HET KRUIS. Officieele Opening. Zangersgroet. Twee employé's, die meer dan 39 jaar bij de tram in dienst waren. „The hand That Cradles Rules the World". Het voorloopige bestuur bestond uit de hecren J. Breebaart Kz. te Winkel, A. E. Zimmerman te Hoorn, Mr C. P. Donker te Benningbroek, D. van der Stok te Nieuwe Niedorp en H. J. K. v a n der Steen te Spanbroek. De acte der vennootschap verkreeg de koninklijke goedkeuring op 31 December 1894. Nu werden de stukken voor onteigening gereed ge maakt, de onteigeningswet werd op 11 November 189.1 aangenomen. Gezien de processen-verbaal van de zit ting der Commissie uit Gcd. Staten in de betrokken ge meenten, werd bij KB. van 21 September 1896 de aan wijzing der te onteigenen perceelen vastgelegd. In 1897 werd een exploitatie-contract gesloten met de Algemeene Tramwegmaatschappij, gevestigd to Den Haag, terwijl in datzelfde jaar de kunstwerken en de aarden baan werden aanbesteed. De aanbesteding der gebouwen had begin Januari 1898 plaats. Hoewel de onteigening der perceelen voor het groot ste deel in der minne tot stand was gebracht, waren er echter nog enkele eigenaars, met wie geen koopcon tract gesloten kon worden. Een met de familie Swaag uit Barsingerhorn aangegaan proces heeft veel tijd ln beslag genomen, omdat de perceelen, die onteigend moesten worden, door de deskundigen zóó hoog werden getaxeerd, dat de Rechtbank bij haar uitspraak verklaar de naar een dergelijke taxatie de waarde niet te kun nen bepalen. Men benoemde daarom drie andere des kundigen, welk onderzoek wederom enkele maonden op onthoud veroorzaakte. De Regeering en Gedeputeerde Staten zagen wel in, dat de termijn, waarbinnen de tram weg ia expioitatie zou moeten zijn gebracht, te kort was en stonden een verlenging toe tot 1 Augustus 1898, een tweede verlenging was nog noodzakelijk tot 1 Novem ber van dat jaar. Op het eind van October komt dan het officieele be richt, dat op Zondag 3 0 October 1898 de 1 ij n zou werden geopend. Zaterdag daaraan voorafgaande hield men een in- spectierit voor genoodigden, welke rit reeds veel bekijks had. Maar het getal toeschouwers was op den openings dag buitengewoon groot. Allen togen naar de halten en stations en mompelden allerlei lofuitingen op het nieuwe vervoermiddel. We lazen dezer dagen ln een destijds op gemaakt verslag vdn de eerste rit der tram in de Scha- ger Courant .van 3 November 1898, no. 3359 de volgende interessante beschrijving, die we onze lezers(essen) na tuurlijk niet willen onthouden en een plaatsje in ons re sumé geven: „Zoo zette dan te twaalf ure de uit tweo wa gons bestaande trein zich in bewegingt als plaats van vertrek wordt bedoeld Schagen). Te Lutje- winkel werd gelegenheid gegeven om de ijzeren ophaalbrug, die daar over de ringsloot van de Schager- en Niedorper Kogge ligt, te bezichligen. In Lutjewinkel en ook in andere aan de lijn gelcfeen plaatsen waren de meeste huizen met vlaggen getooid. Ook van vele dorpstorens wap perden onze driekleur. Winkel had uan de reizigers een aangename verrassing bereid. Het fanfarekorps, onder de verdienstelijke leiding van den heer Egmond, liet bij de aankomst zijn opgewekte liederen schallen. De Voorzitter der Tramwegmaatschappij, de *eer J Breebaart Kz., hield daarop een korte toespraak, waarin hij dank betuigde voor de be wezen belangstelling en de hoop uitsprak, dat de tram ook Winkel's bloei en welvaart zou verhoo- gen." Het zwarte monster, geketend aan een paar rijtuigen vervolgt zijn weg. „Er is wellioht geen streek in heel ons land die zóó rijk is aan gedenkwaardige voorvallen, zóó rijk aan wetenswaardigheden. De geachte journalist vertelt ons van graaf Arnoud, die in 933 te Winkel tegen de Westfriezen sneuvelde, van Dirk Rembrandtzoon van Nierop, een schrander schoenmaker destijds in N. Ni3dorp woonachtig, die door astronomlschen