U
UB
i
J
1
JU
m
m
18
gj
jjj
8
a
TWEEDE KAMER.
Aan Jonge Moeders
VOOR ONZE SCHAKERS
m
m
IÉ
in
a
EVENTJES^DENKEN.
VOOR ONZE DAMMERS
e
Gemengd Nieuws.
Noodlottige brand in Perzië.
De petroleumbrand in Roemenië.
Ontploffingen m de Vereen. Staten.
Een sombere balans.
Vraagstuk No. 518.
Vraagstuk No. 516.
Vraagstuk No. 517.
Vraagstuk No. 519.
iüh aPI'
Intusschen, daar draaide het meeningsverschil niet
om; niet om de vraag of er meer of minder wreed
werd opgetreden, ook niet om de vraag, wat katho
lieke, rechtzinnig of vrijzinnig protestantsche ge
schiedenisboeken ons wenschen voor te zetten, maar
wat de geschiedenis ons omtrent geruchtmakende
gebeurtenissen meedeelt, en wel jammer, maar de
zwart bladzijde van den Barthelomeusnacht is daar
uit niet weg te scheuren.
Ik dank U voor de verleende plaatsruimte, M. de
1, en hoop U voor meer bespreking over dit onder
werp niet meer lastig te vallen.
Nieuwe Niedorp, 20 Maart 1930.
Met achting,
J. KEUKEN.
Warga, den 20en Maart 1930.
Aan de Redactie der Schager Courant.
Geachte Redactie:
De heer Du Burck heeft niet alleen aan uw geacht
Wad een schrijven gezonden, waardoor hij zich practisch
bulten de kwestie, die mij aanleiding tot protest gaf,
stelde, hij heeft ook de beleefdheid gehad mij het „Ste-
nographisch verslag van de handelingen der gew. alg.
verg. der leden van de Coop. Centr. Raiffeisenbank" van
23 Mei 1929 te zenden, waarin de heer G. W. Stroink,
voorzitter die gedenkwaardige woorden heeft gesproken.
Omdat het stenografisch is, mag ik aannemen dat het
juist weergeeft wat de heer Stroink heeft gezegd. Ik mag
dat te meer omdat het gewoonte is dergelijke verslagen
vooraf ter correctie aan de sprekers te zenden.
Ik vergis mij dus niet Indien ik op grond daarvan mijn
gevolgtrekkingen maak. Die gevolgtrekking is dat de
zaak
nog veel erger
Is dan ik naar aanleiding van het verslag in uw blad
kon vermoeden. De heer Du Burck haalde uit die rede
slechts enkele zinnen aan. De heer Stroink heeft zich,
haar aanleiding van de thans aan uwe lezers bekende
uitlatingen in het nummer van Schakels van 3 April
1929, nog meer voor mij beleedigende beweringen veroor
loofd.
Hij ziet in de boeren leenbanken de praktijk der naas
tenliefde, wat hij mijnentwege doen mag, en gaat dan
verder:
„Indien wij door deze gedachte niet waren bezield en
daardoor niet werden gedragen, zou het ons dan op
grondslag van veelal laag bij de grondsch materialisme
imogelijk zijn, onze schoone taak te blijven vervullen, en
stemt het dan niet teleurstellend, dat een dergelijke
voorganger in het publiek druft schrijven, dat de boeren
leenbanken in dezen niet zouden zijn voor hen, die in fi
nancieel opzicht niet zoo ruim bedeeld zijn? En maakt
hij het niet nog erger door in dit verband fe wijzen op
de moeilijkheden, die dreigden te komen, toen de Needr-
landsche bank haar houding' enz....
