SchagerCourant Het Altaar der Eer SPORT |cf VAN ZONDAG Tweede Blad. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. ft Woensdag 12 Maart 1930. 73ste Jaargang. No. 8627 VOOR DEN POLITIERECHTER. Zitting van Maandag 10 Maart 1930. EEN KLANTJE, DAT ALS KIESPIJN GEMIST KON WORDEN. Geëscorteerd door twee elegante cavaliers, gestoken in de imponeerende uniform der rij ksveld wacht, werd heden als eerste cliënte ter politierechters-strafzitting aangevoerd de 18-jarige Catharina Maria K., thans ver toevende in het bekende Rijkspension, de bekende flat woning met koud en warm water, centrale keuken met volledige bediening, machinale brei-inrichting enzoo- voort, te Rotterdam, ten einde een kleine schuld aan de gerechtigheid door 6 maandsche retraite te vereffenen. Mej. Cathrien, die op 18-jarlgen leeftijd reeds meer sensationeele avonturen beleefde, dan menige inwoon ster van de „Pius-stichtlng" op haar zeventigste, bevond zich op 4 Maart in de woonwagen met haar „vriend" en handelsvennoot te Wognum, ter aanbieding van haar courante koopwaaT en zag toen kans, uit de toonbank lade in den winkel van den hger Hoogkarspel een bedrag weg te flikken, welke gezegende greep, onder de auspi ciën van haar amant, die niet lang aarzelde de op brengst in zijn eigen beurs te steken, haar thans weder om in aanraking bracht van den strafrechter. Het meis- je, dat er ondanks haar bloeienden leeftijd, hoewel niet onaardig, reeds verouderd en verweerd uitziet, erkende het feit zeer openhartig en maakte blijkbaar geen on- gunstigen indruk. De mogelijkheid, dit dwalende zieltje alsnog te redden, schijnt nog niet geheel buitengesloten. Het genootschap zal er zich voor spannen en reeds direct had de heer Wiggers, de reclasseringsambtenaar met het verwaar- loosde kind een voorbereidende conferentie. Op 7 April zal de zaak dan worden voortgezet. De Rotterdamsclie R.K. Reclasseering heeft ook haar medewerking toege zegd, dus hopen wij, waar het Rijk der Hemelen zulk krachtig geweld wordt aangedaan, dit edel streven goede vruchten moge voortbrengen. NA VEEL ANGST EN BENAUWDHEID TE HEBBEN DOORSTAAN, KON PIET ALS VRIJ MAN MET i i MOEDER DE VROUW HUIS TOE GAAN. Onlangs stond terecht het landbouwertje Piet Bakker uit Hem-Venhuizen, die in September 1929 te Lutje broek met zekeren heer Mantel over geldelijke aange legenheden kwestie had gekregen en hem toen zou hebben mishandeld. Een broer van Piet verscheen toen als getuige ten voordeele van verdachte en beweerde onder eede den persoon te zijn geweest, die Mantel had geslagen. Toen hij, als verdacht van meineed, geducht aan den tand werd gevoeld, maakte hij zich zoo over stuur, dat hij in katzwijm viel en door het dienstdoend rechtbank-personeel moest worden overeind gesjouwd. De zaak werd echter toen geschorst en tegen broer Jan proces-verbaal opgemaakt. Het scheen echter, dat dit onderzoek op nul komma nul uitdraaide, althans ver scheen Piet heden opnieuw voor den Politierechter, door wien hij, na verhoor van zijn echtgenoote en een 14- jarigen knaap, Jan Bakker, die eensluidend verklaar den, dat Piet niet had geslagen, op voorstel van den Officier, die alle kans om Piet er tusschen te lijmen, hopeloos verkeken zag, met vlag en wimpel vrijgespro ken. Piet wilde zijn dagvaarding nog teruggeven, maar die mocht hij houden, cm als souvenir aan zijn recht bank-emoties in een lijstje te zetten en op te hangen als wandversiering. En als ze het dan onder het pandoeren over Klunder en Theunissen hebben, dan kan hij met breed gebaar op het „skilderoitje" wijzen en vol trots zeggen: Ze wouwe moin ok an de galleg hewwe, maar te donder jong, ik ben