AI111111 Kinis-
COURANT.
Aiminüt- LulMlii.
Het Altaar der Eer
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Sproeten komen vroeg in
het voorjaar, koop tijdig een pot
Sprutol. Bij alle Drogisten.
Donderdag 13 Maart 1930.
ceie
73ste Jaargang No. 8628
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent ADVBBTEN-
TIëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting van Dinsdag 11 Maart 1930.
Uitspraken van 4 Maart
J. F. M. H., Castricum, overtreding Tabakswet, f 100
boete of 10 dagen.
Gerrit B., slager, Hoogwoud, verzuimde aangifte ac
cijns, f 20 boete of 10 dagen.
Willem P., Urk, niet voldoen aan het sein om bij te
draaien Cvisitatieweigering).
Nieuwe Zaken.
GEEN AFSCHEID VOOR EEUWIG, MAAR TOT
WEDERZIENS.
De eerste zaak, die ons edelachtbaar college voor de
neus werd gedraaid, zag er tamelijk gevaarlijk en lang
dradig uit want het betrof een auto-ongeval te Hoog-
karspel, alwaar de caféhouder Lourens VI., een auto
besturende, zekeren heer Vriend nogal niet zachtzinnig
had aangereden. Het betrof hier dus een schuldmlsdrijf,
het door schuld teweegbrengen van zwaar lichamelijk
letsel. Een verdediger, van wien bekend is dat hij graag
het onderste uit de juridische stroopkan wil likken, zou
mijnheer Lou verdedigen, geen wonder dus, dat een
zucht van verlichting onze overkropte boezem ontsnap
te, toen besloten werd de zaak tot de zitting van 29 April
aan te houden. Wie dan leeft, dan weer zorgt.
*N RUMOERIGE SCèNE IN DE ESTAMINET
„DE SCHELVISCH".
In het gerenommeerde café „De Schelvisch", vermoe
delijk met dezen weiklinkenden naam gedoopt, omdat
zoo dikwijls de klanten na hun bezoeken zoo helder uit
hun doppen kijken als 'n schelvisch, die 14 dagen lang
op/n heete stoof werd geëëxposeerd, te Zuidscharwoude,
was op zekeren avo'nd een vroolijk en levendig gezel
schap bijeen, waaronder ook behoorde de 20-jarige heer
Pieter Weel, welke heer echter spoedig zou ontwaren,
dat niets op deez' aard bestendig is, zooals het liedje
zegt. Hij werd op een of andere wijze gewikkeld in een
twist met de heeren gebroeders Jacob en Cornelis K.
en werd door deze heeren behandeld op een manier, die
geen aangename herinneringen achterliet.
Ter inleiding werd hij opgefrischt met een halve pint
Amstelpils, die de vurige Jaap hem tegen zijn stuivers-
jwstzegels kletste. Daarop werd hij onthaald op een ste
vige mep tegen zijn linkeroor, welke aanraking een
sterke prikkeling teweeg bracht. Op dit spannende
oogenblik meende broer Cornelis ook actief op te moe
ten treden en nam deze Piet wel zoo stevig in den nek,
dat een tusschen beiden tredend toeschouwer haast een
nijptang noodig had om de toegewrongen jat van Kees
los te wringen en Piet uit die krachtige greep te be
vrijden.
De heer Jacob en Cornelis, die veiligheidshalve door
den Officier voor de meervoudige rechtbank waren ge
daagd, gaven geen teeken van aanwezigheid, zoodat
moest worden aangenomen, dat zij niet waTen versche
nen. Deze omstandigheid had geen invloed op de behan
deling, doch bevorderde den vlotten gang van zaken,
FEUILLETON
door
ETHEL M. DELL.
li.
Hij zag haar geheimzinnig aan. „O, jawel, ik ral je
thuis brengen, maar geef me vijf minuten om op mijn
verhaal te komen! Het ls nogal een groote ontnuchte
ring voor me geweest. Ben je bijgeval in een klooster
opgevoed
Zij schudde het hoofd. „O, neen!"