Ik begrijp nu dat de heer Stroink, het feit dat ik het
waagde op kalme wijze te wijzen op zekere elschen, waar
aan banken moeten kunnen voldoen om credietwaardig
en liquide te blijven, heeft aangegrepen om zekere be
leedigende beweringen aan mijn adres te lanceeren, waar
toe zooals uw lezers kunnen beoordeelen volstrekt geen
aanleiding bestond. Ik behoef niet herhalen wat ik in uw
vorig nummer aanhaalde. Maar dat de heer Stroink die
beschouwingen, die door Ieder, die van bankzaken ver
stand heeft, zonder voorbehoud onderschreven kunnen
en zullen worden aldus verdraaid weergeeft en dan,
op die verdraaide voorstelling voortbouwende, dergelijke
dingen aan mijn adres zei in een vergadering, waarin ik,
zooals hij tevoren wist, niet kon tegenwoordig zijn en
waarvan de leden trouwens het door mij geschrevene
niet lilt eigen waarneming kenden, dat gaat toch de
perken te buiten.
Dat doet twee vrijgen rijzen: Heeft deze heer dan geen
verstand van het bedrijf, aan het hoofd waarvan hij
staat? ,En: beseft hij niet voldoende zijn verantwoor
delijkheid voor wat hij zegt, dat hij, mijn woorden on
juist weergevende, zoo maar dergelijke beweringen uit
spreekt?
Ik zeide in den aanvang da.t de heer Du Burck zich
practisch buiten de kwestie stelde. Dat lijkt mij van hem
ongeoorloofd. Want deze vraag rijst dan nog: Het ver
slag is 83 bladzijden groot en de rede van den voorzit
ter, den heer Stroink beslaat daarin zes bladzijden. Wat
bewoog den heer Du Burck om van dat verslag juist die
enkele zinsneden aan te halèn waarin ik genoemd en
aldus veroordeeld werd, terwijl er tal van belangrijker
zaken in voorkomen, waarvan het aan uw blad gezonden
verslag niets vermeldt
Dankend voor de plaatsing, Hoogachtend,
G W. MELGERS.
De heercn zijn Donderdag begonnen met de wijzi
ging van de Arbeidswet 1929.
De heer Boon (V.B.) zeide, dat deze wetswijziging
alleen een gevolg is van wat met de firma Jamin is
gebeurd. 1) Deze wet zal den naam dragen van het
Kachelwetje. De firma Jamin heeft langs de geheele
linie gezegevierd en overal heeft de rechtbank haar
in 't gelijk gesteld. Dat is natuurlijk lang niet naar
den zin van de Arbeidsinspectie.
-De logische weg zou geweest zijn om den strijd
tusschen wet en besluit op te lossen, door het be
sluit te wijzigen; doch een andere weg is ingeslagen,
nl. dien van wijziging der wet. Voortaan zal de wet
niet meer zeggen wat mag en niet mag, doch de
ambtenaren. De rechtsstaat wordt een ambtenaren-
staat,. Thans echter wordt een beroep op den rech
ter onmogelijk gemaakt. De rechts-onzekerheid wordt
grooter. Spr. heeft tegen dezen stap ernstige bezwa
ren.
De heer Drop (S. D.) betoogt, dat het standpunt
zijner fractie wordt beheerscht door de beteekenis
die zij aan de Arbeidswet hecht, welke beteekenis
deze is, dat zij de arbeiders beschermen moet. Bij
elke wijziging,, die aan de Kamer wordt voorgesteld,
overweegt spr. of deze wijziging de Arbeidswet zal
verzwakken of versterken en deze overweging be
paalt zijn houding.
En wanneer men nu ziet dat een werkgever als Ja
min zich met hand en tand verzet tegen verwar
mingsvoorschriften en daarover zulk een procedure
begint, in plaats van de Arbeidswet royaal uit voe
ren, dan is er alle aanleiding om de uitvoering der
Arbeidswet te regelen op de wijze als hier "thans
wordt voorgesteld.
De heer Aalberse (R.I\.) meent, dat de Veiligheids
wet zelfs een veel verdere delegatie kent, clan hier
wordt voorgesteld, terwijl nooit in de praktijk is ge
bleken, van bezwaren. De Hooge Raad heeft nu al
leen uitgemaakt, dat in de Arbeidswet de bepaling
ontbrak, die noodig was en die de Veiligheidswet wel
kent. Spr. begrijpt dan ook niet de bezwaren waar
mee men komt.
