Alumni Nltiis-
AilUlit- LiÈllVlIll
Op den Mont-Athos.
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
Duistere Machten.
De Verschoppeling.
De Heilige Berg
in Griekenland.
Donderdag 20 Februari 1930.
SGHAGE
73ste Jaargang No. 8616
COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag Bij inzending tot s morgens 8 uur, worden Adver-
teritiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomcnd nummer geplaatst
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent ADVERTEN-
TIöN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen) firootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
Slecht opschieten van de Vloot-
conferentie te Londen. Een ver
geeld krantfc.Nknipsel. De macht
der wapenfabrikanten.
Het gaat met de Vlootconferentie te Londen niet
best. Er wordt zwaar vergaderd, veelvuldig geconfe
reerd in onder-onsjes, van allerlei aard, doch op
schieten ho maar! Dikwijls heeft het er allen schijn
van, dat de kansen op vlootvermeerdering beter
staan dan die op vlootvermindering en zelfs doorge
winterde optimisten durven niet meer hopen, dat er
een stap van betekenis gezet zal worden op dn weg
naar minder bewapening
Toch snakt het menschdom daarnaar en zal het als
een enorme teleurstelling voelen, indien MacDonald's
initiatief op niets of weinig meer dan niets zou uit-
loopen,
O, als er maar niets aan bewapening was te ver
dienen!
Ongelukkig genoeg levert zij echter enorme win
sten op, - niet enkele millioenen, maar honderdtal
len, die ontstolen worden aan het welzijn der volken,
zoodat reeds in vredestijd het oorlogsmonster niet te
lenigen ellende verwekt.
Vlak na den oorlog werd dat beter gevoeld dan nu
en durfde men het ook beter zeggen.
Snuffelend in oude paperassen vonden we een ver
geeld krantenknipsel van dezen inhoud:
le. De wapenfabrikanten zijn er steeds op ui
geweest hun eigen regeeringen en bevolkingen
over te halen tot het voeren van een oorlogs
politiek en het uitbreiden der bewapeningen.
2e. Deze firma's hebben voortdurend getracht
de regeeringsambtenaren, zoowel in het binnen
land, als in het buitenland om te koopen.
3e. De wapenfabrikanten hebben valsche be
richten verspreid over de militaire en vlootbouw-
programma's der verschillende landen, ten einde
de oorlogsöegrootingen te doen stijgen.
4e. De wapenfabrikanten hebben getracht de
openbare meening te beinvloeden door de con
trole in handen te krijgen van de pers, zoowel
binnenlands als buitenlands.
5e. De wapenfabrikanten hebben internationa
le wedstrijden in bewapening georganiseerd,
waardoor de wedijver nog verscherpt is, door het
eene land tegen het andere uit te spelen.
6e. De wapenfabrikanten hebben internatio
nale trusts gevormd, welke den prijs der wape
nen, welke aan de regeeringen geleverd worden,
voortdurend hebben verhoogd.
Deze krasse beschuldigingen dateeren uit 1921 en
zijn conclusies van een officieel rapport, uitgebracht
aan de Algemeene Vergadering van den Volkenbond.
Deze had in 1920 de zoogenaamde Tijdelijke Gemeng
de Commissie benoemd, welker taak het was, plan
nen te ontwerpen voor internationale ontwapening.
Daar is niet veel van terecht gekomen, doch aan
haar Rapport mag nu wel eens herinnerd worden,
omdat de macht der wapenfabrikanten en hun aan
hang er sinds 1921 niet minder op geworden is.
FEriLLKTOH
door
E. M. J AM ESON.
(Nadruk verboden).
I
Fenella neuriede een liedje, en liep haar kamer heen
«n weer. Ze zou vanavond naar een bal gaan, haar zacht
rose-zijden japon, die juist thuis gekomen was, lag uit
gespreid op de divan, de kleine schoentjes met gespen
stonden erbij, en een waaier en bloemen voor haar haar
stonden op een klein tafeltje. Ze stond een oogenblik
naar al het moois te kijken en wenschte dat het al tijd
was om zich te gaan kleeden; ze streelde de zachte stof
van de japon als een kind dat blij is met een nieuw
stuk speelgoed. Ze leefde onder hoogen druk, Jn een aan
eengeschakelde reeks van amusementen, en toch zag
ze er steeds frlsch en bevallig uit.
