Noach's Ark UIT DE FILMWERELD KORTE BERICHTEN. VOOR HET KLEINE VOLKJE. EEN KOSTBARE PAREL* Er was eens een koning en een koningin, die een dochtertje hadden, Adalmina geheeten. Toen 't prinsesje gedoopt werd, werden er twee goede feeën als peet moeders op het feest genoodigd; de ééne was In het rood, de andere in het blauw gekleed. De roode fee gaf het petekind een groote paarl van onvergelijkelijke schoonheid en verder nog drie andere gaven. „Luister, o koninginne", riep de fee.Zoo lang Adalmina deze paarl draagt, zal zij met den dag liever, verstandiger en mooier worden; maar, wanneer zo deze verliest, verliest ze ook onmiddellijk de eigenschappen die ze niet terugkrijgt, eer de paarl weervindt". Daarop zei de blauwe fee: „Adalmina heeft nu al drie zulke schitterende gaven, dat de meeste menschen niets meer zouden verlangen. Maar als het prinsesje de paarl verliest, ontvangt zij de vierde gave: een nederig hart." De koning en de koningin zouden er wel voor zorgen, dat Adalmina die paarl niet verloor. Ze lieten een gou den kroontje voor haar vervaardigen, dat zóó gemaakt was, dat het met het prinsesje groeide. Als zij maar even buiten het palels kwam, werd zij bewaakt door vier hofdames en vier heeren. Adalmina groeide op en alles gebeurde, zooals de fee voorspeld had: haar oogen schitterden als sterretjes, overal verspreidde zij zonneschijn, en zij werd zóó rijk, dat ze door de grootste schatteh omringd was. De vloer van de kamer was van zilver met paarlrnoer ingelegd; de wanden waren een groot spiegelvlak; het plafond was met diamanten versierd. Het prinsesje at van gouden vaatwerk, sliep in een gouden bedje en was ln goudstof gekleed. Zij was zóó knap, dat z\j In een ommezien, de moeilijkste raadsels kon oplossen en de langste les kon onthouden. De koning en de koningin dachten dan ook, dat Adalmina het volmaaktste schepseltje was ter wereld; cn ongelukkigerwijze begon zij dit zelve ook te vinden. Zij werd zóó heerschzuchtig en onverdraagzaam, dat een leder haar vreesde en niemand van haar hield. Op een dag toen zij 15 jaar oud was, wandelde zij In de koninklijke tuinen en wilde het hek doorgaan. Toen de hofdames en -heeren zich daartegen verzetten, snelde zij weg, als een hinde, klom over het hek en was in een ommezien uit het oog verdwenen. Nadat zij nog een heelen tijd geloopen had, kreeg zij dorst en ging bij een bron zitten uitrusten. Daar zag zij haar spiegelbeeld en boog zich voorover, om zich nog beter te kunnen bewonderen toen opeens de gouden kroon met de paarl erin, haar van het hoofd viel en door het stroomende water werd meegesleept. En wat gebeurde er nu? Ineens zag zij een heel ander beeldje voor zich. Zij verloor ook haar geleerdheid en haar geheugen, zoodat zij totaal niets meer wist. wie zij was en zich zoo angstig voelde, alleen ln het bosch, dat ze onmiddellijk afging op een lichtje, dat In een armoedig hutje brandde, waar een oud vrouwtje woon de. Het oudje deed haar van allerlei vragen: wie zij was en waar zij woonde, en vond het heel vreemd, dat h°t meisje niet antwoorden kon. Maar toch had zij mede lijden met haar en bood haar een plaats als geitenhoed ster aan. Adalmina was heel blij met dit voorstel en omhelsde het vrouwtje hartelijk: want de blauwe fee had woord gehouden en zij was nu in het bezit geko men van een nederig hart. Het verdriet van den koning en de koningin was onbeschrijfelijk. Ze gaven hun onderdanen bevel om rouw te dragen, en overal ter stond bekend te maken, dat