ze nag te glad of weest, reken maar! DE VINGEREN VAN DEN CHAUFFEUR WAREN j MET SIJSJESLIJM BESTREKEN. De 26-jarige heer Cornelis T., te Alkmaar, indertijd dienstbaar als chauffeur op de autobus-onderneming AlkmaarOudkarspel van de firma Kok, Tuinman en Willeen, had meer dorst dan hij van zijn inkomen als man en vader kon overhouden en verschafte zich toen op onrechtmatige wijze vermeerdering van inkomen, door FEUILLETON cloor Er HEL M. DELL. 10. Marie, die buiten deur was blijven staan, beschouwde haar van het hoofd tot de voeten. „Mademoiselle!" zei ze, met verwijt in haar stem, „hebt ge geen négligé? Moet ge met uw nieuwe japon op bed gaan liggen?" „O, wat spijt het me! Ik vergat het," zei Charmaine. Ze bracht haar handen naar haar gloeiende wangen als om de scherpe aandacht van Marie te ontgaan. „Ik ver gat het heusch." zei ze verontschuldigend. De strengheid van Marie viel van haar af. „La, la!" zei ze met een schouderophalen. „De arme Marie zal de japon moeten opstrijken, dat is het eenige." „Ik zal het zelf doen," zei Charmaine. „Maar nu dien ik te gaan', niet waar?" „Ik ging niet zelf, als ik u was," zei Marie, maar aan gezien Charmaine reeds buiten het bereik van haar stem was, besloot ze het meisje naar de telefoon te volgen. Charmaine was reeds op verontschuldigenden toon aan het spreken. „Hallo, ik heb zoo'n spijt dat ik u zoo lang moest laten wachten. Met wie spreek ik, als ik vra gen mag?" Een opgeruimde stem gaf haar het antwoord. „Hallo, Asschepoetster! Ben jij het? Zeg eens, heb je al plan nen voor vanavond?" „O neen!" zei Charmaine, „Dat wil zeggen ik be doel ik had in 't geheel geen plan uit te gaan." „Dat komt goed uit. Maak dan nu een plan!" riep de stem lachende terug. „Binnen twee minuten ben ik aan je deur om je voor een ritje in mijn race-wagen af te halen. Bevestig je hoed dus stevig op je hoofdje, want wo zullen een vaartje nemen." De hoorn werd opgehangen, en Charmaine stond een weinig versuft te kijken. „Dat... dat moet Sir Robert Blakeley geweest zijn," zei ze, op haar beurt den hoorn ophangende. „Hij komt me in zijn auto halen. Hij liet me den tijd niet om neen te zeggen." Ze sprak een weinig in twijfel, als verwachtte zij dat Marie haar veto over het plannetje zou uitspreken, maar nu vlug bij zichzelve overleg gepleegd te hebben. met de passagierskaartjes te knoeien en ontvangend geld van uitgegeven plaatsbewijzen achterover te drukken. Een manipulatie, die hij slechts korten tijd met suc ces kon volhouden en na gedane ontdekking het treu rige maar wel te voorziene gevolg had, dat hij aan den dijk werd gezet met een strafvervolging in 't droevig verschiet. Hij stond dan ook heden terecht, doch het scheen wel, dat Cornelis met de ontvangen les zijn moreel voordeel had gedaan en zijn houding in zijn voordeel had herzien, vooral wat betrof zijn ongeregelde begeerte naar alco holische ververschingen. Hij had nu weer een tamelijk goede betrekking als vrachtautobestuurder en Was vol komen bereid het geldelijk nadeel, begroot op f 158.88 aan de firma Kok, Tuinman en Co. te vergoeden. De politierechter zijnerzijds deed ook een stapje nader en veroordeelde Cornelis voorwaardelijk tot 2 maanden met 2 proefjaren, in welken tijd de financieele schade moet zijn vergoed, terwijl de R.K. reclasseering wordt belast, gedurende dien proeftijd met dezelfs verplichtingen, op den reclassant een wakend oogje te houden. Moge hij dus sterk zijn en blijven! WEL JAZZBAND EN OPERA EN CARNAVALSPRET, MAAR NETJES DEN DUIM OP HET LAADGAT GEZET. De te Alkmaar woonachtige heer Ernst H. J. K., was absoluut geen tegenstander van Radiogenot, maar voelde er