De brug. De Maangodin. John Gilbert. WARE WOORDEN. WETENSWAARDIGHEDEN. Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 4 Januari 1930. 8589. .Een vreemde historie, vrij naar een Engelsch gegeven, bewerkt door Sirolf. (Nadruk verboden). Hij zat met een beetje afwezigen blik in den zacht voortzoemenden auto en zag als In een onwerkelijke droom het prachtige zon-overgoten landschap. Naast hem zat zijn vrouw, zonder dat ze het zelf wist met een wat geringschattend glimlachje om den fraaien, doch Iets te vastberaden mond. Knap was ze, en heel rijk. En drommels vastberaden. Zoodat het weinig moeite had gekost, toen ze eenmaal besloten had, met hem te trouwen om dit huwelijk tot stand te brengen. Want hij had genoeg van armoede en strijd, en hij had zich moe gevoeld, o zoo moe. Bovendien schenen de dingen niet meer zoo tot hem door te dringen, sedert Hilde was heengegaan. Hilde zijn eerste vrouw. Het kind-vrouwtje zooals hij haar placht te noemen. Hilde was gestorven toen het eerste kindje komen moest. Sinds dien zag hij alles door een waas. En vocht niet meer. Toen was Marion, een koele schoonheid, rijk en gedecideerd, ge komen. Nu reed hun groote auto voort, bestuurd door den chauffeur in zijn donkere, dure livrei. Op hun hu welijksreis. Hij had even bezwaar gemaakt, toen Marion had ver klaard, dat ze voor hun huwelijksreis besloten had, een tocht door het bosch- en heuvelland te maken. Men noemdo het heuvelland, maar eigenlijk was het een bergland, met soms wat steile rotsen, en bruischende bergstroompjes. Hij had wat tegengeworpen, omdat het juist deze streek was geweest waar hij met Hilde heen was gegaan, op hun „huwelijksreis", in zijn armen tijd. Maar Marion had kort en goed gezegd, dat ze erheen wilde, en dat hij niet meer over zijn eerste vrouw moest spreken. Dat was immers onherroepelijk afgeloopen. Bo vendien, ze verkoos het niet Dus gingen ze naar het bosch- en heuvelland, dat in geurende voorjaarsbloel prijkte. Ze logeerden in de duurste hotels en aten in de schitterendste restaurants. Zoo kwam het, dat hij feite lijk het heele land niet herkende bijna. Ze hielden de hbofdwcg-in, en de paadjes en weggetjes die hij met Hilde gegaan had, leken ergens verscholen te zijn. Alleen zag hij, vanuit de zacht veerende lederen kussens van den grooten auto, af en toe een klein beekje... een beek- Je dat herinneringen wekte... Ze waren óók zoo jong geweest, en zóó kort getrouwd, en zóó gelukkig. En zóó arm ook. Hilde was net achttien geweest toen ze trouwden en ze droeg het haar nog maar heel kort ,in de hoogte". Maar toen ze op hun „huwelijksreis" waren te vöet door de heerlijke vrije natuur, langs de smalle boschpaadjes en de kron kelende, klimmende weggetjes, langs bruischende beek jes en soms wel steile rotsen, waar je geen sterveling tegen kwam, toen had Hilde als een dartel kind er op gestaan, haar prachtige blonde haar, als een meisje, in een lange vlecht op haar rug te dragen, met een groote blauwe strik erin. En ze hadden bloemen geplukt en uit beekjes gedronken en door ondiepe stroompjes gewaad op bloote voeten, en dan had Hilde zijn zakdoek willen hebben, om haar voeten af te drogen. Daar had hij na tuurlijk tegen geprotesteerd, want zelfs het kleinste paar meisjesvoeten is genoeg om een"zakdoek drijfnat te ma ken. En 's 'avonds kwamen ze doodmoe, gloeiend van zon en geluk, in kleine herbergjes aan, met witgeschuur de houten vloeren en dito tafels, en op hun slaapkamer tje hadden ze een kaars gehad