hy, die prinses Adalmina vond, haar tot vrouw kreeg, maar bovendien nog de helft van het koninkrijk. Menige vorstenzoon ging daarop af en de prins Sig- mund kwam op zijn zwerftochten bij de hut der oude vrouw. „Over wlen rouwt ge?" vroeg hij vriendelijk. „Over de verdwenen prinses", antwoordde zij, „maar het volk heeft anders niet veel aan haar verloren: zij had een trots hart". Op dat oogenblik kwam Adalmina met haar geiten terug. De prins keek haar aan en begreep niet, hoe het kwam, dat hij zoo al van haar hield, zonder dat zij nog een enkel woord gezegd had. „Het ls verwonderlijk", riep hij. „Drie jaar lang heb lk aan niets anders gedacht dan aan het prinsesje, maar nu zoek lk niet langer naar haar." Hij liep vlug naar de bron, waar Adalmina zoo'n ver andering had ondergaan, en liet daar een slot bouwen. Op een heeten zomermiddag knielde hij neer om van het frlssche water te drinken. „Wat schittert daar zoo?" vroeg hij. stak zijn arm zoo ver mogelijk uit en vischte een gouden kroon op, met een prachtige paarl. Hij nam de kroon mee naar het Scène uit Noach's Ark. koninklijk paleis en nauwelijks hadden de koning en de koningin die gezien of zij riepen: „O, waar ls ons ge liefd dochtertje?" De koning liet door het geheele land bekend maken, dat alle meisjes van achttien jaar ln zijn paleis bijeen moesten komen, en, wie de kroon paste, zou als prinses erkend worden en prins Slgmund zou met haar trouwen". Tot 's avonds ging de kroon van hoofd lot hoofd, maar zij paste geen enkel meisje. Tegen zonsondergang kwam de arme geitenhoedster aan en ziet, haar paste ze volkomen. Toen werd het arme meisje, met de kroon op het hoofd naar een zaal gevoerd, door duizenden waskaarsen verlicht, maar, niet zoodra had zij haar paarl teruggekregen, of zij was ook weer in het bezit van haar schoonheid. En het beste van alles nog: een vriendelijk, nederig hart. Toen haar geheugen terugkeerde, herinnerde zij zich wat een onaangenaam, onvriendelijk meisje zij was ge weest. Zij vroeg haar ouders om vergeving en liet het oude vrouwtje uit het bosch halen en beloofde voor haar te zorgen. Prins Sigmund zei: „Ik wist, dat dit alles zoo loopen zou: Adalmlna's paarl is prachtig, maar nog on eindig veel meer waarde heeft een nederig hart." PETER BESPIEDT DEN SLANG. Peter was zoo ln gedachten verdiept, en had zoo'n medelijden mot zichzelf, over al zijn moeilijkheden, datt hij heelemaal vergat waakzaam te zijn en liep onvoor zichtig en zorgeloos rond en zoo sprong hij van achter een dikke boom te voorschijn, zonder eerst eens uit te zien of het aan dien anderen kant van dien boom wel heelemaal veilig was. Want het is heel onvoorzichtig van een konijn om niet te weten waar en hoe je belandt als je een sprong maakt. Nauwelijks hadden Peters pootjes den grond ge raakt of er ontstond een plotselinge beweging onder de doode bladeren vlak naast hem. Peter sprong ver schrikt eenige sprongen verder. „Groote knollen!" riep hij verschrikt en keek achterom. Toen zag hij, dat het een haar had gescheeld of hij was op een slang gesprongen. En de slang was uit zijn humeur. Ja, werke lijk, hij was heel erg uit zijn hu meur. HIJ kroop hierheen en daar heen, alsof hij iets wilde strijken. Ten slotte ging de slang een weinig over eind zitten en be woog zich snel in alle richtingen. Peter zat achter een anderen boom en keek uit wat de slang deed. „Ik geloof dat hij mij zoekt," dacht Peter. Hij is woest. En hij ziet er ook lang niet zoo mooi zwart en glanzend uit als