minder voor, de firma Kool, die hem dit ge not tegen een matige vergoeding door aansluiting bij haar distributiebedrijf, kon verschaffen, behoorlijk te honoreeren. Hij wist er als ervaren radio-amateur wat anders op te vinden, door zijn perceel aan te sluiten buiten kennisneming der firma, welk lumineus idee hem echter ook aansluiting met den politierechter verschafte, de hem door het opleggen van f 15 boete of 15 dagen duidelijk maakte, dat hij gevoegelijker aan de firma Kool de zeer billijke aansluitingskosten, f 2.50, had kunnen voldoen. Zijn handigheid bracht niets hem op. Hij vond geen voordeel, maar een strop. EEN PIEREMENT, DAT ALLEEN EEN LIED VAN ELLENDE SPEELDE. De ruim 50-jarige heer Cornelis Kramer, caféhouder te Den Helder, besloot na rijp beraad wat meer leven in de brouwerij te brengen en verschafte zich uit Rot terdam op afbetaling een automatisch orchestrion, ook wel pierement genaamd in dergelijke muzikale kringen aan, in de hoop vele nieuwe klanten naar zijn café te lokken. Helaas voldeed dit pierement niet aan de hoog- gestelde verwachtingen en schreef de heer Kramer naar Rotterdam aan den leverancier, het muziekinstrument maar weer weg te halen. Als resultaat van dit schrijven, verschenen echter in den laten avond van 14 November een drietal op heeren gelijkende personen," per auto ge arriveerd, die zach in het café van den heer Kramer gedroegen als ware kannibalen. De als worstelaar of bokser weinig beduidende heer Kramer was geheel weerloos overgeleverd aan de, luimen van zijn bezoekers, die bleken een drietal Rotterdamsche kasteleins te zijn. Ze deden wat ze verkozen, maakten een grove vertee ring, en wel tot een bedrag van meer dan 17 gulden, rookten de beste sigaretten, de fijnste Clisma's rondo van 2 spie en om de kroon op het werk te zetten, ver nielde de aanvoerder van dit fijne trio nog een stuk of 5 bierglazen die hij op den grond tot gruis vermorzel de. Natuurlijk werd geen cent voor verteering of schade vergoeding afgeschoven. Of de heer Kramer ook plezier van zijn pierement beleefde. De bierglazenbreker, die voor den rechter-commlssa- rls alles had ontkend en beweerde, den heer Kramer ook niet voor 2 centen te hebben benadeeld, moest heden terecht staan, doch was zeker door nieuwe expedities verhinderd. Het speet den Officier ten zeerste, dat hij het heele gezelschap niet op de zondaarsbank had kun nen werken, doch er waren helaas geen termen voor te vinden geweest. Het stond echter wel vast, dat deze menschen op schandelijke wijze warén opgetreden. De Officier eischte dan ook tegen den vernieler J. G. v. d. W. niet minder dan f 45 boete of 45 dagen. De politie rechter was het volmaakt eens met dit requisitoir en veroordeelde den Rotterdamschen slokjesbaas en „kunst beschermer" tot f 40 boete of 40 dagen. EEN VERZAMELAAR VAN HOOFDDEKSELS. Een 23-jarig ingezetene van Wervershoof, met name Paulus B., was op 'n mooien herfstavond naar Wognum getrokken, waar hem in het café van den heer Over- boom weer eens 'n pretje wachtte in den vorm van een feestelijke verloting. Paulus liet zich niet onbetuigd en was geregeld te vinden in de buurt van de tapkast en geraakte daardoor zoo in de lorum, dat hij 's avonds thuis kwam met 2 petten en een hoed, welke hoed later bleek te behooren aan zekeren heer Swan, terwijl de overcomplete pet het eigendom bleek te zijn van den garagehouder Kuijp. Meneer Paulus, die wel wat meer mocht letten op zijn verheven naamgenoot in den Hemel, had het integendeel den laatsten tijd heel raar versierd en dit was mede' een gewichtige reden, dat hij heden terecht stond wegens diefstal van een hoed en een