SchagerCourant
Het Altaar der Eer
SPORT |cf
VAN ZONDAG
Tweede Blad.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
ft
Woensdag 12 Maart 1930.
73ste Jaargang. No. 8627
VOOR DEN POLITIERECHTER.
Zitting van Maandag 10 Maart 1930.
EEN KLANTJE, DAT ALS KIESPIJN GEMIST
KON WORDEN.
Geëscorteerd door twee elegante cavaliers, gestoken
in de imponeerende uniform der rij ksveld wacht, werd
heden als eerste cliënte ter politierechters-strafzitting
aangevoerd de 18-jarige Catharina Maria K., thans ver
toevende in het bekende Rijkspension, de bekende flat
woning met koud en warm water, centrale keuken met
volledige bediening, machinale brei-inrichting enzoo-
voort, te Rotterdam, ten einde een kleine schuld aan de
gerechtigheid door 6 maandsche retraite te vereffenen.
Mej. Cathrien, die op 18-jarlgen leeftijd reeds meer
sensationeele avonturen beleefde, dan menige inwoon
ster van de „Pius-stichtlng" op haar zeventigste, bevond
zich op 4 Maart in de woonwagen met haar „vriend" en
handelsvennoot te Wognum, ter aanbieding van haar
courante koopwaaT en zag toen kans, uit de toonbank
lade in den winkel van den hger Hoogkarspel een bedrag
weg te flikken, welke gezegende greep, onder de auspi
ciën van haar amant, die niet lang aarzelde de op
brengst in zijn eigen beurs te steken, haar thans weder
om in aanraking bracht van den strafrechter. Het meis-
je, dat er ondanks haar bloeienden leeftijd, hoewel niet
onaardig, reeds verouderd en verweerd uitziet, erkende
het feit zeer openhartig en maakte blijkbaar geen on-
gunstigen indruk.
De mogelijkheid, dit dwalende zieltje alsnog te redden,
schijnt nog niet geheel buitengesloten. Het genootschap
zal er zich voor spannen en reeds direct had de heer
Wiggers, de reclasseringsambtenaar met het verwaar-
loosde kind een voorbereidende conferentie. Op 7 April
zal de zaak dan worden voortgezet. De Rotterdamsclie
R.K. Reclasseering heeft ook haar medewerking toege
zegd, dus hopen wij, waar het Rijk der Hemelen zulk
krachtig geweld wordt aangedaan, dit edel streven
goede vruchten moge voortbrengen.
NA VEEL ANGST EN BENAUWDHEID TE HEBBEN
DOORSTAAN, KON PIET ALS VRIJ MAN MET
i i MOEDER DE VROUW HUIS TOE GAAN.
Onlangs stond terecht het landbouwertje Piet Bakker
uit Hem-Venhuizen, die in September 1929 te Lutje
broek met zekeren heer Mantel over geldelijke aange
legenheden kwestie had gekregen en hem toen zou
hebben mishandeld. Een broer van Piet verscheen toen
als getuige ten voordeele van verdachte en beweerde
onder eede den persoon te zijn geweest, die Mantel had
geslagen. Toen hij, als verdacht van meineed, geducht
aan den tand werd gevoeld, maakte hij zich zoo over
stuur, dat hij in katzwijm viel en door het dienstdoend
rechtbank-personeel moest worden overeind gesjouwd.
De zaak werd echter toen geschorst en tegen broer Jan
proces-verbaal opgemaakt. Het scheen echter, dat dit
onderzoek op nul komma nul uitdraaide, althans ver
scheen Piet heden opnieuw voor den Politierechter, door
wien hij, na verhoor van zijn echtgenoote en een 14-
jarigen knaap, Jan Bakker, die eensluidend verklaar
den, dat Piet niet had geslagen, op voorstel van den
Officier, die alle kans om Piet er tusschen te lijmen,
hopeloos verkeken zag, met vlag en wimpel vrijgespro
ken. Piet wilde zijn dagvaarding nog teruggeven, maar
die mocht hij houden, cm als souvenir aan zijn recht
bank-emoties in een lijstje te zetten en op te hangen
als wandversiering.
