Hoe sprekende
films spreken.
Op den Mont-Athos.
BILLY BOO.
Gewone dagelijksche gelniden
komen op de Jilm niet terug,
zooals ze de microfoon zijn bin
nengegaan. Het geritsel van
een krant klinkt als het geratel
van een machinegeweer, rubber
versierselen inplaats van meta
len armbanden, ja zelis het
schurend geluid van de zijden
kousen van een filmspeelster
met x-beenen bleek hinderlijk
te zijn- -- Wanhopige directeu
ren van filmmaatschappijen.
Scènes, die door een onver
wacht geluid totaal in het water
vallen.
Geluiden, geluiden, steeds
meer ongewenschte
geluiden.
De ..directors" der sprekende filmmaatschappijen In
Hollywood verkeeren in denzelfden moeilijken toestand,
als de bok. die een bijenkorf omver liep en daarna ver
ward geraakte in het prikkeldraad rond de weide, toen
hij probeerde te ontsnappen.
De zorgvuldigst uitgewerkte plannen om do alledaag-
gche geluiden via de microphoon op de film vast te leg
gen, worden namelijk te niet gedaan door de microphoon
zelve. Geluiden, din gemakkelijk te herkennen zijn, zoo-
als een rijdende trein, het schieten van een geweer, hoef
getrappel, enz. worden door de microphoon weergege
ven als een orkaan, die over de Atlantische Oceaan de
golf van Biscaje binnen waait
Geluiden immers komen helaas niet terug op de film,
eooals zij de microphoon binnengaan.
Ter Illustratie het volgende:
Bij een bezoek aan de Palhe Studio, liep een man op
zijn sokken over het „sound-proof"-tooneel, terwijl hij
onder de belangstelling van het studio-porsoneel aan een
touwtje een rolschaats achter zich aantrok.
„Idioot?" vroeg ik.
„Sh-li-h-ht!" zei een timmerman. „Hij is een trein."
„Wat voor een soort van een trein?"
„Spoortrein natuurlijk. Hoor je het geluid niet?" En
inderdaad hoorde lk een zacht knarsen en piepon. Het
klonk werkelijk als een trein. Ik vroeg een van de film-
operatours, waarom hij het geluid van een echte trein
niet .filmde".
„Wel," was het antwoord, „we hebben dat geprobeerd,
doch wat we later op de film hoorden, was een geweldig
lawaai, dat aan het kanongebulder van den slag bij de
Marne deed denken.
Het had evenveel weg van een spoortrein, als de Nla-
gara waterval van een beekje. En de microphoon sprong
bijna in stukken!
Op een ander tooneel was een man met een paar uit
geholde kokosnooten en sloeg een regelmatig cloppety-
clop, cloppety-clop in een bak met zand.
„Wat doet hij?" was mijn nieuwsgierige vraag.
„Zijn uw ooren niet in orde. vroeg de electriclen. Kan
Je geen paarden hooren galoppeerén?"
Echt paardengetrappel maakt Immers te veel lawoa!
en klinkt niet als zoodanig, doch de kokosnooten ge
ven het Juiste geluid weer.
In een andere film was het noodzakelijk om het ge
luid van hooge hakken weer te geven. Na lang probeeren
werd dit te weeg gebracht door een zacht blok hout
op den vloer te slaan.
Het gerinkel van metalen armbanden bleek te sterk
voor de film, en nu worden er rubber-versierselen ge
dragen. Een dienstbode in een film had x-beenen en het
schurend geluid van de zijden kousen was zoo sterk, dat
de scène opnieuw genomen moest worden. Het geritsel
van een krant klinkt als een geratel van een machine
geweer en derhalve wordt zij nu eerst vochtig gemaakt.
Het geritsel van een zijden japon, het open snijden van
een envelop, het krassen van de nagels van een hond op
een houten vloer, het gerinkel van zilveren munten, het
gekletter van regen, zijn allemaal geluiden, waarvoor
een substituut gebonden moet worden, aangezien zij veel
te sterk zijn en on-echt klinken.
Gedurende het filmen van een scène waarin Laura La
Plante, van de Universal Pictures, den hoofdrol vervuld,
werd de directeur zenuwachtig van een sissend geluid,
dat oogcnschijnlijk werd voortgebracht door de tanden
van miss La Plante. „Ik zie niet ln, waarom het nood
zakelijk is, dat je fluit terwijl je spreekt. Waarom ga
Je niet oven naar een tandarts toe?" vroeg de directeur
hatelijk.