arbeid zich grooten roem heeft verworven, verder van Rad bout, den Frieschen Koning, die, naar men zegt, de voet reeds had gezet in het, in de N. H. Kerk te Hoogwoud, aanwezige doopvont, om zich door den Doop in 't Christendom te doen opnemen. Ook van Graaf Willem II worden eenige mede- deelingen gedaan. Terwijl dit geschiedkundig panorama zich voor des journalisten oog ontwikkelde, „sneed" de de tram door de welige landouwen van West Friesland. In schilderachtige mengeling wissel den weiden met bont gevlekte runderen en kroesharige schapen af met blauw-groene ak kers vol kool of gele stoppelvelden, waarboven de leeuwerik zijn heerlijke liederen zong. Zoo naderde met een zacht gangetje do tram lang zamerhand Wognum, waar de locomotief van de Stoomtrammaatschappij door een machine van de H.IJ.S.M. werd vervangen. Nu vloog in snel ler vaart het stoomros voorbij de stations Zwaagdijk, Zwaag en Wester Blokker om wel dra Hoorn bereikt te hebben." Tot zoover de beschrijving van de gehouden openings- rlt. In het Farkhotel werd daarna een feestmaaltijd ge reserveerd. De tafel-praesus, de heer J. Breebaart Kz., ibracht woorden van dank aan Minister Lely, den toen reeds afgetreden Comm. der Koningin, den heer Scho- rer, aan diens opvolger, den heer Van Tienhoven, aan Ged. Staten, alsmede aan de besturen der diverse ge meenten en polders, die deel hadden genomen in het maatschappelijk kapitaal en het vertrouwen schonken om de werken te doen uitvoeren. Verder ontvingen woor den van dank de hoeren Vas Visser, ir. Schotel, Wien- hoven, opzichters, en leveranciers der diverse werken cn materialen. Spreker uitte tenslotte den wensch, dat de daarstelling van de stoomtram zal medewerken tot bloei van dat gedeelte van Hollands Noorderkwartier en dat de inkomsten der exploitatie bevredigend mogen zijn. Ook te Nieuwe Niedorp is op schitterende wijze het inwijdingsfeest gevierd in de kolfbaan van den heer P. Haringhulzen. Den aanwezig lijnde leden van het Tram- bestuur werd het welkom geheeten met een Zangers- groet aan de tram. Deïe Zangersgroet vindt men elders in dit blad; dit lied werd gezongen door een gemengd koor uit N. Niedorp, torwijl de zuster-vereenlging „Eu- phonia" uit Schagen op deze feestavond ook hare mede werking verleende. hi het eerste levensjaar wordt reeds gewag gemaakt van financieele moei lijkheden. De resxdtaien ver hene den de gekoesterde verwachtingen. Een belangrijk verkeersmiddel was thans inderdaad tot stand gekomen cn vruchtbare goed bevolkte en nij vere deelen van West Friesland, die tot nu toe van goede vervoergelegenheden geheel verstoken waren geweest, waren nu In direct verkeer met markt cn verder goede Icnmmunicaticn gebracht Nu zou moeten blijken of de tram wel degelijk recht van bestaan zou hebben. Doch in het eerste levensjaar wordt reeds gewag gemaakt van financieele moeilijkheden, waarmede men te kampen he^ft Het gevolg was, dat het Trambestuur zich tot de aan deelhouders richtte on voorstellen deed om de kasmid delen te versterken door het verleenen van een voorschot gelijkstaande met een vierde van ieder's deelname in het maatschappelijk kapitaal. Het voorschot zou moeten dienen om in het bestaande tekort te voorzien en hot ïestant aan te wenden om het vermoedelijk tekort op de exploitatie in de toekomst zooveel mogelijk to be strijden. Doch de resultaten hieven in de eerste jaren ver beneden de gekoesterde verwachtingen. Aangezien de schulden jaarlijks toenamen, vreesde men dat de exploitatie in gevaar zou komen en werd de hulp Inge roepen van de H.IJ.S.M., die zich bereid verklaarde om voor voortzetting van het bedrijf zorg te dragen, mits haar werden afgestaan alle aandeelen als renteloos voor schot tegen afgifte van een door de Mij. gestelde ver klaring. Vanaf 1 Februari is de tram nu in exploitatie bij de Ned. Spoor wegen. Indien