Het valt direct op, dat de Japonnen een
andere lijn vertoonen. n.1. de hooge taille-
lijn.
No. I is een trois pièces van Engelsche
Tweedstof. Blouse van witte crêpe de chine
of toile de soi, overhemd model, met lossen
zijden strik. Rokje met een diepen plooi op-
zijde. Het overhemd bloust eenigzins over
den rok. Het losse jasje is van de zelfde
Engelsche stof gemaakt en wordt open
gedragen. Indien men dit geheel b v. van
beige geruite fantasiestof neemt, kan de
strik der witte blouse in de zelfde beige
kleur genomen worden Iets aparts en jeug
digs, dat zeker in den smaak valt.
II. Nog zoo'n aardig jeugdig jurkje van
Engelsche fantasiestof. De casaque krijg»
door z'n punthals het idee van een pullover
Eenvoudig rokje met vier plooien opzij Op
taillehoogte komt dan het ceintuurtje van
peau de Suede, waarover de casaque weer
eenigzins blousend gedragen wordt He.
overhemd van witte crêpe de chine of toile
de soi met das in de kleuren der japon Wat
denkt U b.v. van zacht blauwe fantasiestof
voor casaque en rokje, overhemd wit of
RQ fRANKFQRT.
crème, ceintuurtje, donkerblauw suede en
das met lichte en donkerder blauwe stre
en
III Een avond-japonnetje ook al met
iooge taillelijn Glad lijfje van velours
hiffon, heelemaal gegarneerd met glin-
-terende kraaltjes. Kralen zijn zeer modern
Rok van vier tule volants eveneens gegar
leerd met appliques van deze glinsterende
raaltjes. Men kan b.v. de japon zwart ne
men en de garneering van zilveren kraal-
ij es Het effect is keurig
HOE MOET MEN EEN PATROON
ZELF KNiPPEN?
Daar vele huismoeders en jonge meisjes
zich goed kunnen redden met het naaien
van verschillende kleedingstukken, blijft
voor velen het knippen een groot bezwaar.
We zien zoo vaak een aardig lapje stof en
wat zou hier geen aardig jurkje, schortje
enz. van gemaakt kunnen worden, mits die
écne groote plaag van dat patronen knip
pen maar niet bestond.
W ij stellen ons daarom ten doel om U in
de gelegenheid te stellen een volledig over
zicht te doen krijgen van het vervaardigen
van allerlei patronen voor ieder figuur, niet
alleen van jurkjes en japonnen, maar ook
ondergoed, jongens- en meisjesgoed.
Om nu al deze patronen als ze één keer
ln de courant gestaan hebben te onthouden
is onmogelijk. Daarom raden wij u aan,
schaf een schrift met harde kaft aan, waar
u alle patronen iedere week in kunt teeke
nen. Als we met de centimeter in 't schrift
zouden teekenen, zou het schrift veel te
klein zijn. nu zijn er bij Muys op de Ged.
Oude Gracht verkleinde centimetermaatjes
in den handel a 3 ct. per stuk en moet u
de kant gebruiken waarop staat.: Schaal yt.
Zeker zijn wij ervan, als u onze methode
volgt, u er uw geheele leven pleizier van zult
hebben.
Dus volgende week verschijnt onze eerste
les
RESTVERWERKING VAN VISCH.
KERRYSCIIOTEL VAN VISCII.
Resten gek :te visch (pl.m. 400 gr.): 2dD.
melk; 1 d.L. water; 50 gr. boter; 1 a 2 thee
lepels kerry; 1 uitje; 1 eetlepel bloem; zout.
Bereiding: Neem zoo mogelijk de visch,
wanneer ze overblijft, warm van de graat.
Vracht de stukken zoo groot mogelijk te
houdei en bewaar ze in het nat, dat onder
de vischschotel gedropen is. Snipper het
uitje fijn; fruit het met de kerry ln de bo
ter, maar zorg dat ze licht van kleur blijft.
Voeg de bloem toe, roer dit samen glad,
voeg langzamerhand, steeds roerende de
melk en het water toe en laat de saus 5 mi
nuten door koken. Doe de visch in de saus
maak het mengsel op smaak af met zout en
kerry; doe het ln een met boter ingewre
ven vuurvast schoteltje, strooi er wat pa
neermeel over, leg hier en daar een kluitje
boter en laat het in d n oven door en door
warm worden en een bruin korstje krij
gen. Presenteer er aardappelpureé bij.
VISCHSOUFFLé.
