SchagerCourant
Raad Wieringen.
Het Altaar der Eer
Derde Blad.
het ging om de rechtspositie der gemeente-ambtena-
ren en -werklieden, een verlofregeling is vastgesteld.
De Voorzitter vraagt of dat was ten opzichte van
een minimum verlof.
De heer Oden antwoordt bevestigend. Er is toen
besloten dat de ambtenaren en werklieden recht op
verlof hadden. Door burgemeester Peereboom werd
toen opgemerkt, dat als ze verlof wilden hebben, ze
dat steeds kregen, maar spr. heelt er toen op gewe
zen, dat als het de bedoeling was dat men niet met het
petje onder den arm behoefde te vragen mogen we
asjeblieft verlof hebben, maar dat de rechtspositie
zoo zou zijn dat men recht op verlof had. Op grond
daarvan wil spr. een motie voorstellen.
De Voorzitter vraagt, hoe die motie dan zal luiden.
De heer Oden zegt, dat de motie zal luiden: De
raad van Wieringen, in vergadering bijeen op 22 Fe
bruari 1930, acht het gewenscht dat de gemeente
ambtenaren on -werklieden in vasten dienst der ge
meente jaarlijks 12 dagen verlof hebben, zulks te re
gelen in overleg met den burgemeester en gaat over
tot de orde van den dag.
De heer Kaan vraagt, of de bode tot nu toe niet het
recht op verlof had.
De Voorzitter zegt, dat hij het kon krijgen als hij
vroeg. Bij instructie was het niet geregeld.
De heer Kaan zegt, dat de bode dan van de wille
keur van den burgemeester afhangt en spr. heeft dan
geen bezwaar tegen de motie.
Zonder hoofdelijke stemming wordt de door den
heer Oden voorgestelde motie aangenomen en de
Voorzitter zegt toe, dat artikel li in dien geest zal
worden gewijzigd.
Bij het artikel waarin wordt bepaald dat de bode
bij ontslagname nog C weken in dienst moet blijven
vraagt de heer Lub hoe dan de bedoeling is, wanneer
de bode, zonder aanvrage daartoe, wordt ontslagen.
De Voorzitter zegt, dat er reden kan zijn om don
bode plotseling te ontslaan.
De heer Kaan meent, dat dit stilzwijgend is.
De heer Lub zegt, dat er ook feiten kunnen zijn die
twijfelachtig zijn.
De Voorzitter wijst er op, dat er niet in opgesloten
ligt dat in een dergelijk geval geen tijd zal worden
gegeven om naar een andere positie om te zien. In
gewone omstandigheden zal de termijn van 6 weken
ook gelden.
De 'instructie wordt vervolgens aangenomen.
Bij de vaststelling der instructie voor don conciërge
verkrijgt de hoer Oden de toezegging, dat artikel !2
zal worden gewijzigd, overeenkomstig de bedoeling
van de zooeven aangenomen motie.
Herziening jaarwedden der ambtenaren
ter secretarie.
B. en W. deelen mede, dat nu de salarisverhooging
van den burgemeester, den secretaris cn den ontvan
ger haar beslag heeft, gekregen, het noodig zal zijn
eveneens de jaarwedden van het secretariepcrsoneel
aan eene herziening te onderwerpen Deze jaarwed
den toch dienen in zekere verhouding te staan tot die
van genoemde functionarissen, maar ook anderzijds
is er alle aanleiding eene verhooging van die jaar
wedden in overweging te nemen, ten geuolge van de
buitengewoon sterke toename der werkzaamheden.
Deze toeneming is van dien aard, dat de ambtenaren
hunne uiterste krachten moeten inspannen om een
tijdige afdoening der zaken te verzekeren een plicht,
waarvan zij zich op lofwaardige wijze kwijten. De be
langrijke taak, die ook op hunne schouders tusl.Vim
een zoo goed mogelijke» gang van het bestuur der
gemeente te verzekeren, en toepassing te geven aan
den steeds voortgaanden stroom van nieuwe wetten
en voorschriften, doet hen recht geven op eene bezol
diging, evenredig aan het belang van het werk, dat
zij hebben te verrichten.