de bruto-opbrengst van den tramweg over eenig jaar meer zou bedragen dan het gezamenlijk bedrag van: de exploitatiekosten en 4 ten honderd van het eind cijfer der bouwrekening bij het einde van ieder jaar door den Minister vastgesteld, dan eerst zal een gedeelte als restitutie op het renteloos voorschot worden uitgekeerd. Helaas is de bruto-opbrengst nooit zóó hoog geweest, dat van een eventueele uitkeerlng sprake was; de eer ste restitutie moet nog altijd bij de aandeelhouders bin nenkomen! Na ruim 30-jarigen staat van dienst. Na een ruim 30-jarigen staat van dienst zal dan hoogstwaarschijnlijk binnenkort de tram geheel van het tooneel verdwijnen. De exploitatie is vanaf heden reeds stopgezet, doch met wat nieuw leven in te blazen, kan, als de Mij. voor Inwilliging van het voorstel van de be langhebbenden vatbaar is, binnen korten tijd de dienst misschien weer hervat worden, wij hopen van har'.e, dat zulks het geval ls! Toch dagen, dat op Schager koemarkt te Opmeer 180 koeien werden ingela den en de passagiers blij warenals ze een plaatsje in de goederenwagen konden bemachtigen. De stoomtram SchagenWognum is indertijd met veel instemming begroet en ze is ook inderdaad van betee- kenls geweest voor deze streek. We denken b.v. voor de fruitveiling te Winkel, voor de gasfabriek te N. Niedorp. voor do Coop. Aankoopver. „Ons Belang" te Hoogwoud en voor de melkfabrieken te Opmeer en te Lutjewinkel. Wij vestigen verder Uw aandacht op den aanvoer van vee d.m.v. de tram op de weekmarkten te Schagen. Wij hoorden nog dezer dagen vertellen, dat eenmaal te Op meer op zulk een marktdag 180 koeien per tram ver voerd werden. Er waren, aldus onze zegsman, 2 locomo tieven noodig om het lange gevaarte voort te trekken, want behalve het vee vervoerde zulk een tram bovendien nog massa's passagiers, waarvan degenen, die instapten, bij de voorlaatste halte, blij waren als ze nog een plaats je in de „goederenwagen" konden bemachtigen. De goederenagent Stam van N. Niedorp deelde ons nóg mede, dat eenige jaren geleden het vee, bestemd voor de groote najaarsveemarkten te Hoorn en Pur- merenö op Zondagmorgen in de vroegte in groote hoe/- veelheden per tram werd vervoerd. Op het oogenblik zijn deze markten in genoemde plaatsten niet meer op Zondag, zeker vanwege de Zondagsheiliging! Behalve dat het vee-vervoer uitstekend was geregeld, ook voor de passagiers voorzag de tram ln een groote behoefte. Zij paste zich vooral onder nu wijlen Baron Collot d'Escury buitengewoon aan. Hoe menigmaal liep er bij feestelijke gelegenheden, tentoonstellingen e.d. toch een extra-tram. Later is dit geheel anders geworden, wij willen de te genwoordige leiders in geenen doele een verwijt maken, de toestanden zijn zóó veranderd en de verkorte arbeids tijd heeft daarbij ook een groote rol gespeeld. Nu is het met de exploitatie afgeloopen, voorgoed misschien. De baan zal dan niet meer bereden worden en met het opruimingswerk zal dan t.z.t. een aanvang worden ge maakt Allerlei dingen, die op welke wijze betrekking hadden op de tram, als Shell-waarschuwingsborden, de „blikken trommels" (hiermede bedoelen we de bekende intieme wachthokjes o.a. te Aartswoud en te Langerels, de wiellooze goederenwagens voor opberging van vracht goed, de stationskoffiehuizen .