„Waarom ben je dan zoo gauw op Ie teentjes ge
trapt?" vroeg hij, haar onder het aansteken van zijn
sigaret tersluiks aanziende.
Charmaine aarzelde. Nu de crisis voorbij was, voelde
ze zich tegenover hem oneindig meer op haar gemak,
maar ze voelde geen neiging hem tot haar vertrouwe
ling te maken.
„Dat weet ik waarlijk niet," antwoordde zij na eenig
nadenken, „Maar ik zou niet gaarne een vergissing be
gaan, en och, ik geloof dat ik voor zulke dingen te
streng opgevoed ben."
„Genadige goden! Dat zou ik ook eventjes denken."'
6temde hij in. „Maar. volgens mijn meening, geeft het
niet, de zaken al te streng op te vatten," liet hij na een
oogenblik volgen. „Geniet het leven zoolang je kunt, zie
daar mijn stelregel."
„Dal heb ik bemerkt," antwoordde Charmaine ernstig.
„Zullen we nu den terugweg inslaan?"
Hij loosde een diepen zucht van berusting en maakte
zich tol gehoorzamen gereed. „Wat ben je een dwinge
land!" zei hij. „Maar laat mij je één ding vertellen, As-
schcpcetster. Je zult nooit werkelijk genot smaken, als
jc zoo preutsch blijft. De raad, dien ik je geef, luidt, ge
niet zoolang je jong blijft. Je bezit niet de eeuwige
jeugd en schoonheid, onthoud dat wel
„Ben ik dan schoon?" vroeg Charmaine, verwonderd.
„Weel ge dat zeker?"
„Denk je soms dat Jk een vrouw zou willen kussen
die niet schoon was?" antwoordde Baba Zwartschaap
met een breeden grijns.
„O,' zei Charmaine tamelijk uit de hoogte, als was zij
door die gedachte beleedigd.
Tijdens den geheelen terugweg sprak ze geen woord,
maar zat stil, diep in eigen gedachten verzonken.
zoodat na verhoor der drie gedagvaarde getuigen al
spoedig tegen ieder f 50 boete of 50 dagen kon worden
gevorderd. A.s. week uitspraak, dus hebben de heeren
K. intusschen 'n mooie gelegenheid hun spaarpot eens
na te kijken.
VERDUISTERING IN DIENST DER POSTERIJEN.
Nadat een kwartiertje gepauzeerd was, om het juiste
uur van dagvaarding in te halen, stond terecht de heer
Joh. Tr. Ph. S., een 32-jarige brievenbesteller uit War-
menhuizen, aan wien was ten laste gelegd, dat hij einde
Dec. '29 of begin Januari '30 In kwaliteit van besteller
in dienst van den staat, zich wederrechtelijk had toe
geëigend een bedrag van f 15, hem ter hand gesteld
ter storting ten hulppostkantore te Warmenhuizen, door
mej. Wilhelmina Wilken, huisvrouw J. v. d. Schuur, aan
welke opdracht door hem niet was voldaan en welk geld
hij anders dan door misdrijf onder zich had. De ver-
dachte werd verdedigd door mr. Eecen, advocaat en
procureur te Oudkarspel. Toen mej. v. d. Schuur een
brief kreeg, handelende over de nog niet ontvangen
postwissel en zij hem daarover aansprak, beweerde hij
de verzending te hebben vergeten. Hij erkende dan ook
het geld ontvangen, doch niet verstuurd te hebben. Wel
had hij getracht het geld telegraphisch op te zenden,
doch dit gelukte niet. Voorts ontkende hij de bedoeling
te hebben gehad, zich het geld toe te eigenen. Het geld
had hij in een sigarenkistje gelegd en vergeten.