„Ik fluit niet als lk spreek," zoi de ster uit de hoogte.
De scène werd opnieuw gefilmd en hetzelfde geluld
werd opgevangen. Opnieuw klonk dat gesjlrp en miss
La Plante werd ongerust.
„Fluit ik werkelijk?" vroeg zij stom verbaasd.
Het scheen inderdaad zoo te zijn, totdat Iemand ont
dekte dat er een zwerm musschen bulten de studio llt
geluid voortbracht, op het moment dat dit zeer onge-
wenscht was.
„Dit soort dingen maakt ons wanhopig," zei de direc
teur. „De microphoon vangt geluiden op, waaraan wij
heelemaal niet denken en geeft ze zoo sterk weer, dat
het inderdaad belachelijk Is. om er naar te luisteren."
In Culver City waar de Metro Gold wijn Mayer Stu-
éio'a zijn, gingen ecnige mannen een weide binnen en
begonnen met revolvers to schieten. Dit maakte zulk
een lawaai dat de politie gealarmeerd werd.
„Wat Is hier aan de hand?" vroeg do eerste agent.
„Och," zei een van de schutters, „we zijn leeuwrlklcen
aan hot wegjagen.
„Wat?"
„Leeuwrikken aan het wegjagen, zei lk!"
„Wel, wel!" sprak de afgevaardigde van de wet. „Ko
men jullie allemaal maar mee naar bet bureau, en vertel
die geschiedenis daar aan den sergeant"
Doch do schutter sprak de waarheid. Do mannen wa
ren werkelijk aan het leeuwrikken wegjagen. Het ge
fluit van de vogels werd n.1. opgevangen door de micro
phoon, terwijl een eindje verder een film van een
sneeuw-scèno werd gemaakt Een leeuwrikken gekweel,
hoe liefelijk het ook zijn mag, past niet bij een sneeuw
storm. Zij moesten dus weggejaagd worden en de schut
ters deden hun plicht totdat zij gearresteerd werden.
Do moeilijkheden in do open lucht zijn natuurlijk groo
ter dan in de studio's. Colleen Moore bijvoorbeeld, maak
te een film op de heuvels rond Hollywood en was midden
in oen dramatische scène, toen een ezel opeens uit ver
veling, een luid gebalk liet hooren. De geheelo scène
moest natuurlijk overgenomen worden en het stuk waar
in de ezel zijn gevoelens uitspreekt, ls nu in de biblio
theek en te koop voor iemand, die het gebalk van een
ezel op zijn film gebruiken kan.
In een andere film waarin werkelijk een ezel noodig
was, do scène speelde in Arizoren, werd een van die
wonder-ezels gehuurd, die op een horloge kan kijken en
zijn verjaardag vertellen kan. Dit dier kon eveneens op
commando spreken, doch door de fcllo lichten en de
schitterende kleuren in do das van een tooneelknecht
raakte die ezel de kluts kwijt en bleef stom toon nij
spreken moest Llefkoozen, klontjes, harde woorden, ja
zelfs een paar harde klappen met een plank, hadden
niet de minste uitwerking. Zoodra de lichten uit waren,
balkto de ezel van Jewelste, doch met de lampen op en
de draaiende camera's op hem gericht, bleef het dier
zoo „stom als een ezel".
Op hot moment dat dit geval tragisch werd, kwam er
een Mexicaan, die aanbood om inplaats van den ezel te
balken.
Hij werd geprobeerd en het gebalk was zoo natuurlijk
en registreerde zoo volkomen, dat hij het baantje van
den ezel kreeg. Toen hij voor 25 dollar verbalkt had.
werd hij door een andere studio gehuurd, om eveneens
zijn ezel-symphonie te geven.
Dit geval bleek van belang te zijn voor volgende films
De „casting-directeur", de man die de artisten en ex
tra's nuurt, heeft nu een lijst van menschen die dieren
kunnen nabootsen. En het blijkt dat er honderden men-
schen zijn, die als honden kunnen blaffen, als koeien
kunnen loeien, als kippen kunnen kakelen en kletsen
als papegaaien. Zelfs kan een man, een geluid maken als
een zeeleeuw en doet zulks tegen tien doller per zee
leeuw-gesprek.
