HET KRUIS.
Officieele Opening.
Zangersgroet.
Twee employé's, die meer dan 39 jaar
bij de tram in dienst waren.
„The hand That Cradles Rules
the World".
Het voorloopige bestuur bestond uit de hecren J.
Breebaart Kz. te Winkel, A. E. Zimmerman
te Hoorn, Mr C. P. Donker te Benningbroek, D.
van der Stok te Nieuwe Niedorp en H. J. K. v a n
der Steen te Spanbroek.
De acte der vennootschap verkreeg de koninklijke
goedkeuring op 31 December 1894.
Nu werden de stukken voor onteigening gereed ge
maakt, de onteigeningswet werd op 11 November 189.1
aangenomen. Gezien de processen-verbaal van de zit
ting der Commissie uit Gcd. Staten in de betrokken ge
meenten, werd bij KB. van 21 September 1896 de aan
wijzing der te onteigenen perceelen vastgelegd.
In 1897 werd een exploitatie-contract gesloten met de
Algemeene Tramwegmaatschappij, gevestigd to Den
Haag, terwijl in datzelfde jaar de kunstwerken en de
aarden baan werden aanbesteed. De aanbesteding der
gebouwen had begin Januari 1898 plaats.
Hoewel de onteigening der perceelen voor het groot
ste deel in der minne tot stand was gebracht, waren er
echter nog enkele eigenaars, met wie geen koopcon
tract gesloten kon worden. Een met de familie Swaag
uit Barsingerhorn aangegaan proces heeft veel tijd ln
beslag genomen, omdat de perceelen, die onteigend
moesten worden, door de deskundigen zóó hoog werden
getaxeerd, dat de Rechtbank bij haar uitspraak verklaar
de naar een dergelijke taxatie de waarde niet te kun
nen bepalen. Men benoemde daarom drie andere des
kundigen, welk onderzoek wederom enkele maonden op
onthoud veroorzaakte. De Regeering en Gedeputeerde
Staten zagen wel in, dat de termijn, waarbinnen de tram
weg ia expioitatie zou moeten zijn gebracht, te kort was
en stonden een verlenging toe tot 1 Augustus 1898, een
tweede verlenging was nog noodzakelijk tot 1 Novem
ber van dat jaar.
Op het eind van October komt dan het officieele be
richt, dat op Zondag 3 0 October 1898
de 1 ij n zou werden geopend.
Zaterdag daaraan voorafgaande hield men een in-
spectierit voor genoodigden, welke rit reeds veel bekijks
had. Maar het getal toeschouwers was op den openings
dag buitengewoon groot. Allen togen naar de halten en
stations en mompelden allerlei lofuitingen op het nieuwe
vervoermiddel. We lazen dezer dagen ln een destijds op
gemaakt verslag vdn de eerste rit der tram in de Scha-
ger Courant .van 3 November 1898, no. 3359 de volgende
interessante beschrijving, die we onze lezers(essen) na
tuurlijk niet willen onthouden en een plaatsje in ons re
sumé geven:
„Zoo zette dan te twaalf ure de uit tweo wa
gons bestaande trein zich in bewegingt als plaats
van vertrek wordt bedoeld Schagen). Te Lutje-
winkel werd gelegenheid gegeven om de ijzeren
ophaalbrug, die daar over de ringsloot van de
Schager- en Niedorper Kogge ligt, te bezichligen.
In Lutjewinkel en ook in andere aan de lijn
gelcfeen plaatsen waren de meeste huizen met
vlaggen getooid. Ook van vele dorpstorens wap
perden onze driekleur.
Winkel had uan de reizigers een aangename
verrassing bereid. Het fanfarekorps, onder de
verdienstelijke leiding van den heer Egmond, liet
bij de aankomst zijn opgewekte liederen schallen.
De Voorzitter der Tramwegmaatschappij, de
*eer J Breebaart Kz., hield daarop een korte
toespraak, waarin hij dank betuigde voor de be
wezen belangstelling en de hoop uitsprak, dat de
tram ook Winkel's bloei en welvaart zou verhoo-
gen."