in een kandelaar, en dat wierp groote onzekere schaduwen op de muren... Wat snoezig had die kleine Hilde eruit gezien, in haar ge bloemd katoenen jurkje, met het witte kraagje en haar blonde vlecht met de groote blauwe strik op den rug. als een blozend, ondeugend schoolmeisje... Marion was uit haar humeur. Het restaurant waar ze dien avond dineerden was vreeselijk burgerlijk en het eten, volgens haar, bepaald ordinair. Hij had afwezig geknikt en zijn dwalende blikken door de eetzaal lal en gaan. Plotseling wist hij, dat er, daar schuin achter hem, een meisje was binnengekomen, stil als een schaduw, een meisjes in een gebloemd katoenen japonnetje. Ze AFDINGEN. (Pages Gales.) We hebben nog een kamer met twee ven sters, voor tien francs. Hoeveel is het zonder de vensters? was tusschen een bejaard echtpaar gaan zitten, dat hij bij het binnentreden opgemerkt had. Onwillekeurig moest hij aan de kleine Hilde denken. Maar dat was natuurlijk onzin. Dat moest immers uit wezen, had Ma rion gezegd. Maar het verlangen, om om te kijken, en het meisje in het# gebloemde japonnetje goed op te nemen, werd hoe langer hoe sterker. Totdat hij zich eindelijk omwendde, om een langen blik op haar te werpen. Maar het bejaarde echtpaar zat er wel, doch van het meisje geen spoor. Er stond zelfs geen ledige stoel tusschen hen in. Vreemd... Dien middag had hij Marion weten over te halen, een kleine wandeling te maken ,een klein eindje de bergen in. Dezelfde wandeling ,die hij ook met Hilde gemaakt had. Hij wist dat er twee bruggetjes over een diepe rotskloof moesten zijn. In die kloof bruischte woest een sterke bergstroom. Het eerste bruggetje vonden ze ge makkelijk genoeg. Maar ze moesten over het tweede heen, om het mooiste punt te kunnen bereiken. Waar was dat tweede bruggetje nu? Onrustig liep hij heen en weer, zoekend... Marion hield niet van wachten, en toen ze in de verte een oude boer zag aankomen, liep ze op dien toe, en vroeg hem, naar het tweede bruggetje. Ja, dat was in den vorigen winter weggeslagen door den bergstroom, en niet meer opgebouwd. Er kwamen zoo weinig menschen... De man van Marion zocht en zocht... maar kijk eens... daar stond het meisje in het gebloemde japonnetje weer Maar dat... dat was... Hilde... Haar gouden haren licht ten in het zonlicht, ze droeg het haar in een vlecht, met een groote blauwe strik... kijk, nu wenkte ze hem. Daar... daar was het tweede bruggetje nu... daar was de brug... Hilde liep er dartel heen, om naar het mooie plekje daar boven te gaan. Hij snelde haar achterna... Nu was Hilde op de brug... Vlug, hij moest haar vol genHilde... Hilde...! Wacht nu op me, ik kom da delijk bij je... Hilde"... riep hij... en stapte op de brug... die er niet was... Den volgenden dag stond het in de kranten, een klein berichtje onder „gemengd nieuws", verongelukt in de bergen, een man in een ravijn gestort." De een beweer de dat het zelfmoord was, de ander weer iets anders. Maar de man was over de brug gegaan. Uit de Filmwereld John Gilbert, een der meest populaire filmsterren, was voor weinig jaren een onbekende grootheid in filmland, van wlen bijna niemand het bestaan vermoedde. Plot seling drong hij naar voren, en schittert nu als een der grootste sterren aan het Amerikaansche filmfirmament. Zijn leven is een aaneenschakeling van wonderlijke ge beurtenissen; zijn loopbaan bracht hem in aanraking met zooveel kringen, en deed hem zooveel leeren ken nen, als met weinig anderen het geval zal zijn. Zijn