Alltltll liilllS-
EODRAIÏT.
Mmitmit- Luiliiillil
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
Uit de Zakenwereld.
LORD KENDAL'S
TWEEDE VROUW
H u i s-a a n-h u i s
bestelling van drukwerk.
Verwisseling
van kerkgenootschap.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Woensdag 19 Februari 1930.
SCHAEE
73ste Jaargang No. 8615
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in hel eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent. ADVF.BTEN-
TI6N van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bowijsno.
inbegrepen) Grootere lettors worden nn.ir plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT ÜIT TWEE BLADEN.
NED. FORD-AUTOMOBIELFABRIEK.
Het eerste boekjaar van deze fabriek, dat over 1923
—1929 is direct een goed jaar. Naar de bladen melden,
ls het dividend bepaald op 10 pet., doch ter jaarvergade
ring zette een der aandeelhouders een niet-weersproken
redeneering op, dat de feitelijke winst bedroeg 60 pet,
d.w.z. f 60 winst op elk aandeeltje van nominaal f 100.
Op de vraag; waar de boven 10 pet. gemaakte winst
zou' blijven, kwam het antwoord, dat die aangewend zou
worden voor fabrieksbouw. Hiermee werd genoegen ge
nomen en wie niet onmiddellijk verlegen zit om contan
ten, kan er ook zonder bezwaar vrede mee hebben.
Zoo oordeelt men er ter beurze blijkbaar ook over. De
koers der aandeelen is n.1. veel hooger dan met een di-
vident van 10 pet. zou kloppen. Deze ultkeering is im
mers niet eens 4 pet. van de beurswaarde, waarin als
er geen zwendel in het spel is de werkelijke waarde
tot uitdrukking komt.
Ford maakt het dus ook in zijn Nederlandsche fabriek
goed en er was weer eens reden om zijn lof te zingen.
Het valt ons niet in, om aan zijn verdienste te tornen.
Onder de zakenmenschen behoort Ford zeker tot de
eerste, tot de ongekroonde koningen. Met hoofd en
schouders steekt hij uit boven bijna allen en in het Rijk
van den Auto blijft hij voorloopig wel Nummer Een.
Maar daarom is hij geen Wonderdoener, wiens voor
beeld slechts gevolgd behoeft te worden om de mensch-
heid van alle ellende te verlossen.
Hij is een groot werkgever en in lage loonen van zijn
arbeiders hooge en lage ziet hij geen heil om goede
winsten te maken.
Hij betaalt royaal, maar eischt ook veel. Wie in het
razende tempo van zijn productie niet mee kan ligt nog
gauwer buiten de fabriekspoort dan hij er in kwam.
Hooge loonen beteekenen heel wat, maar niet alles en
als Ford, nu het slecht begint te gaan in de zakenwe
reld, die loonen nog verder omhoog voert, dan slaat hij
de wereld wel eenige oogenblikken met verbazing, doch
de sociale kwestie lost hij niet op.
Het is ongewoon, wat hij doet
Daalt de conjunctuur, hokt het in de bedrijven, door
dat de koopers zich laten wachten, dan zijn we gewend
aan daling van de loonen.
Ford gaat tegen den draad in.
Voor hem schijnt het niet op te gaan, dat het of uit
de lengte of uit de breedte moet komen.
Die loonsverhooging moet toch betaald worden.
Past Ford ze bij uit zijn particuliere vermogen?
Het is niet waarschijnlijk en op den duur ook niet
mogelijk: aan alles komt een eind, zelfs aan Fords ka
pitaal.
Vraagt hij voor het verhoogde loon een nog verhoogde
productie?
Niet onmogelijk. De transportbanden kunnen nog wel
een tikje sneller loopen en met de stijgende werkloos
heid ls er keus te over om de uitvallers te vervangen.
Sentimenteel kan men in het grootbedrijf nu eenmaal
niet zijn! Wie niet onder de voet geloopen wil worden,
moet zijn hart verharden en het gebod der naastenliefde
hoogstens op Zondag indachtig zijn, als de fabriek toch
stilstaat.
Hooger loonen zouden uit hooger prijzen te betalen
zijn, maar deze belemmeren den verkoop, terwijl die juist
FEUILLETON
door META SIMM1NGS.