(althans in naam), zullen verdwijnen, allerlei tramherinneringen zullen vervagen. Brugwachter Bakker uit Lutjewinkel, die altijd trouw op zfjn post was. gaat deze streek verlaten en wordt, naar men ons meedeelde, naar Dedemsvaart overge plaatst Een zelfde lot zal het overige personeel van het lijntje ook treffen. De goederenagent Alb. Stam van N. Niedorp, die reeds vanaf 1 Maart 1905 met zooveel toewijding en accuratesse zijn taak heeft vervuld, zal naar een andere betrekking moeten uitzien. Wij hopen, dat hij daarin zal slagen! De autobussen zullen de taak voor het passagiers-ver voer overnemen en allicht betero communcatie teweeg brengen. Vrachtauto's zullen wel voor het goederenver voer zorg dragen, voor zoover dit reeds niet te water zal geschieden. De motortractie heeft ons trammetje om hals gebracht alle pogingen van de commissie moesten tot nu toe fa len. Het belangrijke besluit van den gemeenteraad van Schagen om er tenslotte nog een telegrammetje ann te wagon, baatte ook niet; de kamfer-injectio's des heeren Nobel konden het leven van den lijder met geen dag verlengen! Velen zullen er zijn, die zeggen: ,,'t Is jammer!" Maar op de vraag van de Kamers van Koophandel en Fabrieken te Alkmaar en Hoorn, of op het behoud van de tram prijs werd gesteld, kwam unaniem tot antwoord* ja, doch als men de menschen dan vraagt, hoeveel het hun wel waard is, dan komt er b ij n a n i e ts op tafel en dat zegt toch zeker wel iets! De tram zal inderdaad gemist worden, maar haar heengaan heeft toch ook nog een goede zijde, en wel deze, dat veel gevaarlijke overwegen meteen ver dwijnen. Wij denken hierbij aan wijlen den heer de Graaf, den vorigen opzichter van den polder Waard en Groet, die eenige jaren geleden bij den overweg te Aartswoud op zoo noodlottige wijze om het leven kwam Wjj brengen U in herinnering het ongeluk met een der autobussen van de firma Keetman en Schoorl. die den 22 Januari 1926 op den overweg te Winkel door de uit Schagen komende tram werd gegrepen en meegesleurd. Wonder boven wonder was de chauffeur ongedeerd, ter wijl de eenige passagier, mejuffrouw To Pluister uit N. Niedorp, met betrekkelijk lichte beenverwondmgen uit de ruine te voorschijn kwam. En hoe menigmaal kon een ongeluk nog juist bijtijds worden voorkomen. De oude heer K. Boekei uit de Weere, gem. Winkel, kan U daarvan zeker vertellen. Hij kan U ook nog verhalen, hoe de Mij. eenige jaren geleden de *.ngs de tramlijn gelegen slooten totaal verwaarloosde, waardoor zijn vee op de trambaan geraakte, voor welk feit de veehouder ln Alkmaar moest terechtstaan en zich daar met suc ces verdedigde. Zoo zijn er nog wel meer herinnoringen te vermelden, maar genoeg hiprover. Wanneer de pogingen van het comité om alsnog de tram te kunnen behouden, geen succes mogen hebben, dan kunnen wij gerust zeggen, dat voor haar de grafkuil kan worden gereed gemaakt. Gisteravond den 31 Januari 1930 heeft zij haar laatste rit van Wognum naar Schagen gemaakt. Wij zullen het schel gefluit cn het zenuwachtig belgerinkel niet meer hooren. Voor de laatste maal is zij dien avond de ver schillende stationnetjes gepasseerd, bij iedere halte schudde het trampersoneel nog even de hand met de aftredende goedcronagenten en dan ging het weer ver der in de richting Schagen. Toen het einddoel was be reikt, werden de lichten en machinevuren gedoofd, men stalde de rijtuigen en dc dagtaak was wellicht voor goed ten einde. Met gejuich door de bevolking begroet, heeft zü des tijds haar glorieuze intocht gedaan. In stilte is zij thans heengegaan; met weemoed zien we haar verdwijnen, ze hoorde immers zoo bij deze streek! Wie zal haar ln den naasten toekomst volgen? Welkomstlied, gezongen op hel inwijdingsfeest van de stoomtram SchagenWognum. Woorden van D. Kuilman. Wees welkom, paard van ijzer! West-Friesland brengt zijn groet; Gij maakt ons kloeker, wijzer, Schept voor de toekomst moed. Gij bindt ons aan d'omgeving, Aan heel bet wereldrond, Gij spreekt ons van herleving - - Heil dns uit 's harten grond; Heil hen, die U hier brachten, Die d'arbeid hebt geleid, Heil, die talent en krachten West-Friesland hebt gewijd! De heer 8. Bestevaar (rechts), la vanaf 21 November 1898 conducteur bij de tram. Hij is ongeveer 3 jaar, van 21 Nov. .98 tot 3Sept 1901 brugwachter geweest te Lutjewinkel. Dezt laaste functie is van 23 Oct. tot 21 Nov. 1898 be kleed door C. Koorn. De heer