WARE WOORDEN.
HET GEHEIMZINNIGE
HUIS.
LEVENSLOT
EEN VOETBALJUBILEUM.
1920. V.V. „Wieringerwaard". 1930.
gingen van den man der wet hadden opgemerkt, voeg
den zich zwijgend en ietwat aarzelend bij hem.
„Is er onraad?", vroeg een bleek heer fluisterend.
„Het schijnt met dat huis niet pluis te zijn," merkte
de agent grimmig op, en luisterde nogmaals.
„Verleje week hebben ze in het buitenland nog ergens
een agent koud gemaakt in zoo'n leeg huis," merkte
een ander man bemoedigend op.
„Dan zal ik d'r zelf bij zijn, asse me dat lappe", zei
de agent zacht doch met nadruk, ofschoon niemand
daar natuurlijk aan kon twijfelen.
„Hoorde U wat", vroeg iemand. Maar dat was een
dwaze vraag, want juist op dat oogenblik kwam er uit
dat stille, huichelachtige huis met zijn onschuldige witte
ramen, heel duidelijk het gebrom van een zware man
nenstem.
„Ssst", zei de agent, en liep, gevolgd door zijn publiek,
op zijn teencn tot vlak voor het venster. Allen luister
den, gespannen, een tintje bleeker dan gewoonlijk. En
rilden. Want nu klonken duidelijk flarden van een
tweegesprek tot hen door, hoewel ze niets door de witte
kalk van de vensters konden zien. van hetgeen zich daar
binnen in het donkere, leege huis afspeelde. En die
enkele zinnen deden vreeselijke dingen vermoeden:
ik ...ik ben je tot hier gevolgd... je schuilplaats
was mij bekend... neenee, mij kun je niet ontloopen...
hahaha..."
Dat zei een onheilspellende mannenstem. En dan
kwam een angstige, fluisterende vrouwenstem:
„...ach... toe... laat me gaan, laat me alleen... kun
je me dan nooit met rust laten... ik word nog gek, van
je bedreigingen... hier, dood me dan... als je mijn
hartebloed wilt drinken... jij, ondier...
„Daar gaan ongelukken gebeuren, we zullen zoo zacht
mogelijk door de achterdeur zien binnen te dringen",
besloot de agent en voerde zijn vrijwilligersschare zoo
stil en snel mogelijk naar de achterdeur. Door een
kapot ruitje gelukt het inderdaad met weinig moeite
de deur van het huis der misdaad te openen.
De agent liet zijn zaklantaarn door de leege hal spe
len. Op den grond lagen een paar stukken achtergeble
ven grondpapier. Ergens uit een verder liggende kamer,
drong flauw het stemmengerucht tot hun door. Met ang-
stil ingehouden adem, voorzichtig op de tenen loopend,
om vooral den misdadiger maar niet te laten merken,
dat de wrekende gerechtigheid hem op de hielen zat,
bewoog zich de schare, onder aanvoering van den
agent, die zijn revolver getrokken had, en in de andere
hand zijn zaklantaarn droeg, die hij af en toe op den
grond liet schijnen, om bij te lichten, door het geheim
zinnige leege huis. Een wegtrippelende muis deed hen
allen opschrikken. Eindelijk... eindelijk naderden ze de
kamer... waar het drama zich moest afspelen. De
stemmen werden duidelijker, er was een wild twist
gesprek aan den gang, de angstige, gillende vrouwen
stem, en de sinistere, brommende mannenstem wis
selden elkaar steeds sneller af: „Help help!!! Hij ver
moordt me!!!" gilde de vrouw.
Toen stormde de agent, met zijn felschijnende licht,
en de revolver tot schieten gereed, de kamer binnen,
en brulde: „In naam der wet! Handen omhoog!!"
Een angstige stilte viel. De agent liet zijn licht de
geheele kamer door schijnen... maar de kamer was
leeg! Geen sterveling was er te zien. Andere deuren,
dan waardoor de wrekers binnengekomen waren, had
de kamer niet. Het venster was dicht.
Een volle minuut lang stonden de agent en zijn vol
gelingen in stomme verbazing en ontzetting rond te
zien. Maar geen menschelijk wezen vertoonde zich.