Ze ging zitten, nam een paar lange witte handschoe
nen op en begon die aan te trekken. De kamer naast
deze, was haar slaapkamer, door de half geopende deur
kon men de toilettafel zien staan met den ovalen spie
gel in zilveren lijst en alles glinsterde, kristallen toilet-
benoodigdheden. Niet ieder meisje had twee zulke mooie
kamers voor zich alleen, maar John Ransom ontzegde
zijn eenig dochtertje niets. Ze was zijn afgod. Hij zelf
gaf niet veel om luxe, vroegere jaren van zijn leven had
hij In armoede doorgebracht: maar hij vond het heerlijk
als hij zijn dochter die met geen meisje uit den heelen
streek vergeleken kon worden zoo knap was zij en
zulk een goede opvoeding had zij gehad - alles geven
kon wat zij wenschte. Een handschoen had zij aan en
deze droeg haar goedkeuring weg. Toen trok ze hem
weer uit en legde hem bij de waaier. Toen ze de ander
wilde aantrekken, hief ze haar hoofd op en luisterde. Er
werd aan de deur geklopt
Binnen! riep ze. Ze verwachtte haar vader. Ik
wilde U juist mijn japon
Zoo, ben je ook eens thuis, zei haar broer met
norsche voldoening. Het is een zeldzaamheid ais ik
je eens thuistref.
Hij liep naar de haard en keek haar aan met een
•omberen blik, waarin ze altijd wrok meende te lezen.
Fenella lachte en ging door met haar tweed® hand
schoen aan te passen.
Behalve staatslieden en economen, zaten er ook of
ficieren in die Tijdelijke Gemengde Commissie en
zelfs drie vertegenwoordigers van de arbeidersbewe
ging, waaronder onze landgenoot J. Oudegeest.
Het volk was toen nog in tel, denk maar aan de
besluiten van Washington, doch naar mate de herin
nering aan den oorlog en de revoluties verflauwde,
herleefde de moed der machthebbers en trokken zij
cich minder aan van de wenschen cn eischen der
lagere klassen.
De buitenland-redacteur van Het Volk. de heer De
Roode, herinnert er aan, dat bovenbedoelde arbeiders
leden van de Tijdelijke Gemengde Commissie in Ja
nuari 1924 een ontwerp indienden voor een interna
tionale overeenkomst ter beperking van den handel
in wapenen. Zij stelden voor te bepalen:
„De Hooge Verdragsluitende Partijen verbinden
zich, te verbieden, onder bedreiging met de
strengste straffen, dat maatschappijen die een
vergunning bezitten tot het drijven van handel in
wapenen, direct of indirect subsidies verstrekken
aan politieke partijen, vereenigingen met een po
litiek doel, candidaten voor het Parlement of an
dere met macht bekloede lichamen.
Zij verbinden zich, hun elk optreden te ver
bieden, waardoor zij in staat zouden zfjn invloed
te oefenen op de publieke opinie.
Het zelfde geldt ten aanzien van leden van den
raad van beheer, directeuren en hooge ambtena
ren van dergelijke maatschappijen, en van hen
die meer dan 5 pCt. der aandeelen bezitten in on
dernemingen die wapenen en munitie fabricee-
ren. Geen van deze personen mag een politiek
ambt bekleeden, hetzij in de wetgevende of in de
uitvoerende lichamen, binnen ten minste vijf
jaar nadat zijn betrekkingen tot die onderne
mingen hebben opgehouden te bestaan Niemand
die een politiek ambt bekleedt, hetzij in de wet
gevende of n de uitvoerende lichamen, mag lid
van den raad van beheer, directeur of ambtenaar
van zulk een onderneming worden, of meer dan 5
procent van haar aandeelen bezitten gedurende
vijf jaar na het eindigen van zijn politiek man
daat."
Een internationale overeenkomst ten aanzien van
den wapenhandel is tot stand gekomen. De bepalin
gen door de arbeidersgroep van de Gemengde Com
missie voorgesteld, komen er echter niet in voor,
Indien men zoekt naar de duistere machten, die het
slagen van de vlootconferentie te Londen zoo ontzag
lijk moeilijk maken, dan moet m^n beginnen met zijn
aandacht te wijden aan de wapenfabrikanten en
hun aanhang, gekocht of niet gekocht, wier beeld ten
voeten uit geteekend is in het bovengeciteerde oor
deel, dat een klinkende v e r o o rd e e 1 i n g is.