B. en W. stellen daarom voor die jaarwedden, met.
ingang van 1 Januari 1930, te verhoogen en te bepa
len voor den len ambtenaar op f2200. met vier 2-
jaarlijksche verhoogingen elk van f 100 tot f2600
(thans van f1300 tot f2200) en voor den 2e» ambte
naar op f1400. met gelijke verhoogingen tot f 1800
(thans van f 1000 tot f1400). In vergelijking met ge
lijksoortige gemeenten zijn de aldus bepaalde salaris
sen stellig nog niet aan den hoogen kant-
Door de afdeeling Noordholland van den N'ed. Bond
van Gemeenteambtenaren was een adres ingekomen,
waarin aan de hand van de nieuwe salarisrcgeling
voor burgemeesters, secretarissen en ontvangers er
op werd gewezen döt de verhouding met de salaris
sen der overige ambtenaren van laatstgenoemden in
onbiliijken zin was gévrijzigd en dat geoordeeld werd
dat thans de tijd was aangebroken om ook de sala
rissen van de ambtenaren tor secretarie en ook an
dere ambtenaren der gemeente te verhoogen. Voor
deze gemeente gold dit nog in het hijzonder in ver
band met de uitvoering der Zuiderzeewerken cn
waardoor het zielental in een klein aantal jaren van
ruim 3000 tot ruim 5000 was gestegen. Groote vermeer
dering van werkzaamheden was er het gevolg van en
genoemd werden: het bevolkingsregister, de dienst
plichtwet, de bouw- en woningverordening, de foren-
senbeïlasting en vooral de uitvoering van de Zuidcr-
zeesteunwet. Bovendien is de levensstandaard te Wie-
ringen hoog, wat in de hooge woninghuren tot uiting
komt. Adressante verzoekt dan ook' 'de Jaarwedde
voor den len ambtenaar ter secretarie te bepalen op
f 2100 tot f 2800 (1 tweejaarlijksche verhoogingen van
f 100) cn voor den 2cn ambtenaar op f 1800f2000.
Voorts voor liet bezit van diploma's en acten f 100,
tot een maximum van f200.
De Voorzitter wijst er op dat de Bond dus hoogere
jaarwedden vraagt dan B. cn \V.
De lieer Jn. Lont vraagt of dus .ie tweede ambte
naar direct op f 1400 komt.
De Voorzitter zegt dat als een tweede ambtenaar in
diens der gemeente komt, 't salaris f 1400 zal zijn, en
voor een in dienst zijnde de periodieke verhoogingen
gelden.
I)c heer Oden zegt, dat. zijn fractie het voorstel van
B. cn W. met vreugde heeft begroet en spr. wijst er
op, dat toen verleden jaar voor het eerst het voorstel
van Ged. Staten voor een nieuwe salarisregeling voor
burgemeesters, secretarissen en ontvangers ter tafel
kwam, door spr. reeds de vraag is geste UI of liet sala
ris van liet mindere personeel dan ook zou worden
verhoogd.
De Voorzitter zegt toen ook gezegd te hebben, dat
dit het idee van B. en W. was.
Het voorstel van B. en W. wordt met algemeeiie
stemmen aangenomen.
De heer Lub stelt nu voor om voor het bezit van
een diploma f30 beschikbaar te stellen, tot een maxi
mum van f 100 voor meerdere diploma's.
Do heer M. Kooij zegt dat het dus een soort beknib
belen is, als hij hot goed begrijpt.
Dc heer Oden wijst er op, dat B. 011 W. in die rich
ting geen voorstel doen.
De Voorzitter zegt dat het voor de ambtenaren een
prikkel is om zich te bekwamen en ook in andere ge
meenten bestaat dc regeling dat voor het bezit van
diploma's vergoedingen worden gegeven.
Het voorstel-Lub wordt verworpen met 6 tegen 5
stemmen, tegen stemden do heeren J. Kooij, Jb. Lont,
Jn. Lont, Bakker, M. Kooij cn Kaan.
Voorziening in de behoefte aan kasgeld.