De heer J. H. Reijmers, kantoorhouder der posterijen
te Warmenhuizen, verklaarde, door zijn collega Stern
berg uit Schoorl te zijn opgebeld, die hem mededeelde,
dat een besteller uit zijn rayon een postwissel ter ver
zending had aangeboden. De besteller had volgens den
heer Reijmers geen geld mogen accepteeren zonder af
gifte van requ. Doch hij had beter gedaan het geld af
te dragen.
De verdachte beweerde daartegenover dat de direc
teur had voorgeschreven, dat geen geld zonder requ
mocht worden afgegeven. Verdachte had echter heel
goed het geld later kunnen verzenden, Indien hij dit
werkelijk vergeten was.
De heer Frans Sternberg, kantoorhouder te Schoorl,
eveneens als getuige gehoord, deelde mede, lat verdachte
op 6 Januari ten zijnen kantore een postwissel had aan
gebracht, wat getuige vreemd vond en waarover hij met
zijn collega te Warmenhuizen had getelefoneerd.
De heer Officier, requisitoir genomen hebbende, was
van meening, dat het overtuigende bewijs in deze zaak
er dikker oplag dan het wettelijke. De overtuiging, dat
verdachte zich dat geld wederrechtelijk had willen toe
eigenen, komt duidelijk naar voren en daarom doet het
den Officier genoegen, dat verdachte terecht staat, opdat
het publiek eens kan zien, hoe men aan „vergeetachtige"
postbeambten kan worden overgeleverd. De officier was
van meening, dat een dergelijk ambtenaar bij de post
niet op zijn plaats is. Voorts releveerde de officier, dat
verdachte zich te Andijk ook niet gunstig had onder
schelden en als de rechtbank hem soms mocht vrijspre
ken, dan had de officier in deze zaak het laatste woord
nog niet gesproken. Spreker geloofde trouwens van
die vergeetachtigheid niets en meende dat verdachte het
eene gat met het andere stopte. De officier achtte die
vergeetachtigheid hier niet aannemelijk en was er van
overtuigd, dat die vergeetachtigheid in elk geval later
was veranderd in kwaad opzet. Dat hij later naar
Schoorldam liep, pleit voor die opvatting. Spreker re-
quireerde ten slotte voor dit ernstige feit 4 maanden
WIJ BREIEN
en repareeren alle soorten Wollen Kleeding, Konsen
en Sokken, ook de allerfijnste. JAAP SNOR. Zuid
straat 15, DEN HELDER. Let op den gelen winkel.
Depot Schagen: C. de Moei, Noord.
HOOFDSTUK VI.
Raad.
„Lieve," zei Sylvia, .daar schrijft Lady Cravenstowe
mij om me te vragen of ze jou van mij mag leenen, zoo
als ze het uitdrukt, voor een bal bij Mevrouw Grar.ard,
den tienden aanstaande. Mevrouw Granard is haar
schoonzuster. Het is een jongeluispartij en ze biedt aan
je te chaperonneeren en je kunt dien nacht bij haar lo-
geeren. Zal ik het aannemen?"
„Of je het zult aannemen!" Reeds alleen bij het denk
beeld kende de verrukking van Charmaine geen gren
zen. „O, hoe lief van haar," eindigde zij.
„De tijd is nogal tamelijk kort slechts drie da
gen," merkte Sylvia op.
„Maar Sylvia" het gelaat van Charmaine betrok
eensklaps „ik kan niet behoorlijk dansen. Zou dut ge
ven?"
„Goede genade! Een geen klein beetje ook!" liep Syl
via uit. „Je zult eerst een paar danslessen moeten ne
men. Ik zal er Marie over spreken. Dat kan zij wel be
zorgen."
Aldus ging Charmaine, door Marie vergezeld, dien
middag naar haar eerste dansles bij Madame Valence,
en bleek ze binnen den kortst mogelijken tijd de vlugste
leerlinge te zijn, die ooit bij Madame dansen geleerd
had. Madame was zelfs zoo over haar in de wolken,
dat ze, toen zij hoorde dat Charmaine reeds over drie
dagen haar eerste bal zou bezoeken, aanbood haar de
twee voorafgaande avonden een uur extra-onderricht
te geven, waarbij ze het tevens op zich nam te zorgen,
zoo niet voor een ervaren danser, dan toch voor een
aantrekkelijk jongmensch, ten einde de kroon op dezen
korten tijd van training te zetten.