DE REGEERING DER HEILIGE BERGEN. UIT
HET VERLEDEN. -- DE MONNIKEN EN DE
VOLKENBOND. DE ONTVANGST BIJ
HET HEILIG COLLEGE.
(Van onzen reizenden correspondent).
KLOOSTER WATOPET (MONT-ATHOS),
Januari 1930.
In een statig gebouw, waarin ook de vergaderingen
van het monniken-parlement worden gehouden, zetelt
de regeering der kloosterrepubliek. Deze regeering be
staat uit vier geestelijken, die telkens voor een jaar
door het parlement uit zijn midden worden benoemd.
Deze regeering en dit parlement heet In de wandeling
„het heilige college" of ook wel „de heilige gemeen
schap".
In een minder grootsoh, dooh altijd nog aanzienlijk
gebouw zetelt de Grieksche gouverneur-generaal, een
man met innemende manieren, vroeger consul-generaal
te Moskou, later te Jeruzalem. De gouverneur^generaal
van Ajon Oros, den Heiligen Berg, is niet, zooals de
gouverneurs-generaal der andere Grieksche provinciën,
afhankelijk van het ministerie van blnne^landsche
zaken. Ajon Oros, Mont-Athos, toch geniet een zekere
autonomie onder de opperhoogheid van Griekenland.
In de meeste aangelegenheden van zuiver binnenland-
schen aard besluit de „Heilige Gemeenschap", al be
merkt men bij de Grieksche regeering thans een zekere
Wel. je hebt mij toch nooit noodig. Harry. Wat ben
je vroeg!
Hij zei niets, maar keek naar den grond, de schouders
hoog opgetrokken, zijn handen diep in de zakken. Hij
was breed gebouwd en leelijk, zijn oogen stonden diep
onder zijn opgetrokken wenkbrauwen. Hij was maar een
jaar jonger dan Fenella, maar er was weinig sympathie
tusschen hen, hoewel Fenella al dikwijls geprobeerd had
de kloof te overbruggen, die er tusschen hen bestond.
Het leek haar zoo jammer, ze waren maar met hun
tweeën.
Daar hij bleef zwijgen, ging ze voort met haar hand
schoen, onderwijl een wijsje neuriënd. Harry was altijd
knorrig en ontoegankelijk. Plotseling liet hij zich op
de divan vallen.
O, mijn japon! riep Fenella uit. Wees toch als
jeblieft voorzichtig. Harry. Sta op, hij verkreukelt heele-
maal!
Hij gehoorzaamde mopperend, ze trok de japon weg.
nam deze mee naar de slaapkamer en sloot de deur, toen
ze weer binnenkwam. Harry zat voor zich uit te sta
ren, met saamgeknepen vuisten, toen liet hij plotseling
zijn hoofd zinken met een onderdrukte snik.
Fenella ging dichter bij hem zitten. Wat scheelt er
aan? vroeg ze terwijl een kil gevoel van iets vreeselijk3
over haar kwam. Wat is er gebeurd? Zeg het me; ik
zal je helpen als Ik eenigszins kan.
Hij hief zijn hoofd op en keek haar aan, nieuwsgierig,
'onderzoekend en met angst in zijn blik.
Wat is er? vroeg Fenella weer en nu was zij on
willekeurig zachtjes gaan spreken.
Hij nam een van de suede handschoenen op en begon
die in stukken te trekken, onderwijl in zichzelf wanho
pig naar woorden zoekend. Ze liet hem zijn gang gaan,
maar zag vol huivering naar hem op. Zoo was hij nog
nooit geweest Ze ging nog dichter naar hem toe.
Je tobt ergens over. Laat mij je helpen. Als ik het
kan. zal ik het doen.
Met een heftige beweging keerde hij zich naar haar toe
Meen je dat?... Als je wilt, kun je. Jij bent de eeni-
ge die mij kunt redden. Fenella, help me, o, help me
toch.
Hij strekte de handen uit en greep de hare zoo stevig
vast, dat ze een schreeuw gaf. Hij liet ze eensklaps los
en sprong op.