En als ze het dan onder het pandoeren over Klunder
en Theunissen hebben, dan kan hij met breed gebaar op
het „skilderoitje" wijzen en vol trots zeggen: Ze wouwe
moin ok an de galleg hewwe, maar te donder jong, ik
ben ze nag te glad of weest, reken maar!
DE VINGEREN VAN DEN CHAUFFEUR WAREN
j MET SIJSJESLIJM BESTREKEN.
De 26-jarige heer Cornelis T., te Alkmaar, indertijd
dienstbaar als chauffeur op de autobus-onderneming
AlkmaarOudkarspel van de firma Kok, Tuinman en
Willeen, had meer dorst dan hij van zijn inkomen als
man en vader kon overhouden en verschafte zich toen
op onrechtmatige wijze vermeerdering van inkomen, door
FEUILLETON
cloor
Er HEL M. DELL.
10.
Marie, die buiten deur was blijven staan, beschouwde
haar van het hoofd tot de voeten. „Mademoiselle!" zei
ze, met verwijt in haar stem, „hebt ge geen négligé?
Moet ge met uw nieuwe japon op bed gaan liggen?"
„O, wat spijt het me! Ik vergat het," zei Charmaine.
Ze bracht haar handen naar haar gloeiende wangen als
om de scherpe aandacht van Marie te ontgaan. „Ik ver
gat het heusch." zei ze verontschuldigend.
De strengheid van Marie viel van haar af. „La, la!" zei
ze met een schouderophalen. „De arme Marie zal de
japon moeten opstrijken, dat is het eenige."
„Ik zal het zelf doen," zei Charmaine. „Maar nu dien
ik te gaan', niet waar?"
„Ik ging niet zelf, als ik u was," zei Marie, maar aan
gezien Charmaine reeds buiten het bereik van haar
stem was, besloot ze het meisje naar de telefoon te
volgen.
Charmaine was reeds op verontschuldigenden toon
aan het spreken. „Hallo, ik heb zoo'n spijt dat ik u zoo
lang moest laten wachten. Met wie spreek ik, als ik vra
gen mag?"
Een opgeruimde stem gaf haar het antwoord. „Hallo,
Asschepoetster! Ben jij het? Zeg eens, heb je al plan
nen voor vanavond?"
„O neen!" zei Charmaine, „Dat wil zeggen ik be
doel ik had in 't geheel geen plan uit te gaan."
„Dat komt goed uit. Maak dan nu een plan!" riep de
stem lachende terug. „Binnen twee minuten ben ik aan
je deur om je voor een ritje in mijn race-wagen af te
halen. Bevestig je hoed dus stevig op je hoofdje, want
wo zullen een vaartje nemen."
De hoorn werd opgehangen, en Charmaine stond een
weinig versuft te kijken.
„Dat... dat moet Sir Robert Blakeley geweest zijn," zei
ze, op haar beurt den hoorn ophangende. „Hij komt me
in zijn auto halen. Hij liet me den tijd niet om neen te
zeggen."
Ze sprak een weinig in twijfel, als verwachtte zij dat
Marie haar veto over het plannetje zou uitspreken,
maar nu vlug bij zichzelve overleg gepleegd te hebben.
met de passagierskaartjes te knoeien en ontvangend geld
van uitgegeven plaatsbewijzen achterover te drukken.
Een manipulatie, die hij slechts korten tijd met suc
ces kon volhouden en na gedane ontdekking het treu
rige maar wel te voorziene gevolg had, dat hij aan den
dijk werd gezet met een strafvervolging in 't droevig
verschiet.