Doch, om de studios geen nadeel te doen, moet ik ver
melden, dat dergelijke menschen slechts in uiterste geval
len worden gebruikt. Er zijn honderden blaffers, loeiers,
blaters, balkers, en fluiters, die op een baantje zitten te
wachten.
Standaard geluiden worden opgenomen en ln elke vol
gende film opnieuw gebruikt Daar ls bijvoorbeeld het
geluld van de bliksem en de donder die er op volgt.
Het gefluit van kanaries wordt steeds aan dezelfde
films uit de bibliotheek ontleend. Op dezelfde plank lig
gen films met het geluid van regen het schreeuwen van
zee-meeuwen, het gekakel van eieren-leggende-kippen,
het geluid van een trein (op de voormelde rolschaata-
manier gemaakt), straat-verkeer en de andante van klk-
vorsc'nen in een moddersloot tegen zonsondergang.
Een andere filmmaatschappij heeft de klok van de
Big Ben, in Londen, en verhuurt dit geluid aan men
schen, die het noodig hebben in hun films. Mettertijd,
volgens het zeggen van deskundigen, zullen alle na
tuurlijke en boven-natuurlijke geluiden zijn vastgesteld
en opgeborgen onder het juiste nummer in de biblio
theek, klaar voor het gebruik.
Op het oogcnbllk echter, wordt door de filmtechnici
een middel gezocht, om de ongewenschte geluiden uit
den weg te ruimen. Bijna elk studio in Hollywood heeft
een „sound-proof'-tooneel, hetgeen alle geluiden zoo goed
als uitsluit, behalve dat van passeerende vliegmachines.
Duizenden en duizenden dollars zijn verloren gegaan,
doordat tijdens het nemen van scènes een vliegmachine
over het tooneel vloog, zoo hoog, dat het geluid van de
motor aan het menschelijk oor, nauwelijks hoorbaar was,
doch dit door de microphoon wel werd ontvangen en
bij het afdraaien van de film duidelijk hoorbaar voor den
dag kwam. De motor van een vliegmachine, naar het
schijnt, brengt geluid of lucht-golven, inbeweging, die
gebouwen doen trillen, op dezelfde manier, als paarden
getrappel, of zelfs het loopen van een hond over een
stalen brug, dit heele gevaarte doet trillen.
De last met vliegmachines werd zoo groot, dat er kort
geleden een conferentie plaats had tusschon het Depar
tement van Handel, de Assoclatlon of Motion Picture
Producers en de Aircraft Operator's Assoclatlon, waarbij
middelen om dit euvel te voorkomen, besproken werden.
Er werd overeengekomen, dat alle vliegmachines de
studlo'3 zooveel mogelijk vermijden zouden.
Tevens zullen de studio's een kabel-ballon oplaten, als
er „sprekende films" gemaakt worden, als een signaal
voor vliegeniers, om ergens anders te vliegen of mins
tens de studio te mijden op een afstand van 2500 voet.
De kabel-ballon ls 15 voet In doorsnee, rood-oranje van
kleur en des nachts voorzien van minstens een 1000
watlamp boven op de ballon.
Overtredingen op dit gebied, of het niet nakomen van
de overeenkomst, moet aan het Departement van Han-
dol bericht worden, die daarna over de juiste straf zal
beslissen.
Geluiden, geluiden, steeds weer meer ongewenschte
geluiden.
Fred Niblo, de directeur, gaf voorlichting aan Jack
Gilbert en Eleanor Boardman van de Metro-Goldwyn-
Mayer Company gedurende een gloeiend-heete liofdes-
scène. Gilbert nam de heldin llefkoazend in zijn armen
streek de vouwen uit haar japon en sprak in verliefde
termen over rijn hartes-toestand, toen opeens een haan,
bewust van zijn majesteitelijke heerlijkheid, luide zijn
plaats in het hoenderdom verkondigde:
„Kukelekuu-uuu-uuu!"
Niblo. een geboren gentleman, werd voorrood en beval
de scène opnieuw te nemen. Hij zei niet. wat hij wilde
zeggen aangezien er dames tegenwoordig waren.