ouders waren geëngageerd bij een rondreizend cabaret gezelschap. dat geheel Amerika doortrok. John Gilbert werd in 1899 geboren in het kleine Amerikaansche plaatsje Logan in den staat Utah. In Montreal (Canada) werd hij gedoopt. Zooals begrijpelijk is. kwam er van zijn opvoeding niet zoo heel veel terecht. In zijn eerste jaren werd hij met den troep meegevoerd, en had zijn moeder feitelijk weinig tijd, om zich met hem te bemoeien. Toen hij den leeftijd kreeg, om naar school te gaan, waren zijn ouders nog steeds bij den troep, dat wil zeggen, dat John nu eens naar de eene school ging, dan weer een paar maanden naar een andere school, soms ook een tijdje in het geheel niet naar school ging. Veel practische kennis kon hij er dus niet opdoen. Toch was hij heel leergierig e» snuffelde graag in boeken van Shalcespeare Daar hij een bijzonder goed geheugen had, wist hij zijn onderwijzers dan dikwijls in verbazing te brengen door stukken uit Shakespeare op te zeggen. Eindelijk werd hij op de kadettenschool gedaan, en toen ving het tijd perk aan, dat wij zouden kunnen noemen de twaalf ambachten en dertien ongelukken. Op de kadettenschool leerde John zeer goed paardrijden, hetgeen hem bij zijn lateren loopbaan goed van pas kwam. Zijn vader over leed intusschen, waarna zijn moeder hertrouwde. Zijn stiefvader nam John Van school, omdat het volgens hem nu eindelijk eens tijd werd voor den jongen, dat hij zijn eigen boterham verdiende. John pakte nu van alles aan. Eerst verkocht hij schoenwaren, werd vervolgens too- neelspeler, daarna reporter aan een krant, kwam in de leer bij een bloemist, enz. Nergens had hij echter geluk, totdat hij in Hollywood kwam. Hier was hij natuurlijk den eersten tijd figurant. Hij was al erg trotsch, toen hij als Indiaan 15 dollar per dag ver diende. Hij kwam bij de Fox-film en vervolgens bij de Metro-Goldwijn Mayer. Zijn eerste film voor deze maatschappij „His Hour" had een doorslaand succes. Toen volgden de andere successtukken van John Gil bert. waarbij deze zich een zeer veelzijdig filmkunstenaar toonde. Was hij in „His Hour" de romantische officier, in de „Groote Parade" was hij eenvoudig soldaat, in „La Bohème" de temperamentvolle dichter, in „Man. Woman and Son" de-jonge verslaggever en in „Flesh and the Devil" de hartstochtelijke minnaar van Greta Garbo. (Ook in „Liefdes Zegepraal" en „Anna Karenina" trad hij met Greta Garbo op). In „Kozakken" was hij het prachttype van den zoon van den Kozakkenhoofdman. Zijn films behooren tot de beste Amerikaansche films. Zijn „Groote Parade" werd door de bekende Amerikaan sche critici R. E. Sherwood in „Life" en W. M. Hough- ton in „Judge", „The best film. ever made" genoemd. Het geheele leven van John Gilbert is een groote ver rassing geweest. Een van de grootste'verrassingen was zijn huwelijk met de actrice Ina Claire, terwijl ieder een huwelijk met Greta Garbo verwachtte. Het huwe lijk werd in de maand Mei in alle stilte te Las Vegas gesloten. Als John Gilbert niet voor de film speelt, is zijn grootste genoegen, in een van zijn prachtige auto's te rijden; nog liever echter rijdt hij in een oud two- JOHN GILBERT. seatertje. Ook legt hij zich toe op den teelt van bloe men, ten minste, als hij geen andere business heeft Gilbert handelt namelijk voor tijdverdrijf in huizen en landerijen, waarmee hij nogal succes schijnt te hebben. Voor de toekomst heeft John Gilbert nog veel plannen. Hij zal n.1. de hoofdrol vervullen in „The Mask of the Devil", en