500 gram vischresten; 100 gram boter; 15
gram bloem; 5 gram zout; 2 dli. melk;
3 a 4 eieren; peper, zout naar smaak.
Bereiding: Ontdoe de visch van de graat
e: de velletjes. (Dit gaat 't gemakkelijkst
als de visch warm is). Hak de visch zóó
fijn, dat ze er p&té-achtig uitziet. Smelt
40 gram van de boter, voeg de bloem toe
en roer dit glad, voeg langzamerhand,
steeds roerende de melk toe. Laat de saus
na elke toevoeging doorko .en. Klop de rest
der boter bij kleine kluitjes door de saus
zorg dat ze niet uitsmelt ze zou dan een
vette laag op de saus vormen. Verwarm
ln deze ;aus de vischresten. zonder ze te
laten koken. Roer door dit mengsel voor
zichtig éér voor één de eidooiers. Maak de
massa op smaak af met zout en desge-
wenscht noot. Klop het eiwit zeer st,f
en schep dit luchtig door de massa. Doe
dit nu dadelijk over in een met boter inge
wreven vuurvast schoteltje; strijk de bo
venkant glad. Laat de soufflé in een matig
warmen oven souffleeren (pijn. 20 a 30
minuten). Dien de soufflé direct uit de
oven op, omdat ze anders neerslaat.
N.B. Deze soufflé kan gepresenteerd wor
den met een kaassaus.
VISCHBROODJES.
12 kleine geraspte broodjes; vischresten;
2 d.L. vischwater; 1 d.L. melk; citroensap;
peper; zout; 20 gram bloem; 100 gram
boter; peterselie.
BereidingVan de hoeveelheid visch
resten hangt het aantal te vullen broodjes
af. Aan te raden is het, het vulsel eerst
gereed te maken .omdat de broodjes uit
gehold worden. In verband met de hoeveel
heid vulsel, kan men de broodjes meer of
minder uithollen. Smelt een deel van de bo
ter, voeg de bloem toe, roer dit samen glad
en voeg steeds roerende de visch of vleesch-
bouillon toe. Laat de saus na elke toevoe
ging roerende door koken. Klop niet alle
boter in kleine klontjes verdeeld, door de
saus. Voeg zouf, peper, en citroensap naar
smaak toe. Roer de in stukjes verdeelde
visch en de zeer fijn gehakte peterselie door
de saus.
Snijd van de broodjes een kapje af, doch
zorg dat dit heel blijft. Hol de broodjes
voorzichtig uit en bestrijk ze van binnen
met wat boter. Vul de broodj met de visch
massa; plaats het dekseltje er op; bind er
een draadje om en bestrijk het geheele
broodje met wat boter. Laat ze in den
oven door er» door warm en croquant wor
den. Verwijder de draadjes vlug, zorg dat
c" broodjes niet ko- i worden en dien ze
op op een vleeschscha: 1, die met een ge
vouwen vingerdoekje bedekt is.
ANIRAHTAE.
SClIWEITZER's MOEDER.
Het is een bekend feit, dat tal van groote
mannen overtuigd zijn van den grooten in
vloed die hun moeders gehad hebben op
den ontwikkelingsgang van hun leven en
die zich dan ook niet schamen, openlijk
-n met nadruk voor hun vaak eenvoudige
moeders uit te komen.
Ik hoop. in deze rubriek nog meermalen
gelegenheid te hebben, om dit met illu
straties te verduidelijken en te bewijzen
Vandaag een en ander over de beteeke-
nis die moeder Schweitzer heeft gehad voor
haar grooten zoon, den man die ongetwij
feld een der belangrijkste figuren van ons
g slacht en wellicht van onze eeuw worden
zal.
Al aanstonds valt het in „Uit mijn jeugd"
on, hoe die vrouw kent wat moet ik zeggen?
eerbied voor het innerlijk van haar kind
Een uiterst belangrijke factor in de opvoe
ding, dunkt me. Zij tracht niet te kneeden
en te boetseeren naar het model dat zij
zich in den geest (van haar kind) heeft
gevormd. Ook als zij niet begrijpt wat den
jongen beweegt tot een zeer uitgesproken
houding in dit of dat opzicht, aanvaardt zij
dat. als ze ook maar vermoeden kan dat er
iets ernstigs achter verborgen ligt. Zoo, als
b.v. reeds als kind, Albert zijn ali.w. inge
boren solidariteitsbesef aan den dag legt,
door niet anders en beter te willen gekleed
gaan dan de andere Jongens van zijn dorp
en in den winkel v/aar zijn moeder hem
een mooien pet wil koopen het arme mensch
eigenlijk voor schandaal laat staan door
een rasboerennuts en niets anders te willen
hebben. Zoo'n houding van eerbied, dieniet
het kind breken wil, is niet hoog genoeg
aan te slaan. En die houding blijkt hier
uit, dat moeder Schweitzer toe geeft met
dien muts.