De moeilijkheden zijn van uiteenloopenden aard. Di
recteuren geven grif toe, dat er moeilijkheden zijn, die
niet te overkomen zijn in de sprekende films. Daar ls
bijvoorbeeld, de Federal-wet. die zegt, dat er geen echt
geld op het tooneel gebruikt mag worden. Tooneel-geld
moet die plaats Innemen. Doch er zijn duizenden men
schen, die echt van nagemaakt geld kunnen onderschei
den en het geluid van zilver-geld zeer goed van namaak
geld kunnen herkennen.
Nu probeeren de studio's een muntstuk te vervaardi
gen dat, als het op de toonbank valt, klinkt als zilver.
Tevens probeeren zij het geluid van een machinege
weer perfect te reglstreeren. Een van de meest realis
tische geluiden werd kort geleden bij toeval ontdekt in
een andere Culver City studio.
William Boyd gooit een handvol olienooten weg, die
op een trommel terecht kwamen.
„Die olienooten zijn oudbakken," zei Boyd.
„Welnee, kwam het antwoord. „Dat is het machine
geweer, waar we zoolang naar gezocht hebben."
Proefnemingen volgden. Iemand had een doosje aspi
rine-tabletten bij zich en met de hulp van een electri-
sche waaier werden de tabletten over de trommel gebla
zen, de microfoon ving het geluld op en het resultaat
was een keurige machinegeweer-fusilade
Een van de vreemdste voorvallen in de filmwereld, was
het contract dat Oscar Smlth, een neger kreeg. Oscar
stottert en zijn spraak-gebrek ls thans zijn bron van in
komsten. Om „our newly squired possesslons the Phll-
liplnes, a land of perpetual plenty" te zeggen, heeft Os
car Smith ongeveer twee uur noodig en het resultaat
Is hoogst vermakelijk
De sprekende film staat vooralsnog in de kinder
schoenen, doch dat zij groeit als kool en hier ls om te
„blijven" staat vast. De „stomme" films zullen even
eens blijven, doch een nieuwe wereld is geopend en de
mogelijkhedon zijn onbegrensd.
In de toekomst kunnen zonder twijfel resultaten ver
wacht worden, maar het heeft weinig zin om nu al een
oordeal te vellen. Kalm afwachten en de ontwikkeling
gade slaan, is de leus en daarbij aan de verschillende
filmmaatschappijen een kans geven, om te toonen wat zij
kunnen.
J. HOUBOLT.
PRACT1SCHE OEFENINGEN.
(Hummel.)
Heer: Wat nu 7
Mijn broer oefent tich voor zijn nieuwe
beroep van kellner ln een restauratiewagen.
EEN WEELDERIG KLOOSTER. DE DIENST IN
DE HOOFDKERK. OUDE MOZAIKEN. DE
HAVEN VAN HET KLOOSTER. OP BE
ZOEK IN HET APPARTEMENT VAN
EEN MONNIK.
(Van onzen reizenden correspondent.)
Klooster Watopét (Mont-Athos), Februari.
Het klooster Watopet is het rijkste klooster van
Mont-Athos en men is er ook zeer modern. Er is elec-
trische verlichting en het heeft, in afwijking van
alle andere kloosters op het schiereiland den Euro
peeschen en niet den Byzantijnschen tijd, volgens
welken twaalf valt bij het ondergaan van de zon. „Te
elder ure" beteekent dus naar dien tijd één uur vóór
het ondergaan van de zon. Ook geldt in het klooster
Watopet (wnder als eenige uitzondering) de Grego-
riaansche, dus onzo kalender, die thans met den Ju-
liaanschen dertien dagen verschilt.
Do verblijfplaats voor vreemde gasten doet aan een
groot hotel denken, Terzijde van een breede gang
met dikke loopers zijn tientallen kamers, waar gas
ten kunnen worden ondergebracht In andere deelen
van het gebouwencomplex bevinden zich de „appar
tementen" der monniken. Van „cellen" kan men hier
niet spreken, want er zijn monniken, die apparte
menten met meerdere goed gemeubileerde kamers
bewonen. Novicen doen hier dienst als kok, als huis
knecht, want in het klooster Watopet eten de mon
niken slechts vier maal per jaar allen tezamen, de
andere dagen in hun eigen appartementen.
Voor een der voornaamste monniken, die in het
kloosterbestuur zitting heeft, had ik een brief van
diens broeder te Saloniki medegcbacht, en dat ver
hoogde nog de vriendelijkheid, waarmede ik werd
ontvangen.