in „A Woman of affaire". Natuurlijk zal hij het volgende jaar voor de sprekende film optreden. Zijn lievelingsdroom is, over tien jaar leider te zijn van een groote filmmaatschappij, omdat hij, zooals hij zelf zegt dan op een kritieken leeftijd gekomen is. dat iemand niet meer in het gareel van anderen kan loopen. Hier te lande wordt momenteel een door de Ufa uit gebrachte film van den regisseur Fritz Lang vertoond. Was het niet eens Jules Verne, die zijn avontuurlijke "«-httlen deed, gebaseerd op tot voor enkele jaren voor fantastische en onmogelijk gehouden wonderen van tech niek. Veel, reeds weer lang naar het droomenland ver wezen, werd werkelijkheid, de wereld jacht voort de techniek heeft schijnbaar geen grenzen meer, de weten schap vorscht verder en hier, zullen wij dan in „De Maangodin" de reis naar de maan meemaken. De bekende rakettenspecialist heeft b(j de vervaardi ging dezer film zijn medewerking verleend. Aan hem is het dan ook voor een niet gering deel toe te schrijven, alle door de wetenschap vermoedde mogelijkheden vol komen tot hun recht komen en de regie heeft van het origineele gegeven danig profijt getrokken. De interes sante situaties brengen ons werkelijk de suggestie bij, dat wij ons op een vreemde planeet bevinden. Het scenario is al bijzonder interessant, en houdt de aan dacht van het begin tot het einde geboeid. Door pro fessor Manfeldt werd de mogelijkheid van een reis naar de maan aangetoond, doch deze kon slechts zijn vriend, den jongen ingenieur Helius overtuigen, welke in stilte aan de uitvoering der plannen is begonnen. De intrique moest ook in dit groote werk een rol spelen, en zoo treedt Walt Turner op als zaakgelastigde van de wereld trust, welke de controle over de gansche goudwinning in handen heeft en deze eveneens wil veroveren over eens op de maan te ontginnen goudvelden. Tenslotte is alles voor de aftocht gereed en zal aan de reis worden deelgenomen, door Helius, Prof. Manfeldt, Windegger, vriend van Helius en opzichter van diens werken, Friede Velten, jonge vrouwelijke astronoom, die op het labora torium jaren met Helius samenwerkte en Walt Turner, den door de trust opgedrongen medepassagier. Helius koesterde reeds lang een groote liefde voor de char mante Friede, doch gaf hiervan geen uiting, teneinde de samenwerking niet te verstoren. Friede echter, tever geefs een liefdeverklaring wachtend, stemt er tenslotte in toe de vrouw van Windegger te worden. Daar suist na een geweldige ontploffing het raketschip met dui zelingwekkende vaart door het wereldruim. Voor de deel nemers begint de geweldige strijd. Zou het doel worden bereikt Met krachtige hand bestuurt Helius het schip. De snelheid wordt steeds hooger opgevoerd. De luchtdruk wordt door de bliksemsnelheid overweldigd. Allen zijn op de ligplaatsen vastgebonden. Helius blijft met energie leiden. De grootste snelheid is nog niet bereikt. Zwaar- hijgend, bijna stikkend, wachten allen in benauwenis de komende minuten. De hendel zal voor het laatst wor den omgeslagen. Dan, dan zal de praktijk antwoord moeten geven op de groote levensvraag voor hen, of da organen den druk zullen kunnen weerstaan. Het schip jaagt door het heelal. Worden de eerste acht minuten na den omslag der hendel overwonnen, dan is dit levens gevaar voor de dapperen geweken. Met de grootste krachtsinspanning en alle energie heeft Helius met zijn geweldige greep de snelheid ten toppunt gevoerd en het schip schiet als een bliksemflits de maan