Hoe sprekende films spreken. Op den Mont-Athos. BILLY BOO. Gewone dagelijksche gelniden komen op de Jilm niet terug, zooals ze de microfoon zijn bin nengegaan. Het geritsel van een krant klinkt als het geratel van een machinegeweer, rubber versierselen inplaats van meta len armbanden, ja zelis het schurend geluid van de zijden kousen van een filmspeelster met x-beenen bleek hinderlijk te zijn- -- Wanhopige directeu ren van filmmaatschappijen. Scènes, die door een onver wacht geluid totaal in het water vallen. Geluiden, geluiden, steeds meer ongewenschte geluiden. De ..directors" der sprekende filmmaatschappijen In Hollywood verkeeren in denzelfden moeilijken toestand, als de bok. die een bijenkorf omver liep en daarna ver ward geraakte in het prikkeldraad rond de weide, toen hij probeerde te ontsnappen. De zorgvuldigst uitgewerkte plannen om do alledaag- gche geluiden via de microphoon op de film vast te leg gen, worden namelijk te niet gedaan door de microphoon zelve. Geluiden, din gemakkelijk te herkennen zijn, zoo- als een rijdende trein, het schieten van een geweer, hoef getrappel, enz. worden door de microphoon weergege ven als een orkaan, die over de Atlantische Oceaan de golf van Biscaje binnen waait Geluiden immers komen helaas niet terug op de film, eooals zij de microphoon binnengaan. Ter Illustratie het volgende: Bij een bezoek aan de Palhe Studio, liep een man op zijn sokken over het „sound-proof"-tooneel, terwijl hij onder de belangstelling van het studio-porsoneel aan een touwtje een rolschaats achter zich aantrok. „Idioot?" vroeg ik. „Sh-li-h-ht!" zei een timmerman. „Hij is een trein." „Wat voor een soort van een trein?" „Spoortrein natuurlijk. Hoor je het geluid niet?" En inderdaad hoorde lk een zacht knarsen en piepon. Het klonk werkelijk als een trein. Ik vroeg een van de film- operatours, waarom hij het geluid van een echte trein niet .filmde". „Wel," was het antwoord, „we hebben dat geprobeerd, doch wat we later op de film hoorden, was een geweldig lawaai, dat aan het kanongebulder van den slag bij de Marne deed denken. Het had evenveel weg van een spoortrein, als de Nla- gara waterval van een beekje. En de microphoon sprong bijna in stukken! Op een ander tooneel was een man met een paar uit geholde kokosnooten en sloeg een regelmatig cloppety- clop, cloppety-clop in een bak met zand. „Wat doet hij?" was mijn nieuwsgierige vraag. „Zijn uw ooren niet in orde. vroeg de electriclen. Kan Je geen paarden hooren galoppeerén?" Echt paardengetrappel maakt Immers te veel lawoa! en klinkt niet als zoodanig, doch de kokosnooten ge ven het Juiste geluid weer. In een andere film was het noodzakelijk om het ge luid van hooge hakken weer te geven. Na lang probeeren werd dit te weeg gebracht door een zacht blok hout op den vloer te slaan. Het gerinkel van metalen armbanden bleek te sterk voor de film, en nu worden er rubber-versierselen ge dragen. Een dienstbode in een film had x-beenen en het schurend geluid van de zijden kousen was zoo sterk, dat de scène opnieuw genomen moest worden. Het geritsel van een krant klinkt als een geratel van een machine geweer en derhalve wordt zij nu eerst vochtig gemaakt. Het geritsel van een zijden japon, het open snijden van een envelop, het krassen van de nagels van een hond op een houten vloer, het gerinkel van zilveren munten, het gekletter van regen, zijn allemaal geluiden, waarvoor een substituut gebonden moet worden, aangezien zij veel te sterk zijn en on-echt klinken. Gedurende het filmen van een scène waarin Laura La Plante, van de Universal Pictures, den hoofdrol vervuld, werd de directeur zenuwachtig van een sissend geluid, dat oogcnschijnlijk