„Woodruffe, de intimus van mijn vrouw, vertelde mij
dit alles waar ze bij was. Ze had geen woord ter harer
verdediging in te brengen. Bovendien had Woodruffe
bewijzen in den vorm van haar eigen brieven."
„Woodruffe?" herhaalde Heriot werktuigelijk. „Paul
Woodruffe?"
De man had dus zijn plannen verhinderd op het mo
ment, dat hij zich dicht aan de zegepraal was. Woodruffe
dien naam zou hij niet licht vergeten!
Kendal nam zijn hoed en stok en begaf zich naar de
deur..
„Mijn tegenwoordigheid is hier niet langer noodig, Dr.
Heriot! Ik zal u nu ongestoord aan uw eigen overpein
zingen overlaten! U hoort nog wel van me, door bemid
deling van mijn zaakwaarnemers. Ik ben heusch niet
knap genoeg om het persoonlijk tegen u op te nemen;
dat beken ik ruiterlijk!"
„Och, je bent kwaad, omdat ik gelachen heb," riep
Heriot uit. „Maar werkelijk, wanneer je wist wat ik weet
zou je ook lachen. Je bent niet knap, met vreugde hoor
ik je dat bekennen. Daarom. Sir Anthony, is het moge
lijk, dat u zoolang met uw tegenwoordige vrouw samen
geleefd heeft, zonder eenige verandering in haar opge
merkt te hebben, niet waar?"
„Uw tegenwoordige vrouw!" Bevreemd staarde Kendal
hem aan.
„Wat beteekent dat?" vroeg hij grof.
„En wat zou u er aan doen, Indien ik u ten antwoord
gaf, dat dat mijn geheim was? Maar ik zal zoo wreed
niet zijn, beste kerel. Heb je Iris .wel eens over haar
nicht Cecily Gerard hooren praten? Een allerliefst meis
je, dat sprekend op haar leek?"
Hij zweeg en keek Kendal valsch aan.
„Cecily?" heesch fluisterend herhaalde hij dien naam.
Ruw-weg slingerde Heriot hem nu de waarheid in het
gezicht
Duizelig tastte Kendal om zich heen.
De vrouw, die hij in het kleine kerkje voor de tweede
maal meende te huwen, was Iris Challoner niet geweest,
in tijden van slapen en teruggang aangewakkerd moet
worden.
Ford heeft dan ook de prijzen verlaagd en de
wereld met nieuwe verbazing geslagen. Hij moet toch
wel een toovenaar zijn, die auto-duivel, die een nacht
merrie is voor al zijn concurrentie.
Toch schijnt, naar nu verluidt, de verklaring geen bo-
ven-natuurlijke te wezen.
Ford heeft om te beginnen de provisie van zijn agen
ten aanmerkelijk verlaagd, met 2% pet beweren de kran
ten: van 20 pet. op 17pet.
Dat maakt voor hem op een wagentje van f 2000 al een
voordeelig verschil van f 50.
Bovendien verhaalt hij de prijsverlaging van ten minste
15 dollar voornamelijk op dezelfde agenten. Hij deelt
als de leeuw.
Van de 15 dollar betalen de agenten er 13 en Ford
zelf 2. Hij kent het Nederlandsche spreekwoord:
Het is goed riemen snijden van andersmans leer!
Zoo levert een goedkooper karretje hem zelfs netto
nog meer op dan vroeger het duurdere en wat de eene
groep van zijn ondergeschikten de arbeiders aan
hooger loon ontvangen, wordt onthouden aan een an
dere groep van zijn dienstknechten, de agenten.
Het is knap gevonden.
Uit een zakenoogpunt gezien, mankeert er niets aan.
Maar dat Ford een Messias zou zijn, in staat om de
menschheid te voeren op een hooger plan, daar lijkt het
niets op.
Misschien zal Ford de eerste zijn om dit toe te zeg
gen. Stellig is hij er pienter genoeg voor.
De vorige week hebben we een verslagje gepubli
ceerd van een vergadering van een federatie van den
Bond voor Staatspensionneering, waarin werd medege
deeld, dat de Post geen geschriften van politieken aard
aannam om die ongeadresseerd huis-aan-huis te be
stellen.