tegemoet. De acht kritieke minuten worden overwonnen, doch niet zonder indrukken achter te laten. Friede krijgt een zware strijd te strijden tusschen haar aan Windegger ge schonken liefde en haar sympathie voor Helius. Win degger, onstuimig en onredelijk, heeft verklaard nog slechts één verlangen te hebben; terug naar de aarde, terwijl Helius daarentegen zich door niets laat terug schrikken, zijn verantwoordelijkheid als leider voelend en nog begeesterd door het groote doel, het bereiken van de maan. Met bliksemsnelheid schieten zij toe op een machtige draaiende bol. Vol kracht remmen. Het schip valt, de maan is bereikt! De oude, afgeleefde en verarmde professor Manfeldt, welke het eerst het schip verlaat, schijnt het geluk van zijn overwinning niet te kunnen dragen en wordt wezenloos voortgedreven door de goudkoorts bevangen. Bij zijn pogingen brokken van het gesteente, waar hij goud vindt, af te rukken, stort hij in een afgrond. Walt Turner stelt voor, den pro fessor op te zoeken. Bij de goudplek aangekomen, ver zamelt hij een voldoende hoeveelheid goud en maakt thans het plan, hiermede alleen naar de aarde terug te keeren. Hij overvalt Windegger en bindt hem. In zijn strijd met Friede. wordt hij door Helius buiten gevecht gesteld. Intusschen bevrijdt de tijdens dc reis ontdekte 12-jarlge blinde passagier Gustaaf, Windegger, die den intrigant het genadeschot toebreng, daar deze de revolver naar Helius richtte. Het schot voor dezen bestemd, raakt een der zuurstofapparaten, waardoor slechts 3 van de 4 overlevenden naar de aarde zouden kunnen terugkeeren. Helius zal er met Windegger om loten, wie op de maan zal moeten achterblijven. Windegger, van het begin vol angst en wanhoop, verloor. Helius, als steeds zijn kalmte bewarend, besluit echter achter te blijven. Wanneer de andere slapen, zal hij het schip de terugreis doen aan vaarden. waartoe hij Gustaaf instrueert. Daar de passa giers door den schok zouden ontwaken, kon Windegger dan de leiding overnemen. Hij ziet het duizelend weg schietende gevaarte tot het uit het gezicht verdwenen is. Maar wat, wie staat daar? Friede! Het jonge meisje wenscht het lot van den grooten stuurman te deelen. De rolverdeeling is in goede handen. Willy Fritz ver tolkt bijzonder gaaf den jongen held, ingenieur Helius, Overtuigend spel wordt ook geleverd door Gerda Mau- rus als Friede, terwijl ook Fritz Rasp zijn ongure rol op meesterlijke wijze vervult Een film, die werkelijk boven andere rolprenten uitsteekt! Scène uit „de Maangodin." Wees natuurlijk en gij zult gelukkig kunnen worden als een kind. o Met zijn leed ga men op reis; met zijn geluk blijve men thuis! o Laten we vertrouwen hebben, dat het goede macht geeft! En laten we, in dat vertrouwen tot het einde toe onzen plicht durven te doen, zooals we dien be grijpen. o Een goede daad, te rechter tijd gedaan, doet dubbel goed. o De liefde verlicht en verwarmt en houdt al het voor treffelijke, dat zich in ecnigen kring rondom haar be weegt, met onverbreekbare banden vast. IS HET U BEKEND: dat er in Londen 1700 banken zijn? dat mr. Philip Snowden onlangs verklaarde, dat de helft van de fabrieken In Engeland hopeloos verouderd zijn? dat men thans vliegtuigen gebruikt bij de walvlsch- vaart, om na te gaan, waar de walvisschen zich be vinden? dat het watervliegtuig aan boord van den walvisch- vaarder wordt meegevoerd? dat men thans In Australië 2000 verlichte tennis banen heeft?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 25