En toen opeens verbrak een aangename mannenstem
de vreeselijke stilte: „Hier is Hilversum de Avro, Da
mes en Heeren, U hoorde zoo juist de opvoering van
het radio-tooneelstuk: „Zijn wraak", opgevoerd in onze
studio door het gezelschap onder leiding van Fernando
Plramento. Thans volgen eenige gramofoonplaten..."
Eerst toen vielen de blikken van den agent en zyn
helpers opeen klein zwart kastje, dat in een hoek van
de leege kamer stond. Een radio-toestel, dat in een hoek
van de leege kamer stond. Een radio-toestel, dat de
bewoners nog hadden achtergelaten, om den volgenden
dag naar hun nieuwe huis door den electrlclen te wor
den overgebracht. En dat zij ingeschakeld hadden laten
staan."
't Is toch jammer dat wij zoo dikwijls verzuimen de
dingen dadelijk te doen en de goede ingevingen te vol
voeren. Wij krijgen daardoor een aanmerkelijk tekort
aan levensvreugde, zoowel voor anderen als voor ons-
ze.ven.
o
De opvoeding is hierom van zoo groot belang, omdat
zij invloed heeft op het geheele leven. Niets is gemak
kelijker dan een nog teeder gemoed te voren, niets
moeilijker dan ingpboren teederheid uit te roeien.
o
Voorspoed is niet zonder velerlei zorgen; tpgenspoed
niet zonder vertroosting en hoop.
o
Elk mensch geldt in de wereld slechts zooveel, als
hij zichzelf laat gelden.
o
Wees werkzaam voor uzelf.
Hulpvaardig voor een ander,
Steeds voor uzelf gestreng;
Zachtmoedig voor een ander.
Een ijzingwekkende historie
door SIROLF.
(Nadruk verboden. Alle rechten voorbehouden).
Het huis stond een beetje apart van de andere in de
straat. Het was omgeven door een vrij groote tuin en de
vensters waren wit gemaakt met kalk, omdat de be
woners vertrokken waren en er blijkbaar nog geen
nieuwe huurders waren komen opdagen."
Agent no. 14, die dien avond voor het eerst zijn
nieuwe wijk liep, had het huis eens aandachtig opge
nomen. Leegstaande huizen kon je nooit vertrouwen.
Daar kon van alles mee gebeuren. Las je niet dikwijls
van spookgeschiedenissen, die zich.in die onbewoonde
huizen afspeelden? Werden er soms geen kinderen of
dieren in achtergelaten? Waren het niet af en toe
schuilplaatsen van misdadigers, die van daaruit hun
straffelijke daden beraamden en uitvoerden? Neen,
agent no. 14 had bepaald gestreng naar dat huis met
zijn witgekalkte ruiten gekeken. Maar het huis had er
heel onschuldig bijgestaan en geen enkel verdacht ver
schijnsel liet zich waarnemen.
Doch agent no. 14 waakte over leege en volle huizen,
doch het meest nog over leege. En hij liet zioh niet
gauw bedotten.
En nu was de avond gevallen. Duisternis dekte de
stad. In de drukke buurten met de winkels en de trams
cn auto's flitste het licht, het kunstlicht op duizender
lei wijze. Daar was leven en bewegen en licht. Maar in
de wijk van agent no. 14 gloeide slechts op geregelde
afstanden een bescheiden straatlantaarn. En met het
donker, groeiden de donkere vermoedens van den waker
over orde en wet. De witte ruiten van het stille huis
lichtten spookachtig op in de donkerte van den ver
waarloosden tuin. Dubbel verdacht was het huis nu.
En met reden...
De agent was het huis nauwelijks gepasseerd, of hij
bleef eensklaps stokstijf staan en hief het hoofd luiste
rend op. Verbeeldde hij zich dat nu, of kwam er wer
kelijk een vaag stemmengerucht uit de richting van
het huis? Langzaam keerde hij op zijn schreden terug,
liep eenige passen het tuinpad op en bleef dan weer
luisterend staan. Eenige voorbijgangers, die de bewe-
Toen je klein was, weet je we
Jongen met je brave oogen,
Met je kinderlijke logen,
Je oneerlijkheid bij 't spel,
Schrok je altijd van je vader
Moest je vaak naar bed van t
Hield je niet meer van je vad
Die doorzag je kinderstreken
En je toekomst ook misschU
't Is maar a! te >"vgen 1
Wat hij huiv'rend heTïy ^4
Later deed je vaak brutaal,
Toen je ouder werd en sterker,
Jij, de luie, laksche werker
Met je waardeloos verhaal.