En wat de rechtszekerheid betreft, meent. spr. dat
wanneer de minister, alvorens een beslissing te ne
men in beroep, voorlichting wil zoeken bij een klei
ne commissie van deskundigen en daarbij overleg
zou kunnen plegen, ook met betrokkenen zelf, wan
neer de minister in deze richting zou willen gaan,
dat de betrokenen daarin voldoende rechtszekerheid
zullen kunnen vinden.
Nadat nog verschillende sprekers in denzelfden
geest het woord hebben gevoerd, maakt de heer No-
lens de opmerking, dat hij niet tegen dit wetsont
werp is, maar hij meent tr toch op te moeten wijzen,
dat de geadministreerden den weg naar den burger
lijken rechter wordt afgesneden en dat hij verwezen
wordt naar den administratieven rechter:
En de vraag wat er aan onze administratieve recht
spraak ontbreekt, is nog altijd een open quaestie. De
Als het huidje van uw kindje stukgaat of smet, geneest
het dan met Purol en houdt het boven-
dien altijd zooveel mogelijk droog met
PurOlpOöder. Bdd*«rtlkt1en bij Apoth. «n Drojlstta. *riA Z/!\\
hier voorgestelde regeling is eigenlijk niet meer dan
een surrogaat van een administratieve rechtspraak.
Die toestand kan op den duur niet bevredigend zijn
en spr. leidt hieruit af, dat dit een aanleiding kan
zijn om de quaestie der administratieve rechtspraak
in het algemeen onder de oogen te zien en voorts in
dit speciale geval om over te gaan tot de instelling
van adviseerende colleges, teneinde het onvolledige,
dat in de administratieve rechtspraak is, zooveel mo
gelijk in casu hersteld wordt
De Minister wijst er op, dat in tal van wetten de de
legatie op dezelfde wijze heeft plaats gevonden als
thans in de Arbeidswet wordt voorgesteld. Het is
geen liefhebberij van één departement of één dienst,
maar een algemeene staatkundige ontwikkeling
waaraan geen enkele departement zich onttrekken
kan. De werknemers zijn bij dit ontwerp het meest
gebaat, dat is waar, maar daarbij dient ook te worden
overwogen, dat de gezondheid van een groote groep
er bij is betrokken Bovendien gaat, het om een maxi
mum van rechtszekerheid der werkgevers.
Spr. wijst erop, dat er in het maatschappelijke le
ven een voortschrijdende ambtelijke bemoeienis is.
Wij hebben niet in de eerste plaats een regeling noo
dig, die het uiteindelijk beroep op den rechter open
laat, maar een regeling, die de uitvoering der be
staande wetten mogelijk maakt Men zou daarvoor
een oplossing kunnen zoeken in een zoo ver moge
lijke differentiatie der normen, doch dit is practisch
moeilijk te verwezenlijken. Men kan ook een elasti
sche regeling maken met beroep op den rechter, maar
dat zou evenmin practisch zijn, daar snelle beslissin
gen noodig zijn met het oog op het belang der be
trokkenen.
Het eerste doel moet niet zijn den weg naar den
rechtei open te houden, maar een regeling, die zich
zooveel mogelijk bij de eischen van de practijk aan
sluit. Het is de bedoeling om aan de practijk het
formeele wettige kleed te geven, dat zij noodig heeft
om met de wet inovereenstemming te zijn.
Er moet gewaakt worden voor willekeur. De waar
borgen tegen willekeur zijn in het tegenwoordige stel
sel wel aanwezig, maar spr. betwijfelt of het wel het
beste stelsel is. Spr. meent, dat de voorkeur te geven
ware aan de inschakeling van een instantie. Het vei
ligheidsgevoel moet echter niet uitsluitend aan den
werkgever eigen zijn, het moet aan alle betrokkenen
gegeven worden, aan het geheele bedrijf en dat heeft
spr. gebracht tot de gedachte aan de bedrijfsorganisa
tie, die hij, als het hem vergund mag zijn, een stapje
verder hoopt te brengen, ook in de wetgeving. In de
inschakeling van de bedrijfsraden meent spr. een op
lossing te kunnen vinden. De opmerking van den
heer Nolens zal waarschijnlijk in dezelfde richting
gaan als spr.'s gedachten.
