Jültniti Nitiis- Mahatma Gandhi. WIE Uitffevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. De opraarsch naar een bloedbad? Onze uitvoer van land- en tuinbouw producten in de jaren 1925—1929. GRATIS. Woensdag 19 Maart 1930. 73ste Jaargang No. 8631 Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in het eerst uitkomend nummer geplaatst. PO;/ TREKENING NO. 23330. INT. TELEr. NO. 20. Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN- TIöN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewij9no. inbegrepen) Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. EAST IS EAST AND WEST IS WEST, AND NEVER THE TWAIN SHALL MEET. Er is den laatsten tijd in het Oosten, voornamelijk in Brltsch-Indië een opstandige beweging, of beter gezegd een nationalistische streving ontstaan, welke thans haar hoogtepunt schijnt te naderen. Met spanning ziet de wereld uit naar den uitslag van den begonnen strijd, welke in de eerstvolgende dagen tot groote verrassende ontwikkeling kan leiden. Er is een wrijving ontstaan tusschen blank en bruin. Is deze wrijving op het oogen groot genoeg, of zal deze zoo groot worden, dat een half werelddeel in vuur en vlam wordt gezet? Wie zal daarop antwoor:d kunnen geven? Twee groote wereldmachten staan tegenover elkaar. Aan de eene zijde zien wij den Vice-Roy (onderkoning) van Britscih Indië, gerugge- steund door het machtige Albion met zijn nuchtere ka nonnen, vliegmachines en eventueel gasbommen en een Volmaakt stelsel van moderne oorlogstechniek. Aan de andere zijde staat een sobere figuur, een eenvoudige Indiër, een. mystische Oosterling, een persoon met een eenvoudige, een arme levenswijze, maar met groote le venswijsheid, iemand met een stalen wil, volkomend be grijpend de psyche van den Oosterling, de verpersoonlij king van de geheimen van een Oostersch land. Wie is Mahatma Gandhi? Wie is dan toch die kleine, eenvoudige, 61-jarige man, die zioh opwerpt tot leider van een paar honderd mil- lioen menschen? Moge het volgende den persoon van dezen Oosterling, Mahatma Gandhi, eenigszins be lichten. Gandhi werd geboren den 2den October 1869 te Parmandar. Reeds op 12-jarigen leeftijd huwde hij Kasturbai. Na overwinning van vele moeilijkheden kon hij zijn studies in de rechten voltooien en vestigde zich, echter voor slechts korten tijd, als advocaat. Spoedig trok hij zich weer terug uit het openbare le ven. Hij leidde een zeer streng en sober bestaan. Zijn kleeding is als van een paria zeer eenvoudig en be staat slechts uit een lendendoek en over de schouders een kambal-doek. Meestal gaat hij blootshoofds en barre voets. Zoo verscheen hij ook vroeger voor den rechter en voor den onderkoning. Zijn voedsel is buitengewoon karig en bestaat slechts uit rijst, wat geitemelk en ecnlge gedroogde vruchten. Gandhi eet nooit meer dan tweemaal per dag bij zons opgang en zonsondergang. Nooit gebruikt hij alcohol, thee of koffie. Eenige jaren geleden leed hij aan een ernstige darmontsteking, toen hij getracht had alleen rauw voedsel te nuttigen. Hij slaapt op een lap, welke hij óp den vloer heeft uitgespreid. In de stad Ahmeda- bad, aan den oever van de Sarbamati-rivier stichtte hij een klooster, Ashram plaats van vrede. Bij zijn werk kan hij rekenen op den vollen steun en algeheele toewijding van zijn vrouw Kasturbai. Zij deelt geheel zijn sobere levensopvatting. Zij draagt zelfgewe- ven kleederen, een eenvoudige khaddar, en trekt aldus door het land om aan de opheffing van haar broeders en zusters krachtig mede te werken. „Wy zijn allen dieven". Alles wat het echtpaar Gandhi bezat, gaven zij aan de armen. „Wij zijn allen dieven", verklaarde Gandhi, „wanneer wij dingen aanemen, welke niet noodzakelijk zijn voor ons onmiddellijk gebruik. Het is een eenvoudige grondwet van de natuur, dat