Het ls toen aan onze aandacht ontsnapt en daarom
komen we er nu op terug.
Die mededeeling is n.1. onjuist.
Verleden jaar tijdens de verkiezingsactie voor de
Tweede Kamer heeft die bepaling eenigen tijd gegolden.
De kwestie is toen bij den betrokken Minister aan
hangig gemaakt en het gevolg is geweest, dat het
verbod van die huis-aan-huis-bestelling weer werd in
getrokken.
Politieke partijen, welke dus vlugschriften, brochu
res enz. willen doen bezorgen aan elk huis binnen een
bepaalde postbestelling, kunnen dat gedaan krijgen a
drie kwart cent per stuk, vooruit te betalen.
Omtrent het benoodigde aantal kan elk postkantoor
Inlichtingen verschaffen.
De Bond voor Staatspensionneering kan dus zeker
gebruik maken van deze manier van verspreiden, indien
hij er slechts het noodige geld voor over heeft.
HEDEN
5 pond Rundvet voor f 2.75
5 pond Reuzel voor f2.75
Gebr. KWELDAM Schagen.
Telef. 64.
de vrouw, die hem de ware beteekenls van liefde ge
leerd had in het stille Italiaansche dorpje, was niet Iris,
de vrouw die ieder traditie, die hij hoog hield, met voe
ten getreden had ze was Cecily Gerard haar nicht.
HOOFDSTUK XXXII
HET GORDIJN VALT.
Met een zucht van verlichting liet Felix Heriot zich in
een van de groote leeren fauteuils vallen, die in de ka
mer stonden.
Hij was do:dmoe en hevig geschokt. Zelfs zijn zelf
vertrouwen was hij voor het oogenblik kwijt. Had hij
verkeerd gedaan met Kendal de waarheid te vertellen?
Het scheen daarnet het verstandigst en tevens de snelste
manier om de boosheid van den man van Cecily af te
wenden. Nu hij echter alleen was, gevoelde hij zich heeie-
maal niet zoo zeker van zijn wijsheid.
„Een geval, dat revanche eischt, Heriot, mijn jongen!"
eindigde hij zijn zelfbeschouwing.
Hij liet zijn gebalde vuist op de armleuning van zijn
stoel vallen, terwijl hij binnensmonds vloekte. Daarbij
werd hij zich eensklaps bewust, dat die hand hem erg
veel pijn deed. Hij legde zijn sigaar neer en onderzocht
de pijnlijke plek nauwkeurig. Ja, net als hij gedacht
had. Hij had de snee, die hij zichzelf den vorigen avond
gegeven ha,d, opengeslagen. Het was een kleine driehoe
kige wond, die re onschuldig genoeg uitzag; maar de
omstandigheden in aanmerking genomen, waaronder hij
haar opgeloopen had, was er alle reden om voorzichtig
te zijn. Hij ging zijn studeerkamer uit, om nog even een
ontsmettingsmiddel uit zijn spreekkamer te halen. Door
de hall gaande, zag hij de deur van de eetkamer open
staan en hij ging er binnen om zich een glas whisky
in te schenken. Hij merkte daarbij op, hoe zijn hand
beefde en dat feit ergerde hem onuitsprekelijk. Waarom
zou zijn hand beven? De beleedigingen en groote woor
den van een praatjesmaker ais Kendal hadden toch geen
vat op zijn zenuwen? Die gedachte maakte hem zoo boos,
dat hij opnieuw een groot glas whisky inschonk en het
in één teug leegdronk. Voor hij er erg in had, was zijn
glas alweer gevuld. Hij verbaasde zich over zichzelf, dat
hij zooveel whisky dronk, hij, een man, die haast nooit
van alcohol gebruik maakte. Maar hij was zich ook be
wust hoe'n heerlijk gevoel van warmte en comfort het
hem gaf.
Hij kreeg er zelfs een anderen kijk door op den stand
van zaken. Cecily was veilig getrouwd met Kendal en
Kendal was veel te verstandig om ten slotte niet in te
zien, dat het veel prettiger voor hem was op vriendschap-
pelijken voet met zijn vrouw's oom te staan met den
Onlangs gaf het Handelsblad merkwaardige cijfers
over leden-winst en leden-verlies van een aantal kerk
genootschappen in Duitschland. Het ontleende die ge
gevens aan „Die Wartburg", naar we meenen te weten
het orgaan van de Luthersche kerk.