Jij was 't middelpunt van alles,
Jij had steeds gelijk in alles,
Jij kon snoeven,... jij kon alles!
Tot je rustig en geslepen,
O, je vond het doodgewoon,
Op een dag je had vergrepen
Aan het geld van je patroon.
De politie nam je mee
Naar de cel van angst en schande
Met haar koude, witte wande',
Waar je onverschillig dec!
Jij, de onverschrokken branie,
Jij, de opgeschroefde branie,
Jij, de sluwe, sloome branie,
Die toch bang was voor je dagen,
Voor hetgeen, dat komen ging,
Die zichzelf niet aan wou klagen
Als een schuldig sterveling.
Als jij eenmaal ouder wordt
Zul je, jongen, nooit meer deugen.
Moeder zal de tijd nog heugen,
Dat je vastgreep aan haar schort!
Dat je 't eerst steeds riep om moeder,
Dat je bang was zonder moeder,...
Dat je 's avonds bad voor moeder.
Zeg, wat is er van gebleven
In haar neergebukt bestaan?
Jij, o jongen, en het leven
Hebben haar zoo'n pijn gedaan!
Februari 1930. KROES.
(Nadruk verboden).
Van Inks naar rechts: Boven: Gras. K. Schenk, Saai, Schröder. Schenk en de voorzitter. Midden: M. Schenk,
Blom, Koster. Onder: Verblauw, Jimmink, KI. Schenk.
o
Iedere teleurstelling in ons leven moet ons
ken aan ervaring.
o
Om iemand goed te leeren kennen moet
goed zijn stem als zijn aangezicht bestudeere
UITVLUCHT.
(Table Talk.)
Chauffeur: Maar een gulden Uw
2°on geeft minstens tweemaal zooveel.
Heer: Ja, maar ik heb geen rijken vader.
MET ZIJN TIJD MEE.
(The Humorist.)
De draaiorgelman gaat c.»et zijn
Don 3cn Februari 1930 zal het 10 jaar geleden zijn,
dat de voetbalvereeniging „W.F.C." werd opgericht.
Óp een drüllèrigen Zondagmiddag werd in de serre
van den heer J. Schenk het eers#'bestuur samen
gesteld, terwijl tevens werd gcsloteir m de volgende
week tegen S.V.S. uit Schagen te vo«^hallen. Deze
eerste match eindigde in een 2—0 ncderfPpg. Spoedig
•kwamen enkele spelers uit de omringede fatsen het
W.F.C.-elftal versterken en toen de W.F.V.Bv^erd op
gericht., speelde W.F.C. de eerste vier wedstrijden in
de le klas van dien bond. Toen kwam echter de eer
ste tegenslag. De spelers van huiten begonnen het elf
tal te verlaten cn noodgedwongen moest do competi
tie verder worden gespeeld in de 2e klas van den
W.F.V.B., waarin tenslotte de 3e plaats werd ver
overd. Het volgend seizoen was 19211922 en ook in
19221923 werd beide kecren de 2c plaats ingenomen
achter Sparta 3.
In den winter van 1923 op 1921 behaalde W.'F.C.
echter het kampioenschap van de 2e klas en promo
veerde naar de toenmalige overgangsklas van den
W.F.V.B. Hierin werd ook met veel succes gespeeld,
want W.F.C. eindigde als eerste en zou dus het daar
op volgende seizoen in de eerste klas zijn uitgekomen.
Daar de W.F.V.B. echter werd ontbonden, ging W.F.C.
als Wieringerwaard naar de de derde klas van den
N.H.V.B. En in 3D hebben de roodbroeken vier sei
zoenen gespeeld, zonder het kampioenschap te hebben
kunnen behalen. Steeds was de derde plaats voor hen.