Hij verklaart, het gesloten karakter van
zijn moeder tc hebben geerfd en vertelt,
hoe ze slechts zelden de liefde die ze elkaar
toedroegen onder woorden hebben gebracht
ofschoon, of liever misschien juister: om
dat, ze elkaar zoo volkomen begrepen.
Ook zijn diepe hartstochtelijkheid dankt
hij aan zijn moeder, een hartstochtelijk
heid waarvan hij zich bij het spel bewust
werd: van wege die hartstochtelijkheid
heeft hij nooit speelkaarten durven aan
roeren en heeft hij ook als student afstand
van het rooken gedaan.
Die moeder is heelemaal geen buitenge
wone vrouw geweest; ik zou bijna zeggen:
ze was alleen maar moeder. Zoo'n enkele
opmerking als deze spreekt voor wie kin
deren heeft, heel wat: „als een bijzondere
goedheid onzer ouders beschouwden wy het
dat zij ons toestonden zooveel van onze
school-vrienden in de vacantie mee te bren
gen tot het huis vol was. Hoe moeder al da
drukte, welke wij haar daardoor veroor
zaakten, aan kon. is me tot heden een raad
sel". Ook mij is zoo iets een raadsel, moet
ik erkennen. Theorethisch zijn we het met
de practijk van moeder Schweitzer natuur
lijk eens, maar wie onzer kan het aan, er
naar te doén ook? Toch ben ik er zeker
van, dat deze manier van doen van den
allergrootsten zin is geweest voor het op
groeiende leven en dat het allergrootste
brok opoffering in deze gebracht wordt
door moeder, meer dan door vader, die toch
een groot deel van den dag de enerveerende
drukte van „een huis vol menschen" kan
ontvluchten.
Die moeder hoofdzakelijk heeft de ge
luksatmosfeer in dat huisgezin geschapen
en wat dat zeggen wil, laat zich niet gemak
kelijk in woorden uitdrukken. Is het niet
veelzeggend, dat eigenlijk Schweitzer zijn
levenshouding en zijn levenstaak op die
geluksatmosfeer a.h.w. construeert? Hij
vc:lt dat geluk zoo geweldig en zoo groot,
dat hij het tevens ervaart als onverdiend.
„Uit het besef van geluk te bezitten, ont
wikkelt zich bij hem het besef, dat wij ons
leven niet mogen behouden voor ons zei
ven. maar dat anderen recht op dat leven
hebben. Vandaar dat steeds meer uitgroei
ende leven van zelfovergave. Is dat nu niet,
voor een uiterst groot gedeelte te boeken
in het crediet van Schweitzer's moeder,
die vergat en zichzelf wegschonk in het
thuis dat voor ieder open stond
't Is zeer de moeite waard, het leven van
een groot man in zijn ontplooiing te be-
studeeren, indien men maar niet meent het
begrepen en te hebben verklaard met „faits
et gestes"; 't allerbelangrijkste zijn ook daar
de z.g. „imponderabilia", d.w.z. de onweeg
bare dingen. En in een levensgang als die
van Albert Schweitzer zie ik als een van de
allervoornaamste „imponderabilia": de
Moeder. z.
WAT MEN ZIET DRAGEN WAT MEN
DRAGEN ZAL.
FLUWEELEN TAILLEURS zijn zeer in de
mode. Men kan deze in drie soorten onder
scheiden. Allereerst het strenge, doch chique
mantelpak van effen zwart fluweel. Ook wel
mag dit gekleurd zijn, maar dan donker;
marineblauw, bruin of groen. Vervolgens
:omen de fluweelen tailleurs die voor kouwe
lijke vrouwen gemaakt zijn. Meestal ook in
;ffen fluweel, maar dikwijls ook in het z.g.
óontfluweel, dat door een speciale bewerking
jr als bont uitziet.
Tenslotte kennen we het fantasie mantel
pak van fluweel. Daarvoor gebruikt men
bedrukt fluweel of ook wel in Schotsche
patronen. Rok en mantel worden paasend bij
elkaar gekozen, waarbij of wel de rok alleen
effen is en het manteltje van bedrukten stof
dan wel omgekeerd.
