indruk te
vestigen, als zoude het spoedig met dit gezag zijn ge
daan. Aldus werden, vooral in midden-Priangan,'n
stemming van ontevredenheid en fantastische ver
wachtingen opgewekt door welke een spanning ont
stond die, indien zij verder mocht toenemen, ook
zonder aanwijsbaren rechtstreekschen invloed van be
paalde personen tot uitbarsting moest komen.
Hèt hoofd parket heeft hieromtrent medio Decem
ber verschillende berichten ontvangen, welke op
steeds duidelijker wijze convergeerden naar bepaalde
tijdstippen, gelegen op of omstreeks Nieuwjaar 1930.
Men had hier niet meer te maken met geruchten
maar met behoorlijk gedocumenteerde berichten. Tn
enkele weken tijds ontving het hoofdparket alleen
uit West-Java een vijftigtal van de meest los van el
kaar staande berichten, die alle wezen in de richting
van de P. N. I. en die alle dreigende waarschuwin
gen inhielden over ongeregeldheden, waarschuwin
gen, die dikwijls in die mate geproviseerd waren,
dat zij wel van ingewijden afkomstig moesten zijn.
Zulks was eveneens het geval met de verkregen in
lichtingen omtrent allerlei voorspiegelingen, die door
propagandisten aan het volk waren gedaan en welke
allerlei aantrekkelijkheden inhielden voor het geval
de opstandige beweging mocht zegevieren, zooals b.v.
vrijdom van belasting, steenen woningen, contant
geld etc., voor het geval men zich bij de beweging
aansloot Daar waar men niet tot aansluiting bereid
bleek, vonden gevallen plaats van pressie en intimi
datie.
Symptomen als de bovengenoemde zijn ook vooraf
gegaan aan de incidenten, welke in 1926 hebben
plaats gevonden. Door liet een cn ander was blijkbaar
een dusdanige dreigende atmosfeer geschapen, dat
op enkele plaatsen verscheidene leden de P. N. I.
verlieten, aangezien zij van de gaande zijnde actie ge
volgen verwachten, waarvoor zij niet aansprakelijk
wenschen te worden gesteld.
Onder deze omstandigheden zou het kortweg ge
zegd ontverantwoordelijk zijn geweest indien de re
geering verder in haar houding van waakzaam af
wachten zou hebben volhard. Hier mocht niet het
risico worden geloopen, dat de aangekondigde onge-
regelheden ook werkelijk zouden uitbreken. Voor
justitieel-politioneel ingrijpen was alle aanleiding
ook wegens het bestaande ernstige vermoeden, dat
reeds misdrijf was gepleegd, nl. de delicten genoemd
in de artikelen 108 en 169 van het Wetboek van Straf
recht (respectievelijk de aanslag ondernomen met
het* oogmerk om den wettigen regeeringsvorm van
Nederlandsch-Indië te vernietigen of op onwettige
wijze te veranderen en de deelneming aan een ver-
eeniging, die tot oogmerk heeft het plegen van mis
drijven).
Bij zooveel betrouwbare en ernstige berichten be
stond vor de Regeering geen keuze, doch slechts
plicht. Diep beneden de hoogheid van dezen plicht
staat de voorstel!inig gegeven in het weekblad „Het
inheemsche volk" dat. afgescheiden van de verdacht
making, dat de regeering door de rechterzijde zou
zijn medegesleept, het optreden der regeering als een
politieke aangelegenheid voorstelt, hetgeen door en
door onzuiver is.
De voorloopige resultaten.
Wat het tweede punt van de verklaring betreft,
wordt vastgesteld, dat, ofschoon wegens het korte
tijdsbestek pas een deel van het verzamelde mate
riaal geschift cn verwerkt werd, en in verband met
het feit dat hier een justitie-zaak geldt, aangaande
de voorloopige resultaten slecht9 kan worden mede
gedeeld, dat in diverse opzichten het bestaande ver
moeden reeds bevestiging heeft gevonden, net ver
moeden dus, dat aanleiding heeft gegeven tot het op
treden en dat inhield: samenspanning, opstand als
mede deelneming aan een vereemging met het oog
merk misdrijven te plegen welk laatste delict reeds
gepleegd is. De regeering spreekt haar hooge waar-
deerinig uit voor den arbeid, die gepresteerd is door
de beide best uurscorpsen en door de politie, waardoor
alle geledingen van de gemeenschap zich veilig we
ten, doch zij betreurt het ernstig dat op sommige
plaatsen aan den regent niet het hem toekomende
aandeel in de voorbereiding en de uitvoering van de
zen spoedmaatregel gegeven is.
De houding ten opzichte van de overige
vereenigingen.