Na re- en dupliek worden de algemeene beraad
slagingen gesloten en de art. 1—7 zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Een amendement des heeren Drop, om geen van 24
tot 00 dagen verlengde werkingsduur van overwerk-
vergunningen in spoedeischende gevallen toe te staan
en om den tijdsduur gedurende welken een mach
tiging van kracht is, niet te verlengen, wordt ver
worpen.
De volgende artikelen worden aangenomen.
Bij art 12 dient de heer Drop een amendement in
tegen de wijziging van art 62, volgens welke uitzon
deringen mogelijk zullen zijn op den eisch van 17
vrije Zondagen per jaar voor arbeiders in koffiehui
zen en hotels, en dit alleen mogelijk te maken voor
toonkunstenaars.
De zitting wordt verdaagd tot Vrijdag.
1) Wij herinneren er aan dat de rechtsvervolging te
gen de firma Jamin liep over het al of niet oirbare
van verwarming in haar winkels door petroleum
kachels.
(Zie vervolg elders in dit no.)
394 huizen in de asch gelegd. Verschei
dene dooden en gewonden.
Het N.T.A. seint uit Teheran d.d. Donderdag:
De plaats Bandagsja aan de Kaspische Zee is door
een geweldigen brand voor het grootste deel verwoest.
Er liggen 394 huizen in puin. Verscheidene men
schen werden gedood en een groot aantal gewond.
Een nieuwe ontploffing. Zes menschen
met moeite nit de brandende gassen ge
red.
Wol ff meldt d.d. Donderdag uit Boekarest:
Bij de pogingen die thans sinds vele maanden on
dernomen worden om de nog steeds voortbrandende
pctroleumbronnen van Moreni te blusschen, heeft
gisteren door een gasontbranding een nieuwe ont
ploffing plaats gehad, waarbij zes arbeiders zware
brandwonden opliepen.
De arbeiders konden slechts met moeite door hun
kameraden uit de brandende gassen gered worden.
Tengevolge van de exploisie drongen de gassen ook
in den bluschtunnel, zoodat 't blusschinigswerk weer
belangrijk verzwaard is.
Bij don brand van de bronnen hebben reeds vele
menschen het leven verloren. Een groot aantal heeft
brandwonden opgeloopen.
MOEIUIKÜEID.
CPassine Show).
Dynamietlading bij opruimingswerk
zaamheden ontploft.
Het N.T.A. seint uit New York:
Tengevolge van het bezigen van een te sterke dy
namietlading bij opruimingswerkzaamheden, had er
een hevige ontploffing plaats. De heele omgeving
werd met stukken puin overdekt; tal van ruiten, ook
die van voorbijrijdende auto's sprongen. Door de ont
ploffing werd de muur van een restaurant omver ge
worpen. Een aantal Chineezen werden onder het
metselwerk begraven; zeven gasten werden zoo zwaar
gewond, dat zij naar het ziekenhuis moesten worden
-ebracht Eenige voorbijgangers werden licht ge
kwetst
Petroieumtankboot in de lucht gevlogen.
Uit Fhiladelphia wordt gemeld:
In het bedrijf der Gulf Refining Company aan de
Delaware had een ontploffing plaats van benzinegas.
Een tankboot, verschelden op de rails staande tank
wagens en het met petroleum en benzine gevulde
pakhuis geraakten in brand. De bemanning van de
tankboot slaagde er nog juist in, in de rivier te
springen voor het schip met een slag, die tot ver in
den omtrek kon gehoord worden, in de lucht vloog.
Kort daarop ontploften ook de tanks in het pakhuis.