STREPEN. Is het om tegen de slankheid
te strijden die tegenwoordig niet meer zoo in
de mode is? Hoe het zij. men ziet dit seizoen
zeer vele dwarsstre'epen die het figuur on
willekeurig gevulder doen schijnen
OVERAL GESPEN. Voor middag- en
avondschoenen, voor ceintuurs, onderaan het
décolleté der japonnen, op de hoeden, overal
riet men gespen in overvloed, 's Morgens
zijn deze gespen van metaal of email. Voor
den middag en avond zijn zij of wel van echte
juweelen gemaakt of wel van witte of ge-
ONZE B0SSCHEN.
(De Vereenlglng voor Vreemdel!
genverkeer, pensionhouders en belar
hebbenden, vreest dat de mooie bi
schen ln het seizoen minder dr
door vreemdelingen zullen bezcx
worden).
Rustig, vredig zijn de bosschen,
Stilte ademt de natuur,
Waar de lokroep van een vogel,
Trilt In 't late avonduur
Rustig, vredig zijn de bosschen,
Van het mooie Gelderland,
Waar een jong, opbloeiend leven,
Door een bruut werd aangerand
Angstig wordt ons nu de stille
Eenzaamheid van 't prachtig bosch,
En het schrikbeeld wil niet wijken,
De beklemming laat niet los
Tochde bosschen zijn zoo vredig.
Zuiver, rein is de natuur,
Maar de lage, booze hartstocht,
Laaiend, als een vlammend vuur
Maakt de paden ook onveilig,
Spant toch évenzoo een net,
Op de druk bezochte wegen,
Waar de menschenvoet zich zet.
(Nadruk verboden).
H. H. de Bruin-Léo
kleurde simili-steenen. Ook ziet men ve
gekleurd bergkristal.
KLEINE STRIKJES. Om aan Uw japc
een nieuw aanzien te geven, kunt gij
amuseeren door er een groote hoeveelhö
kleine platte strikjes op aan te brengen, vj
voren of aan de zijkanten, zooals een orig
neele rij knoopen.
DE VOGUE VAN HET GEEL. Men b
looft ons voor de lente zeer veel geel. Alj
tinten dezer zonnekleur zullen en vogue ziji
Geel is een kleur die iedereen goed staa
mits men goed weet te kiezen welke kle(
geel het beste bij gelaatskleur, oogen el
haren past. Het is slechts een kwestie va
harmonie. Om met deze in overeenstemmin
te zijn, behoeft gij uwen spiegel slechts t
raadplegen.
DE NIEUWE FéTIcnE. Dit is het vraa(
teeken. Men zal dit vooral als hanger drag<
Reeds nu dient het als sluiting van klei
handtasschen.
LANGE KNOOPENRIJEN. Als zeer
makkelijke garneering zullen wij dit sei
de lange knoopenden terugzien. Overal woi
den deze aangebracht, zoowel op den rul
eener japon als van voren, op de mouwd
vanaf tot den pols tot bijna aan den schou
der, op de japonnen aan het décolleté en oj
de ceintures.
Van de in dit nummer voorkomende model
len zijn geen patronen verkrijgbaar.
Redactie.
HANDWERKHOEKJE.
Lijkt het niet aardig, dit Paaschmandje,
met z'n eitjes, eigenwijs kuiken en haasje?
De versiering van het mandje is gemak
kelijk genoeg, ik zou u raden den rand met
groene wol om te festonneeren en witte
bloempjes met 'n geel hartje, als de made
liefjes er tusschen te plaatsen. De blaadjes
zijn lussen, die u om een rond gesloten toer
lossen (4 steken) met een wolnaald kunt
maken.
De eieren worden van vaste steken ge
haakt; enkele slechts tot op de helft, zoo
als op het plaatje te zien is. Het haasje
wordt eerst op papier geteekend, als plai ngj
gend patroon, zooals u b.v. een jumper haakt
met twee openingen als voor de mouwen
(hier de pootjes) opgevuld en dan op den
buik dichtgenaaid, ooren en staart ook in
model, volgens patroontje haken zoo doet
u ook met het kuikentje, dat vanzelf met
zacht gele wol gewerkt, alleraardigst voldoet
Het haasje grijs, de eitjes wit en zacht
groen
't Is "heusch niet moeilijk en straks op ta
fel, zal het de Paaschstemming verhoogenf
LIA.