werd voortgebracht door de tanden van miss La Plante. „Ik zie niet ln, waarom het nood zakelijk is, dat je fluit terwijl je spreekt. Waarom ga Je niet oven naar een tandarts toe?" vroeg de directeur hatelijk. „Ik fluit niet als lk spreek," zoi de ster uit de hoogte. De scène werd opnieuw gefilmd en hetzelfde geluld werd opgevangen. Opnieuw klonk dat gesjlrp en miss La Plante werd ongerust. „Fluit ik werkelijk?" vroeg zij stom verbaasd. Het scheen inderdaad zoo te zijn, totdat Iemand ont dekte dat er een zwerm musschen bulten de studio llt geluid voortbracht, op het moment dat dit zeer onge- wenscht was. „Dit soort dingen maakt ons wanhopig," zei de direc teur. „De microphoon vangt geluiden op, waaraan wij heelemaal niet denken en geeft ze zoo sterk weer, dat het inderdaad belachelijk Is. om er naar te luisteren." In Culver City waar de Metro Gold wijn Mayer Stu- éio'a zijn, gingen ecnige mannen een weide binnen en begonnen met revolvers to schieten. Dit maakte zulk een lawaai dat de politie gealarmeerd werd. „Wat Is hier aan de hand?" vroeg do eerste agent. „Och," zei een van de schutters, „we zijn leeuwrlklcen aan hot wegjagen. „Wat?" „Leeuwrikken aan het wegjagen, zei lk!" „Wel, wel!" sprak de afgevaardigde van de wet. „Ko men jullie allemaal maar mee naar bet bureau, en vertel die geschiedenis daar aan den sergeant" Doch do schutter sprak de waarheid. Do mannen wa ren werkelijk aan het leeuwrikken wegjagen. Het ge fluit van de vogels werd n.1. opgevangen door de micro phoon, terwijl een eindje verder een film van een sneeuw-scèno werd gemaakt Een leeuwrikken gekweel, hoe liefelijk het ook zijn mag, past niet bij een sneeuw storm. Zij moesten dus weggejaagd worden en de schut ters deden hun plicht totdat zij gearresteerd werden. Do moeilijkheden in do open lucht zijn natuurlijk groo ter dan in de studio's. Colleen Moore bijvoorbeeld, maak te een film op de heuvels rond Hollywood en was midden in oen dramatische scène, toen een ezel opeens uit ver veling, een luid gebalk liet hooren. De geheelo scène moest natuurlijk overgenomen worden en het stuk waar in de ezel zijn gevoelens uitspreekt, ls nu in de biblio theek en te koop voor iemand, die het gebalk van een ezel op zijn film gebruiken kan. In een andere film waarin werkelijk een ezel noodig was, do scène speelde in Arizoren, werd een van die wonder-ezels gehuurd, die op een horloge kan kijken en zijn verjaardag vertellen kan. Dit dier kon eveneens op commando spreken, doch door de fcllo lichten en de schitterende kleuren in do das van een tooneelknecht raakte die ezel de kluts kwijt en bleef stom toon nij spreken moest Llefkoozen, klontjes, harde woorden, ja zelfs een paar harde klappen met een plank, hadden niet de minste uitwerking. Zoodra de lichten uit waren, balkto de ezel van Jewelste, doch met de lampen op en de draaiende camera's op hem gericht, bleef het dier zoo „stom als een ezel". Op hot moment dat dit geval tragisch werd, kwam er een Mexicaan, die aanbood om inplaats van den ezel te balken. Hij werd geprobeerd en het gebalk was zoo natuurlijk en registreerde zoo volkomen, dat hij het baantje van den ezel kreeg. Toen hij voor 25 dollar verbalkt had. werd hij door een andere studio gehuurd, om eveneens zijn ezel-symphonie te geven. Dit geval bleek van belang te zijn voor volgende films De „casting-directeur", de man die de artisten en ex tra's nuurt, heeft nu een lijst van menschen die dieren kunnen nabootsen. En het blijkt dat er honderden men- schen zijn, die als honden kunnen blaffen, als koeien kunnen loeien, als kippen kunnen kakelen en kletsen als papegaaien. Zelfs kan een man, een geluid maken als een zeeleeuw en doet zulks