pet. Hij is inmiddels al 'n beetje gekalmeerd en heeft de voor hem ongeschikte motorbranche opgegeven. Paulus is nu was Marie tot de gevolgtrekking gekomen, dat tusschen- beide treden buiten haar bevoegdheid lag. „Mademoiselle zal haar warmen mantel noodig heb ben," zei ze alleen. En voelend dat de zaak daarmee uitgemaakt was, leg de Charmaine zich er onder verdere zwarigheden bij neer. Ze had geen gelegenheid gehad om te weigeren, en het zou wellevend zijn hem een vergeefschen rit te laten maken. Ze kleedde zich haastig aan, waarbij Marie haar be hulpzaam was, en toen het geknetter van den motor van den race-wagen de stilte van het plein kwam ver storen ging ze 'reeds langs de trap naar beneden. In de had kwamen zij elkaar tegen. „Bij Jupiter!" riep Sir Robert. „Dat heb je vlug ge daan! Je ziet er uit om te stelen!" Zij aanvaardde zijn ongeveinsde bewondering met een trilling, half van verlegenheid en half van verrukking. Was ze inderdaad zoo mooi als iedereen haar vertelde? „Bij Jupiter!" herhaalde hy, bijna onwillekeurig. ,Je ziet er uit als een perzik, als het me veroorloofd is dat te zeggen." Zij lachte dat opgeruimde, trillende lachje, dat ze sedert een paar dagen geleerd had. en dat in zijn ongekunsteldheid en welluidendheid bijna als het ge kweel van een vogel klonk. „Ik zou meenen dat ge moogt zeggen wat ge wilt, niet waar?" zei ze. „Mag ik dat?" zei Sir Robert. „En mag ik ook doen wat ik wil?" Maar zelfs Charmaine gaf zich rekenschap dat de toe stand zijn grenzen had. Misschien dat de begeerige blik uit zijn oogen een waarschuwing voor haar inhield, al werd ze eV niet volkomen door wakker geschud. „O, wat dat betreft, geloof ik dat niemand die vrijheid bezit, niet waar?" De auto bezat geen portier; Charmaine moest over den rand klimmen en liet zich op het bankje neer, waar- 'ioor zij in horizontale houding onder het instrumenten bord kwam te zitten. Sir Robert schikte zich naast haar, en het volgende oogenblik ontstond er een vervaarlijk geknetter. Er schenen nauwelijks meer dan een paar minuten verloopen te zijn, of ze snelden reeds voort langs een breeden weg, tusschen groen weiden, die zich tot in het oneindige schenen uit te strekken. De snijdende lucht ontnam haar bijna den adem, maar ze scheen iets prik kelends te bezitten, dat als een opwekkend middel werkte. Zij zoog ze tot diep in haar longen in, in de zaligheid van hun snelle vaart den naast haar zittenden man nagenoeg vergetende. Hij sprak niet dan wanneer hij genoodzaakt was bij druivenkweeker, geen fijne maar zoete. Hij werd nu voorwaardelijk veroordeeld tot 2 maanden gev. met 2 proefjaren, maar zal, hoe zeer het hem ter harte gaat, zijn biertjes, danspartijtjes en kermispretjes voorloopig er aan moeten geven. De R.K. reclasseering is belast om Paulus ln de gaten te houden en te zorgen dat hij niet in de verleiding komt. Want loop het mis met Pauwtje, wis krijgt hij een knauwtje en wacht hem niet het druivendak, maar... de bruineboonenbak! DE SCHAGER VELDWACHTER OP ZWARE PROEF GESTELD. Onze goede heer Flapper, dienaar der gerechtigheid te Schagen, heeft in avond van 14 Januari ongetwijfeld een der zwaarste beproevingen van geheel zijn ambtelijk leven moeten door maken. Hij calangeerde wegens rijden zonder licht den bakker D. uit 't Zand. die lievelijk naar jandoedel geurde en ontdekte hij nog meerdere ge breken aan 's bakkers rijwiel en wel het gemis van een bel en reflector. De bakker, blijkbaar niet zonder gewe tenswroeging, deed een poging om Flapper's ambtelijke plichten te ontwrichten en presenteerde hem verleidelijk 5 dubbeltjes als belooning, indien hij zijn proces-v,erbaal