deze genoeg voortbrengt om onze behoeften te bevredigen. Als nleman^ meer neemt, dan het aandeel, dat hem toekomt, dan is er geen armoede meer in de wereld en zal niemand van honger sterven". Ook inzake het huwelijk huldigt Gandhi zeer strenge principes. Hoewel zelf op zeer jeugdigen leeftijd gehuwd, is hij heftig gekant tegen kinderhuwelijken. De strijd van Gandhi tegen het Engelsche opperbe stuur of juister uitgedrukt zijn strijd voor de vrijheid en den vooruitgang van Indië (daarmede willen wij niet zeggen, dat Engeland deze)} voortuitgang tegenwerkt) duurt reeds lang. Hij propageerde aanvankl slijk de idee van non-coope- ratie (niet-samenwerking) met de Engelschen, als gevolg waarvan verschillende Indische ambtenaren hun ontslag uit Engelschen staatsdienst namen, de kinderen van de staatsscholen werden genomen alsmede de hulp van de Engelsche rechtbanken we»rd geweigerd. In dien tijd werd Gandhi tot nationaal 1 dictator benoemd. Als zoo danig adviseerde Gandhi «om te weigeren belasting te betalen. Hevige onlusten, welke WA er op te Chauri-Chaura plaats vonden, waarbij verscheidene dooden en gewonden vie len, waaronder ook verscl .lillende Engelschen, deden de spanning zeer stijgen. Kort hierop werd Gandhi, na plaatsing van eenige heftige artikelen in „Young India" begin 1922 gevangengenomen en tot zes jaar gevange nisstraf veroordeeld. De party der Swarajisten. Tijdens zijn gevangedPfchap werd de partij van de Swarajisten opgericht, u/<elke zich ten doel stelde de be volking staatkundig op de voeden, om aldus Indië te doen geraken tot een dominlion. Overigens handhaafde de leider van deze partij Dis, de principes van Gandhi. Gandhi werd intusscheia vanwege zijn slechte gezond heidstoestand uit de g.evangenis ontslagen, maar zijn rol was nog lang niet uitgespeeld. Zijn actie werd nu geheel ingericht op de wederinvoering van de huisindu strie (spinnewiel), welke millioenen menschen van den hongerdood zou reddjan en voorts op de afschaffing van de kasten. De bevolking in Briitsch-^ndië is namelijk ingedeeld In verschillende kasten. 'De laagste trap van de bevolking is de paria. Geen Hiniloe mag een paria aanraken. Deze is de verworpeling van de maatschappij. Dat de invloed van Gandhi niet moet worden gering schat, moge hieruit blijken, dat in verschillende gebieden van Britsch-Indië de paria reeds met de gewone Hindoe is gelijkgesteld, en dait in een land, waar opvattingen en toestanden zoo sterk door de traditie worden bepaald. Vrijmaking van het Engelsche gezag. De levenstaak van Gandho is echter de vrijmaking van het land van vreemde invloeden, in casu de vrij making van het Enj;elsche gezag. Een van de hoogte punten van de actie voor de onafhankelijkheid van het Indische Rijk was v^el het congres te Lahore in de Kerstweek van het nfgeloopcn jaar. De actie tegen den overheerscher wordt voornamelijk bepaald door de ci viele ongehoorzaamheid. Deze beperkte zioh voorhands tot de weigering vaj» betaling der landbelasting en tot een ageeren tegen het zoutmonopolie, door het over halen van zeelieden om het ingevoerde zout niet te los sen, verder door het weigeren van de betaling van de zoutbelasting, hetgeen reeds geschiedt te Katheawar, en het winnen van zout uit het zeewater. Een ander deel van de aoie strekt zich uit tot het .weeren van buitenSandsche weefsels en het bevorderen van de eigen industrie (eigen spinnewielen voor de be volking en dragen van zelfvervaardigde weefsels). Bij betoogingen te Calcuttta werden groote hoeveelheden buitenlandsche v/en fisels op een brandstapel gelegd en verbrand. Toen de- politie ingreep en daardoor onlusten ontstonden, werden Gandhi en een andere leider Karin Sankar Roy gearresteerd, maar later weer vrijgelaten tegen betaling van een boete van 1 rupei. Voor