Woorden, alleen maar woorden, zei hij bitter. Je
meent het niet
Stel mij op de proef, zei ze, en haast je wat an
ders komt vader binnen. Is het iets dat je hem niet kunt
zeggen?
Harry barstte uit in een harden lach. Het hooren daar
van deed haar achteruit deinzen.
neiging haar macht uit te breiden, die van het „Heilige
College" te beperken, wat nogal eens aanleiding geeft
tot wrijving. Jarenlang was er geen gouverneur-generaal
op Mont-Athos. Er bevond zich een detachement gen
darmerie onder bevel van een luitenant doch sedert
enkele weken is er een gouverneur-generaal gekomen,
die door de monniken niet met onverdeelde Instemming
ls ontvangen.
De eigenaardige positie, waarin zich het gebied der
Heilige Bergen bevindt ls al van heel ouden datum.
Wanneer zloh de eerste monniken vestigden, ls niet met
zekerheid na te gaan. Het oudste klooster. Xeropotam,
bestond reeds in de achtste eeuw. In de negende eeuw
verbrandde het en werd herbouwd en enkele deelen uit
dien tijd bestaan nog.
In 1060 verklaarde de keizer van Byzantium het ge
bied van Mont-Athos vrij en in deze verklaring werd
o.a. gezegd: „de monniken zullen nooit belasting betalen
en zij zullen vrij zijn tot aan het einde der wereld."
Drie-en-twintig jaar voordat het keizerrijk door de
herhaalde aanvallen der Turken en door Innerlijke ver
wording ten onder ging, onderwierpen de monniken van
Mont-Athos zich aan den Turkschen heerscher Moerad
ET, die hun bezittingen en privilegiën waarborgde. Trouw
hebben de Turken hun woord gehouden en zelfs hebben
Mohamedaansche sultans de monniken financieel on
dersteund, als het gold nieuwe kloosters te bouwen. Een
volkomen vrijheid genoten de kloosters; er was zelfs
geen Turksche gouverneur-generaal. De bloeitijd van
Mont-Athos valt In de 15e eeuw. Toen bevonden er
zich dertig kloosters, elk met meer dan duizend mon
niken (thans leven er ln het geheel 4500 monniken en
ongeveer 500 leeken). Doch in dien ouden tijd ontbraJï
de eensgezindheid en menigmaal bevochten de kloosters
elkander. In de twaalfde eeuw waren de eerste Slavi
sche monniken op Mont-Athos verschenen, wat nogal
eens aanleiding gaf tot geschillen, waarmede de staats-
Als je me aangehoord hebt, dan zal Je wel net zoo
zijn als de rest, ging hij voort, zijn lippen nat makend.
maar als iemand het recht heeft om zich van mU af
te wenden, dan heb jij dat.
Hij keek om zich heen, toen naar haar ontdaan ge
zicht en lachte honend.
Niets is goed genoeg. Fenella. Vader ls gewoon gek
op je. Hij is trotseh op je. omdat de menschen denken
dat je mooi bent Ik ben leelijk, plomp, zooals hij is
en niet altijd goed gehumeurd. Hij vindt dat Ik net zoo
hard moet werken als hij jaren geleden deed. Hij houdt
mtj krap, alleen om mfj aan te sporen. Hij bindt mij aan
de City, terwijl ik er een afschuw van heb en hij wil me
niet naar buiten laten gaan, waar ik het toch ook pro-
beeren kan. Och, waarom zou lk je lastig vallen? Mis
schien zal ik het hem ten slotte vertellen en dan zou hij
er mij voor goed uitknikkeren. Ik was gek toen ik het
deed. maar als hij mij anders behandeld had...
Hij brak zijn zin af met een onderdrukten snik en
liep naar het venster en keek uit. Fenella zat stil en
volgde hem met de oogen.
Al dien tijd was het jaloezie geweest, die vage wrok
in zijn oogen. Had zij dit maar eerder begrepen. Ze
stond op, ging naar hem toe en legde haar hand op zijn
arm.
Ik zal doen wat lk kan om je te helpen, Harry. Wat
heb je gedaan?
Valsche handteekening gezet! Hij zei het in een
fluisterende toon met angst in zijn oogen. Ik teekende
den naam van iemand anders op een cheque, het kan
ieder oogenblik ontdekt worden morgen misschien
en dan, Fenella, ze geven vreeselijke vonnissen voor zoo-
Iets. he?