Charmaine hoopte in alle oprechtheid dat Sir Robert
Blakeley ndet tot de genoodigden van Mevrouw Granard
zou behooren. In haar binnenste liet zich een stem hoo-
ren, die haar zeer ernstig tegen hem waarschuwde. Hij
was een van de „lichtzinnigen" van wie Juffrouw
Dicker gesproken had, en ze bezat geen ervaring, waar
naar ze zich in haar behandeling van zoodanige mannen
kon richten. De herinnering aan zijn kus joeg een blos
van schaamte naar haar kaken een schuldig geheim,
dat hij zoo gaarne in vergetelheid had willen begraven,
ven. Ze zou zich nooit weer alleen aan zijn gezelschap
toevertrouwen. En er waren waarschijnlijk nog tal van
anderen zooals hij, voor wie ze zich eveneens In acht
moest nemen. Van één ding was zij overtuigd: dat Basil
Conister niet tot hen behoorde. Haar gedachten keerden
altijd naar hem, als naar een soort toevluchtsoord terug.
Hij was zoo betrouwbaar en vriendelijk, boewei nu
gevangenisstraf, na nog een staaltje van de vergeetach
tigheid van verdachte te hebben medegedeeld uit zijn vo
rige standplaats Andijk.
De verdediger, Mr. Eecen, vermeende, dat deze zaak
vertroebeld werd door gebeurtenissen, te Andijk afge
speeld. Verdachte had blijk gegeven van groote vergeet
achtigheid en het is toch wel mogelijk dat hij dit geld
werkelijk in het kistje had vergeten en in dit geval
zou het opzet niet bewezen zijn. Ook had hij op verschil
lende manieren getracht het geld te verzenden en kwijt
te raken. Ook had de juffrouw hem toestemming ver
leend het later over te maken. Iemand die eenigermate
zijn hersens gebruikt, kan toch als zeker aannemen, dat
zulk een verduistering niet verborgen zal blijven. Pleiter
beweerde voorts, dat verdachte het niet noodig had, het
eene gat met het andere te stoppen, daar hij ook als
stoffeerder een goed inkomen geniet Indien verdachte
zóó slecht stond aangeschreven, zou hij toch niet gehand
haafd zijn geworden na die geschiedenis te Andijk.
Dat de overtuiging zoo sterk naar voren kwam, kon
pleiter den officier niet toegeven. Dagelijks hooren we
staaltjes van verregaande verstrooidheid en de humo
ristische bladen staan er vol van. Pleiter concludeerde
ten slotte tot vrijspraak.
De officier, repllceerende, handhaafde zijn meening
omtrent verdachte en voerde nog aan ter staving van
zijn mesnlng, dat verdachte, toen mej v. d. Schuur hem
naar den postwissel .vroeg, aan die opdracht gevolg had
kunnen geven. Toen hij zulks niet deed, kan het opzet
worden geconstateerd. De officier persisteerde dus bij
zijn meening en requisitoir.
Pleiter merkte nog op, dat verdachte voortdurend
heeft getracht zich van het geld te ontdoen en hand
haafde wederlceerig zijn conclusie tot vrijspraak.
Verdachte bleef desgevraagd door mr. Muller beslist
ontkennen,dat zijn schulden hem het motief zouden
hebben gegeven, de verduistering te plegen. Hij gaf
echter toe, het geld van 1 Januari, toen hem op de niet-
verzending was attent gemaakt door mej. v. d. Schuur,
nog tot 5 Januari onder zich te hebben gehouden. Wél
had hij direct in Schoorlam geinformeerd of hij het geld
telegrafisch kon verzenden. Dit kon echter alleen te
Alkmaar en Bergen.