In het derde deel van de verklaring zegt de regee
ring, dat zij verder geen opdracht heeft gegeven tot
het uitstrekken van de huiszoekingen en aanhoudin
gen ten aanzien van personen, die niet bij de P. N. I.
zijn aangesloten. De regeering verklaart met zeer
grooten nadruk, dat het geenszins haar bedoeling
is geweest op te treden tegen vereenigingen zooals
b.v. Boedi Oetomo, Mohamadyah, Tamansiswo en de
Soerabajasche Studieclub, dan wpI tegen niet-leden
van de P N. I. De regeering spreekt de hoop uit,
dat zij hiertoe nimmer genoodzaakt moge worden.
Reeds eerder aldus de verklaring heeft de re
geering gewaarschuwd, dat. wanneer te eenigertijd
het algemeen belang door een krachtig ingrijpen be
veiligd zou moeten worden, wellicht de goeden met de
kwaden zouden moeten lijden. Voorts stelt de ver
klaring vast, dat het beleid van de Regeerinig jegen3
de volksbeweging „is en blijft onveranderd". De dui
delijke scheidingslijn tusschen datgene wat als so
ciaal-productief aangemoedigd, althans veroorloofd
moet worden, en datgene wal als sociaal-destructief
dient te wordei vernietigd, heeft de regeering thans
wederom voortgetrokken.
Van de P. N. I. zullen (behoudens bij wijziging van
de situatie) niet die deelei. vernietigd worden ten
aanzien van welker waarde voor de reëele verbete
ring van de inheemsche samenleving geen redelijke
twijfel kan bestaan. Met deze laatste uiteenzetting
acht de regeering tevens de vragen van mr. Fruin in
ontkennenden zin beantwoord.
In het slot van de redevoering zeide mr. Kiewiet de
Jonge, dat de regeeringsdaad, welke hierboven was
toegelicht, onvermijdelijk was en verre van een daad
van politieke reactie of willekeur, was het, een daad
„van justitie, gemeenschapsbeveihging, billijkheid en
recht.
De vrijstad Danzig, welke dezer dagen haar tien
jarig jubileum herdenkt als onafhankelijke vrijstad,
beslaat een gebied van bijna 2000 vierkante K.M. en
heeft een bevolking van bijna 400.000 inwoners, voor
95 uit Duitschers bestaande. liet gebied omvat
de steden: Danzig, Zoppot, Tiehenhof cn Neuteich en
315 kleinere dorpen en gehuchten. Danzig is een zeer
oude stad, welke reeds in 997 in de geschiedenis werd
vermeld. Vanaf 1308 was Danzig een dor meest
bloeiende steden van de Duitsche Orde, en behoorde
sinds 1795 tot Pruisen. Tot de bezienswaardigheden
van de stad behoort op de eerste plaats de beroemde
Gothische Mariakerk, (zie de foto), welke in 1343 ge
reed was, terwijl in de vijftiende eeuw nog verschil
lende doelen werden aangebouwd. De massale toren
is 76 M. hoog en het middenschip 66 M. In deze kerk,
welke tot de grootste van de wereld behoort, vindt
men een kostbaar altaarschilderij „Het jongste oor
deel" van Memling, dat oorspronkelijk voor Italië was
bestemd, maar in 1473 door den kaperkapitein Paul
Beneke werd buitgemaakt en naar Danzig overge
bracht. In 1S07 werd het schilderij naar Parijs ver
voerd, vanwaar het later weer naar Danzig werd
teruggebracht.
Van het in 1378 gebouwde stadhuis is bijzonder ver
meldenswaardig de Roode Zaal, welke naast de groote
Raadszaal in Bremen en de Gouden Zaal in Augs-
burg tot de mooiste raadzalen van Duitschland mag
worden gerekend. Een van do oudste gebouwen van
de stad is verder het Tuighuis, dat dateert uit 1605.
In Danzig vindt men een Technische lloogeschool.
Verder hoeft de stad haar eigen symfonie-orkest, en
vindt men er een ruimen schouwburg. De stad telt
verscheidene musea. o.w. het stadsmuseum, een na
tuurkundig en een geschiedkundig museum. De stad
Danzig heeft een ruimen havenaanleg en bezit di
recte verbindingen over zee naar alle belangrijke ha
vens rondom de Oostzee, alsmede een directe ver
binding naar Londen en Kopenhagen. De treinver
bindingen zijn eveneens uitstekend, terwijl bij de
stad een luchthaven is aangelegd, waardoor men per
vliegtuig directe verbinding heeft o.a. naar Berlijn,
Warschau, Rigam, Smolcnsk en Moskou. In dc stad
is een belangrijke industrie gevestigd. Wij noemen de
scheepsbouw, alsmede de likeurstokerijen (Danziger
Goldwasser, Lachs). Het bij het gebied van den Vrij
staat behoorende Zoppot is een belangrijke Oost7.ee-
badplants. Hier heeft men een Casino, waar men Ba-
raraat cn roulette kan spelen in den stijl van Monte
Carlo.