Het eerste staatje geeft aan hoeveel Katholieken
Protestant werden en hoeveel Protestanten overgingen
naar de R.K.
Roomsehen
Protestanten
Winst voor
die Protestant
die R.K.
de
Jaar
werden:
werden:
Protestanten
1910
8270
4779
3491
1920
11017
8565
2452
1921
11454
8030
3424
1922
10176
7185
2991
1923
9547
7245
2302
1924
10880
6953
3927
1925
13591
6938
6653
1926
14874
6957
7917
1927
15328
7407
7921
Zooals men ziet loopt het bij die „verwisseling" over
niet onaanzienlijke getallen. Toch vallen deze in het niet
bij die, welke aangeven, hoeveel personen zich van elk
kerkgenootschap los maakten, wat natuurlijk nog niet
wil zeggen, dat zij „ongeloovigen" werden.
Dit staate ziet er aldus uit:
Aantal van hen,
Uitgetredenen
dat zich weer bij een
Jaar:
uit de kerken:
kerkgenootschap
aansloot
1919
229.778
695
1920
305.584
7.211
1921
246 025
24.428
1922
149.709
19.066
1923
111.866
17.236
1924
68.347
22.218
1925
131.739
22.168
1926
180.722
18.464
1927
165.219
16.776
Samen
1.589.039
148.262
Over de beteekenis van deze getallen en van het
verschijnsel op zich zelf, willen we het niet hebben. Het
oordeel daarover zal wel sterk uiteenloopen, al zal nie
mand de belangrijkheid ontkennen.
Voor zoover ons bekend is, bestaan soortgelijke gege
vens voor ons land niet Kan'iemand ze ons bezorgen,
dan willen wij ze gaarne publlceeren.
Zitting van Maandag 17 Februari.
AANGENAME AFWISSELING IN HET EENTOONIGE
LEVEN DER EILANDBEWONERS.
Gedurende een der laatste Noordwestelijke stormen
die Hollands duinen beukten, strandde in de nabijheid
van Texel een kiel met hout bela&n, zoo de dichter zegt,
en een aantal sportlievenden Tesselaars bevonden zich
alzoo op het zeestrand, ten einde deelachtig te worden
man die vooveel wist.
Maar stel, dat Kendal onredelijk zou blijken te zijn?
Wel, dan bleef er toch immers maar één ding te doen
over: dan moest Kendal uit den weg geruimd worden!
Hij liep de kamer op en neer, terwijl hij ernstig na
dacht
Ongetwijfeld bestond het testament, dat Kendal ter ge
legenheid van zijn huwelijk had laten maken, nog on
veranderd. Hij had nu nog geen tijd gehad het te herroe
pen en wilde dat misschien ook niet
Ja, Kendal moest uit den weg geruimd worden, maar
hoe?
Langzaam hief hij zijn hoofd op, dat hij in diep ge
peins verzonken op zijn borst had laten hangen. Hè, wat
was het zwaar! De tijdelijk opwekkende invloed van do
whisky was verdwenen en nu voelde hij zich duizelig
en onvast.
Weer ging hij de kamer uit.
Achter in het huis was een uitbouw in den tuin. Heriot
gebruikte hem als laboratorium. Daarheen begaf hij zich
nu. Hij opende de deur met een sleutel, die alleen in zijn
bezit was, en ging binnen. Hetgeen hij hier was komen
zoeken, stond op de plank aan het andere eind van de
kamer. Het scheen hem te wenken, dat kleine fleschje,
half-vol met een kleurlooze vloeistof. Hij bleef staan on
der het glazen dak en bekeek zijn gewonde hand op
nieuw. Het wondje zag heelemaal wit, maar de randen
weken af, zoodat hij ze naar elkaar toe moest knijpen.
Dat moest verbonden worden. Maar eerst moest hij het
fleschje hebben. Hè, wat -voelde hij zich beroerd!
Hij nam het in de hand. Hij nam het in de hand.