Uitspraak as. week.
KLAAS LIET ZIJN ENTREEKAARTJE VERLOOPEN.
De weled. heer Klaas Kr., 'n welbekende inboorling
van Egmond aan Zee, en voor korten tijd daar gevestigd
als blerbottelaar, had deze branche Inmiddels vaarwel
gezegd om redenen, waarover we maar niet zullen uit
wijden en zijn domicilie verplaatst naar LJmulden, alwaar
hij zich toelegde op de trollervlsscherij. Klaas had ech
ter nog een klusje op te knappen bij de Alkmaarsche
Rechtbank, die hem had veroordeeld wegens diefstal van
een paar sliklaarzen, die hij in een lollige bui had weg
genomen van het raamkozijn van den winkel van de
heeren Bijl In de Magdelenestraat te Alkmaar.
Klaas was tegen dit bij verstek gewezen vonnis in ver
zet gekomen dat nu zou worden behandeld, doch daar
hij nu niet aanwezig was, werd dit verzet vervallen ver
klaard en heeft Klaas de kosten van aanteekening: 1
sjoof of 100 koperen kerkbuulpennlngen ook verspeeld.
WEL DE KLOK-ZEEPAUTO, EN HET NUMMER
BORDJE, MAAR NIET DE CHAUFFEUR.
Op 19 Augustus 1929 werd te Bergen de werkman Hol-
lenberg, die zich rustig per rijwiel huiswaarts begaf,
eensklaps van achter aangereden door een groote zes-
cyllnder met zooveel kracht, dat Hollenberg van zijn
fiets werd afgeslingerd, 'n prachtvolle salto mortale ln de
lucht maakte en precies weer op zijn beentjes tereoht
kwam. Nog nooit heeft Jaap geweten, dat er zulk een
geweldige acrobaat in hem stak. Maar zijn rijwiel was
zwaar beschadigd en wie zou dat betalen, zoete lieve
Gerritje, want de auto reed door. Gelukkig waren een
herinnerde ze zich met welke oogen hij haar aangezien
had zij wist, dat ook hij haar schoon vond. En toen
ze er vervolgens aan dacht hoe spoedig ze hem zou
weerzien, doortrilde haar een warme gloed.
Marie was juist met het tollet van Charmaine voor
den grooten avond gereed gekomen, toen Sylvia binnen
trad, en een Charmaine aantrof, die, in soepel wit
gekleed, met schitterende oogen de weerkaatsing van
haar eigen beeld in den grooten spiegel bestudeerde,
beproevende zichzelve te zien zooals anderen haar zagen.
De stem van Sylvia in de kamer deed haar opschrik
ken, en het volgende oogenblik werden haar jeugdige
trekken door een warmen blos overtogen.
„O, Sylvia, zou ik een goed figuur slaan, denk je?"
vroeg ze.
„Ben je klaar?" vroeg Sylvia, een stap nader komen
de; toen brak ze in een welwillend lachje uit. „Wel. welk
een hervorming van het plattelandsche meisje! Lieve,
of je een goed figuur zult slaan. Het is duidelijk dat je
de belle van het bal zult zijn. Wat gelijk je toch sprekend
op je moeder!"
„Werkelijk?" De oogen van Charmaine straalden van
genot „Zij zij was zoo onvergelijkelijk schoon," mom
pelde zij.
„Nu, amuseer je zooveel je kunt" luidden de af
scheidswoorden van Sylvia. „En bezwijk niet voor den
eersten den besten! Denk er aan je te gedragen als
iemand die wat beteekent, en anderen zullen je op de
zelfde wijze bejegenen."
Tijdens haar kort alleen zijn ln den auto, die haar
naar het huis van Lady Cravenstowe bracht zat Char
maine over dezen raad na te denken, en kwam tot het
besluit dat ze beproeven zou hem op te volgen. De
wensch bekroop haar dat Sylvia haar die waarschuwing
eerder had laten toekomen. Ze had haar dienstig kun
nen zijn in haar houding tegenover Sir Robert Blakeley.