tegen tien doller per zee leeuw-gesprek. Doch, om de studios geen nadeel te doen, moet ik ver melden, dat dergelijke menschen slechts in uiterste geval len worden gebruikt. Er zijn honderden blaffers, loeiers, blaters, balkers, en fluiters, die op een baantje zitten te wachten. Standaard geluiden worden opgenomen en ln elke vol gende film opnieuw gebruikt Daar ls bijvoorbeeld het geluld van de bliksem en de donder die er op volgt. Het gefluit van kanaries wordt steeds aan dezelfde films uit de bibliotheek ontleend. Op dezelfde plank lig gen films met het geluid van regen het schreeuwen van zee-meeuwen, het gekakel van eieren-leggende-kippen, het geluid van een trein (op de voormelde rolschaata- manier gemaakt), straat-verkeer en de andante van klk- vorsc'nen in een moddersloot tegen zonsondergang. Een andere filmmaatschappij heeft de klok van de Big Ben, in Londen, en verhuurt dit geluid aan men schen, die het noodig hebben in hun films. Mettertijd, volgens het zeggen van deskundigen, zullen alle na tuurlijke en boven-natuurlijke geluiden zijn vastgesteld en opgeborgen onder het juiste nummer in de biblio theek, klaar voor het gebruik. Op het oogcnbllk echter, wordt door de filmtechnici een middel gezocht, om de ongewenschte geluiden uit den weg te ruimen. Bijna elk studio in Hollywood heeft een „sound-proof'-tooneel, hetgeen alle geluiden zoo goed als uitsluit, behalve dat van passeerende vliegmachines. Duizenden en duizenden dollars zijn verloren gegaan, doordat tijdens het nemen van scènes een vliegmachine over het tooneel vloog, zoo hoog, dat het geluid van de motor aan het menschelijk oor, nauwelijks hoorbaar was, doch dit door de microphoon wel werd ontvangen en bij het afdraaien van de film duidelijk hoorbaar voor den dag kwam. De motor van een vliegmachine, naar het schijnt, brengt geluid of lucht-golven, inbeweging, die gebouwen doen trillen, op dezelfde manier, als paarden getrappel, of zelfs het loopen van een hond over een stalen brug, dit heele gevaarte doet trillen. De last met vliegmachines werd zoo groot, dat er kort geleden een conferentie plaats had tusschon het Depar tement van Handel, de Assoclatlon of Motion Picture Producers en de Aircraft Operator's Assoclatlon, waarbij middelen om dit euvel te voorkomen, besproken werden. Er werd overeengekomen, dat alle vliegmachines de studlo'3 zooveel mogelijk vermijden zouden. Tevens zullen de studio's een kabel-ballon oplaten, als er „sprekende films" gemaakt worden, als een signaal voor vliegeniers, om ergens anders te vliegen of mins tens de studio te mijden op een afstand van 2500 voet. De kabel-ballon ls 15 voet In doorsnee, rood-oranje van kleur en des nachts voorzien van minstens een 1000 watlamp boven op de ballon. Overtredingen op dit gebied, of het niet nakomen van de overeenkomst, moet aan het Departement van Han- dol bericht worden, die daarna over de juiste straf zal beslissen. Geluiden, geluiden, steeds weer meer ongewenschte geluiden. Fred Niblo, de directeur, gaf voorlichting aan Jack Gilbert en Eleanor Boardman van de Metro-Goldwyn- Mayer Company gedurende een gloeiend-heete liofdes- scène. Gilbert nam de heldin llefkoazend in zijn armen streek de vouwen uit haar japon en sprak in verliefde termen over rijn hartes-toestand, toen opeens een haan, bewust van zijn majesteitelijke heerlijkheid, luide zijn plaats in het hoenderdom verkondigde: „Kukelekuu-uuu-uuu!" Niblo. een geboren gentleman, werd voorrood en beval de scène opnieuw te nemen. Hij zei niet. wat hij wilde zeggen aangezien er dames tegenwoordig waren. De moeilijkheden zijn van uiteenloopenden aard. Di recteuren geven grif toe, dat er moeilijkheden zijn, die