den aanvang van het congres te Lahore had Gandhi zich eenlgan tijd uit het politieke leven terug getrokken om zicbi door vasten en overwegingen op den strijd voor te bereiden. Gandhi zelf is van het woord „strijd" zeer afkeeirig. Immers dit woord houdt in het begrip „geweld", en Gandhi verklaart zich zeer duidelijk tegen het geweld: „Wij kunnen onze onafhankelijkheid bereiken, niet door degenen, in wie wij de belemmeraars van onzen opmarscih zien, te intimideeren of te dooden, maar veeleer moeten wij onze tegenstanders met zacht heid en geduld bejegenen". Op het congres werd een resolutie van Gandhi aange nomen, waarbij dec.e zijn afkeuring uitsprak over den bomaanslag op deia trein van den onderkoning, Lord Irwin. Tevens werd op dit congres een motie verwor pen van de extremistische elementen, die voorstelden alle contact met do Engelschen te verbreken, een eigen regeering uit te roepen en een algemeene staking te proclameeren. Persoonlijke geweidaden kunnen nooit tot vryhei& voeren". Op dit congres, waaraan door 20.000 nationalisten werd deelgenomen verklaarde Gandhi nog: „Persoonlijke ge welddaden kunnen nooit tot de vrijheid voeren." Duide lijk bleek bij dezen uitspraak echter ook, hoe-talrijk het aantal extremisten onder de nationalisten is, die v;eu- gel van de „partij", welk er maar op los wil slaan. (Is hier de invloed van Moskou niet merkbaar?) Typisch Oostersch ving den brief aan (in Europa sprak men van ultimatum), welken Gandhi schreef aan den onderkoning en waarin hij invoeging van zelfbestuur vroeg, bij weige ring waarvan georganiseerd verzet tegen het Engelsche gezag zou volgen. De aanvang van het schrijven begon n.1. met de woorden „Waarde Vriend". Hoe koel nuchter begon het antwoord van den onderkoning: „Mijnheer Gandhi", waarin de onderkoning te kennen gaf, dat de overheid paraat zou zij en eventueel haar conclusies uit een inlandsche beweging zou weten te trekken om de noodzakelijke maatiiegelen te nemen. Nog steeds is de invloed van Gandhi groot Alleen Gar.dhi had het vdoeger durven bestaan om de heilige Hindoewetten te overtreden, toen hij een zwaar ziek kalf uit zijn lijden verlcwte en bleef hij „Mahatma" (d.i. hei lige man) ondanks het feit. dat op een vergadering te Bombay een scherpe afkeuring over zijn daad werd uit gesproken. waarbij sommige lieden hem genoemden eere-titel wilden ontnemen. Do Invloed van de massa. Toch ondergaat Gandhi den invloed van de massa. Hoe verschillend b«v. Is zijn tegenwoordig optreden al niet met een verklaring van hem in de maand Mei van het vorige jaar, waarin hij zeide, dat de eenige weg om uit de tegenwoordige moeilijkheden te komen bestond in het bijeenroepen van een door alle Indische partijen beple.tte gemeenschappelijke Engelsch-Indische confe rentie. De verantwoordelijke leiders in Indië zijn bereid naar Engeland te gaan, zoodra aldaar een eerlijke stap in deze richting wordt gedaan. Deze stap zou een ver klaring van Engeland moeten insluiten, dat het bereid is zijn eigen economische belangen achter te stellen bij het welzijn van Indië. Nog staat het grootste gedeelte van de nationalisten, die onder leiding van Motilab Nekru te Lahore samen kwamen, echter Gandhi, en kon zijn honger-optocht over Nadiad, Amand en Borsad naar Badhapour aan de Golf van Bombay aanvangen. Reeds werd een der voornaamste vrienden van Gandhi,, Patel, gevangen genomen. Deze zeide: „Nu is het Uw beurt, Gandhi". Is dit een wenk van Patel, dat Gandhi doortastender moet optreden? Vreest men, dat Gandhi bij een blijvend vreedzaam optreden de teugels uit de handen glippen? Of wacht deze op een meer doortastend optreden van het Engelsche gouvernement? Oe macht van de extremisten in Indië wordt op het oogenblik steeds grooter. Zij roeren zich geducht onder leiding