Evenwel, het was niet te laat om te beginnen haar nu
ln toepassing te brengen, en ze was vastbesloten, dat
ze hem althans, voortaan op een eerbiedigen afstand
van zich zou houden.
Lady Cravenstowe kwam haar op den drempel van
haar boudoir tegemoet en kuste het meisje. Lady Cra
venstowe was vorstelijk in zwart fluweel gekleed en
met parels getooid cn trek haar gast naar binnen.
„Je bent in het wit!" zei ze. „Daar ben ik blij om,
kind. Ik had gewenscht dat je wit zou aantrekken. Kom
hier een paar minuten bij me zitten en vertel me alles
omtrent jezelf."
Ze liet Charmaine op een laag stoeltje naast zich plaats
nemen en hield haar hand in de hare.
,Maar ik heb niets van me te vertellen,begon Cbar-
paar heeren, die getuigen waren van de aanrijding di
rect bereid de schuldige achterna te gaan en te trach
ten het autonummer op te nemen. Dit gelukte hen dan
ook. Het nummer was 47415 en de auto was beschil
derd met een reclame voor Sneeuwwit en Klokzeep. De
bestuurder bleek dan te zijn een zekere heer Gerbrand
O., reiziger te Alkmaar in dienst bij een zeepfabriek te
Enkhuizen.
Deze heer stond dan terecht voor den kantonrechter
en werd ondanks zijn ontkentenis veroordeeld tot boete
en betaling van f 25 aan Hollenberg voor de vernielde
fiets.
De reiziger liet zich dit vonnis niet aanleunen en kwam
ln hooger beroep, dat heden werd behandeld. De heer O.
beweerde den 19en Augustus niet te Bergen, doch te
Enkhuizen te zijn geweest. De wagen van de firma werd
door hem gestald in de garage van den heer Jan Baas
op de I aat te Alkmaar.
Gedurende de behandeling achtte de rechtbank, die
graag het naadje van de kous wil weten, het wensche-
lijk nog een voormallgen knecht van Baas. zekeren Go-
mes uit Warmenhuizen, die zich nu in militairen dienst
bij de motorbrigade bevindt, als getuige te hooren. Der
halve werd besloten de zaak aan te houden tot 1 April
en dan als actueel Aprilmop verder te behandelen.
Getuige Hollenberg moet inmiddels de nota voor ge
dane reparatie van de fiets Inzenden en zich wat oefenen
in het afleggen van den eed wat Dinsdag mirakel slecht
ging.
'N BEEÏJE TE VEEL BAAS OVER DEN WEG
GESPEELD.
De autobuschauffeur Martinus K. te Anna Paulowna
was op 7 November oorzaak, omdat hij met zijn bus te
veel links op den Molgerdijk te Wieringen reed,
dat een fietsend meisje, dat geen voldoende ruimte
kreeg om voorbij te rijden, van haar rijwiel af en in
den modder tuimelde. Hoewel de chauffeur ontkende en
de schuld wierp op de 13-jarige Antje Bakker, vond de
kantonrechter te Helder, schuld in hem en veroordeelde
Martinus tot f 30 boete of 3 dagen. De veroordeelde
kwam in hooger beroep, doch tot dusver met geen ander
resultaat, dan dat de officier vernietiging vorderde v. h.
vonnis wegens het aanhalen van onjuiste wetsartikelen,
doch opnieuw veroordeeling van tot f 30 .gulden boete of
3 dagen hechtenis. De officier bedoelde eigenlijk 30 da
gen, maar dat kon ook al weer niet, omdat de ambtenaar
verzuimd had in hooger beroep te gaan. Dus daar bofte
Tinus nog bij, want nu behoudt hij altijd nog het recht
om 10 pop per dag te verdienen met 'n. kwak bruine
boonen toe.
NOG ERGER DAN DE PAPAPAAIENZIEKTE.