Toen verleden jaar de indeeling veranderde en Wie
ringerwaard bij keuze met Breezand en J.V.C. naai
de tweede klas promoveerde, meenden velen dat dit
voor hen een zware dobber zou zijn, om in deze af-
dceling stand tc houden. En thans, nu de competitie
ten einde loopt, zien wij de drie gepromoverden in
geweldigen strijd om de leiding in de tweede klas.
Trouwens verleden jaar, hij de wedstrijden om hei
Gouden Kruis, was reeds gebleken, dat Wieringer
waard en Breezand lieusch niet te. onderschatten te
genstanders waren voor de eerste klassers. liet begon
al met den eersten wedstrijd van Wieringerwaard—
Nieuwe Niedorp, waarin N.V.V. met j-^-2 werd ge
klopt. Daarna werd een bezoek gebracht aan Scha
gen I, waartegen gelijk werd gespeeld (11), zoodat
ook deze ronde werd gewonnen. De derde ronde was
tegen niemand minder dan D.T.S. in Oudkarspel, kam
pben van den Xoordhollandschen Voetbalbond cn
winnaar van het Gouden Kruis in 1928. Met twee ia-
vtllers aanvaarde Wieringerwaard op 'n snikheeten
zoncrri"'» rlc reis naar D.T.S. de rood
broeken had onderschat, we weten het niet, maar een
feit was het, dat W'waard met een 3—2 zege naar
huis ging. De vierde ronde, wat tevens de halve fi
nale was, werd gespeeld tegen Westzaan in de Wie
ringerwaard. In een slechten wedstrijd werd gelijk
gespeeld, zoodat hiermee de bekerroem werd afge
broken.
Het groote succes dat in deze wedstrijden werd be
haald, was voornamelijk te danken aan het schitte
rende doelverdedigen van onzen eminenton keeper
A r i e O u d e n d ij k. Jammer, dat wij hem heb
ben moeten afstaan, jammer ook voor den N.H.V.B.,
want die had in hem zeker een schitterende plaats
vervanger gehad voor keeper Windt van het N.H.
V.B.-elftal.
Tot zoover het overzicht der prestaties.
O
In de tien jaren, die achter ons liggen, is zeer
duidelijk aan het licht gekomen, dat door de vele
tegenslagen die de verceniging gehad heeft, de band
tusschen de jongens onderling juist hecht en sterk
is geworden. De jongens, die reeds bij do oprichting
aanwezig waren en vhans nog lid zijn, hebben steeds
in moeilijke oogenblikken de handen uitgestoken en
nieuwe leden aangebracht, om zoodoende te kunnen
blijven voortbestaan. Er zijn oogenblikken geweest,
dat met 12 leden, dus één elftal en één reserve in
den bond werd gespeeld, doch alle weken was het
elftal compleet, wat wel pleit voor hun wil om door
tc zetten. Langzamerhand is het echter weer beter
geworden en op het oogenblik wordt' met twee elf
tallen geregeld gevoetbald, terwijl 's zomers ook een
adspirantenelftal samengesteld wordt.
Jammer is liet dat de Bond niet eens wat meer
werk maakt van eenige goede leiding voor de ver-
ecnigingen. Dit zou de opvoering van het spelpeil
stellig zeer ten goede komen.
Zou het voor den N.H.V.B. nu zooveel kosten mee
brengen om bijv. 's zomers een trainer voor een vijf
tal clubs te laten komen. De eene week bij do één,
de volgende week bij de ander enz. Juist hier in
Westfriesland, waar wij zoover verwijderd zijn van
goede clubs, zou zooiets zeker vruchten afwerpen. Er
schuilen hier bij de verschillende clubs beslist goe ie
voetballers onder, doch goede leiding ontbreekt hun
om hun spel verder op te voeren. Wat ze van het
spel kennen, hebben zc zichzelf aangeleerd. Laten wij
hopen, dat hierin verbetering komt.
Het bestuur van W.F.C. heeft in deze 10 jaren wei
nig verandering ondergaan. Nadat de heer W. Kaan
jaren lang als voorzitter had gefungeerd, werd hij
door vertrek gedwongen tc bedanken. Tot voorzitter
werd toen gekozen onze trouwe grensrechter, de heer
Woestenburg.
Hopen wij, dat onder zijn bestuur de voetbalclub
Wieringerwaard zal groeien en bloeien tot in lengte
van dagen.
W.K S.