Aangezien de stand der kasmiddelen dit toeliet, is
de kasgeldleenging groot f 27000. toegestaan bij besluit
van 5 October 1929. goedgekeurd door Ged. Stalen bij
besluit van 27 November d.a.v. No. 95, mei opgenomen.
Daar versterking van de gemeentekas thans inmid
dels noodig is geworden, verzoeken B. en W. hun op
nieuw te machtigen de benoodigde gelden te leencn,
in verband Vaar mede zij er op wijzen, dat de vol
gende uitgaven van buitengewoncn aard nog zijn te
voldoen of ten deele reeds gedaan:
Aanbouw van 2 lokalen aan de school te Oosterland,
zijnde rond f15000: aankoop van grond tot dat doel,
rond f1000; buitengewone herstelling van het school
gebouw te Westerland, rond f2500; aanbouw lokaal
aan de school te Westerland. vermoedelijk ongeveer
f7500; aanleg en vernieuwing van diverse gedeelten
klinkerbestrating, vermoedelijk ongeveer f 10000;
samen f 36000
De plaatselijke Coöperatieve Boerenleenbank heeft
zich bereid verklaard genoemde som tijdelijk te ver
schaffen, tegen eene rente, berekend naar 4V\
"s ja ars. met een afsluitprovisi* groot 1/8 Aange
zien deze condities billijk worden geacht, stellen B.
cn'W. voor hen te machtigen, naar gelang van behoef
te dit bedrag bij haar op te nemen cn het geheel af
le lossen vóór of op 31 December 1930.
Goedgevonden.
Be nieuwe gemeentebode en conciërge
voor het raadhuis.
Aan de orde is de benoeming van een gemeentebode,
ddo, volgens het besluit in dc vorige vergadering ge
nomen, tevens coneierge van het raadhuis zal zijn.
De voorzitter zegt, dat deze benoeming moet ge
schieden door de ontslagaanvrage van den heer C.. G.
Post. Do aanbeveling door B. en W. opgemaakt, luidt:
1. K. Jongeian, Anna Paulowna. 2. A. Yeerdig Sz.,
Wieringen. 3. T. Bakker Vz., Wielingen.
Bij dé eerste stemming worden uitgebracht 5 stem
men np den heer A. Yeerdig Sz.. 3 op den lieer T. Bak
ker, 2 op den heer S. C. Kooij en 1 op den heer K.
Jon goj a 11.
Bij de tweede vrije stcimming verkrijgt de heer A.
Veerdig 6 stommen, T. Bakker 3 en S. C. Ivpoij 2 stem
men, zoodat de hoer Veerdig is benoemd.
Commissie van toezicht op het lager on
derwijs.
Op 1 Januari jl. moest volgens rooster als lid der
commissie van toezicht op het lager onderwijs aftre
den de heer J. Kuiper. Ten einde de samenstelling
der Commissie in overeenstemming te doen zijn met
de wettelijke voorschriften zal het noodig zijn in deze
vacature te voorzien door benoeming van een verte
genwoordiger uit de categorie onderwijzend personeel
der bijzondere lagere scholen, zoodat de heer Kuiper
niet herkiesbaar is.
Ter vervulling der vacature bevelen B. cn W mits
dien. na gepleegd overleg met de Commissie, ter be
noeming aan den heer S. Juisting.
Aangezien het overige, aan de bijzondere school te
Den Oever werkzame, onderwijzend personeel nog
Dinsdag' 25 Februari 1930.
73ste Jaargang. No. 8618
Vergadering van den Raad op Zaterdag 22 Fe
bruari 1930, des middags 2 uur.
Alle leden zijn aanwezig.
Voorzitter de hoer L. C. Kolff, secretaris de heer C.
F. v. Duin.
Niet attent.