Fenella strompelde op hem toe, hij stak zijn arm uit
Wiens naam. dien van Vader?
Hij schudde het hoofd. Van Ballantyne.
Nee. neen! Ze uitte een scherpe kreet Zeg dat
het niet Huhg Ballantyne ls!
Hij knikte, stootte vlug zijn woorden uit
Zijn chequeboek lag op tafel hij was uitgegaan
zijn handteekening is zoo eenvoudig om na te maken
zonder krullen; heel eenvoudig en gewoon „H-u-" zijn
vingers gingen op en neer als om de letters na te ma
ken.
Niet doen! zei ze scherp, niet doen! Wat moeten
we beginnen? Hij is hard, daarvan ben ik zeker. Hij is
hard! De schande voor vader! Hij was altijd zoo trotseh.
Het ls zijn schuld, zei de Jonge man met hartstoch
telijke hardnekkigheid. Ik geef er niets om wat de
menschen zeggen, het was zijn sohuld. Ik wou geld heb
ben. Ik had wel ik had willen wedden, ze zeiden mij
dat er geen gevaar by was.
overheid zich als regel niet bemoeide. Piraten verscho
nen nu en dan op het schiereiland om te trachten zich
meester te maken van de aanzienlijke kloosterschatten,
doch de kloosters waren zoodanig gebouwd, dat ze
gemakkelijk te verdedigen waren en de monniken van
dien tijd wisten uitstekend met de wapens om te gaan.
In internationale verdragen zijn later de rechten van
Mont-Athos nadrukkelijk vastgelegd. Het verdrag van
Berlijn (1878) bepaalde o.a. (artikel 62): „De monniken
van Mont-Athos zullen, wat ook hun land van oor
sprong moge zijn. worden gehandhaafd in hun bezittin
gen en vroegere privileges en zullen zonder eenige uit
zondering een volkomen gelijkheid van rechten on voor
rechten genieten". Het verdrag van Sèvres (1920) be
vestigde dit in artikel 13: „Griekenland verbindt zich
te erkennen en te handhaven de traditioneele rechten
en de vrijheden, die de nlet-Grieksche kloostergemeen
schappen op Mont-Athos volgens de bepalingen van het
verdrag van Berlijn genieten. „Een ander artikel f 16)
van het zelfde verdrag verklaart de voorschriften ten
opzichte van de monniken op Mont-Athos tot „ver
plichtingen van internationaal belang". Ze kunnen niet
worden gewijzigd zonder goedvinden van de meerder
heid van den Volkenbondraad. In het verdrag van Lau-
sanne (1S23) werden de bepalingen ten opzichte van
de nationale minderheden onder de monniken herhaald.
Er zijn op Mont-Athos twintig „souvereine" kloosters,
die naar het (telkens voor één jaar gekozen) monniken-
parlement ieder één afgevaardigde zenden. Van de
twintig kloosters zijn er zeventien Crieksch, één Ser
visch. één Bulgaarsch en één Russisch. De Roemenen
hebben geen eigen „souverein" klooster. Ze wonen in
zoogenaamde „skyten", bij-kloosters, die afhankelijk zijn
van een der souvereme kloosters. Het parlement der
monniken bestaat dus uit zeventien Grieken en drie
niet-Grleken. Dit parlement heeft (in overeenstemming
met de thans van kracht zijnde Grieksche grondwet)
besloten, dat alle monniken op Mont-Athos zijn Griek
sche onderdanen. Het Russische en het Servische kloos
ter willen zich aan deze bepaling echter niet onder
werpen. Voor het Russische klooster, dat niet op den
steun van eenige regeering kan rekenen, is de toestand
natuurlijk het onaangenaamst Van Grieksche zijde
wordt op het Russische klooster een zekere druk uitge
oefend als monniken aan te nemen personen (Grieken)
die door de Grieksche overheid worden aanbevolen. Het
Russische klooster wil hierin echter niet toegeven en
wenscht bij de aanneming van monniken vrije beschik
king te behouden.