Bestevaar deelde ons mede, dat bi de opening der tram de volgende personen in dienst waren: J. Dijkstra en Roetman, machinisten; Kwakermaat, chef machinist; J. Koeman, D. Koeten en C. Beers, conducteurs; De heer Prins was postconducteur. De heer C. Smit (links), draagt sinds 25 April 1899 het conducteursuniform. De heer Smit is bij het maken van de baan werkzaam geweest. Ons werd nog door hem meegedeeld, dat de heer Baron Collot d'Escury destijds het ambt bekleedde van onder-directeur bij de N.V. Stoomtrammaatschappij West Friesland. Toen de exploitatie op 1 Februari 1909 overging naar de H.LJ.SJd., werd de heer Baron Collot d'Escury chef van Uitvoerende Dienst Deze algemeen be minde persoonlijkheid stierf in den jare 1917 en werd opgevolgd door den heer Ruitenschild, die bij het met pensioen gaan werd opgevolgd door den heer Berkenveld. Toen deze laatste ge- pensionneerd werd, ls de heer Damen benoemd, die op het oogenblik nog werkzaam is. EEN PRAATJE MET DE JEUGD, DE OUDERS EN DE ONDERWIJZERS. Wie de jeugd heeft heeft de toekomst zegt een oud spreekwoord en hoewel oud kan toch niet gezegd wor den, dat het aan waarde verloren heeft In verband daarmede en in verband met de rupsen- plagen, waardoor we in ons land geplaagd worden, heb ben we ons bij wijze van proef gewen dtot de jeugd.dat wil zeggen de jongens cn meisjes van de lagere school te St-Pancras. De bedoeling was, te zien, of de jongens en meisjes er voor zouden voelen een opruiming te houden onder de ringelrupsen, die in deze provincie vooral op den voorgrond treden. Dat deze proef, zooals hier verder blijken zal, ge slaagd is, is natuurlijk tevens te danken aan de mede werking. die we hadden van het onderwijzend personeel; die toch moeten het klaar zien te spelen, op een aange name en voor de jongens en meisjes bevattelijke wijze te vertellen, welke belangen er mede gebaat werden als de ringelrupsen opgeruimd werden. Niet ieder zal daarin evengoed slagen, fnaar in St.-Pancras is dat ge slaagd. Er werden namelijk kleine prijsjes uitgeloofd voor die jongen of dat meisje, dat met d^ meeste ringen met eieren van de ringelrups op school zou komen. Voor het verzamelen werd een week tijd gegeven en van tevoren was er bij de natuurkundeles gewezen op eigenaardig heden van de rupsen in het algemeen en de ringel rups in het bijzonder. Aan het einde van de week waren er 1200 ringen op school gebracht en in verband met het succes werd besloten nog een week door te gann met verzamelen; dus werd den volgenden Zaterdag weer een inzameling gehouden. Nu waren er 2400 rin gen verzameld. Tezamen waren er dus 3600 ringen door de jongens cn meisjes bijeengebracht Wat dat zeggen wil kan het beste blijken, als we een klein rekensommetje maken. Nu is rekenen geen onderdeel van Plantenziekten- leer, dus zijn we er niet sterk in, daarom blijven we heel eenvoudig en zullen hoofdzakelijk werken met heele en ronde getallen. We weten, dat iedere ring een aantal eieren bevat dat varieert van 225 tot over de 300. Gemiddeld kun nen we dus gerust aannemen, dat iedere ring 250 eieren bevat en dat er uit iedere ring ook ongeveer dat aantal rupsen komen zal. De eieren zijn namelijk zoo secuur vastgelegd door de vlinders, die de eieren leggen, dat ze bijna onaantastbaar zijn ln dien vorm Uit de 3600 (drie duizend zes honderd) ringen die verzameld zijn, kunnen dus volgend voorjaar uitkomen 3600 maal 250 rupsen of wel het respectabele aantal van 900.000 rupsen. Deze rupsen worden ongeveer 4 c.M. lang, zoodat, als we al die rupsen achter elkaar laten loopen, we een rij rupsen krijgen van 36 K.M. Dat is dus een leger rupsen van Sint-Pancras tot Den Helder. Nemen we verder aan, dat iedere rups per dag 4 gram oppeuzelt, dan zou er voor de voeding van dat leger rupsen iedere 3 dagen een spoorwagen van 10 ton ap pelen- en perenblad