van Bose en Tjengar. Wij denken hierbij o.m. aan de groote stakingen te Titaghur. Ook in deze critieke oogenblikken zijn voor Engeland verschillende licht punten zichtbaar. Op de eerste plaats heeft het in Indië een geduchte macht, terwijl reeds versterkingen voor mogelijke gebeurtenissen worden gereed gehouden. Na de vroeger uitgesproken bereidheid van den onder koning om een conferentie bijeen te roepen, moet nu het gezag zich laten gelden. Op de tweede plaats is hpt Congres te Lahore lang niet zoo nationaal geweest a'.s men oorspronkelijk zou denken. Verschillende groepen, waarvan wij de Moslims en de Skihs noemen, hebben zich van dit congres afzijdig gehouden. Een zeer belangrijke factor is ook het feit, dat de in landsche vorsten hun onderdanigheid aan het Britsche gezag hebben kenbaar gemaakt, al hebben zij tevens van deze gelegenheid gebruik gemaakt om eenige wenschen naar voren te brengen. Alleen mogen wij bij dit laatste punt niet uit het oog verliezen, dat hierbij het eigen belang een groote rol speelt. Immers, zooals wij hier boven zagen, gaat de huidige beweging gepaard met een opheffing van de paria, die bij hun volledige bevrijding wel eens wraak zouden kunnen nemen op hun „onder drukkers" o.w. de inlandsche vorsten). Steeds heftiger termen. Hoe de toestand zich verder zal ontwikkelen? Bij zijn opmarsch worden de verklaringen van Gandhi scherper, dan men vroeger ooit van hem heeft gehoord. Hij drukt zich steeds in heftiger termen termen uit over de ver werping van de Engelsche wetten en tart het gouverne ment hem gevangen te nemen. Zelfs Gandhi kan zich niet altijd beheerschen. Intusschen worden door het Britsche gouvernement zeer betrouwbare troepen op den door den hongestoat te volgen weg gereed gehouden. Met spanning zien wij dan ook de afwikkeling der komende gebeurtenissen tegemoet, te meer daar het niet geheel Is uitgesloten, dat deze nationalistische beweging zijn weerslag zal vinden in het gebied van onze eigen overzeesche go- westen. II. Jl. Zatering vermeldden we de uilvoercijfers van boter, kaas, eieren en bacon. Hieronder volgen die van enkeie tuinbouwproducten, waarbij dus een an dere categorie van onze lezers meer speciaal is be trokken Zooals men weet, ontleenen wij deze gegeven aan mededeelingen van het Kamerlid den heer W. v. der Sluis in „Het Volk". Laat ons beginnen met het product, dat in het bij zonder voor den Langend ij k van groote botee- kenis is. Witte en SavoyekooL De totale uitvoer van dit artikel bedroeg in: Jaar 1925 1926 1027 1928 1929 Gewicht (X1000K.G.) 53.400 50.800 50.600 61.900 69.800 Waarde (X f 1000) 2.700 2.800 2.300 4.400 5.100 Waarde (per 1000 K.G.) f 51.— f 55. f 46.— f 70.— f 73.— En waarheen verkochten we al die duizenden ton nen? Duitschland was onze allerbeste klant: 37 millioen K.G. van de 69 gingen in 1929 naar het Oosten, dus bijna 54 Dc kleinste helft werd verkocht naar andere lan den: de Vereenigde .Staten namen reeds meer dan 1 millioen K.G. Toen wij er in ons blad van 8 Maart jl. op wezen, welke ernstige gevolgen het zou hebben, als Duitsch land zich ook door de hulp van Nederlandsche groen tetelers onafhankelijk kon maken van onze groente markt, zeiden we dus geen woord te veel. Uit de ver dere gegevens blijkt dat in niet minder sterke mate. Roode kool. De totale uitvoer van roode kool bedroeg in: Jaar Gewicht Waarde Waarde (X 1000 K.G.) (X f 1009) (per 1000 K.G.) 1925 50.000 3.100 f 55. 1926 47.000 2.500 f 53.— 1927 42.700 2.400 f 55. 1928 34.900 4.300 f 123. 1929 52.000 4.300 f 82.— Ook van deze kool werd in 1929 ruim 1 millioen K.G. verscheept over den Oceaan, terwijl Duitschland weer bovenaan staat met bijna 40 millioen K.G. van de 52. In percenten uitgedrukt is dit zelfs 76, dus ruim drie vierde van bet totaal. ZICH MET INGANG VAN 1 APRIL 1930 OPGEEFT ALS LEZER VAN DE OF ^^SCHAGEl^COURAN^'J ONTVANGT DE NOG VERSCHIJ. NENDE NUMMERS VAN MAART Bloemkool. Hiervan bedroeg de totale uitvoer: Jaar Gewicht Waarde Waarde (X 1000 K.G.) (X f 1000) (per 1000 K.G.) 1925 41.600 6.000 f144.