Dc Voorzitter opent met een woord van welkom de
vergadering cn memoreert dat onlangs de nieuwe
openbare school is geopend. Spr. uit den wensch dat
zij in het belang van het onderwijs zal zijn en brengt
verder in herinnering den historischen ga 10 Febr.
toen officieel met het droogmalen van de Wieringer-
meer is begonnen. liet heeft spr. en zeker ook wel an
deren verwonderd, dat bij de officieelc in gebruikstel-
ling der gemalen noch iemand van het gemeentebe
stuur, noch iemand van het polderbestuur is uitge-
noodigd geworden. Maar, zegt spr., dat is nu eenmaal
zoo.
De notulen worden gelezen, ze worden onder dank
zegging goedgekeurd.
Medeueeling°n en ingekomen stukken.
Ingekomen zijn de volgende stukken;
Van het uitvoerend comité der Zuiderzeevisscherij-
tentoonstelling te Enkhuizen een dankbetuiging voor
het beschikbaar gesteld subsidie; van Ged. Staten het
besluit tot herziening der regeling van de jaarwed
den van Burgemeesters, Secretarissen en Ontvangers;
waarbij Wieringen is ingedeeld in de 5c klasse; ver
der van Ged. Staten het besluit tot goedkeuring der
le suppletoire begrooting dienst 1929; tot goedkeu
ring van de kasgeldleening bij de Maatschappij voor
Gemeentecrediet van f 100.000.van de wijziging der
verordening op de heffing van keurloon wegens de
keuring van vee en vleesch; de besluiten tot verda
ging der beslissing ten aanzien van de gemeente-be
grooting, dienst 1930 en van het besluit tot aankoop
van grond voor schoolbouw te Den Oever; de maand
staten der zeegras-exploitatie over de maanden De
cember 1929 en Januari 1930; in December zijn ver
kocht 1000 en in Januari 400 pakken.
Huur van het perceel bestemd tot nood-
slachtplaats.
Mede naar aanleiding van de daaromtrent meerma
len in den Raad gemaakte opmerkingen, deelen B. en
W. mede. dat mei den eigenaar van het perceel Belt-
straat No. 47a. thans overeenstemming is verkregen
omtrent eene verlaging van den huurprijs vuor het
gedeelte daarvan, hetwelk gebruikt wordt als nood-
slachtplaats.
Vanaf 1 Januari 1930 zal de huursom bedragen
f200.per jaar (thans f300).
Voorts zijn diverse verslagen ingekomen, als ver
slag toestand der gemeente, beredeneerd verslag
volkshuisvesting. Voor nieuwbouw, bestemd tot wo
ning, werden afgegeven 49 vergunningen, niet voor
woning bestemd 14 vergunningen, voor verbouw tot
woning bestemd 15 vergunningen en voorts 109 ver
gunningen voor aan- of herbouw.
De commissie van advies inzake werkeloosheids
voorziening en arbeidsbemiddeling zond eveneens
verslag in en mede ^wam in verslag over het corres-
dondentschap der arbeidsbemiddeling. Over 1927 en
1928 zond de Adviescommissie voor bouwplannen
verslag in.
Uit het verslag van den Ned. Bond tot bescherming
van zuigelingen blijkt, dat de zuigelingensterfte da
lende is, maar nog niet in bevredigende mate.
Verzoek Alg. Vereen, voor Bloembollen
cultuur betreffende teeltverbod van som
mige aardappelsoorten.
B. en W. schrijven hieromtrent;
Onder dagteekening van 30 Augustus jl. richtte het
Hoofdbestuur van de Algemeens Vereeniging voor
Bloembollencultuur tot ons het verzoek te willen be-
FEUILLETON
door
ETHEL Af. BELL.
DEEL L
HOOFDSTUK L
Verdriet
L
Het was het soort feest waarop bijna alle gebeurte
nissen mogelyk zijn. Op haar luchthartige Iersche ma
nier van opvatten had Mevrouw Deloraine de gewoonte
ieder Kerstfeest alle jeugdige menschen vanaf zeven
jaren oud, die binnen haar bereik waren, om zich heen
te verzamelen en als het ware in één groote kudde tc
vereenigen, en ze daarna aan zichzelven over te laten
en ieder zijn eigen vermaak te laten zoeken.