niet te overkomen zijn in de sprekende films. Daar ls bijvoorbeeld, de Federal-wet. die zegt, dat er geen echt geld op het tooneel gebruikt mag worden. Tooneel-geld moet die plaats Innemen. Doch er zijn duizenden men schen, die echt van nagemaakt geld kunnen onderschei den en het geluid van zilver-geld zeer goed van namaak geld kunnen herkennen. Nu probeeren de studio's een muntstuk te vervaardi gen dat, als het op de toonbank valt, klinkt als zilver. Tevens probeeren zij het geluid van een machinege weer perfect te reglstreeren. Een van de meest realis tische geluiden werd kort geleden bij toeval ontdekt in een andere Culver City studio. William Boyd gooit een handvol olienooten weg, die op een trommel terecht kwamen. „Die olienooten zijn oudbakken," zei Boyd. „Welnee, kwam het antwoord. „Dat is het machine geweer, waar we zoolang naar gezocht hebben." Proefnemingen volgden. Iemand had een doosje aspi rine-tabletten bij zich en met de hulp van een electri- sche waaier werden de tabletten over de trommel gebla zen, de microfoon ving het geluld op en het resultaat was een keurige machinegeweer-fusilade Een van de vreemdste voorvallen in de filmwereld, was het contract dat Oscar Smlth, een neger kreeg. Oscar stottert en zijn spraak-gebrek ls thans zijn bron van in komsten. Om „our newly squired possesslons the Phll- liplnes, a land of perpetual plenty" te zeggen, heeft Os car Smith ongeveer twee uur noodig en het resultaat Is hoogst vermakelijk De sprekende film staat vooralsnog in de kinder schoenen, doch dat zij groeit als kool en hier ls om te „blijven" staat vast. De „stomme" films zullen even eens blijven, doch een nieuwe wereld is geopend en de mogelijkhedon zijn onbegrensd. In de toekomst kunnen zonder twijfel resultaten ver wacht worden, maar het heeft weinig zin om nu al een oordeal te vellen. Kalm afwachten en de ontwikkeling gade slaan, is de leus en daarbij aan de verschillende filmmaatschappijen een kans geven, om te toonen wat zij kunnen. J. HOUBOLT. PRACT1SCHE OEFENINGEN. (Hummel.) Heer: Wat nu 7 Mijn broer oefent tich voor zijn nieuwe beroep van kellner ln een restauratiewagen. EEN WEELDERIG KLOOSTER. DE DIENST IN DE HOOFDKERK. OUDE MOZAIKEN. DE HAVEN VAN HET KLOOSTER. OP BE ZOEK IN HET APPARTEMENT VAN EEN MONNIK. (Van onzen reizenden correspondent.) Klooster Watopét (Mont-Athos), Februari. Het klooster Watopet is het rijkste klooster van Mont-Athos en men is er ook zeer modern. Er is elec- trische verlichting en het heeft, in afwijking van alle andere kloosters op het schiereiland den Euro peeschen en niet den Byzantijnschen tijd, volgens welken twaalf valt bij het ondergaan van de zon. „Te elder ure" beteekent dus naar dien tijd één uur vóór het ondergaan van de zon. Ook geldt in het klooster Watopet (wnder als eenige uitzondering) de Grego- riaansche, dus onzo kalender, die thans met den Ju- liaanschen dertien dagen verschilt. Do verblijfplaats voor vreemde gasten doet aan een groot hotel denken, Terzijde van een breede gang met dikke loopers zijn tientallen kamers, waar gas ten kunnen worden ondergebracht In andere deelen van het gebouwencomplex bevinden zich de „appar tementen" der monniken. Van „cellen" kan men hier niet spreken, want er zijn monniken, die apparte menten met meerdere goed gemeubileerde kamers bewonen. Novicen doen hier dienst als kok, als huis knecht, want in het klooster Watopet eten de mon niken slechts vier maal per jaar allen tezamen, de andere dagen in hun eigen appartementen. Voor een der voornaamste monniken, die in het kloosterbestuur zitting heeft, had ik een brief van diens broeder te Saloniki medegcbacht, en dat ver hoogde nog de vriendelijkheid, waarmede