„Eén druppel." zei hij. terwijl hij het tegen het licht
hield. „Eén druppel uit jou. vriend, en de man die jou
binnen gekregen heeft, is in het bezit van den sleutel
die het raadsel van het Hiernamaals oplossen kan."
Maar terwijl hij zoo stond, leek eenklaps de vloer on
der hem heen en weer te zwaaien. Hij voelde zich als het
ware naar beneden getrokken. Angstig afwerend strekte
hij zijn handen uit. Met een zware bons viel hij op den
grond. Een scherp gerinkel van gebroken glas, daarna
stilte
Anthony Kendal kwam de bibliotheek van zijn huis
binnen, met het gevoel van een man, die afgedaan heeft
met het leven. Uren achter elkaar liep hij de groote
ruimte op en neer, zonder eigenlijk te weten wat hij
dacht en wat hij nu verder doen moest.
Er werd geklopt en de butler bracht een telegram
binnen. Met bevende vingers greep hij er naar.
„Lady Kendal hier! Kom onmiddellijk.
PAGET,"
aan de gratis houtbedeeling, die de zee hen aanbracht.
Weliswaar is men verplicht aangifte te doen en wordt
alsdan voor den eersten vinder 10 procent van de op
brengst, met een maximum van i 100 uitgekeerd, doch
ftlemand schijnt iets voor die wettelijke regeling en eer
lijke verdiensten te voelen. Strandjutten geeft meer emo
tie en de prikkeling van het verbodene, waardoor reeds
Adam in het paradijs leelijk op de koffie kwam. Het
aangespoelde fonkelnieuwe hout, voornamelijk latten,
werd dus met grooten ijver verzameld en huiswaarts ge-
s'eept. Tot eensklaps de heer Daalder. Tessels enormen
strandvonder ten tooneele verscheen, de verschillende
strandjutters betrapte en op den bon slingerde.
Maandag hield de politierechter eens flinke opruiming
onder die houtknerpers en werd ieder gestraft naar de
mate zijner ongerechtigheden.
Mijnheer Bram B. werd opgeknapt met f 20 boete of
20 dagen. De heeren K. de R.. M. J. Br. en .Tan B ieder
met f 25 boete of 25 dagen en Rijer K. tot f 35 boete of
35 dagen en zijn compagnon Jan M. ten slotte kwam er
met f 30 boete of 30 dagen af.
De verschillende delinquenten stelden zonder twijfel
zeer veel vertrouwen in de eerlijkheid van Daalder en
den politierechter, daar geen hunner zijn intelligenten
postzegel voor de rechtbank vertoonde. Hun afwezigheid
kwam echter de snelheid van de rechtspleging meer ten
goede.
DE BERG WAS IN BARENSNOOD EN SLECHTS
EEN BESPOTTELIJK MUTSJE WERD TER WERELD
GEBRACHT.
De dagvaarding zag er voor den Helderschen visscher
Jan B.. die heden in een witten regenjas met een dikke
actentasch gewapend voor den politierechter verscheen
en meer leek op een notaris dan op een scharretjesmep
per, tamelijk gevaarlijk uit. Hem toch werd ten laste
gelegd dat hij op 26 Mei 1929, 't is te hopen dat de visch
die Jan vangt, verscher is. zijn buurvrouw, de winke
lierster Anna Naber, mejuffrouw Walrecht in de keel
zou hebben geknepen en op den grond gegooi, wat lang
geen kleinigheid is. Deze ongelijke vechtpartij zou zijn.
ontstaan door eenige minder vriendelijke uitlatingen van
Jan B. tegen een telg van mej. Walrecht, die daarop
had gerepliceerd door Jan een tuchthuisboef te noemen.