anders. En dat was ook zoo. Meneer Zwarthuld en slang leek niet zichzelf. „Hij ls bepaald ziek", dacht Peter. Juist toen hij dit dacht bewoog meneer Zwarthuid zich op zoo'n manier, dat Peter hem goed in het gezicht kon zien. En ln de oogen van den slang brandde een vreemd licht. Ze waren wild en toch deed hij alsof hU blind was Ja, ja, hij deed heel eigenaardig. Opeens kroop hij vlug naar den boom vanwaar Peter daarstraks bijna* op me neer Zwarthuid gesprongen was. Voor den boom lag een dikke stronk, die aan het eind een heel klein stukje van den grond lag. Meneer Zwarthuid deed al zijn best om Juist hier on der den 6tronk door te kruipen. Peter begreep er niets van. Want waarom maakte die slang zich zoo druk, ter wijl hij toch veel eenvoudiger over den stronk heen kon kruipen of desnoods or langs. Zijn oogen waren nu weer schitterend als altijd en hij stak zijn gespleten tong te gen Peter uit. Peter lachte. Hij was niet bang voor moneer Zwart huid, want hij wist, dat hij te groot was om door den slang verslonden te worden. Maar voor niets ter wereld wilde hij moeilijkheden met meneer Zwarthuid krijgen. Plotseling zag Peter Iets heel wonderlijks. De slang kroop uit zijn ouden huid. Daaronder had hy een nieuw jasje en hij had geen behoefte aan een overjas. De oude versleten jas zag er dan ook zoo raar en groezelig uit En daardoor had hij er zoo raar en ziek uitgezien cn rondgestaard of hij blind was. Meneer Zwarthuid was letterlijk uit zijn vel gesprongen. Die oude jas zat nog een beetje vast aan zijn kop cn daarom was hij onder den stronk doorgekropen, waar zijn oude jas was achtergebleven. Zoodra hij weer te voorschijn kwam zag hy er weer schitterend zwart en glanzend uit en hij voelde zich verheugd nu hy weer be- vryd was en om de waarheid te zeggen hy ging gauw naar huis. want hy had een honger voor wel tien Zwarthuiden. „Zie Je," dacht Peter." zooiets kunnen wij konynen nu toch maar nooit doen!" Momenteel draalt hier te lande een Vatiphone film van de Warner Bros. „Noach's Ark", welke om verschil lende redenen zeer by'zonder de aan dacht verdient Vooreerst is deze film belangwekkend om de tallooze tech nische moeilijkheden en gevaren, wel ke moesten worden overwonnen. Om een beeld hiervan te geven, laten wij hieronder eenige bijzonderheden be treffende de opnamen volgen. De scenario-schryver, Darryl Fran- cis Zanuck, de regisseur Curtiz en hun staf van medewerkers, hebben meer dan twee jaar noodig gehad om alle geschiedkundige gegevens voor het filmwerk te verzamelen, terwyl bovendien de opnamen zelf in totaal drie jaar duurden. Een scène, welke een processie voorstelde en In een week werd verfilmd, kostte f 750.000. Drie duizend tim merlieden, byna evenveel metselaars en tal van andere werklieden waren in dienst genomen om een reusachtl- gen tempel van de afgodendienaars, welke 115 M. lang, 40 M. breed en 30 M. hoog was, op te bouwen. Duizend figuranten traden ln de scènes van de godstdienstige feesten op. Voor de verfilming werd Curtiz door meer dan 100 medewerkers by'gestaan, waarvoor een uitgebreid telefoonnet moest worden aangelegd. Omdat de opera teurs tegeiykerüjd de scènes zouden gaan opnemen, werd gebruik gemaakt van een sirene, waarvan het ge luid een halve myi in den omtrek hoorbaar was. In het byzonder met de scène, welke de tocht uitbeeldt van alle dierenparen naar de ark, heeft Curtiz zeer veel moeite gehad. Hy zelf en verscheidene medespelers liepen hier- by verwondingen op. Beschouwen wij vervolgens