ik werd ontvangen. Den eersten morgen in het klooster, een Zondag, werden we vroeg gewekt. Men kwam ons vragen of we de mis wilden bijwonen, waarop we natuurlijk bevestigend antwoordden. De munnik, die maitre d'hótel was, geleide ons in het schemerduister van den vagen ochtend door lange gangen naar de hoofd kerk. Het klooster Watopet heeft binnen zijn muren vijf-en-twintig kerken, groote en kleine en in de naaste omgeving nog vijftien kerken. In de Griek- sche kloosters, die zich het trouwst aan de traditie hebben gehouden, is de hoofdkerk staande op de bin nenplaats, steeds opgetrokken in rooden steen, wel ke kleur herinneren moet aan het bloed der marte laren. Deze kerken zijn allen gebouwd in Byzantijn schen stijl, waarvan de Russische stijl een variatie vormt. De strenge Byzantijnsche stijl wordt be- heerscht door de horizontale lijn en dientengevolge maken zelf de groote Byzantijnsche kerken nog den indruk van betrekkelijk klein, doch tevens intiem, waartoe het geringe aantal vensters, de vage ver lichting niet weinig bijdragen. Voor mijn Griekschen reisgezel, een Grleksch-or- thodox, en mij waren, geheel vooraan, dadelijk voor het „ikonstation", plaatsen vrij gehouden, Enkele leeken-arbeiders bevonden zich in de kerk, voor de rest waren er alleen monniken in hun zwarte, wijde kleeding met een hooge zwarte muts, waarvan aaD de achterzijde een zwarte doek op den rug afhing, lange haren en baardon. Het altaar is vanuit de kerk niet zichtbaar. Tus- schen het altaar en de menigte bevindt zich het „ikonstation", een wand, verguld, versierd met hei- ligenportretten (ikonen). In het „ikonstation" is in het midden een breede dubbele deur, die gedurende de mis voor korten tijd wordt geopend, waardoor men in de kerk den blik krijgt op het altaar Op dat oogenbllk worden alle lichtkronen (met zelf vervaar digde waskaarsen) in zacht slingerende beweging gebracht. De dubbele deur van het „ikonstation" mag alleen worden benut door den priester. Voor anderen, die achter het „ikonstation" te maken hebben, b.v. mon nik-arbeiders, is er een zijdeur. Beelden ontbreken ln de Grieksch-orthodoxe kerk, maar er zijn schilde rijen, die als het ware een overgang naar een beeld vormen. Vóór geschilderde heiligeportretten is vaak een metalen plaat, verguld koper, zilver of goud aan gebracht, die zoodanig is uitgesneden, dat alleen het gelaat en de handen van den heilige zichtbaar blij ven. De plaats is gevormd op een wijze, dat ze en re- lief de lichamensvormen van den heilige wedergeeft. Muziekinstrumenten zijn eveneens in de Grieksch- orthodoxe kerk verboden en volgens de traditie ls de zang éénstemmig, waaraan evenwel de Russen zich niet houden. Deze zingen de Byzantijnsche muziek vierstemmig, wat veel aangenamer aandoet. De By zantijnsche muziek is voor onze ooren niet zeer me lodieus en wordt in de Grieksche, Servische, Bul- gaarsche en Roemeensche kerken gewoonlijk niet fresu gezongen. Over het algemeen zingt men er met keelstem en de fraseering laat moestal zeer veel ie wcnschen over. In de Russische kerken, waar men een koor heeft, is dat geheel anders en ik heb waar genomen, dat de koorleiders (begrijpelijkerwijze) ook over een stemfluitje beschikken, dat, als zijnde 'n in strument, feitelijk verboden is. In de hoofdkerk van het klooster Watopet vin4t men nog enkele mozaieken dateerend uit de negen de en tiende eeuw, mozaiken, die een gouden ach tergrond hebben. In den bloeitijd van het Byzantijn sche keizerrijk geschiedde de versiering der kerken steeds met mozaiken, doch later, toen het keizerrijk verarmde, werd dit materiaal te duur en ging men over tot het schilderen van fresco's. Van deze fres