DANZIG TIEN JAAR „VRIJE STAD". In 't midden de historische Mariakerk.
geen stukgaan en pijn meer en ook geen na-
schrijnen der huid, als men vóór het inzeepen
de huid even inwrijft met slechts een weinig
Doos 30, 60. Tube 80 ct.
WAAR DE VROUW
BELANG IN STELT.
DE Zwitserscho vrouwenbeweging.
„In vele landen vindt men in elke grootere gemeente
afdeelingen van groote vrouwenverenigingen, die soms
confessioneel, soms neutraal zijn, maar die de politieke
rechten der vrouw geheel buiten beschouwing laten. Zij
beperken zich tot het verrichten van velerlei sociaal
werk. In Zwitserland, aldus Prof. Kohlbrugge in zijn
Praktische Sociologie, gaan de vier opleidingsscholen
voor Maatschappelijk werk geheel van vrouwen uit en
worden alleen door vrouwen beheerd. Evenzeer zorgen
de vrouwen vereenigingen voor de opleiding van zuige-
lingenzustera, kraamvrouwverpleegsters, leidsters van
bewaarscholen e.a. De consultatiebureaux voor zuige
lingen, crèches, een deel der ziekenhuizen, de vacantie-
kolonles, de sanatoria, voor tuberculeuze- en andere
kinderen, de huishoudscholen, de blindeninstituten, de
doorgangshulzen voor ongehuwde moeders of voor meis
jes, die dreigen af te dwalen, de weeshulzen en op
voedingsgestichten voor meisjes, gaan bijna alle van
vrouwen uit, zoodat de Zwltsersche vrouwenbond 114
gestichten bezit en beheert Zij bevorderen door cur
sussen de opleiding der meisjes tot huisvrouw en
moeder, daar waar zij geen huishoudschool bezoeken
kunnen, en trachten aan alle meisjes en vrouwen zoo
veel sociaal voelen en zooveel practische huishoudkun
dige kennis te geven, dat zij overal, waar dit in haar
later leven noodig zal blijken, nuttig werk op sociaal
gebied zullen kunnen verrichten. Men werkt vooral voor
arbeidersvrouwen en vermeerdert het aantal cursussen
in tijden van werkeloosheid, men opent paedagogische
bureaux voor allen, die raad wenschen voor moeilijke
kinderen en leidt dienstboden op. De Vrouwen-Centrale
komt op voor' de belangen van alle soorten werkende
vrouwen. Het spreekt vanzelf, dat door denzelfden
vrouwenbond tallooze clubjes voor naai-, knip en ver
stelwerk gesticht werden, zooals die ook in de meeste
gemeenten van ons land bestaan. Ook tracht de vrou
wenbond de zedelijkheid te bevorderen, in den zin van
onze Vereeniglng tot verhooging van zedelijk bewust
zijn enz., in het kort, doet de bond al datgene, wat door
allerlei vereenigingen in ons land bevorderd wordt, die
evenwel geen afdeeling van een nationalen vrouwenbond
zijn. Het grootste werk, dat de Vrouwenbond in Zwit
serland tot stand bracht, is wel de bijzonder aantrek
kelijke alcoholvrije restaurants, waarvan er in Zurich
alleen bestaan, zoodat de ongehuwde intellèctueel uit
den middenstand, evenals de werkman, in elk stads
gedeelte gelegenheid vindt, zich goed en goedkoop te
voeden zonder alcohol te gebruiken.
De vrouw over 100 jaar.
Hoe zal de vrouw zijn over 100 jaar? Deze vraag
stelde de Sunday DIspatch aan eenige bekende persoon
lijkheden in Engeland. Het kortste antwoord kwam van
George Bernard Shaw: „Ik weet het niet. En U weet
het ook niet Sheila Kaye-Smith gaf een iets langer
antwoord, kwam echter tot de conclusie, dat al ver
anderen de kleeding en de manieren iets, de jonge
vrouw van over een eeuw wel dezelfde zal zijn als
tegenwoordig de jonge vrouw. De Bisschop van Blr-
minghammingham antwoordde: „Ik ben niet in staat
te voorspellen, hoe de vrouw over honderd jaar zal zijn.
Ik heb altijd gedacht aan het gezonde oordeel van
Russell Lowel in zijn „Bigelow Papers". Voorspel nooit
iets bulten Uw weten". Generaal Smith-Dorrien zeide,
dat hij zijn hersenen tot het uiterste moest inspannen,
om de jonge vrouw van 1929 te begrijpen. Hij vond het
onbegonnen werk, om te trachten een beeld te geven
van de vrouw over honderd jaar.