Nog een ontploffing te New-York. Een
ketelhuis in de lacht gevlogen.
Uit New York wordt gemeld:
In een groote opslagplaats van kolen in het stads
gedeelte Bronx ontstond een ontploffing in het ketel
huis, waardoor een geheel huizenblok en verschei
dene kolenlichters in brand geraakten.
Brandende stukken hout vlogen tot een halven
K.M. ver in de lucht en kwamen op daken van huizen
terecht, waarvan er ook vele in brand geraakten. De
vonkenregen was zoo stork, dat het verkeer over 2
bruggen stop gezet moest worden.
Na de overstroomingsramp in Zuid-Frank-
riik. In totaal 206 personen gedood en
2700 huizon vernield.
Het N.T.A. seint uit Parijs:
Volgens een officieele statistiek zijn bij de over
stroomingen, welke elf departementen hebben ge
teisterd, 206 personen gedood, 2700 huizen vernield,
140.000 H.A. land onder water gcloopen en is, naar
schatting, een materieele schade van een milliard
francs aangericht.
Nog enkele cijfers.
Havas meldt nog uit Montauban:
Het aantal bij de overstrooming in het dept. Tarn-
et-Garonno omgekomen personen bedraagt 175, dat.
der ingestorte hulzen 2423, waarvan 773 te Montau
ban zelf, waar e; buitendien nog 310 moesten wor
den omgehaald.
Een speciaal ondersteuningsfonds.
De Fransche regeering heeft een wetsontwerp in
gediend betreffende de vorming van een speciaal
van H. W e e n n k, Amsterdam.
Zwart: 5.
t
W'
f
a b c d
Wit: 6.
De diagramstand behoort te luiden: Wit Kal, Dg2,
Te2, Pa4, Pb2, Lel. Zwart Kd4, Tf4, La7, Lg6 en een
pion op e6. Wit speelt en geeft in twee zetten mat.
OPLOSSING PROBLEEM No. 514,
van H Niemeyer.
De diagramstand ln cijfers was: Wit Kg5, Db8, Tf4,
Tg6, Lc4, Pd6, PdS en een pion op d5. Zwart Kc5, Th7,
Lgl, Le8, PaS, Pc7 en twee pionnen op a4 en h5. Wit
speelt als sleutelzet: 1. La2 dreigt 2. Db4 met mat Op
zwart 1. Pb6 volgt 2. P ad lib. b7 mat. Op zwart 1. Pb5,
Lb6, wit 2. P6b7 mat Op zwart 1. Pd5X volgt 2. wit Tc4
mat Op zwart 1. Pa6 volgt 2. Pe6 mat Op zwart 1. Ld4
volgt 2. Pe4 mat In aansluiting op ons probleem der
vorige week geeft ons dit vraagstuk gelegenheid een nog
veel belangrijker thema, dat zich bovendien verheugd In
een scherpe belangstelling van de zijde der problemisten
naar voren te brengen, n.1. de mogelijke interferentie
bij den matzet, die lk matzetinterferentie noemen
zal. Die matzetinterferentie heeft natuurlijk alleen dan
eenige pikanterie, als het geïnterfereerde stuk werk
zaam was en bij d9 interferentie-matzet die werkzaam
heid overbodig Is geworden.
Nu kan een wit stuk werkzaam zijn:
lo. Door velden naast den zwarten koning te dekken;
2o. Door een zwart stuk te pennen.
Matzetinterferentie van de soort lo. is dus mogelijk:
A. na blokkeeringsinterferentie; B. na het verplaatsen
van een zwart batterijstuk eener gemengde batterij.
Men vindt deze beido soorten nu verwerkt in dit en
het nieuwe ter oplossing gegeven probleem, aldus de
bekende probleemkenner Weenink In zijn standaard
werk „Het Schaakprobleem".
JEJSN WERKWOORDEN-PROBLEEM."
Gevraagd een goede Hollandsche zin op te geven, waar
in achtereenvolgens minstens zeven werkwoorden
voorkomen
Rechter: Hebt u brieven van
uw ve-loofde.