Door de Grieksche overheid werd van eenige kloos
ters geconfiskeerd bezit dat op Grieksch gebied bulten
Mont-Athos is gelegen Aan de Grieksche kloosters
wordt daarvoor een vergoeding gegeven; de Russen
ontvangen voor hun geconfisqueerd land niets en ze
hebben deze aangelegenheid voor den Volkenbond ge
bracht De Grieksche regeering heeft thans het voor
nemen aan den gouverneur-generaal het recht te ver
lenen tot uitwijzing van monniken en alle kloosters te
zamen hebben daartegen reeds krachtig geprotesteerd,
als zijnde zulk een maatregel ln strijd met de in'er-
natlonaal gewaarborgde rechten der monniken op
Mont-Athos.
Vele monniken, ook Grieksche, verklaren dan ook
openlijk, dat ze onder de Turken meer vrijheid, genot'-n
dan thans onder Grieksche opperhoogheid.
De bestuursinrichting op Mont-Athos is dus tamelijk
ingewikkeld en ik had met twee autoriteiten te maken:
den Griekschen gouverneur-generaal en het Heilige
College. De gouverneur-generaal, die me enkele malen
ontving, gaf me dadelijk een vergunning tot verlenging
van mijn verblijf op Mont-Athos voor zoovele weken
als Ik verlangde. Bij het Heilige College was de zaak
eenigszins moeilijker, niet door den onwil der monni
ken. maar door het feit dat alle vier leden van het
Maar Fenella lette niet meer op wat hij zei. Voor haar
oogen reed Huhg Ballantyne's gezicht, met zijn harde
lijnen en opeengeklemde lippen, het gezicht van een man
die een vergissing niet gauw zou vergeten, zelfs niet van
een jongen, die een Jaar of veertien jonger was dan
hijzelf. Zij had hem den laatsten tijd zoo vaak ontmoet;
op bals, op diners en den vorigon avond had zij nog Juist
voorkomen dat hij haar zijn liefde verklaarde. Het wns
niet zoo onplezierig te weten dat zij het geluk van een
veelgezochten jongen man die zijn twee en dertig jaren
zijn vrijheid had bewaard, in den palm van haar hand
hield. Misschien plaatste hij de vrouwen op zoo'n voet
stuk omdat htf ze zoo weinig kende, en Fenella, ofschoon
zfl wel een beetje ontzag had voor zijn ernst en zijn
strakheid, was toch niet geheel afkeerlg van zijn be
wondering. Maar met hem te trouwen, duizend maal
neen. Ze had zichzelf een jonge, knappe man met inne
mende manleren voorgesteld, frisch en vroolljk.
Harry was op Ballantyne's kantoor en had toegang
tot zijn privé-kantoor. Ballentyne was vriendelijk op zijn
speciale, koude manier, maar hy verwachte goed werk
van zijn ondergeschikten.
Fenella schrok. Harry keek haar aan alsof hU wan
hopig zijn toevlucht bij haar zocht cn bij haar alleen.
Ze wrong haar handen ln haar schoot.
Wat kan ik doen? Laat mij aan vader vertellen.
Misschien zal Mr. Ballantyne niet zoo hard zijn. Hij
mag vader graag.
Harry liet een minachtende lach hooren en stond op.
Ballantyne is hard, maar vader is vijftigmaal har
der. Als dat alles is wat je kunt doen, dan is de tijd die
Ik bij je heb doorgebracht, verloren.
Hij liet zich weer op de divan vallen en keek haar aan.
Kijk eens. Fenella, Ballantyne is dol op je. Ik weet
het. ontken het maar niet, iedereen die oogen heeft kan
dat zien. Weet je nu wat ik bedoel? Als je belooft met
hem te trouwen, zal hij zlln mond wel houden.
Feneila sprong op uit haar stoel met gloeiend gezicht.
Hoe durf je, riep ze uit, O, hoe durf je! Waarom
moet mijn leven bedorven worden omdat jij...
HU maakte een hopelooze beweging.
Zie je wel! Maar als jy niet helpt, is er altijd nog
wel iets anders dat helpt.
Haar kleur trok geheel weg en ze werd doodeiyk
bleek.
Niets.
Ze pakte zijn arm en schudde hem heen cn weer. ter
nauwernood wetend wat ze deed.
Wacht Harry. ik moet eens even denken. O. waarom
vroeg je me niet eerder om hulp. Vader zou je misschien
geld gegeven hebben.
Wordt vervolgd.