Het zwarte monster, geketend aan een paar
rijtuigen vervolgt zijn weg.
„Er is wellioht geen streek in heel ons land
die zóó rijk is aan gedenkwaardige voorvallen,
zóó rijk aan wetenswaardigheden. De geachte
journalist vertelt ons van graaf Arnoud, die in
933 te Winkel tegen de Westfriezen sneuvelde,
van Dirk Rembrandtzoon van Nierop, een
schrander schoenmaker destijds in N. Ni3dorp
woonachtig, die door astronomlschen arbeid zich
grooten roem heeft verworven, verder van Rad
bout, den Frieschen Koning, die, naar men zegt,
de voet reeds had gezet in het, in de N. H. Kerk
te Hoogwoud, aanwezige doopvont, om zich door
den Doop in 't Christendom te doen opnemen.
Ook van Graaf Willem II worden eenige mede-
deelingen gedaan.
Terwijl dit geschiedkundig panorama zich voor
des journalisten oog ontwikkelde, „sneed" de
de tram door de welige landouwen van West
Friesland. In schilderachtige mengeling wissel
den weiden met bont gevlekte runderen en
kroesharige schapen af met blauw-groene ak
kers vol kool of gele stoppelvelden, waarboven
de leeuwerik zijn heerlijke liederen zong. Zoo
naderde met een zacht gangetje do tram lang
zamerhand Wognum, waar de locomotief van de
Stoomtrammaatschappij door een machine van
de H.IJ.S.M. werd vervangen. Nu vloog in snel
ler vaart het stoomros voorbij de stations
Zwaagdijk, Zwaag en Wester Blokker om wel
dra Hoorn bereikt te hebben."
Tot zoover de beschrijving van de gehouden openings-
rlt. In het Farkhotel werd daarna een feestmaaltijd ge
reserveerd. De tafel-praesus, de heer J. Breebaart Kz.,
ibracht woorden van dank aan Minister Lely, den toen
reeds afgetreden Comm. der Koningin, den heer Scho-
rer, aan diens opvolger, den heer Van Tienhoven, aan
Ged. Staten, alsmede aan de besturen der diverse ge
meenten en polders, die deel hadden genomen in het
maatschappelijk kapitaal en het vertrouwen schonken
om de werken te doen uitvoeren. Verder ontvingen woor
den van dank de hoeren Vas Visser, ir. Schotel, Wien-
hoven, opzichters, en leveranciers der diverse werken
cn materialen. Spreker uitte tenslotte den wensch, dat
de daarstelling van de stoomtram zal medewerken tot
bloei van dat gedeelte van Hollands Noorderkwartier
en dat de inkomsten der exploitatie bevredigend mogen
zijn.
Ook te Nieuwe Niedorp is op schitterende wijze het
inwijdingsfeest gevierd in de kolfbaan van den heer P.
Haringhulzen. Den aanwezig lijnde leden van het Tram-
bestuur werd het welkom geheeten met een Zangers-
groet aan de tram. Deïe Zangersgroet vindt men elders
in dit blad; dit lied werd gezongen door een gemengd
koor uit N. Niedorp, torwijl de zuster-vereenlging „Eu-
phonia" uit Schagen op deze feestavond ook hare mede
werking verleende.
hi het eerste levensjaar wordt reeds
gewag gemaakt van financieele moei
lijkheden. De resxdtaien ver hene
den de gekoesterde verwachtingen.