Meisje: Ta, maar ik maakte er
COü#e*ti vaj».
„EEN DOMINO-VRAAGSTUK."
Acht domino-steenen worden om en om naast elkaar
op tafel gelegd, dus eerst een met den rug naar boven,
enz. Vervolgens neemt men aan, dat die steenen van
links naar rechts achtereenvolgens met 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7,
en 8 zijn gekenmerkt De vraag is nu in niet meer en
niet minder dan vier zetten de steenen zóó van plaats
te laten verwisselen, dat er eerst vier dominosteenen
naast elkaar komen te liggen met de oogen naar boven
en daarnaast vier dominosteenen met de ruggen naar
boven.
Als voorwaarde wordt echter gesteld, dat er bij lede
ren zet twee steenen (niet meer en niet minder) tege
lijk moeten worden verplaatst en de daardoor ontstane
ruimte bij den volgenden zet direct weer moet worden
aangevuld. De steenen mogen voorts niet op of onder
elkaar geplaatst worden. De verplaatsingen kunnen wor
den aangegeven door gebruik te maken van de numme
ring.
OPLOSSINGEN DEK PUZZLES
uit ons vorig nummer.
No. 512. „HOW TOT DO?"
Men neemt eenvoudig een der diagonale rijen weg en
men houdt horizontaal en verticaal geteld vijf rijen over
elk van vier mplaats van vijf geldstukjes. Dit is de meest
simpele oplossing. Simpel maar vernuftig.
Er zijn echter nog eenige varianties mogelijk, die
natuurlijk ook goed zijn doch minder verrassend resul
taat teweeg brengen. De onderstaande afbeelding, waar
in de ringetjes de geldstukjes voorstellen, die blijven
liggen en de kruisjes de weggenomen centen aanduiden,
brengt deze oplossing op duidelijke wijze in beeld.
X O O O O
O X O O O
O O X O O
O O O X O
O O O O X
No. 513. „EEN EIGENAARDIG GETAL".
Dat getal kan alleen zijn: 121.
Om deze uitkomst te vinden, begint men met het
kleinste gemeene veelvoud te zoeken van alle getallen,
uitgezonderd datgene, hetwelk bij deeling geen rest
geeft. Vervolgens telt men bij het nu gevonden kleinste
gemeene veelvoud één op en controleert of het resul
taat beantwoordt aan de eischen der opgave. Wanneer
dit niet gaat, dan vermenigvuldigt men het K.G.V. met
2, 3, 4, enz. net zoo lang tot men wel een goede uitkomst
bereikt Bijvoorbeeld:
Het K.G.V. van 2, 3, 4, 5, en 6 is.60. 60 1 is echter
niet door 11 deelbaar, zoodat wc het nu eens protfee-
ren met 2x60+1=121 en bij het nemen van de proef
blijkt, dat we het gevraagde getal gevonden hebben!
van S. E. van der Meer. Arnhem.
Zwart: 10.
m*
mA
ÜP Pt Wiï
tt§ wk
vm wm i
wé
Wit: 11.
De dfagramstand in cijfers behoort te zijn: Zwart 9
schijven op 711, 13, 15, 20, 26 en een dam op 14. Wit
11 schijven op 23, 24. 27—29, 33, 35, 38, 39, 48 en 49. Wit
speelt en wint op een zeer bijzondere wijze.
OPLOSSING PROBLEEM No. 519,
van Dr. M. J. B e 1 i n f a n t e, Amsterdam.
De diagramstand in cijfers was: Zwart 7 schijven op
8, 14, 17, 19, 20, 28 en 34. Wit 7 schijven op 26, 30. 35,
36, 39, 42 en 49. Wit speelt en wint hier door 39—33,
28X39 gedw., 26—21, 17X26 gedw., 36—31, 26X48, 49—43,
34 X 25. 43 X 34, 48 x 30 en 35X2. Een stukje probleem
compositie, dat geen verdere bespreking behoeft!!