Hij stond dan ook heden terecht, doch het scheen wel,
dat Cornelis met de ontvangen les zijn moreel voordeel
had gedaan en zijn houding in zijn voordeel had herzien,
vooral wat betrof zijn ongeregelde begeerte naar alco
holische ververschingen. Hij had nu weer een tamelijk
goede betrekking als vrachtautobestuurder en Was vol
komen bereid het geldelijk nadeel, begroot op f 158.88
aan de firma Kok, Tuinman en Co. te vergoeden. De
politierechter zijnerzijds deed ook een stapje nader en
veroordeelde Cornelis voorwaardelijk tot 2 maanden met
2 proefjaren, in welken tijd de financieele schade moet
zijn vergoed, terwijl de R.K. reclasseering wordt belast,
gedurende dien proeftijd met dezelfs verplichtingen, op
den reclassant een wakend oogje te houden. Moge hij
dus sterk zijn en blijven!
WEL JAZZBAND EN OPERA EN CARNAVALSPRET,
MAAR NETJES DEN DUIM OP HET
LAADGAT GEZET.
De te Alkmaar woonachtige heer Ernst H. J. K., was
absoluut geen tegenstander van Radiogenot, maar
voelde er minder voor, de firma Kool, die hem dit ge
not tegen een matige vergoeding door aansluiting bij
haar distributiebedrijf, kon verschaffen, behoorlijk te
honoreeren. Hij wist er als ervaren radio-amateur wat
anders op te vinden, door zijn perceel aan te sluiten
buiten kennisneming der firma, welk lumineus idee hem
echter ook aansluiting met den politierechter verschafte,
de hem door het opleggen van f 15 boete of 15 dagen
duidelijk maakte, dat hij gevoegelijker aan de firma Kool
de zeer billijke aansluitingskosten, f 2.50, had kunnen
voldoen.
Zijn handigheid bracht niets hem op.
Hij vond geen voordeel, maar een strop.
EEN PIEREMENT, DAT ALLEEN EEN LIED VAN
ELLENDE SPEELDE.
De ruim 50-jarige heer Cornelis Kramer, caféhouder
te Den Helder, besloot na rijp beraad wat meer leven
in de brouwerij te brengen en verschafte zich uit Rot
terdam op afbetaling een automatisch orchestrion, ook
wel pierement genaamd in dergelijke muzikale kringen
aan, in de hoop vele nieuwe klanten naar zijn café te
lokken. Helaas voldeed dit pierement niet aan de hoog-
gestelde verwachtingen en schreef de heer Kramer naar
Rotterdam aan den leverancier, het muziekinstrument
maar weer weg te halen. Als resultaat van dit schrijven,
verschenen echter in den laten avond van 14 November
een drietal op heeren gelijkende personen," per auto ge
arriveerd, die zach in het café van den heer Kramer
gedroegen als ware kannibalen. De als worstelaar of
bokser weinig beduidende heer Kramer was geheel
weerloos overgeleverd aan de, luimen van zijn bezoekers,
die bleken een drietal Rotterdamsche kasteleins te zijn.
Ze deden wat ze verkozen, maakten een grove vertee
ring, en wel tot een bedrag van meer dan 17 gulden,
rookten de beste sigaretten, de fijnste Clisma's rondo
van 2 spie en om de kroon op het werk te zetten, ver
nielde de aanvoerder van dit fijne trio nog een stuk
of 5 bierglazen die hij op den grond tot gruis vermorzel
de. Natuurlijk werd geen cent voor verteering of schade
vergoeding afgeschoven.
Of de heer Kramer ook plezier van zijn pierement
beleefde.
De bierglazenbreker, die voor den rechter-commlssa-
rls alles had ontkend en beweerde, den heer Kramer ook
niet voor 2 centen te hebben benadeeld, moest heden
terecht staan, doch was zeker door nieuwe expedities
verhinderd. Het speet den Officier ten zeerste, dat hij
het heele gezelschap niet op de zondaarsbank had kun
nen werken, doch er waren helaas geen termen voor
te vinden geweest. Het stond echter wel vast, dat deze
menschen op schandelijke wijze warén opgetreden. De
Officier eischte dan ook tegen den vernieler J. G. v. d.