Een belangrijk verkeersmiddel was thans inderdaad
tot stand gekomen cn vruchtbare goed bevolkte en nij
vere deelen van West Friesland, die tot nu toe van goede
vervoergelegenheden geheel verstoken waren geweest,
waren nu In direct verkeer met markt cn verder goede
Icnmmunicaticn gebracht Nu zou moeten blijken of de
tram wel degelijk recht van bestaan zou hebben. Doch
in het eerste levensjaar wordt reeds gewag gemaakt van
financieele moeilijkheden, waarmede men te kampen
he^ft
Het gevolg was, dat het Trambestuur zich tot de aan
deelhouders richtte on voorstellen deed om de kasmid
delen te versterken door het verleenen van een voorschot
gelijkstaande met een vierde van ieder's deelname in het
maatschappelijk kapitaal. Het voorschot zou moeten
dienen om in het bestaande tekort te voorzien en hot
ïestant aan te wenden om het vermoedelijk tekort op
de exploitatie in de toekomst zooveel mogelijk to be
strijden. Doch de resultaten hieven in de eerste jaren
ver beneden de gekoesterde verwachtingen. Aangezien
de schulden jaarlijks toenamen, vreesde men dat de
exploitatie in gevaar zou komen en werd de hulp Inge
roepen van de H.IJ.S.M., die zich bereid verklaarde om
voor voortzetting van het bedrijf zorg te dragen, mits
haar werden afgestaan alle aandeelen als renteloos voor
schot tegen afgifte van een door de Mij. gestelde ver
klaring.
Vanaf 1 Februari is de tram nu
in exploitatie bij de Ned. Spoor
wegen.
Indien de bruto-opbrengst van den tramweg over eenig
jaar meer zou bedragen dan het gezamenlijk bedrag
van: de exploitatiekosten en 4 ten honderd van het eind
cijfer der bouwrekening bij het einde van ieder jaar door
den Minister vastgesteld, dan eerst zal een gedeelte als
restitutie op het renteloos voorschot worden uitgekeerd.
Helaas is de bruto-opbrengst nooit zóó hoog geweest,
dat van een eventueele uitkeerlng sprake was; de eer
ste restitutie moet nog altijd bij de aandeelhouders bin
nenkomen!
Na ruim 30-jarigen staat van dienst.
Na een ruim 30-jarigen staat van dienst zal dan
hoogstwaarschijnlijk binnenkort de tram geheel van het
tooneel verdwijnen. De exploitatie is vanaf heden reeds
stopgezet, doch met wat nieuw leven in te blazen, kan,
als de Mij. voor Inwilliging van het voorstel van de be
langhebbenden vatbaar is, binnen korten tijd de dienst
misschien weer hervat worden, wij hopen van har'.e, dat
zulks het geval ls!
Toch dagen, dat op Schager koemarkt
te Opmeer 180 koeien werden ingela
den en de passagiers blij warenals
ze een plaatsje in de goederenwagen
konden bemachtigen.
De stoomtram SchagenWognum is indertijd met veel
instemming begroet en ze is ook inderdaad van betee-
kenls geweest voor deze streek. We denken b.v. voor de
fruitveiling te Winkel, voor de gasfabriek te N. Niedorp.
voor do Coop. Aankoopver. „Ons Belang" te Hoogwoud
en voor de melkfabrieken te Opmeer en te Lutjewinkel.
Wij vestigen verder Uw aandacht op den aanvoer van
vee d.m.v. de tram op de weekmarkten te Schagen. Wij
hoorden nog dezer dagen vertellen, dat eenmaal te Op
meer op zulk een marktdag 180 koeien per tram ver
voerd werden. Er waren, aldus onze zegsman, 2 locomo
tieven noodig om het lange gevaarte voort te trekken,
want behalve het vee vervoerde zulk een tram bovendien
nog massa's passagiers, waarvan degenen, die instapten,
bij de voorlaatste halte, blij waren als ze nog een plaats
je in de „goederenwagen" konden bemachtigen.
De goederenagent Stam van N. Niedorp deelde ons
nóg mede, dat eenige jaren geleden het vee, bestemd
voor de groote najaarsveemarkten te Hoorn en Pur-
merenö op Zondagmorgen in de vroegte in groote hoe/-
veelheden per tram werd vervoerd. Op het oogenblik
zijn deze markten in genoemde plaatsten niet meer op
Zondag, zeker vanwege de Zondagsheiliging!