ongemaakt liet. Toen Flapper met edele verontwaardi ging den verleider het hoofd bood, en hem toebulderde „vane satan... ga van mij" liet hij schijnbaar af en verliet hem, doch deponeerde de 5 blanke beisies op een paaltje, in de hoop, dat Flapper toch nog wel zou be zwijken. De bakker zou ondervinden, wat het zeggen wil, een vertegenwoordiger van het wettig gezag in ver zoeking te brengen. Hij werd heden veroordeeld tot wel 40 pop boete of 40 dagen, tot afschrik van allen, die het mochten wagen zijn afkeurenswaardig voorbeeld met 5 dubbeltjes te volgen. DE VRIENDELIJKE VRIEND WERD SLECHT BELOOND. Een goedhartig arbeider uit Katwijk aan Zee. was zoo beleefd zijn rijwiel in bruikleen af te staan aan den koopman Nicolaas B. te Uitgeest, een sterk dranklievend heerschap, die geen middel te goed acht om aan zijn jeneverlust te voldoen. Hij kwam ook zijn belofte, het karretje na gebruik in goede orde terug te brengen, beslist niet na. doch verpatste het ten eigen bate, hoofd zakelijk voor 'n extra slokje. Thans, nu hij ter zake deze in September gepleegde minderwaardige verduistering terecht stond, bevond hij zich in het huis van bewaring, om de hem opgelegde straf, 21 dagen hechtenis, wegens openbare dronken schap uit te brommen. De man is bovendien herhaalde lijk veroordeeld ter zake vermogensdelicten, oorzaak drank. Hij kon nu zijn register weer met een postje verrijken en wel van 2 maanden, hem heden door den politierechter opgelegd. Niets meer aan de orde, 't was voor niemand een kruis, De zitting gesloten en de pers ging naar huis. N. H. V. B. HollandiaN.H.V.B.-elftal, 4—4. Het vooiioopige N.H.V.B.-elftal was de gast van Hollandia. Voor rust was de goede combinatie bij de gomengden nog zoek, zoodat Hollandia een 3—0 voor sprong kon verkrijgen. Na rust evenwel werd met meer overleg gespeeld, zoodat een ware druk op het Holl. doel werd uitgeoefend, waaruit door pech slechts 4 punten ontstond. Hollandia scoorde ook nog eenmaal, zoodat het einde met een 41 gelijk spel kwam. 2e klasse. Breezand beëindigde met een 80 overwinning op H.R.C. 4. Ook J.V.C. behaalde een groote overwinning nl.. 7—0 op Helder 4. Anna Paulowna kwam niet op tegen Texel 2. Spelen de Polderschen niet meer? De stand is; Wieringenvaard 18 15 2 1 9630 32 Breezand 18 13 2 3 74—29 28 J.V.C. 17 11 1 5 71-40 23 D.O.S.K.O. 17 8 4 5 64—42 20 Sparta 2 17 6 2 9 41—52 14 Succes 2 16 6 0 10 50-44 12 Texel 2 16 5 0 11 325-4 10 Helder 4 16 4 2 10 3A-61 8l) H.R.C. 4 14 2 1 11 11—81 5 Anna Paulowna 13 3 1 9 2765 3a) Helder 4 2 verliespunten. a)' Anna Paulowna 4 verliespunten. 3e klasse. D.E.S. deed aardig werk door tegen Helder 5 een gelijk spel (33) te bewerkstelligen. Onder protest van Helder, hoorden we zeggen. Voor Breezand 2 zal Ut wel als muziek in de ooren geklonken hebben. Breezand 2 11 7 3 1 45—18 17 D.O.S.K.O. 2 12 8 1 3 70—16 17 Helder 5 10 6 2 9 38—17 14 D.E.S. 10 4 2 4 31—26 10 Succes 3 9 2 2 5 18—21 6 Wieringenvaard 2 11 3 8 22—48 6 Anna Paulowna 7 0 0 7 4—89 0 K. N. V. B. 3e klasse. Helder leed in haar laatsten wedstrijd nog een smo- delijke nederlaag tegen Q.S.C. (1—5). De eindstand is hier: De Volewijckers 18 14 2 2 70—31 30 De Kennemers 18 13 3 o 58—29 29 o.s.v. 18 11 O 5 61—35 24 A.P.G.S. 18 8 4 6 53-47 20 Q.S.C. 18 6 4 8 37-41 16 Helder 18 7 1 10 46—58 15 K.V.V. 18 6 O 10 2936 14 Mcervogels 18 5 2 11 34—62 12 Assendelft 18 4 3 11 43-61 11 Purmersteijn 18 3 3 12 37—68 9 zijwegen hun snelheid te verminderen, en dan nog met een lachend uitdagende stem. „Wel, Asschepoetster, verlang je nog niet naar huls terug?" Ze wenschte om de een of andere onverklaarbare reden dat -hij haar niet