W. niet minder dan f 45 boete of 45 dagen. De politie
rechter was het volmaakt eens met dit requisitoir en
veroordeelde den Rotterdamschen slokjesbaas en „kunst
beschermer" tot f 40 boete of 40 dagen.
EEN VERZAMELAAR VAN HOOFDDEKSELS.
Een 23-jarig ingezetene van Wervershoof, met name
Paulus B., was op 'n mooien herfstavond naar Wognum
getrokken, waar hem in het café van den heer Over-
boom weer eens 'n pretje wachtte in den vorm van een
feestelijke verloting. Paulus liet zich niet onbetuigd en
was geregeld te vinden in de buurt van de tapkast en
geraakte daardoor zoo in de lorum, dat hij 's avonds
thuis kwam met 2 petten en een hoed, welke hoed later
bleek te behooren aan zekeren heer Swan, terwijl de
overcomplete pet het eigendom bleek te zijn van den
garagehouder Kuijp. Meneer Paulus, die wel wat meer
mocht letten op zijn verheven naamgenoot in den Hemel,
had het integendeel den laatsten tijd heel raar versierd
en dit was mede' een gewichtige reden, dat hij heden
terecht stond wegens diefstal van een hoed en een pet.
Hij is inmiddels al 'n beetje gekalmeerd en heeft de voor
hem ongeschikte motorbranche opgegeven. Paulus is nu
was Marie tot de gevolgtrekking gekomen, dat tusschen-
beide treden buiten haar bevoegdheid lag.
„Mademoiselle zal haar warmen mantel noodig heb
ben," zei ze alleen.
En voelend dat de zaak daarmee uitgemaakt was, leg
de Charmaine zich er onder verdere zwarigheden bij
neer. Ze had geen gelegenheid gehad om te weigeren,
en het zou wellevend zijn hem een vergeefschen rit te
laten maken.
Ze kleedde zich haastig aan, waarbij Marie haar be
hulpzaam was, en toen het geknetter van den motor
van den race-wagen de stilte van het plein kwam ver
storen ging ze 'reeds langs de trap naar beneden. In de
had kwamen zij elkaar tegen.
„Bij Jupiter!" riep Sir Robert. „Dat heb je vlug ge
daan! Je ziet er uit om te stelen!"
Zij aanvaardde zijn ongeveinsde bewondering met een
trilling, half van verlegenheid en half van verrukking.
Was ze inderdaad zoo mooi als iedereen haar vertelde?
„Bij Jupiter!" herhaalde hy, bijna onwillekeurig. ,Je
ziet er uit als een perzik, als het me veroorloofd is dat
te zeggen."
Zij lachte dat opgeruimde, trillende lachje, dat
ze sedert een paar dagen geleerd had. en dat in zijn
ongekunsteldheid en welluidendheid bijna als het ge
kweel van een vogel klonk.
„Ik zou meenen dat ge moogt zeggen wat ge wilt,
niet waar?" zei ze.
„Mag ik dat?" zei Sir Robert. „En mag ik ook doen
wat ik wil?"
Maar zelfs Charmaine gaf zich rekenschap dat de toe
stand zijn grenzen had. Misschien dat de begeerige blik
uit zijn oogen een waarschuwing voor haar inhield, al
werd ze eV niet volkomen door wakker geschud.
„O, wat dat betreft, geloof ik dat niemand die vrijheid
bezit, niet waar?"
De auto bezat geen portier; Charmaine moest over
den rand klimmen en liet zich op het bankje neer, waar-
'ioor zij in horizontale houding onder het instrumenten
bord kwam te zitten. Sir Robert schikte zich naast haar,
en het volgende oogenblik ontstond er een vervaarlijk
geknetter.
Er schenen nauwelijks meer dan een paar minuten
verloopen te zijn, of ze snelden reeds voort langs een
breeden weg, tusschen groen weiden, die zich tot in het
oneindige schenen uit te strekken. De snijdende lucht
ontnam haar bijna den adem, maar ze scheen iets prik
kelends te bezitten, dat als een opwekkend middel
werkte. Zij zoog ze tot diep in haar longen in, in de
zaligheid van hun snelle vaart den naast haar zittenden
man nagenoeg vergetende.