Behalve dat het vee-vervoer uitstekend was geregeld,
ook voor de passagiers voorzag de tram ln een groote
behoefte. Zij paste zich vooral onder nu wijlen Baron
Collot d'Escury buitengewoon aan. Hoe menigmaal liep
er bij feestelijke gelegenheden, tentoonstellingen e.d.
toch een extra-tram.
Later is dit geheel anders geworden, wij willen de te
genwoordige leiders in geenen doele een verwijt maken,
de toestanden zijn zóó veranderd en de verkorte arbeids
tijd heeft daarbij ook een groote rol gespeeld. Nu is het
met de exploitatie afgeloopen, voorgoed misschien. De
baan zal dan niet meer bereden worden en met het
opruimingswerk zal dan t.z.t. een aanvang worden ge
maakt Allerlei dingen, die op welke wijze betrekking
hadden op de tram, als Shell-waarschuwingsborden, de
„blikken trommels" (hiermede bedoelen we de bekende
intieme wachthokjes o.a. te Aartswoud en te Langerels,
de wiellooze goederenwagens voor opberging van vracht
goed, de stationskoffiehuizen .(althans in naam), zullen
verdwijnen, allerlei tramherinneringen zullen vervagen.
Brugwachter Bakker uit Lutjewinkel, die altijd trouw
op zfjn post was. gaat deze streek verlaten en wordt,
naar men ons meedeelde, naar Dedemsvaart overge
plaatst Een zelfde lot zal het overige personeel van het
lijntje ook treffen.
De goederenagent Alb. Stam van N. Niedorp, die reeds
vanaf 1 Maart 1905 met zooveel toewijding en accuratesse
zijn taak heeft vervuld, zal naar een andere betrekking
moeten uitzien. Wij hopen, dat hij daarin zal slagen!
De autobussen zullen de taak voor het passagiers-ver
voer overnemen en allicht betero communcatie teweeg
brengen. Vrachtauto's zullen wel voor het goederenver
voer zorg dragen, voor zoover dit reeds niet te water zal
geschieden.
De motortractie heeft ons trammetje om hals gebracht
alle pogingen van de commissie moesten tot nu toe fa
len. Het belangrijke besluit van den gemeenteraad van
Schagen om er tenslotte nog een telegrammetje ann te
wagon, baatte ook niet; de kamfer-injectio's des heeren
Nobel konden het leven van den lijder met geen dag
verlengen!
Velen zullen er zijn, die zeggen: ,,'t Is jammer!"
Maar op de vraag van de Kamers van Koophandel en
Fabrieken te Alkmaar en Hoorn, of op het behoud van
de tram prijs werd gesteld, kwam unaniem tot antwoord*
ja, doch als men de menschen dan vraagt, hoeveel het
hun wel waard is, dan komt er b ij n a n i e ts op
tafel en dat zegt toch zeker wel iets!
De tram zal inderdaad gemist worden, maar haar
heengaan heeft toch ook nog een goede zijde,
en wel deze, dat veel gevaarlijke overwegen meteen ver
dwijnen. Wij denken hierbij aan wijlen den heer de
Graaf, den vorigen opzichter van den polder Waard en
Groet, die eenige jaren geleden bij den overweg te
Aartswoud op zoo noodlottige wijze om het leven kwam
Wjj brengen U in herinnering het ongeluk met een der
autobussen van de firma Keetman en Schoorl. die den
22 Januari 1926 op den overweg te Winkel door de uit
Schagen komende tram werd gegrepen en meegesleurd.
Wonder boven wonder was de chauffeur ongedeerd, ter
wijl de eenige passagier, mejuffrouw To Pluister uit N.