Deze oudbakken, doch breed opgezette strafzaak, waar
in 4 vrouwelijke getuigen werden gehoerd, had echter
voor Jan een niet onvoordeelig verloop. De gehoorde da
mes, waarvan de een meer en de ander veel minder te
gen Jan bleek te zijn geposteerd, gaven zulke tegen
strijdige verklaringen ten beste, dat. de officier er geen
touw aan vast dorst te knoopen en uit bezqpgdheid voor
een herhaling in zakformaat van de beruchte zaak Klun-
der en Theunissen, voorzichtigheidshalve maar vrij
spraak vroeg. De politierechter was minder scrupuleus
en meende bewijs genoeg te hebben verzameld om Jan te
veroordeolen. maar dan tot een zoo minimale straf, als
maar zelden voor vrouwenmishandeling wordt opgelegd,
namelijk 2 pop of 2 dagen Jan keek nog niet eens blij,
omdat hij onschuldig meende te zijn. Hij wilde wel in
het vonnis berusten, maar die edelmoedigheid verdroeg
de politierechter niet en raadde deze hem aan maar in
hooger beroep te gaan, waarvoor hij 14 dagen tijd kreeg.
Maar Jan zal wel wijzer zijn geen soesah te maken voor
die armzalige twee piek!
DAT MANNETJE GEEFT HEEL WAT WERK AAN
DE HEEREN.
In den loop van 't vorige jaar had zekere Joh. G. uit
Heerhugowaard 'n rywielbelastingplaatje achteroverge
drukt, welk feit was gepleegd op 4 Augustus te Kalver-
dijk op 21 October en 11 November had deze zaak reeds
op de rol gepronkt, doch was ten slotte weer aangehou
den tot 17 Febr. Nu waren we eindelijk weer zoo ver,
doch nu was Jan weer absent en kon de zaak. daar do
politierechter blijkbaar bijzonder op zijn tegenwoordig
heid was gesteld, weer niet door gaan. Besloten werd
„Is er een antwoord op, mijnheer?"
„Een antwoord?" herhaalde hij, zijn oogen als gena
geld aan het verlichtjngbrengende papier.
„Ja." Trillend schreef hij op: „Kom vanavond. Kendal."
Toch verliet hij Londen dien avond niet. Tien minuten
later kwam er een boodschapper uit Norfolk Street, Pall
Mali. Felix Heriot was dood.
Toen Kendal het nieuws hoorde, voelde hij zich als
verdoofd. Hij haatte den man zoo intens, dat hij er een
oogenblik v^n overtuigd was, dat zijn wensch alleen al
voldoende geweest was om hem te laten sterven. Hij pro
beerde dit denkbeeld zoo veel mogelijk van zich af te
zetten. Alles wees op zelfmoord en als dat zoo was,
dan vond Kendal, kwam een deel van die bloedschuld
ook op hem neer.
Maar tegen Jocelyn Paget, die hem den volgenden mor
gen van het station af kwam halen, zei hij niets over
zelfmoord. Hij vertelde hem slechts dat hij in de stad
had moeten blijven voor den plotsellngen dood van zijn
vrouw's oom, ten gevolge van een ongeluk.
..Hoe het precies gebeurd is. weten we natuurlijk niet...
Maar laten we daar nu niet over prateiv En mijn vrouw
mag er niets van weten. Vertel me alles van jezelf
en waarom zij hier is. Zie je. beste jongen, ik weet alles...s
ik bedoel van verwisseling en zoo..."
Terwijl ze door de beschaduwde lanen reden, deelde
Jocelyn Kendal mede wat hij wist.
Onder de boomen. terzijde van de oprijlaan, zagen ze
een wit kleed schemeren. Paget stootte Kendal aan.
„Daar is ze. ga naar haar toe," zei hij zacht. „Maar
neem haar bij verrassing, geef haar geen tijd om bang
te worden!"
Toen hij alleen het grasveld naar zijn huis overstak,
lachte Paget in zichzelf over den raad, dien hij gegeven
had. Er lag humor in de heele situatie tragische hu
mor. En plotseling was hij zich bewust dat zijn oogen
nat waren.
„Cecily!" Kendal gebruikte nu den naam, dien hij wist,
dat de hare was. Met een kreet van schrik keerde z®
zich om. op die bekende stem. Hij was dadelijk naast
haar, haar handen in de zijne, zijn arm om haar middel,
vóór ze den tijd had haar moed bijeen te rapen.
„Mijn vrouw! Dierbare Paradijskoningin!" fluisterde
hU.
En zoo bij verrassing nam hij de vesting in. Later
sprak hij over de noodzakelijkheid van vergeving, maar
ze lachte. Een lach, die zich met den zijnen vermengde.
Van vergeving is immers in het Paradijs geen sprake!