Hij sprak niet dan wanneer hij genoodzaakt was bij
druivenkweeker, geen fijne maar zoete. Hij werd nu
voorwaardelijk veroordeeld tot 2 maanden gev. met 2
proefjaren, maar zal, hoe zeer het hem ter harte gaat,
zijn biertjes, danspartijtjes en kermispretjes voorloopig
er aan moeten geven. De R.K. reclasseering is belast
om Paulus ln de gaten te houden en te zorgen dat hij
niet in de verleiding komt.
Want loop het mis met Pauwtje, wis krijgt hij een
knauwtje en wacht hem niet het druivendak, maar...
de bruineboonenbak!
DE SCHAGER VELDWACHTER OP ZWARE PROEF
GESTELD.
Onze goede heer Flapper, dienaar der gerechtigheid
te Schagen, heeft in avond van 14 Januari ongetwijfeld
een der zwaarste beproevingen van geheel zijn ambtelijk
leven moeten door maken. Hij calangeerde wegens
rijden zonder licht den bakker D. uit 't Zand. die lievelijk
naar jandoedel geurde en ontdekte hij nog meerdere ge
breken aan 's bakkers rijwiel en wel het gemis van een
bel en reflector. De bakker, blijkbaar niet zonder gewe
tenswroeging, deed een poging om Flapper's ambtelijke
plichten te ontwrichten en presenteerde hem verleidelijk
5 dubbeltjes als belooning, indien hij zijn proces-v,erbaal
ongemaakt liet. Toen Flapper met edele verontwaardi
ging den verleider het hoofd bood, en hem toebulderde
„vane satan... ga van mij" liet hij schijnbaar af en
verliet hem, doch deponeerde de 5 blanke beisies op een
paaltje, in de hoop, dat Flapper toch nog wel zou be
zwijken. De bakker zou ondervinden, wat het zeggen
wil, een vertegenwoordiger van het wettig gezag in ver
zoeking te brengen. Hij werd heden veroordeeld tot wel
40 pop boete of 40 dagen, tot afschrik van allen, die het
mochten wagen zijn afkeurenswaardig voorbeeld met 5
dubbeltjes te volgen.
DE VRIENDELIJKE VRIEND WERD SLECHT
BELOOND.
Een goedhartig arbeider uit Katwijk aan Zee. was zoo
beleefd zijn rijwiel in bruikleen af te staan aan den
koopman Nicolaas B. te Uitgeest, een sterk dranklievend
heerschap, die geen middel te goed acht om aan zijn
jeneverlust te voldoen. Hij kwam ook zijn belofte, het
karretje na gebruik in goede orde terug te brengen,
beslist niet na. doch verpatste het ten eigen bate, hoofd
zakelijk voor 'n extra slokje.
Thans, nu hij ter zake deze in September gepleegde
minderwaardige verduistering terecht stond, bevond hij
zich in het huis van bewaring, om de hem opgelegde
straf, 21 dagen hechtenis, wegens openbare dronken
schap uit te brommen. De man is bovendien herhaalde
lijk veroordeeld ter zake vermogensdelicten, oorzaak
drank. Hij kon nu zijn register weer met een postje
verrijken en wel van 2 maanden, hem heden door den
politierechter opgelegd.
Niets meer aan de orde, 't was voor niemand een kruis,
De zitting gesloten en de pers ging naar huis.
N. H. V. B.
HollandiaN.H.V.B.-elftal, 4—4.
Het vooiioopige N.H.V.B.-elftal was de gast van
Hollandia. Voor rust was de goede combinatie bij de
gomengden nog zoek, zoodat Hollandia een 3—0 voor
sprong kon verkrijgen. Na rust evenwel werd met
meer overleg gespeeld, zoodat een ware druk op het
Holl. doel werd uitgeoefend, waaruit door pech
slechts 4 punten ontstond. Hollandia scoorde ook nog
eenmaal, zoodat het einde met een 41 gelijk spel
kwam.