Niedorp, met betrekkelijk lichte beenverwondmgen uit
de ruine te voorschijn kwam. En hoe menigmaal kon
een ongeluk nog juist bijtijds worden voorkomen. De
oude heer K. Boekei uit de Weere, gem. Winkel, kan U
daarvan zeker vertellen. Hij kan U ook nog verhalen,
hoe de Mij. eenige jaren geleden de *.ngs de tramlijn
gelegen slooten totaal verwaarloosde, waardoor zijn vee
op de trambaan geraakte, voor welk feit de veehouder
ln Alkmaar moest terechtstaan en zich daar met suc
ces verdedigde.
Zoo zijn er nog wel meer herinnoringen te vermelden,
maar genoeg hiprover. Wanneer de pogingen van het
comité om alsnog de tram te kunnen behouden, geen
succes mogen hebben, dan kunnen wij gerust zeggen,
dat voor haar de grafkuil kan worden gereed gemaakt.
Gisteravond den 31 Januari 1930 heeft zij haar laatste
rit van Wognum naar Schagen gemaakt. Wij zullen het
schel gefluit cn het zenuwachtig belgerinkel niet meer
hooren. Voor de laatste maal is zij dien avond de ver
schillende stationnetjes gepasseerd, bij iedere halte
schudde het trampersoneel nog even de hand met de
aftredende goedcronagenten en dan ging het weer ver
der in de richting Schagen. Toen het einddoel was be
reikt, werden de lichten en machinevuren gedoofd, men
stalde de rijtuigen en dc dagtaak was wellicht voor goed
ten einde.
Met gejuich door de bevolking begroet, heeft zü des
tijds haar glorieuze intocht gedaan. In stilte is zij thans
heengegaan; met weemoed zien we haar verdwijnen,
ze hoorde immers zoo bij deze streek!
Wie zal haar ln den naasten toekomst volgen?
Welkomstlied, gezongen op hel inwijdingsfeest
van de stoomtram SchagenWognum.
Woorden van D. Kuilman.
Wees welkom, paard van ijzer!
West-Friesland brengt zijn groet;
Gij maakt ons kloeker, wijzer,
Schept voor de toekomst moed.
Gij bindt ons aan d'omgeving,
Aan heel bet wereldrond,
Gij spreekt ons van herleving -
- Heil dns uit 's harten grond;
Heil hen, die U hier brachten,
Die d'arbeid hebt geleid,
Heil, die talent en krachten
West-Friesland hebt gewijd!
De heer 8. Bestevaar (rechts), la
vanaf 21 November 1898 conducteur bij de tram.
Hij is ongeveer 3 jaar, van 21 Nov. .98 tot 3Sept
1901 brugwachter geweest te Lutjewinkel. Dezt
laaste functie is van 23 Oct. tot 21 Nov. 1898 be
kleed door C. Koorn.
De heer Bestevaar deelde ons mede, dat bi
de opening der tram de volgende personen in
dienst waren:
J. Dijkstra en Roetman, machinisten;
Kwakermaat, chef machinist;
J. Koeman, D. Koeten en C. Beers, conducteurs;
De heer Prins was postconducteur.
De heer C. Smit (links), draagt sinds 25
April 1899 het conducteursuniform. De heer
Smit is bij het maken van de baan werkzaam
geweest. Ons werd nog door hem meegedeeld,
dat de heer Baron Collot d'Escury destijds het
ambt bekleedde van onder-directeur bij de N.V.
Stoomtrammaatschappij West Friesland. Toen
de exploitatie op 1 Februari 1909 overging naar
de H.LJ.SJd., werd de heer Baron Collot d'Escury
chef van Uitvoerende Dienst Deze algemeen be
minde persoonlijkheid stierf in den jare 1917
en werd opgevolgd door den heer Ruitenschild,
die bij het met pensioen gaan werd opgevolgd
door den heer Berkenveld. Toen deze laatste ge-
pensionneerd werd, ls de heer Damen benoemd,
die op het oogenblik nog werkzaam is.
EEN PRAATJE MET DE JEUGD, DE OUDERS
EN DE ONDERWIJZERS.