de film zelf, dan pakt ons direct de prachtige scène uit den Orient-Expres Parys— Constantinopel, welke filmtechnisch nu wel geen moei lijkheden met zich bracht, maar aanstonds de goede lei ding verried van den regisseur Michael Curtiz. Hierbij maken wij een gesprek mede van een zeer gemengd ge zelschap, o.a. van een Duitsche danseres, een geestelijke, een Russisch officier, twee Amerikaansche jongelui en eenige artisten. Als sluitstuk van een zeer uitdagend ge sprek over de Godheid tusschen deze verschillende men- schentypen, laat de regisseur een fraai opgenomen spoor wegongeluk volgen. De daaropvolgende scène ln den herberg kan filmisch niet zoozeer onze bewondering trekken. Na een liefdes geschiedenis, welke „natuurlyk" niet gemist kon worden, volgen eenige scènes uit den wereldoorlog, welke als een bloedgolf door Europa vaart. Hoewel wy al reeds menige oorlogsfilm hebben gezien, worden hier staaltjes ver toond, welke tot mee van het beste behooren, wat men in dit opzicht kan verwachten. De Intocht der Ameri kaansche troepen In Parys, waaraan 1200 oudstryders hun medewerking verleenden, was als het ware één op laaiing van enthousiasme. Na alelrlei oorogsverwikke- lingen zien wy een geesteiyke, die tot de ter dood veroor deelden een kaatste woord spreekt, waarby hij de jong ste wereldramp vergelykt met die uit oeroude tijden, n.k de zondvloed. Het nu komende gedeelte van de film Is In één woord machtig van opzet en grootsch van uitvoering. Qua genre zouden wy dit gedeelte kunnen vergeiyken met de „Tien Geboden" hoewel by deze rolprent weer andere techni sche moeiiykheden moesten worden overwonnen. Als wy tenslotte aan het spel der acteurs onze aan dacht wyden. dan moeten wij op de eer3te plaats een eere-saluut brengen aan Dolores Costello, die in deze film weer biyk geeft van haar alzydig kunnen, terwyi ook do Amerikaansche jongelui, later Bybelsche figu ren, en meer ln het byzonder George O'Brien, hun rol uitmuntend vertolken. Een film dus, welke om het spel, en om de ensceneering, eenlgszins boven het middelma tige uitsteekt. Scène uit Noach's Ark. Film allerlei. De „talkle" reeds 2000 jaar oud. De „talkie" de sprekende film. het wonder dezer eeuw, is niet nieuw. Twee duizend jaar geleden kenden de Chineezen Iets dergelyks reeds. Dit is op zichzelf geen wonder, daar de Chineezen reeds papier kenden, heel lang vóór wy veel van de boekdrukkunst afwisten, zy gebruikten buskruit, voor men er by ons iets van wist. Zoo vermaakten zy zich reeds toen met de sprekende film, al was dit dan ook in zeer primitieven vorm. Twee duizend jaar zyn er sindsdien verloopen. In het „Field Museum óf Naturel History" in Chlcago heeft men aan de hand van documenten zelfs het jaar kunnen vaststellen, waarin men voor het eerst van deze ..talkie" hoorde. Men heeft gevonden dat het schaduw spel der Chineezen, dat reeds 21 jaar v. Chr. werd op gevoerd, eigenlijk een voorlooper van de „talkie" ge noemd kan worden. Het schimmenspel der Chineezen bestond uit poppen, welke uit doorzichtig perkament wa ren gesneden, met beweegbare armen en beenen. Deze vlakke figuren werden en worden trouwens nog, achter een groot wit scherm, dat aan den achterkant belicht wordt door een olielamp, bewogen. Terwijl een voorlezer de verschillende karakters der voorgestelde personen verhaalt, speelt een klein orkestje begeleidende muziek. De oude Chineezen hadden voor dit soort bioscoop meer interesse dan voor het theater. Een kat, die 5000 Dollar opbracht. Een