Allo bittere jonge kleintjes kwamen onder de hoede
van oudere zusters die op hen pasten, en hadden dus
meestal iemand, die zich over hen ontfermde. Sommige
van de oudere kinderen evenwel, waren niet zoo geluk
kig en hielden zich vrij verlegen overal buiten, tot Rory
Donovan, wien niemand weerstand kon bieden, hen on
der zijn vleugelen nam. Rory was een neef van mevrouw
Deloraine een vijftienjarig adelborst, met een paar
trouwhartige Iersche oogen zooals men blij ls, één maal
ln zijn leven te mogen ontmoeten. De echtgenoot van
Mevrouw Deloraine, door iedereen Pat genoemd had hem
vele jaren geleden den bijnaam van „Durfal" gegeven,
en Rory Durfal bleef hij heeten. Rory was de eenige per
soon, die zich voor de verlegen jeugdige buitenstaanders
moeite getroostte.
Rory zat nooit stil, behalve wanneer hij sliep, en zijn
bewegingen bezaten die bliksemsnelheid, welke alle In
houding belet. Hij had bij zichzelf uitgemaakt dat deze
avondpartij van ieders standpunt een succes zou worden,
en terwijl Pat hem op een eerbiedigen afstand liet be
gaan en zijn tante met volle aandacht in een met een
portière afgeschoten hoekje van de balzaal poker speel
de, dreef hij alle schuwen cn linkschen bijeen en deelde
ze in paartjes ln, om met elkaar te dansen.
Als hij zich vervolgens een oogenblik tijd gunde om
adem te halen, liet hij zijn heldere, scherpe oogen onder
hun buitengewoon zwarte wenkbrauwen over het schouw
vorderen dat, ln navolping van hetgeen te Anna Pau
lowna was geschied, ook in deze gemeente een verbod
wordt uitgevaardigd tot het telen van bepaalde, aard
appelsoorten, bekend onder den naam van Bravo,
Kampioen, De Wet of Bintje, zulks ter voorkoming
van de wratziekte.
Onder mededeeling, dat wij het gewenscht achten
omtrent deze aangelegenheid door Uw College een
uitspraak te laten doen, mogen wij ten aanzien daar
van het volgende opmerken.
Het invoeren van het bedoelde teelt.verbod wordt
o.i. beheerscht door het antwoord op de vraag of de
daaraan verbonden voordeelen opwegen tegen de na-
deelen, die de landbouwers er van ondervinden. Naar
onze meening hebben, voor wat Wieringen betreft,
de nadeelen de overhand. Zijn die voordeelen voor de
gemeente Anna Paulowna met haar belangrijke
bloembollencultuur evident, voor deze gemeente is
deze factor grootendeels te verwaarloozen. De aardap
peltelers zullen van het verbod daarentegen veel hin
der on ongerief ondervinden, in het hijzonder omdat
het juist de soorten Bravo en Eigenheimer zijn, die
hier veel verbouwd worden. Bovendien is ook geen
gering bezwaar, zooals ook door den Plantenziekten-
kundigen Dienst wordt toegegeven, dat voldoend ge
schikte vervangers voor genoemde soorten op het
oogenblik nog ontbreken. Sommigen betwijfelen
voorts of de uitvaardiging van het verbod, hetwelk
niet gemakkelijk te handhaven wordt geacht, vol
doende zal zijn om de wratziekte te doen verdwijnen.
Op deze gronden stellen wij U voor, in overeenstem
ming met het ingewonnen advies der afdeeling Wie
ringen van de Hollandsche Maatschappij van Land
bouw, niet tot invoering van het gevraagde teeltver
bod over te gaan.
Een beschouwing omtrent het vraagstuk, ontvan
gen van den Plantenziektcnkundigen Dienst te Wa
peningen wordt ter kennisneming overgelegd.
ZondeV discussie vereenigt de raad zich met hel
voorstel van B. en W.
Het bestuur van do Nat. Christelijke school verzocht,
ingevolge de betrekkelijke artikels der onderwijswet,
om een voorschot voor 1930 en de gemeentelijke ver
goeding over 1929.
Beide verzoeken worden in haViden gesteld van B.
en W. om prae-advies.