Wie de jeugd heeft heeft de toekomst zegt een oud
spreekwoord en hoewel oud kan toch niet gezegd wor
den, dat het aan waarde verloren heeft
In verband daarmede en in verband met de rupsen-
plagen, waardoor we in ons land geplaagd worden, heb
ben we ons bij wijze van proef gewen dtot de jeugd.dat
wil zeggen de jongens cn meisjes van de lagere school
te St-Pancras. De bedoeling was, te zien, of de jongens
en meisjes er voor zouden voelen een opruiming te
houden onder de ringelrupsen, die in deze provincie
vooral op den voorgrond treden.
Dat deze proef, zooals hier verder blijken zal, ge
slaagd is, is natuurlijk tevens te danken aan de mede
werking. die we hadden van het onderwijzend personeel;
die toch moeten het klaar zien te spelen, op een aange
name en voor de jongens en meisjes bevattelijke wijze
te vertellen, welke belangen er mede gebaat werden
als de ringelrupsen opgeruimd werden. Niet ieder zal
daarin evengoed slagen, fnaar in St.-Pancras is dat ge
slaagd.
Er werden namelijk kleine prijsjes uitgeloofd voor
die jongen of dat meisje, dat met d^ meeste ringen met
eieren van de ringelrups op school zou komen. Voor het
verzamelen werd een week tijd gegeven en van tevoren
was er bij de natuurkundeles gewezen op eigenaardig
heden van de rupsen in het algemeen en de ringel
rups in het bijzonder. Aan het einde van de week waren
er 1200 ringen op school gebracht en in verband met
het succes werd besloten nog een week door te gann
met verzamelen; dus werd den volgenden Zaterdag
weer een inzameling gehouden. Nu waren er 2400 rin
gen verzameld. Tezamen waren er dus 3600 ringen
door de jongens cn meisjes bijeengebracht Wat dat
zeggen wil kan het beste blijken, als we een klein
rekensommetje maken.
Nu is rekenen geen onderdeel van Plantenziekten-
leer, dus zijn we er niet sterk in, daarom blijven we
heel eenvoudig en zullen hoofdzakelijk werken met
heele en ronde getallen.
We weten, dat iedere ring een aantal eieren bevat
dat varieert van 225 tot over de 300. Gemiddeld kun
nen we dus gerust aannemen, dat iedere ring 250 eieren
bevat en dat er uit iedere ring ook ongeveer dat aantal
rupsen komen zal. De eieren zijn namelijk zoo secuur
vastgelegd door de vlinders, die de eieren leggen, dat
ze bijna onaantastbaar zijn ln dien vorm
Uit de 3600 (drie duizend zes honderd) ringen die
verzameld zijn, kunnen dus volgend voorjaar uitkomen
3600 maal 250 rupsen of wel het respectabele aantal van
900.000 rupsen. Deze rupsen worden ongeveer 4 c.M.
lang, zoodat, als we al die rupsen achter elkaar laten
loopen, we een rij rupsen krijgen van 36 K.M. Dat is
dus een leger rupsen van Sint-Pancras tot Den Helder.
Nemen we verder aan, dat iedere rups per dag 4 gram
oppeuzelt, dan zou er voor de voeding van dat leger
rupsen iedere 3 dagen een spoorwagen van 10 ton ap
pelen- en perenblad noodig zijn.
Bij al deze cijfers vergete men niet, dat deze rupsen
in één dorp bij eikaar gehaald zijn en men begrijpt du3
wel, wat het zou willen zeggen, als we zulke getallen
van alle dorpen uit Noord-Holland hadden.
Dit zijn slechts nuchtere feiten, maar er dient natuur
lijk wel degelijk rekening te worden gehouden met het
feit, dat men, als men de rupsen niet verdelgt, kan3
heeft in den loop van den zomer met b!a. erlooze hoo
rnen te zitten en ook met het vieze idee, een boom in
den tuin te hebben, die vol zit met die smerige rupsen,
waaronder men niet eens loopen kan, zonder vuil te
worden door de uitwerpselen van die rupsen.