2e klasse.
Breezand beëindigde met een 80 overwinning op
H.R.C. 4. Ook J.V.C. behaalde een groote overwinning
nl.. 7—0 op Helder 4. Anna Paulowna kwam niet op
tegen Texel 2. Spelen de Polderschen niet meer? De
stand is;
Wieringenvaard
18
15
2
1
9630
32
Breezand
18
13
2
3
74—29
28
J.V.C.
17
11
1
5
71-40
23
D.O.S.K.O.
17
8
4
5
64—42
20
Sparta 2
17
6
2
9
41—52
14
Succes 2
16
6
0
10
50-44
12
Texel 2
16
5
0
11
325-4
10
Helder 4
16
4
2
10
3A-61
8l)
H.R.C. 4
14
2
1
11
11—81
5
Anna Paulowna
13
3
1
9
2765
3a)
Helder 4 2 verliespunten.
a)' Anna Paulowna 4 verliespunten.
3e klasse.
D.E.S. deed aardig werk door tegen Helder 5 een
gelijk spel (33) te bewerkstelligen. Onder protest
van Helder, hoorden we zeggen. Voor Breezand 2 zal
Ut wel als muziek in de ooren geklonken hebben.
Breezand 2
11
7
3
1
45—18
17
D.O.S.K.O. 2
12
8
1
3
70—16
17
Helder 5
10
6
2
9
38—17
14
D.E.S.
10
4
2
4
31—26
10
Succes 3
9
2
2
5
18—21
6
Wieringenvaard 2
11
3
8
22—48
6
Anna Paulowna
7
0
0
7
4—89
0
K. N. V. B.
3e klasse.
Helder leed in haar laatsten wedstrijd nog een smo-
delijke nederlaag tegen Q.S.C. (1—5). De eindstand
is
hier:
De Volewijckers
18
14
2
2
70—31
30
De Kennemers
18
13
3
o
58—29
29
o.s.v.
18
11
O
5
61—35
24
A.P.G.S.
18
8
4
6
53-47
20
Q.S.C.
18
6
4
8
37-41
16
Helder
18
7
1
10
46—58
15
K.V.V.
18
6
O
10
2936
14
Mcervogels
18
5
2
11
34—62
12
Assendelft
18
4
3
11
43-61
11
Purmersteijn
18
3
3
12
37—68
9
zijwegen hun snelheid te verminderen, en dan nog met
een lachend uitdagende stem.
„Wel, Asschepoetster, verlang je nog niet naar huls
terug?"
Ze wenschte om de een of andere onverklaarbare
reden dat -hij haar niet telkens Asschepoetster noemde,
maar achtte het een grove onwellevendheid hem dat
te verzoeken. In plaats daarvan, schonk ze hem een
glimlachje van erkentelijkheid.
„Waarom? Ik vind het verrukkelijk!" zei ze.
„Nu, dan zullen we hier van den straatweg afslaan,"
lachte hij. „Ik stel voor, onder een boom wat te gaan
uitrusten."
Haar stemming veranderde onmiddVlijk. „O, maar
natuurlijk! Ge zijt vermoeid!" zei ze. „Hoe zelfzuchtig
van mij er niet om te denken."
„Neen, bepaald vermoeid ben ik niet," antwoordde hij.
„We gaan spoedig weer verder. Hoe laat moet je thuis
zijn?"
„Ja, maar daar geef ik niet om," zei ze. „O, wat een
mooie laan is dat! Laten we die inslaan."
Hij liet den auto gedwee de wending maken en ze
bevonden zich in een smalle zijlaan, waar de lucht met
lentegeuren bezwangerd was en heggen met jong groen
den weg aan weerskanten omzoomden.
„Is dat niet prachtig!" riep Charmaine uit.