telkens Asschepoetster noemde, maar achtte het een grove onwellevendheid hem dat te verzoeken. In plaats daarvan, schonk ze hem een glimlachje van erkentelijkheid. „Waarom? Ik vind het verrukkelijk!" zei ze. „Nu, dan zullen we hier van den straatweg afslaan," lachte hij. „Ik stel voor, onder een boom wat te gaan uitrusten." Haar stemming veranderde onmiddVlijk. „O, maar natuurlijk! Ge zijt vermoeid!" zei ze. „Hoe zelfzuchtig van mij er niet om te denken." „Neen, bepaald vermoeid ben ik niet," antwoordde hij. „We gaan spoedig weer verder. Hoe laat moet je thuis zijn?" „Ja, maar daar geef ik niet om," zei ze. „O, wat een mooie laan is dat! Laten we die inslaan." Hij liet den auto gedwee de wending maken en ze bevonden zich in een smalle zijlaan, waar de lucht met lentegeuren bezwangerd was en heggen met jong groen den weg aan weerskanten omzoomden. „Is dat niet prachtig!" riep Charmaine uit. „Heerlijk!" zei Sir Robert. En tot haar volkomen verbazing liet hij den auto stil houden, bukte zich doodbedaard over haar heen en kuste haar op de lippen. Ziezoo!" zei hij, „daarnaar heb ik gesmacht, vanaf het oogenblik waarop we wegreden." „O!" hijgde Charmaine, tusschen verbazing en veront waardiging heen en" weer geslingerd. Hij zag haar lachende aan, zijn gezicht nog vlak bij het hare. „Het is niets, beste meid," zei hij. „Het bo- teokent alleen dat ik doodelijk verliefd op je ben, meer niet. Je geeft er niet om, niet waar?" „O, ja, dat doe ik wel!" stamelde Charmaine, nu ont steld en angstig. „Ik houd er niet van. Het is niet zoo als het behoort. Doe het alsjeblieft nooit weer!" „Ik mag dus niet?" zei hij. „Maar, waarom niet? Wat voor kwaad steekt er in een kus? En je bent nog zoo'n jong ding ook. Ik zou zeggen dat iedereen je kussen wil als hij er kans toe ziet, niet?" „Neen!" zei Charmaine. „Neen! Volstrekt niet. En ik wil het niet hebben ook. Als ik u verzoeken mag, doe het dan nooit, nooit weer." „Ook al goed!" lachte hy. „Niet tot den volgenden keer! Ik zal oen sigaret aansteken, alleen om me zoet te hou den. Jij ook een?" PROGRAMMA ZONDAG A.S. 2e klasse: Succes 2Texel 2; H.R.C. 4Helder Anna PaulownaOudesluis 1. 3e klasse: Breezand 2Helder 5. „Alg. Sportblad". Q.S.C.—Helder, 5—1. De witten hebben 't seizoen dus besloten met een flinke nederlaag; hoewel de cijfers een sprekende meerderheid van de Wormerveerders doen vermoe den, is dit toch niet 't geval geweest. De waarheid is dat de gastheeren voor de rust sterk in de meerder heid en de witten daarna overheerschend waren, maar terwijl Q.S.C. alles meeliep, had Helder abso luut ongeluk, waarbij nog komt, dat de Q.S.C.-doel- verdediger waarlijk schitterend werk verrichtte. Daar men Helder II onverzwakt had willen laten uitkomen, verscheen het eerste als volg in 't veld: Kossen Janmaat Bodenstaff Amersfoort Mulder Spigt Wolters Veen Ort A. Bak De Boer De doelman van Helder III heeft niet onverdienste lijk zijn opwachtinig gemaakt. Van de vijf doelpun ten had hij alleen 't laatste kunnen voorkomen, maar hier tegenover staat, dat hij verschillende andere keeren prachtig gered heeft. Het oude backstel was weer aanwezig, maar kon zijn meerderheid ten op zichte van 't Helder II-duo niet bewijzen. Bij deze laatste twee waren de Wormerveerders nu zeker geen vijf doelpunten rijker geweest, daar zij de fout van Janmaat-Bodenstaff niet aanvallen zeker niet maken. De middellinie was wel voldoende, alleen is de spil veel te wispelturig. De voorhoede was, wat samenspel aangaat, wel goed, maar het alles beslis sende schot moest alleen van Ort komen en deze was erg ongelukkig. Q.S.C. mag met het behaalde succes blij zijn; de overwinning is voornamelijk te danken aan de ach terhoede: keeper en backs waren in orde. De mid dellinie was matig en de voorhoede moest 't ook hier van den midvoor hebben; deze was echter beter op schot dan Ort. Helder trapt tegen wind af; Q.S.C. neemt direct 't heft in handen en reeds in de eerste minuten vallen er gevaarlijke oogcnblikken voor 't doel van de gas ten voor. Van alle spelers heeft Bodenstaff echter het eerst de richting te pakken, alleen maar de ver keerde voor Helder; als de Q.S.C.