noodig zijn. Bij al deze cijfers vergete men niet, dat deze rupsen in één dorp bij eikaar gehaald zijn en men begrijpt du3 wel, wat het zou willen zeggen, als we zulke getallen van alle dorpen uit Noord-Holland hadden. Dit zijn slechts nuchtere feiten, maar er dient natuur lijk wel degelijk rekening te worden gehouden met het feit, dat men, als men de rupsen niet verdelgt, kan3 heeft in den loop van den zomer met b!a. erlooze hoo rnen te zitten en ook met het vieze idee, een boom in den tuin te hebben, die vol zit met die smerige rupsen, waaronder men niet eens loopen kan, zonder vuil te worden door de uitwerpselen van die rupsen. De reden van dit schrijven is natuurlijk de ouders en de onderwijzers en onderwijzeressen aan te sporen te trachten ook in deze richting iets te doen. Ieder, die hierover lectuur in bruikleen wil hebben of voorlichting verlangt, behoeft zich slechts in ver binding te stellen met ondergeteekende. die gaarne van dienst zal zijn. Ten slotte kan het onderwijzend personeel zich des noods verstaan met den heer Sinjewel, het hoofd van de openbare school alhier. St.-Pancras. VAN HERWIJNEN. Vrij naar Adalbert von Chamisso, door M. VISSER. Een pelgrim, moe van 't gaan langs weg en paden. Zag vóór zich 't dal, zoo rijk, zoo mooi, zoo breed Zich in de laatste zonnestralen baden. Op 't heerlijk grastapijt, dat hij betreedt, Strekt hij ter rust zijn doodvermoeide leden In vrêe, waar hij zich in Gods hoede weet. De slaap kwam snel in zijne rechten treden. Zijn geest bleef waken in een lichten droom. Veel beelden deelden hem Gods grootheid mede. Hij nadert 's Hemels Heer in diepen schroom. Het schijnt of 't kleed van God is 't firmament En 't frissche groen der aard des mantels zoom. „Gij, goede God, die elk als Vader kent, Vertoorn U niet maar laat mij uwen vrede Als ik in zwakheid, Heer, mij tot U wend. Ik weet, een kruis krijgt elk op aarde mede, Dat met geduld men draag1 ik weet het Heere, Maar heel verscheiden zijn ze hier beneden. Mijn kruis is al te zwaar. Zie, ik begeere Een last mij aangemeten naar mijn macht Een kruis, dat al mijn krachten niet vertere." Hij sprak. Een storm hief hem met groote kracht Omhoog. Hij voelde en zag bij 't zweven Deez' hem In 's Hemels heilige ruimten bracht. Hij stond en blikte in 's hemels dreven Waar hij rondom bij vele honderdtallen Slechts kruisen merkte, hoog opgeheven. Een luide stem deed door de ruimte schallen: „Hier ziet ge al het leed. Zoek voor uw iast Een kruishout, pelgrim, naar uw welgevallen." En zoekend ging hij rond of dit hem past Of dat, of 't gindsche daar, daar in dien hoek. Bij 't wikken, ach, wordt menig hout betast. Dit is hem veel te zwaar; dat is te kloek. Zoo groot en zwaar als 't endre was 't toch niet, Maar scherp van kant. Het is niet, wat ik zoek. Dat gindsch, dat hij daar schittrend glinstren ziet, Dat lokt hem om het even te probeeren. Doch 't gouden hem toch niet het rechte biedt. Het een mocht dit, het andre dat hem leeren, Maar geen van alle vond hij naar zijn kracht. Naar geen van al was eiglijk zijn begeeren. Gemonsterd had hij veel naar maat en dracht. Verloren tijd. Vergeefsch was 't wikken, wegen. Dus weer gezocht en naar een keus getracht. En nu bemerkt hij eindlijk - welk een zegen! - Een kruis, dat draaglijk voor hem scheen te zijn. Wel, op dat kruis had hij niet 't minste tegen: Een houten Christuskruis, niet al te klein, Juist passend voor zijn menschenkracht en maat. „Heer!" - riep hij - „zoo ge wilt, dit kruis zij mijn!" En toen hij 't goed bekeek naar wicht en staat Toen was het - wat hij immer had gedragen. Hij nam het op en droeg het nu zonder klagen. ONGUNSTIGE INVLOEDEN. (Passing Show.) Dokter: Wanneer bemerkte u het eerst, dat hij ziek was? Vrouw: Gisterenmorgen, toen hij uw tekening had betaald.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 10