De zitting werd besloten, we mogen helaas bijna wel
zeggen als naar gewoonte met een onsmakelijke zaak,
waarbij sluiting der deuren gewenscht was. Het betrof
hier weer artikel 249 wetboek van strafrecht, een mo
reel exces dat epidemisch dreigt te worden Te den Hel
der constateerden we eenige gevallen en ook te Warmen
huizen is de ziekte geconstateerd. Thans was het een
zwaar gebouwde beroeplooze ingezetene uit Helder, Jan
van W., die terecht stond,, verdedigd door mr. Zeegers
aldaar.
ALEA JACTA EST DE TEERLING IS GEWORPEN!
Gedurende de zitting bereikte ons het bericht dat mr,
Dr. N. Muller de politierechter, was benoemd tot rech
ter te Amsterdam. Hoewel het vertrek van dezen wel-
willenden magistraat betreurend, gunnen wij hem van
harte de eervolle plaatsing in een hooger klas rechtbank
en roepen wij hem een oprecht gemeend „proficiat" toe.
ma'.ne nederig. „Ik ben nooit ergens geweest er. heb
nooit iets beleefd."
„Welke was de naam van jo moeder, lieve?" \roeg
Lady Cravenstowe. „Je doet me zoo denken aan een
meisje dat ik in Indlë gekend heb in de eerste jaren
van mijn huwelijk."
„O!" durfde Charmaine nauwelijks te zeggen. „Zou
dat mijn moeder geweest kunnen zijn? Ze was vroeger
ln Indië. Daar leerde mijn vader haar kennen."
„Hoe heette ze?" vroeg Lady Cravenstowe nogmaals.
„VeTena Maynard," antwoordde Charmaine zaoht. „Ik
heet ook Maynard Charlotte Maynard. Mijn moeder
werd bij een jachtpartij gedood."
„Verena Maynard!" Peinzend, herhaalde Lady Craven
stowe den naam. „Ja, dat was het meisje dat ik kende.
Nu herinner ik me den naam volkomen. Ze was tien ja
ren jonger dan ik een zeer levendig en bekoorlijk
persoontje. Alle mannen lagen aan haar voeten, herin
ner ik me nu; maar de eenige, dien ze waarlijk bemin
de, was reeds getrouwd. Ik heb je vader nooit ontmoet*
Mijn man en ik verlieten Indië voor ze getrouwd was. Ik
heb nooit op Intiemen voet met haar verkeerd," Zij
zweeg.
„En zij stierf tengevolge van een ongeluk op de Jacht,
zeg je? Hoe lang is dat geleden?"
„Vijf jaren," antwoordde Charmaine.
„Arm kind!" zei Lady Cravenstowe medelijdend. „Ja,
je gelijkt op haar, zeer sterk. Alleen bezit je héór leven
digheid niet. Ze vloeide als het ware over van levens
lust. Maar jij, jij, lieve, weet nog niet eens wat het
beteekent te leven."
„Ik zou het graag willen weten," antwoordde Char
maine verlegen.
Lady Cravenstowe lachte haar toe. „Dat zul Je spoedig
lieve. Maar ik wensch dat je het op de rechte manier te
weten komt. Daarvan hangt zooveel af. Maar Je behoeft
je er niet beangst voor te maken." Ze streek Charmaine
geruststellend over de hand. „Ik zal je onder mijn hoede
nemen zooveel als mij mogelijk ls. Zeg me eens, je voelt
je gelukkig in het bijzijn van mijn neef Basil, niet waar?"
„O, ja," zei Charmaine, met een heviger blos. „Ik vond
-hem erg aardig."
„Dan is het goed," zei Lady Cravenstowe met warmte.
„Voor hem behoef Je nooit bang te zijn. Hij is een man.
van de rechte soort. Maar wees voorzichtig met de an
deren, lieve! Bedenk dat het in alle dingen beter is
langzaam voorwaarts te gaan dan later terug te' moeten
treden."
Wordt vervolgd.