„Heerlijk!" zei Sir Robert.
En tot haar volkomen verbazing liet hij den auto stil
houden, bukte zich doodbedaard over haar heen en kuste
haar op de lippen.
Ziezoo!" zei hij, „daarnaar heb ik gesmacht, vanaf
het oogenblik waarop we wegreden."
„O!" hijgde Charmaine, tusschen verbazing en veront
waardiging heen en" weer geslingerd.
Hij zag haar lachende aan, zijn gezicht nog vlak bij
het hare. „Het is niets, beste meid," zei hij. „Het bo-
teokent alleen dat ik doodelijk verliefd op je ben, meer
niet. Je geeft er niet om, niet waar?"
„O, ja, dat doe ik wel!" stamelde Charmaine, nu ont
steld en angstig. „Ik houd er niet van. Het is niet zoo
als het behoort. Doe het alsjeblieft nooit weer!"
„Ik mag dus niet?" zei hij. „Maar, waarom niet? Wat
voor kwaad steekt er in een kus? En je bent nog zoo'n
jong ding ook. Ik zou zeggen dat iedereen je kussen
wil als hij er kans toe ziet, niet?"
„Neen!" zei Charmaine. „Neen! Volstrekt niet. En ik
wil het niet hebben ook. Als ik u verzoeken mag, doe het
dan nooit, nooit weer."
„Ook al goed!" lachte hy. „Niet tot den volgenden keer!
Ik zal oen sigaret aansteken, alleen om me zoet te hou
den. Jij ook een?"
PROGRAMMA ZONDAG A.S.
2e klasse: Succes 2Texel 2; H.R.C. 4Helder
Anna PaulownaOudesluis 1.
3e klasse: Breezand 2Helder 5.
„Alg. Sportblad".
Q.S.C.—Helder, 5—1.
De witten hebben 't seizoen dus besloten met een
flinke nederlaag; hoewel de cijfers een sprekende
meerderheid van de Wormerveerders doen vermoe
den, is dit toch niet 't geval geweest. De waarheid is
dat de gastheeren voor de rust sterk in de meerder
heid en de witten daarna overheerschend waren,
maar terwijl Q.S.C. alles meeliep, had Helder abso
luut ongeluk, waarbij nog komt, dat de Q.S.C.-doel-
verdediger waarlijk schitterend werk verrichtte.
Daar men Helder II onverzwakt had willen laten
uitkomen, verscheen het eerste als volg in 't veld:
Kossen
Janmaat Bodenstaff
Amersfoort Mulder Spigt
Wolters Veen Ort A. Bak De Boer
De doelman van Helder III heeft niet onverdienste
lijk zijn opwachtinig gemaakt. Van de vijf doelpun
ten had hij alleen 't laatste kunnen voorkomen, maar
hier tegenover staat, dat hij verschillende andere
keeren prachtig gered heeft. Het oude backstel was
weer aanwezig, maar kon zijn meerderheid ten op
zichte van 't Helder II-duo niet bewijzen. Bij deze
laatste twee waren de Wormerveerders nu zeker geen
vijf doelpunten rijker geweest, daar zij de fout van
Janmaat-Bodenstaff niet aanvallen zeker niet
maken. De middellinie was wel voldoende, alleen is
de spil veel te wispelturig. De voorhoede was, wat
samenspel aangaat, wel goed, maar het alles beslis
sende schot moest alleen van Ort komen en deze
was erg ongelukkig.
Q.S.C. mag met het behaalde succes blij zijn; de
overwinning is voornamelijk te danken aan de ach
terhoede: keeper en backs waren in orde. De mid
dellinie was matig en de voorhoede moest 't ook hier
van den midvoor hebben; deze was echter beter op
schot dan Ort.