Wijziging van de verordening voor de
vermakelijkheidsbelasting.
De S.D.A.P.-fractie in den raad verzocht wijziging
van de verordening voor de vermakelijkheidsbelas
ting en wel in dier voege dat voor tooneel-, zang- en
muziekuitvoeringen cn voor bioscoopvoorstellingen
geen vermakelijkheidsbelasting behoeft te worden ge
geven wanneer de uitvoeringen of vertooningen strek
ken ten algemeenen nutte en kosteloos of voor niet.
meer dan tegen 50 cent entrée toegankelijk zijn. Het
is de bedoeling om daardoor te voorkomen dat aan
dergelijke uitvoeringen dansgelegenheid moet wor
den verbonden om de kosten te kunnen dekken.
Ook dit verzoek wordt in handen van B. en W. om
prae-advies gesteld.
Vaststelling jaarwedde van den gemeen
te-opzichter en aanvalling zijner instruc
tie.
B. en W. brengen hierbij in herinnering het in de
vergadering van 26 Januari 1929 genomen besluit tot
vaststelling van de jaarwedde van den gemeente-op
zichter op f2000, waaraan de bepaling was vastge
knoopt, dat dit besluit uitsluitend zou gelden voor
één jaar, ten einde ondervinding op te doen met be
trekking tot de wijze waarop en den ijver waarmede
de opzichter gedurende dat jaar zijne betrekking zou
vervullen.
De resultaten van dezen proeftijd zijn naar hunne
meening bevredigend te noemen. Over vertraging in
de uitvoering der verschillende opdrachten hebben
B. cn W. geen klachten meer; het werk wordt geregeld
en tot hun genoegen uitgevoerd, zoodat zij meenen
te mogen vertrouwen, dat deze wending ten goede
van blijvenden aard zal zijn. Ten einde ook den be
trokkene niet langer in het onzekere te laten om
trent zijne financieele vooruitzichten, stellen B. en
W. dus voor thans omtrent de in 1929 voorloopig
vastgestelde regeling van zijn salaris een definitief
besluit te nemen en dit in werking te doen treden op
1 Januari 1930.
In verband met de omstandigheid, dat bij deze re
geling de opzichter uitsluitend werk voor de gemeente
mag verrichten, zal het noodig zijn, zijne instructie
dienovereenkomstig aan te vullen met een nieuw
art. 16a. B. en W. stellen voor, daartoe het overgelegde
ontwerp-besluit te bekrachtigen.
Zonder bespreking wordt overeenkomstig het voor
stel van B. en W. besloten.
Rechten inplaats van met het petje onder
den arm.
Aan de orde wordt gesteld de vaststelling van de
instructie voor den gemeentebode. Artikel 14 bepaalt
dat de burgemeester den gemeentebode verlof kan
geven van niet langer dan 3 dagen, terwijl een langer
verlof door B. en W. dient te worden gegeven.
De heer Oden zegt, dat een jaar of 8 geleden, toen
spel dwalen.
Hij had zelf graag aan het dansen deelgenomen, maar
had in dat oogenblik geen dame; en ergens moest nog
zoo'n arm, verlaten kind schuilen; hij wist het zeker
zoo'n teer, sprookjesachtig wezentje met gouden haren,
die zeldzame gouden haren, waarvan Inderdaad licht
schijnt uit te stralen. In de verte had zijn oog één maal
op haar gerust, terwijl ze verlegen ergens bij de muziek
stond, en hij had besloten haar tot het laatst te bewaren,
omdat haar haren aantrekkingskracht op hem uitoefen
den en hij haar tot zijn eigen dame begeerde. En nu
was ze verdwenen; hij zag haar evenmin tusachen de
dansende paren, of tusschen andere pretmakers.
Dit was een van de vervelendste, zoowel als een van
de aangenaamste eigenschappen van Glasraore. Het
oude huis bood overal de verborgenste plekjes. Ja, het
bezat zelfs geheime gangen hij kende er een die tor
in de ingewanden der aarde afdaalde, en waarvan be
weerd werd dat ze ergens aan de kust uitkwam.