EIER VEILING.
De gemeentelijke Eiervciling alhier mag zich in
eene toenemende vooruitpang verheugen. In 1929 be
droeg de aanvoer 4.514.980 en in 1928 2.755.628, dus
cene vooruitgang van 1.819.356.
EEN ANDERE REGELING.
Door de plaatselijke vereeniging van Timmerpa-
troons wordt getracht eene wijziging te brengen in de
gunning van de onderhoudswerken der Woningbouw
vereniging. Tot heden toe is dit geregeld aan de
zelfde persoon gegeven. De vereeniging van Timmer-
patroons verzoekt daarin verbetering te brengen. Zij
verzoekt een rooster saincn te stellen, opdat ieder
patroon op de beurt mot die werken wordt begiftigd.
VACATURES.
De heer J. H. Schone, sinds jaren le secretaris van
onze Middenstandsverecniging, heeft aan zijn reeds
verschillende malen geuit voornemen om als zooda
nig te bedanken, thans gevolg gegeven.
Dit bedanken beteekent zoowel voor de Vereeniging
als voor den Middenstand van Schapen een groot
verlies, een volijverig en actief secretaris als de heer
Schene steeds is geweest. Veel, zeer veel is in die
lange jaren door hem gedaan cn zijn naam zal in
de analen van het Middenstandslevcn hier ter plaatse
steeds met eere genoemd blijven.
De heer M. C. Tuinman, 2e secretaris der Midden-
standsvereeniging, heeft eveneens zijn functie neerge
legd.
THEATER ROYAL.
Pola Negri to zien op het witte doek is steeds een
attractie. Deze groote film-actrice heeft steeds wat
bijzonders geboden. En zoo zal de opvoering van „Haar
Tweede Leven" een Paramount-film, waarin Pola Negrl
do hoofdrol vervult, wel weer een bijzonder mooie voor-
stelling geven.
De korte inhoud vertelt er ons het volgende van:
Graaf Dietrioh Wallentin is verliefd op Barones von
Berne. Zijn echtgenoote Gerda, die des avonds naar
haar zuster in Weenen zal vertrekken, smeekt haar
man mee op reis te gaan. Als deze echter een belang
rijke audiëntie bij den minister voorwendt, vertrekt
zij toch, in het gezelschap van de vlolist Stanlslaw, een
huisvriend der Wallentins, die in het grcnsplaatsje
Schandau woont.
Tijdens de douane,inspectie, vraagt Stanislaw of hij
Gerda de stad mag laten zien. Zij stemt toe, vraagt
hem echter te zorgen, dat zij weer op tijd aan het sta
tion Is. Hij neemt haar mee naar huis hetgeen haar
behoud en tevens haar ondergang zou worden. De
Weenen-expresse dérailleert namelijk vlak na het ver
iaten van Schandau en Dletrich, telegrafisch van den
dood zijner vrouw verwittigd bij de verkoolde lijken
was het handtaschje van Gerda gevonden spoedt
zich met zijn vader naar Schandau.
Dletrich Is radeloos. Zijn vader gaat naar het huls
van Stanislaw. om daar naar Gerda's zuster in Weenen
te telefoneeren. Gerda verborgt zich, doch als ze hoort
dat haar man half gek is van verdriet over haar
„dood" treedt ze te voorschijn. Verschrikkelijk is de
verontwaardiging van den ouden Graaf Wallentin. Als
zij schandaal wil vermijden als ze haar man niet
voor goed onmogelijk wil maken, als de naam van haar
kind haar iets waard is, moet zij verdwijnen...
We zien Gerda terug in Parijs, in de speelzaal van
„Graaf" Scherdinski, voor wiens vrouw zij doorgaat
De Amerikaan Harris is daar een vaste bezoeker en
Scherdinski ontdekt weldra, dat Harris verliefd is op
Gerda. In een door Harris afgeluisterd gesprek, waarin
de Rus haar wil dwingen den rijken Amerikaan te
plunderen, dreigt zij haar aan de politie bekend te
maken, dat zij in Frankrijk verblijf houdt met een
valsch paspoort. Op dat oogenblik komt Harris de
kamer binnen. Hij vraagt Gerda met hem te dansen en
alleen met haar, dringt hij erop aan, dat zij hem als
zijn vrouw, naar Amerika zal vergezellen, hetgeen
Gerda in beraad houdt
Na dit voorval worden Gerda en Harris vaak samen
gezien. Op zekeren avond ziet zij in een restaurant,
baar man met Stanislaw en Barones van Berne bin
nenkomen, die haar wel niet herkennen, doch Dle
trich, getroffen door de gelijkenis met zijn vrouw, kan
zijn oogen niet van de Gravin afhouden. Er was echter
een, die Gerda dadelijk herkende en dat was Sta-