Helder trapt tegen wind af; Q.S.C. neemt direct 't
heft in handen en reeds in de eerste minuten vallen
er gevaarlijke oogcnblikken voor 't doel van de gas
ten voor. Van alle spelers heeft Bodenstaff echter
het eerst de richting te pakken, alleen maar de ver
keerde voor Helder; als de Q.S.C.-linksbuiten voorzet,
hakt de witte back gracieus in eigen doel (1—0);
Eenige annvallen van Helder blijven door „sloffen"
van den Q.S.C.-keeper zonder resultaat. Aan den an
deren kant doen de gastheeren het beter. De links
buiten schiet nl keihard in en tegen den binnenkant
van de paal, is 't 2—0; vlak daarop brengt de Q.S.C.-
midvoor den bal binnen strafschopgebied en maakt
met een schitterend schot 30. Nu wordt Q.S.C. door
de vinnige aanvallen der gasten teruggedrongen en
't duurt niet lang of Ort knalt uit een voorzet van
Veen meteen in, 3—1. De rest van den tijd blijft Q.S.C.
in de meerderheid, maar ze haalt niet meer dan een.
„Neen, dank u," zei Charmaine. „Ik zou nu... ik zou
nu het liefst naar huis teruggaan, als het u hetzelfde
is,"
„Zeg, hoor eens," kwam hij daar tegenop. „Je bent
toch niet opeens boos geworden? Wat heb je nu? De
meeste meisjes doen het dolgaarne. En dan, ik bedoelde
alleen maar vriendelijk tegen je te zijn."
Zij wendde het gezicht van hem af, want ze was op
het punt ln tranen uit te barsten. „Ik ben niet zooals
de meeste meisjes," zei ze met gesmoorde stem. „Wilt
ge me alstublieft weer thuis brengen?"
„O, als je dat verlangt, natuurlijk," zei hij. „Maar weet
je, het is toch een beetje onredelijk van je .zoo'n kleinig
heid zoo zwaar op te nemen."
„Ik ben niet boos," antwoordde Charmaine, met zich
zelve in tweestrijd. „Dat is het niet. Ge zijt zeer vrien
delijk geweest Alleen alleen ik zou het voor den
tweeden keer niet dulden,"
„Van mij niet, wil je daarmee zeggen?" vroeg hij.
De beperkte ruimte in de auto maakte nauwe aanra
king onvermijdelijk, maar toch schoof Charmaine, als
een verschrikte muis, zoover mogelijk in haar hoekje te
rug. „Dat is het niet!" herhaalde zij, met klimmende hef
tigheid. „Alleen heb ik nu ingezien dat ge tot de licht-
zinnigen behoort. Het spijt me zoo. Ik had het eerder
moeten begrijpen."
Hij begon luidkeels te lachen, zij het dan ook eenigs-
zins spijtig. „Noem mij dadelijk een ploert en laat het
tusschen ons uit zijn!" zei hij .„Hoor eens, het spijt me
ontzei tend. Kijk toch niet zoo angstig! Ik wilde je niet
van streek maken, op mijn woord niet. Zeg dat je me
vergeeft"
Zij schudde het hoofd en vermeed het hem aan te zien
„Het ongelijk is aan mij, niet aan u!" verklaarde zij, ta
melijk in verwarring. „Het is mijn schuld, omdat ik met
u meegegaan ben. Ik wou dat ik het nagelaten had."
Ingehouden tranen waren oorzaak dat haar stem trilde
„Maar gedane zaken nemen geen keer. Het is nu te laat.
Sir Robert, breng me alstublieft dadelijk thuis!"
„Noem mij Baba, net als de anderen," zei hij, overtui
gend. „En zeg me eens. waarom het te laat is? Je bent
niet levenslang bezoedeld, omdat een slechte man je een
kusje ontstal, niet waar? Je zult je er overheen zetten.
Kom, laat mij je eens aankijken je kunt er in 't ge
heel niets van zien, dat verzeker ik je."
„Maar ge zult me nu dadelijk thuisbrengen, niet
waar?" hield Charmaine aan, want ze voelde dat deze
verkeerde handeling van haar onmiddellijk hersteld
moest worden, anders zou de betoovering verbroken zijn.
Wordt vervolgd.