co's zijn er nog slechts zeer weinige in hun ouden vorm te zien. De meeste zijn herhaaldelijk overge schilderd, waardoor het oorspronkelijke verloren ging. De oude mozaiken zijn ook nu nog prachtig van kleur. In het oude Rusland van vóór den oorlog kwam men hier en daar terug op de mozaik-por- tretten en ik herinner me eenige geweldig groote, artistiek uitgevoerde mozaiken, b.v. in een der nieu we kerken te Petersburg. Na den kerkdienst werd ik opgewacht door den monnik, voor wien ik een brief had medegebracht, waarvoor hij me zeer dankte Mijn Grieksche reisge zel was hierbij tolk. De monnik noodigde ons uit dien middag een wandeling in de omstreken te ma ken en daarna bij hem een „apéritif" te komen ge bruiken. Eerst echter zouden mijn reisgezel en ik door het kloosterbestuur worden ontvangen Dit ge schiedde in een hoog boven den grond uitgebouwde veranda-kamer, waar ons weder confituren, „oezo" (brandewijn) en Turksche koffie werden aangeboden. De voorzitter van het bestuur was een heel bejaard geestelijke, die jarenlang gevangene der Turken was. Deze geestelijke, die vloeiend Fransch sprak, noodig de mij uit naast hem te komen zitten en koffiedrin kend babbelden we te zamen. Na ons middagmaal, dat we in onze kamer genoten, kwam de monnik, voor wien ik een brief had mede gebracht, ons afhalen en o.a. geleidde hij ons naar het haventje van het klooster, want het klooster Wa topet is, evenals de meeste kloosters, gelegen nabij de zee, en heeft een eigen haventje, waar kleine zeil schepen kunnen binnenloopen. Er is als haven meester een monnik. Hier worden uitgevoerd olijven, wijn en hout en aangebracht o.a. meel, rijst en an dere noodige artikelen, die het klooster niet produ ceert. Na de wandeling, nam de monnik ons mede naar zijn appartementen, waar twee jeugdige monniken zijn personeel vormden. Ik zag in net voorbijgaan een groote keuken en een eetzaal. In den salon wer den we ontvangen, waar we natuurlijk de onvermij delijke confituren, oezo en koffie genoten. Aan een streng kloosterleven doet dit alles niet denken. Onze kamer vonden we later weder aangenaam verwarmd en rustig was het er na den avondmaal tijd te zitten schrijven in de diepe kloosterstilte. J. K. BREDERODE. WJ Bllly en zijn vrienden liepen zoo gauw mogelijk naar beneden en zouden haastig naar de bin nenplaats zijn gegaan als niet gravin Leverkoe ken hun had geroepen ln de eetzaal. „Komt binnen, beste vrienden," zeide de graaf, opstaande van de ontbijttafel en hem „goeden morgen wenscbende. We hebben nog allen tijd en je kunt niet ter jacht gaan met ee-i leege maag. De graaf en de gravin waren reeds voor de Jacht gereed en ze zagen er zoo piekfijn uit, dat Bllly er jaloersch op was. „Kan ik ook niet zoo'n mooi jachtpakje krij gen," vroeg hij verlegen, toen ze allen van de ontbijttafel waren opgestaan. „Ik vrees dat ze u te groot zullen zijn," merkte de graaf op. „Ik ben er ook bang voor," zelde de gravin, „en wat zullen we doen?" „Wrijf je amulet, Billy en vraag een jachtcos- tuum," zeide Redneto, altijd gereed om in moei lijke oogenblikken van goeden raad te dienen. Billy lachte dadelijk. „Dank je Redneb voor je raad," zeide hij. Hij wreef zijn amulet en fluisterde „himpy-ha- ha" en zeide: „Helpt mij assieblieft, lk heb een jachtcostuum noodig, het mooiste wat er ls." En weldra stonden de graaf en de gravin ver baasd te kijken toen ze Billy zagen ln een bui tengewoon mooi jachtcostuum met slippen, kaplaarzen en een zijden hoed. „Goede hemel, riep de graaf, hij stelt ons bel den Jn de schaduw." BIHy moet wel trotsch op zich zelf zijn. Maar hoe zou het met het paard gaan?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 12