Intussohen, waar zat het goudharige meisje, dat er
minder dan een kwartier geleden zoo eenzaam en aan
doenlijk uitgezien had?
Het leek hem eigenlijk overbodig in de nabijheid van
de buffetten naar het zoek zijnde meisje te gaan kijken,
maar'toch richtte hij zijn schreden daarheen, nadat hij
onderzoek ingesteld had. Hij trof er verscheidene paar
tjes aan, maar zij was er natuurlijk niet bij, en hij wilde
zich juist verwijderen met het voornemen eens ln de bo
venvertrekken te gaan zoeken, toen hii aan het verste
einde van de kamer een deur in het oog kreeg, dlo in
een kleine serre uitkwam. Dat was een plekje, dat hij
tot nog toe overgeslagen had,
Als door vleugelen gedragen, liep hij door het vertrek,
kwam bij de openstaande deur, trad de serre binnen,
en bleef stilstaan. Het volgende oogenblik had hij zich
omgedraaid en sloot de deur zeer zachtjes. Hij had ont
dekt waar de gezochte zich ophield.
In de kleine, flauw verlichte ruimte, zat zij geheel al
leen. Er stond geen stoel, maar zij had zich een be
scheiden plaatsje ingeruimd, op een lage plank, tusschen
potten bloeiende azalea's en daar zat zij. geheel voor
over, terwijl de haren haar als een gouden mantel over
de schouders vielen, het aangezicht verborgen in de han
den. die op haar knieën rustten.
Zij schreidde bitter, en liet haar tranen zoodanig den
vrfjen loop, dat hij terstond voelde dat zij niet gaarne
door Iemand ter wereld in die houding betrapt zou wor
den. Daar stond hij, oj> haar neerziende, in tweestrijd.
Toen bukte hij zich en raakte haar aan.
„Zeg," zei hij, „zeg."
Zij schrikte hevig, en in een seconde was haar wan
hopig betraand gericht tot hem opgeheven.
„O, zei zij, „o!"
Haar oogen blonken door een floers van tranen; prach
tige violette oogen met zwarte wenkbrauwen, die een
scherpe tegenstelling vormden met een melkwitte huid.
„O, wees niet boos," zei zij. „Ik kon niet anders! Waar
lijk ik kon het niet nalaten."
„Boos!" antwoordde Rory. „Maar zeg eens, waarom
huilde je zoo?"
Zij zocht zenuwachtig naar Iets en vond een bespot
telijk klein kanten zakdoekje, tot het doel totaal on
geschikt, en begon daarmee met een schuldbewust ge
zicht haar neus en oogen af te vegen.
„Ik weet dat het niet is zooals het behoort," zei ze
verontschuldigend. „Het is zelfbeklag, niet waar? En ik
geeft er nooit aan toe tot ik in bed lig. Maar in ver
beeldde me dat ik hier volkomen veilig was. Ik was niet
van plan te gaan huilen. Ik probeerde het niet te doen.
Maar het rolt aan als een zware golf, zwaarder en
zwaarder, tot ze breekt En dan ben ik niet meer te hou
den. Daarna voel ik me weer beter."
„Wat maakte je aan het huilen?" vroeg Rory.
Zij schudde het hoofd, voor het oogenblik niet in staat
tot spreken. „Het kwam door de muziek," kwam het er
eindelijk gebroken uit.
„De muziek?" herhaalde de ander verbaasd.
„Weet je niet bij ondervinding hoe muziek iemand, die
zich ongelukkig voelt, somtijds bijna tot wanhoop kan
drijven?" zei zij.
„Niet als het een leuk mopje Is."
„Juist dat vroolljke geeft jc den nekslag," antwoordde
zij met een zucht.
„Hoor eens, vroolijk wat op!" zei Rory. want. het be
gon een beetje boven zijn bevatting te gaan.
„Ik ben al opgevroolijkt," verzekerde zij hem met
een opkomende glimlachje. „Ik ben bijna woer beter."
Ze loosde een diepen zucht, die in een geeuw eindigde.
„Ik ben zeer moe," merkte ze op. „Ik wou dat ik in bed
lag."