-linksbuiten voorzet, hakt de witte back gracieus in eigen doel (1—0); Eenige annvallen van Helder blijven door „sloffen" van den Q.S.C.-keeper zonder resultaat. Aan den an deren kant doen de gastheeren het beter. De links buiten schiet nl keihard in en tegen den binnenkant van de paal, is 't 2—0; vlak daarop brengt de Q.S.C.- midvoor den bal binnen strafschopgebied en maakt met een schitterend schot 30. Nu wordt Q.S.C. door de vinnige aanvallen der gasten teruggedrongen en 't duurt niet lang of Ort knalt uit een voorzet van Veen meteen in, 3—1. De rest van den tijd blijft Q.S.C. in de meerderheid, maar ze haalt niet meer dan een. „Neen, dank u," zei Charmaine. „Ik zou nu... ik zou nu het liefst naar huis teruggaan, als het u hetzelfde is," „Zeg, hoor eens," kwam hij daar tegenop. „Je bent toch niet opeens boos geworden? Wat heb je nu? De meeste meisjes doen het dolgaarne. En dan, ik bedoelde alleen maar vriendelijk tegen je te zijn." Zij wendde het gezicht van hem af, want ze was op het punt ln tranen uit te barsten. „Ik ben niet zooals de meeste meisjes," zei ze met gesmoorde stem. „Wilt ge me alstublieft weer thuis brengen?" „O, als je dat verlangt, natuurlijk," zei hij. „Maar weet je, het is toch een beetje onredelijk van je .zoo'n kleinig heid zoo zwaar op te nemen." „Ik ben niet boos," antwoordde Charmaine, met zich zelve in tweestrijd. „Dat is het niet. Ge zijt zeer vrien delijk geweest Alleen alleen ik zou het voor den tweeden keer niet dulden," „Van mij niet, wil je daarmee zeggen?" vroeg hij. De beperkte ruimte in de auto maakte nauwe aanra king onvermijdelijk, maar toch schoof Charmaine, als een verschrikte muis, zoover mogelijk in haar hoekje te rug. „Dat is het niet!" herhaalde zij, met klimmende hef tigheid. „Alleen heb ik nu ingezien dat ge tot de licht- zinnigen behoort. Het spijt me zoo. Ik had het eerder moeten begrijpen." Hij begon luidkeels te lachen, zij het dan ook eenigs- zins spijtig. „Noem mij dadelijk een ploert en laat het tusschen ons uit zijn!" zei hij .„Hoor eens, het spijt me ontzei tend. Kijk toch niet zoo angstig! Ik wilde je niet van streek maken, op mijn woord niet. Zeg dat je me vergeeft" Zij schudde het hoofd en vermeed het hem aan te zien „Het ongelijk is aan mij, niet aan u!" verklaarde zij, ta melijk in verwarring. „Het is mijn schuld, omdat ik met u meegegaan ben. Ik wou dat ik het nagelaten had." Ingehouden tranen waren oorzaak dat haar stem trilde „Maar gedane zaken nemen geen keer. Het is nu te laat. Sir Robert, breng me alstublieft dadelijk thuis!" „Noem mij Baba, net als de anderen," zei hij, overtui gend. „En zeg me eens. waarom het te laat is? Je bent niet levenslang bezoedeld, omdat een slechte man je een kusje ontstal, niet waar? Je zult je er overheen zetten. Kom, laat mij je eens aankijken je kunt er in 't ge heel niets van zien, dat verzeker ik je." „Maar ge zult me nu dadelijk thuisbrengen, niet waar?" hield Charmaine aan, want ze voelde dat deze verkeerde handeling van haar onmiddellijk hersteld moest worden, anders zou de betoovering verbroken zijn. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 5