— 1926 39.400 4.700 f120.— 1927 33.300 4.300 f130.— 1928 49.300 6.200 1125.— 1929 43.200 5.GOO f 130.— Bij de bloemkool is wederom Duitschland de groole slokop: in 1929 betrok bet van de 43 millioen K.G. ruim 39 millioen. De uitvoer naar de Vereenigde Staten was zoo onbelangrijk, dat hij in de officieele statistiek niet genoemd wordt. Tomaten. Ook van de tomaten is het moeite waard de cij fers te geven. De totale uitvoer bedroeg in: Jaar Gewicht Waarde Waarde (X 1000 K.G.) (X f 1000) (per 1000 K.G.V 1925 31.800 9.000 f283.— 1926 38.000 10.200 f268.— 1927 51.800 13.600 f261.— 1928 72.000 16.600 f230.— 1929 80.200 16.400 f 205.— Merkwaardig om te zien hoe sterk de productie toeneemt en hoe erg de prijsdaling is. Dit is na tuurlijk voor de consumenten van groot belang, doch het is zeer de vraag, of de lagere opbrengst voor de kweekers ook tot uiting komt in de detailprijzen. Het is immers een bekend verschijnsel ook op de binnenlandsche markt, dat de winkelprijzen nog vrij hoog zijn, als de telers op de veiling ternauwernood koopers vinden voor hun beste producten. Behalve hier te lande neemt de productie ook op fabelachtige wijze toe in Italië Daar heeft men het groote voordcel van het milde klimaat, terwijl men hier zit met de enorme kosten der warenhuizen.. Wat dit product betreft, bestaat er ongetwijfeld ge vaar voor overproductie. Van de tomaten is Duitschland niet onze grootste afnemer. Het nam in 1929 ongeveer 37 millioen K.G. af, terwijl Engeland de helft van onzen uitvoer kocht, n.1. 40 millioen kilo. Hiermee stappen wij van de groenten af en geven wij nog een enkel cijfer, waarbij Breezand sterk Detrokken is en nog hoe langer hoe meer belang krijgt. Het gaat dus thans over Bloembollen. De totale uitvoer bedroeg in Jaar Gewicht Waarde Waarde (X 1000 K.G.) (X f 1000) (per 1000 K.G.) 1925 31.200 44.800 f 1.430 1926 33.100 39.200 1.180 1927 39.300 39 900 f 1.010 irl 1928 42.600 42.700 f 1.000 1929 34.300 40.400 f 1.170 Onze bloembollen gaan heel de wereld over. In 1929 waren onze beste klanten: Engeland 14 millioen Duitschland 8 millioen Vereenigde Staten 8 millioen Zweden 2.5 millioen Denemarken 2 millioen Canada 2 millioen Tot slot gaf de heer Van der Sluis een statistiek van de waarde van alle land- en tuinbouwproduc ten, welke in de laatste 10 jaar zijn uitgevoerd. Die statistiek ziet er aldus uit: 1920 f541 millioen 1921 f 578 millioen 1922 f483 millioen 1923 f473 millioen 1924 -f671 millioen 1925 f726 millioen 1926 f632 millioen 1927 f729 millioen 1928 -f741 millioen 1929 f712 millioen Opmerkelijk is de groote schommeling in deze to talen: goede en minder goede jaren wisselen elkan der af, doch de algemeene tendenz is een aan- z i c n 1 ij k e s t ij g i n g. Feitelijk is die nog vrij wat belangrijker dan uit deze kale cijfers blijkt. Immers sinds 1920'21 is de koopkracht van het geld gestegen. Omgerekend naar de tegenwoordige geldswaarde is de uitvoer in 1920 niet iiooger geweest dan 432 millioen en die van 1921 ongeveer 462 millioen. Onwillekeurig vraagt men zich af: In welke zakken zijn dat steeds stijgend aantal millioenen verdwenen? Wie profiteeren van de meerdere welvaart? Het is in bizonderheden niet uit te dokteren, doch dit is wel zeker, dat zij, die het hardst geploeterd hebben om de opbrengst op te voeren, niet de groot ste voordeelen hebben genoten. Als ze al hebben ge profiteerd! Nog altijd is het volop waar: De paarden, die de haver verdienen, krijgen ze niet of te weinig.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 1