„Maar het is nog zoo vroeg," zei Rory
„Ja, helaas." Bedroefd gaf ze hem gelijk. „Ik had niet
willen komen, maar ze dwongen bij er toe."
„Wie zijn die „ze"?" vroeg hij nader.
Nu haar tranen opgedroogd waren leek zij veel ouder.
Ja. in haar oogen stond zelfs een uitdrukking zooals
zelden gezien wordt in die van een kind een soort
van duldeloos lijden dat een innig verdriet veroorzaakt
en daardoor werd hij nog dieper getroffen dan door
haar tranen.
„Mijn stiefzuster!" zei zij, „en mijn vader. Ze zijn altijd
zeer vertoornd op mij als ik huil. Dat noemen zij zelf
zucht"
„En wat is het in werkelijkheid?" vroeg Rory.
Haar lip begon weer te trillen. „Het is verdriet"
Er begon hem een licht op tc gaan. „O, je hebt iemand
verloren iemand van wien je veel houdt," zei hij.
„Toch niettoch niet
Zij knikte en de tranen dreigden opnieuw te voorschijn
te komen. „Ja, mijn moeder. Hoe raadde je dat zoo?
Heb je de jouwp - ook verloren?"
„Euwen geleden." luidde zijn antwoord. „Laten wo
over de mijne niet spreken! Ik kan me haar zelfs niet
meer herinneren. Vertel me van jouw moeder!"
Zij deed een jammerlijke poging om zich goed te hou
den. „Ze zeggen dat ik dat ook niet behoor te doen
het is zoo ongerijmd, na zoo'n langen tijd. Maar wat kan
ik cr aan doen? En ik zou niet willen, al kon ik. Ze
was zoo mooi, zoo lief en wij wij waren zulke
vriendinnen."
„Zeg", riep Rory. „niet weer huilen!"
Zij worstelde hevig om haar tranen terug te dringen.
„Ik heb niemand met wie ik over haar spreken kan,"
fluisterde zij. „Zij zij hebben het mij verboden. Niet
dat ik over haar zou willen spreken met hen. Maar,
o, ik mis haar zoo!"
„Niet huilen!" suste Rory. Hij sloeg zijn arm om haar
heen en drukte haar stevig. Zij hief het gelaat op en
kuste hem in den hals.
„Ik dank je zeer dat je zoo aardig voor men bent."
zei zij. „Neen. ik zal niet meer hullen, aten we gaan zit
ten, vind je dat goed? Dan zal het eenige verschil zijn
dat we niet dansen, maar den dans uitzitten."
Rory sloeg zijn oogen naar de plank neer. Daar was
slechts plaats voor één. „Zou je misschien op mijn knie
willen gaan zitten?" -stelde hü voor.
„Ja, graag." antwoordde zij. in ongekunstelden een
voud. „Ik zal mijn beSt doen niet erg zwaar te zijn." Zi
sloeg een arm rond zijn hals. ,Jk zit graag zoo. Niemand
vertroetelt mij meer. Vind je mij erg kinderachtig voor
een meisje van twaalf?"
„Neen." zei hij. „Ik houd van je."
„En ik van jou," verzekerde ze hem. „Ik zag je een
tijdje geleden reeds. Ik had nooit gedacht dat je Je een
zier om mij zou bekommeren."
„Och, jij bent de eenige hier om wie het dc moeito
waard ls zich te bekommeren." gaf Rory ten antwoord.
„O. vind je dat heusch?" zei zij. „Hoe aardag van je."
Zij loosde een zucht van voldoening en liet haar gou
den hoofd tegen zijn schouder rusten.
„Dat is waar ook!" riep Rory uit. „Ik weet nog niet
eens hoe je heet."
„Kom weet je dat niet?" zei zij. „Ik ken jouw naam
wel. Je bent Rory Rory Durfal, niet waar? Ik heet
Charlotte Maynard Audley."
„Dan ben je de dochter van den ouden kolonel, niet
waar?" zei hij. „En en je moeder! O, Ja, nu her
inner ik het me!"
Wordt vervolgd.