Den eersten morgen in het klooster, een Zondag,
werden we vroeg gewekt. Men kwam ons vragen of
we de mis wilden bijwonen, waarop we natuurlijk
bevestigend antwoordden. De munnik, die maitre
d'hótel was, geleide ons in het schemerduister van
den vagen ochtend door lange gangen naar de hoofd
kerk.
Het klooster Watopet heeft binnen zijn muren
vijf-en-twintig kerken, groote en kleine en in de
naaste omgeving nog vijftien kerken. In de Griek-
sche kloosters, die zich het trouwst aan de traditie
hebben gehouden, is de hoofdkerk staande op de bin
nenplaats, steeds opgetrokken in rooden steen, wel
ke kleur herinneren moet aan het bloed der marte
laren. Deze kerken zijn allen gebouwd in Byzantijn
schen stijl, waarvan de Russische stijl een variatie
vormt. De strenge Byzantijnsche stijl wordt be-
heerscht door de horizontale lijn en dientengevolge
maken zelf de groote Byzantijnsche kerken nog den
indruk van betrekkelijk klein, doch tevens intiem,
waartoe het geringe aantal vensters, de vage ver
lichting niet weinig bijdragen.
Voor mijn Griekschen reisgezel, een Grleksch-or-
thodox, en mij waren, geheel vooraan, dadelijk voor
het „ikonstation", plaatsen vrij gehouden, Enkele
leeken-arbeiders bevonden zich in de kerk, voor de
rest waren er alleen monniken in hun zwarte, wijde
kleeding met een hooge zwarte muts, waarvan aaD
de achterzijde een zwarte doek op den rug afhing,
lange haren en baardon.
Het altaar is vanuit de kerk niet zichtbaar. Tus-
schen het altaar en de menigte bevindt zich het
„ikonstation", een wand, verguld, versierd met hei-
ligenportretten (ikonen). In het „ikonstation" is in
het midden een breede dubbele deur, die gedurende
de mis voor korten tijd wordt geopend, waardoor
men in de kerk den blik krijgt op het altaar Op dat
oogenbllk worden alle lichtkronen (met zelf vervaar
digde waskaarsen) in zacht slingerende beweging
gebracht.
De dubbele deur van het „ikonstation" mag alleen
worden benut door den priester. Voor anderen, die
achter het „ikonstation" te maken hebben, b.v. mon
nik-arbeiders, is er een zijdeur. Beelden ontbreken
ln de Grieksch-orthodoxe kerk, maar er zijn schilde
rijen, die als het ware een overgang naar een beeld
vormen. Vóór geschilderde heiligeportretten is vaak
een metalen plaat, verguld koper, zilver of goud aan
gebracht, die zoodanig is uitgesneden, dat alleen het
gelaat en de handen van den heilige zichtbaar blij
ven. De plaats is gevormd op een wijze, dat ze en re-
lief de lichamensvormen van den heilige wedergeeft.
Muziekinstrumenten zijn eveneens in de Grieksch-
orthodoxe kerk verboden en volgens de traditie ls de
zang éénstemmig, waaraan evenwel de Russen zich
niet houden. Deze zingen de Byzantijnsche muziek
vierstemmig, wat veel aangenamer aandoet. De By
zantijnsche muziek is voor onze ooren niet zeer me
lodieus en wordt in de Grieksche, Servische, Bul-
gaarsche en Roemeensche kerken gewoonlijk niet
fresu gezongen. Over het algemeen zingt men er met
keelstem en de fraseering laat moestal zeer veel ie
wcnschen over. In de Russische kerken, waar men
een koor heeft, is dat geheel anders en ik heb waar
genomen, dat de koorleiders (begrijpelijkerwijze) ook
over een stemfluitje beschikken, dat, als zijnde 'n in
strument, feitelijk verboden is.
In de hoofdkerk van het klooster Watopet vin4t
men nog enkele mozaieken dateerend uit de negen
de en tiende eeuw, mozaiken, die een gouden ach
tergrond hebben. In den bloeitijd van het Byzantijn
sche keizerrijk geschiedde de versiering der kerken
steeds met mozaiken, doch later, toen het keizerrijk
verarmde, werd dit materiaal te duur en ging men
over tot het schilderen van fresco's. Van deze fres
co's zijn er nog slechts zeer weinige in hun ouden
vorm te zien. De meeste zijn herhaaldelijk overge
schilderd, waardoor het oorspronkelijke verloren
ging. De oude mozaiken zijn ook nu nog prachtig
van kleur. In het oude Rusland van vóór den oorlog
kwam men hier en daar terug op de mozaik-por-
tretten en ik herinner me eenige geweldig groote,
artistiek uitgevoerde mozaiken, b.v. in een der nieu
we kerken te Petersburg.