De reden van dit schrijven is natuurlijk de ouders en
de onderwijzers en onderwijzeressen aan te sporen te
trachten ook in deze richting iets te doen.
Ieder, die hierover lectuur in bruikleen wil hebben
of voorlichting verlangt, behoeft zich slechts in ver
binding te stellen met ondergeteekende. die gaarne van
dienst zal zijn.
Ten slotte kan het onderwijzend personeel zich des
noods verstaan met den heer Sinjewel, het hoofd van
de openbare school alhier.
St.-Pancras. VAN HERWIJNEN.
Vrij naar Adalbert von Chamisso,
door
M. VISSER.
Een pelgrim, moe van 't gaan langs weg en paden.
Zag vóór zich 't dal, zoo rijk, zoo mooi, zoo breed
Zich in de laatste zonnestralen baden.
Op 't heerlijk grastapijt, dat hij betreedt,
Strekt hij ter rust zijn doodvermoeide leden
In vrêe, waar hij zich in Gods hoede weet.
De slaap kwam snel in zijne rechten treden.
Zijn geest bleef waken in een lichten droom.
Veel beelden deelden hem Gods grootheid mede.
Hij nadert 's Hemels Heer in diepen schroom.
Het schijnt of 't kleed van God is 't firmament
En 't frissche groen der aard des mantels zoom.
„Gij, goede God, die elk als Vader kent,
Vertoorn U niet maar laat mij uwen vrede
Als ik in zwakheid, Heer, mij tot U wend.
Ik weet, een kruis krijgt elk op aarde mede,
Dat met geduld men draag1 ik weet het Heere,
Maar heel verscheiden zijn ze hier beneden.
Mijn kruis is al te zwaar. Zie, ik begeere
Een last mij aangemeten naar mijn macht
Een kruis, dat al mijn krachten niet vertere."
Hij sprak. Een storm hief hem met groote kracht
Omhoog. Hij voelde en zag bij 't zweven
Deez' hem In 's Hemels heilige ruimten bracht.
Hij stond en blikte in 's hemels dreven
Waar hij rondom bij vele honderdtallen
Slechts kruisen merkte, hoog opgeheven.
Een luide stem deed door de ruimte schallen:
„Hier ziet ge al het leed. Zoek voor uw iast
Een kruishout, pelgrim, naar uw welgevallen."
En zoekend ging hij rond of dit hem past
Of dat, of 't gindsche daar, daar in dien hoek.
Bij 't wikken, ach, wordt menig hout betast.
Dit is hem veel te zwaar; dat is te kloek.
Zoo groot en zwaar als 't endre was 't toch niet,
Maar scherp van kant. Het is niet, wat ik zoek.
Dat gindsch, dat hij daar schittrend glinstren ziet,
Dat lokt hem om het even te probeeren.
Doch 't gouden hem toch niet het rechte biedt.
Het een mocht dit, het andre dat hem leeren,
Maar geen van alle vond hij naar zijn kracht.
Naar geen van al was eiglijk zijn begeeren.
Gemonsterd had hij veel naar maat en dracht.
Verloren tijd. Vergeefsch was 't wikken, wegen.
Dus weer gezocht en naar een keus getracht.
En nu bemerkt hij eindlijk - welk een zegen! -
Een kruis, dat draaglijk voor hem scheen te zijn.
Wel, op dat kruis had hij niet 't minste tegen:
Een houten Christuskruis, niet al te klein,
Juist passend voor zijn menschenkracht en maat.
„Heer!" - riep hij - „zoo ge wilt, dit kruis zij mijn!"
En toen hij 't goed bekeek naar wicht en staat
Toen was het - wat hij immer had gedragen.
Hij nam het op en droeg het nu zonder klagen.
ONGUNSTIGE INVLOEDEN.
(Passing Show.)
Dokter: Wanneer bemerkte u het eerst,
dat hij ziek was?
Vrouw: Gisterenmorgen, toen hij uw
tekening had betaald.