Na den kerkdienst werd ik opgewacht door den
monnik, voor wien ik een brief had medegebracht,
waarvoor hij me zeer dankte Mijn Grieksche reisge
zel was hierbij tolk. De monnik noodigde ons uit
dien middag een wandeling in de omstreken te ma
ken en daarna bij hem een „apéritif" te komen ge
bruiken. Eerst echter zouden mijn reisgezel en ik
door het kloosterbestuur worden ontvangen Dit ge
schiedde in een hoog boven den grond uitgebouwde
veranda-kamer, waar ons weder confituren, „oezo"
(brandewijn) en Turksche koffie werden aangeboden.
De voorzitter van het bestuur was een heel bejaard
geestelijke, die jarenlang gevangene der Turken was.
Deze geestelijke, die vloeiend Fransch sprak, noodig
de mij uit naast hem te komen zitten en koffiedrin
kend babbelden we te zamen.
Na ons middagmaal, dat we in onze kamer genoten,
kwam de monnik, voor wien ik een brief had mede
gebracht, ons afhalen en o.a. geleidde hij ons naar
het haventje van het klooster, want het klooster Wa
topet is, evenals de meeste kloosters, gelegen nabij
de zee, en heeft een eigen haventje, waar kleine zeil
schepen kunnen binnenloopen. Er is als haven
meester een monnik. Hier worden uitgevoerd olijven,
wijn en hout en aangebracht o.a. meel, rijst en an
dere noodige artikelen, die het klooster niet produ
ceert.
Na de wandeling, nam de monnik ons mede naar
zijn appartementen, waar twee jeugdige monniken
zijn personeel vormden. Ik zag in net voorbijgaan
een groote keuken en een eetzaal. In den salon wer
den we ontvangen, waar we natuurlijk de onvermij
delijke confituren, oezo en koffie genoten. Aan een
streng kloosterleven doet dit alles niet denken.
Onze kamer vonden we later weder aangenaam
verwarmd en rustig was het er na den avondmaal
tijd te zitten schrijven in de diepe kloosterstilte.
J. K. BREDERODE.
WJ
Bllly en zijn vrienden liepen zoo gauw mogelijk
naar beneden en zouden haastig naar de bin
nenplaats zijn gegaan als niet gravin Leverkoe
ken hun had geroepen ln de eetzaal.
„Komt binnen, beste vrienden," zeide de graaf,
opstaande van de ontbijttafel en hem „goeden
morgen wenscbende. We hebben nog allen tijd
en je kunt niet ter jacht gaan met ee-i leege
maag.
De graaf en de gravin waren reeds voor de Jacht
gereed en ze zagen er zoo piekfijn uit, dat Bllly
er jaloersch op was.
„Kan ik ook niet zoo'n mooi jachtpakje krij
gen," vroeg hij verlegen, toen ze allen van de
ontbijttafel waren opgestaan.
„Ik vrees dat ze u te groot zullen zijn," merkte
de graaf op.
„Ik ben er ook bang voor," zelde de gravin,
„en wat zullen we doen?"
„Wrijf je amulet, Billy en vraag een jachtcos-
tuum," zeide Redneto, altijd gereed om in moei
lijke oogenblikken van goeden raad te dienen.
Billy lachte dadelijk. „Dank je Redneb voor
je raad," zeide hij.
Hij wreef zijn amulet en fluisterde „himpy-ha-
ha" en zeide: „Helpt mij assieblieft, lk heb een
jachtcostuum noodig, het mooiste wat er ls."
En weldra stonden de graaf en de gravin ver
baasd te kijken toen ze Billy zagen ln een bui
tengewoon mooi jachtcostuum met slippen,
kaplaarzen en een zijden hoed.
„Goede hemel, riep de graaf, hij stelt ons bel
den Jn de schaduw."
BIHy moet wel trotsch op zich zelf zijn. Maar hoe zou
het met het paard gaan?