grijze Perzische kat, welke reeds de geheele we reld heeft rondgezwe rven speelt in een Amerikaansche sprekende film een zeer belangrijke rol. Zy heet „Lady" en is reeds jaren by de film werkzaam. Om aan haar engagementen gehoor te geven, heeft zy al heel wat kilometers in Amerika afgelegd, zy is zelfs een paar keer per vliegtuig naar de plaats van bestem ming gegaan. Zy heeft ook een vriendje, Kater Kitty- Boy, en denkt er niet aan om aan het werk te gaan, als Kitty-Boy niet in het studio aanwezig is. Zy is ver zekerd voor duizend dollar en verdiende reeds 5000 dol lar voor den man, die het geluk heeft haar te bezitten. Lady en Kltty-Boy zyn n.1. het eigendom van een man, die er zyn beroep van gemaakt heeft, dieren te leveren voor films. Tot zijn menagerie rekent hy o.a. honden, beren, zwanen, duiven, papegaaien, kippen, kraaien, wilde katten en apen. DE OCEAANZWEMMERS. Den heelen morgen waren de Jongens al ongedurig ge weest, want moeder had beloofd, dat ze 's middags moch- tengaan zwemmen. De koffietafel was dan ook nauwelijks afgeloopen of de jongens hadden hun zwempakjes al te voorschijn gehaald en spoedig waren ze, gevolgd door Flip, by het water. Kleine Hans was aan de zorgen van de Jongens toever trouwd, doch daar hy nog niet zwemmen kon, moest hy aan den kant van het water biyven spartelen. Freddy had een afgezaagden boomstam ontdekt, die half over het water heenhlng en geknipt was om als springplank te dienen, terwyi Wim van een boomstronk af in het wa ter sprong. Flip alleen voelde er niet veel voor zich In het natte water te wagen en besloot zoo'n beetje op Hans te pas sen, terwijl de jongens onderwyl even naar Amerika gin gen, doch zy haastten zich zoo, dat zy rog voor het eten weer terug waren. Avontuurlijke roofoverval. Ln Chechoslowakije keerde een rijke landheer van een paardenmarkt terug in zijn rijtuig, waarin ook zijn drie kinderen zaten. Op de markt had hij ver schillende paarden verkocht en droeg zoodoende veel geld by zich. Plotseling werd het rytuig door ge maskerde bandieten te paard aangehouden. Toen de landheer het geld wilde overhandigen, deed de koet sier het rijtuig plotseling snel wegrijden. De rivier de Tarea was door de laats'e regens sterk gezwollen zoodat de weg gedeeltelijk onder water stond. Door de roovers achtervolgd, die aanhoudend met revol vers schoten, raakten de paarden op hol en kwamen in de rivier terecht, zoodat allen behalve de eige naar verdronken. Van de bandieten geen spoor meer. Belooning van een trouwen huisknecht Lady Fl. M. Nevill heeft aan haar huisknecht be halve een paar persoonlyke souvenirs, een som van 00.000 gulden nagelaten als belooning voor zijn ja renlanger) trouwen dienst by haar overleden man en haarzelf. Onde tweelingen: De oudste tweeling in Engeland Mr. Brown en zijn zuster uit Middlesborough zullen op 16 April a.s. 90 jaar worden. De daarop volgende oudste tweeling van Engeland is 86 jaar. Waarom de dominéé weigerde. Dominéé C. Cottle van het plaatsje Middleton in Derby had te kennen gegeven, dat hij ging verhuizen naar Leeds, waar hij beroepen was. De nieuw aange wezen geestelijke, de eerw. F Harvard, kwam naar Middleton, maar na eenige dagen deelde hij mede zijn aanneming terug te trekken, daar er naar zyn on dervinding geen voldoende water in het dorp was om een dagelijksch bad te nemen, wat hij gewoon was. De Kerkeraad kwam hierop bijeen en meende, dat het dorp, dat alom bekend is wegens zijn na tuurschoon, door de mededeeling van den nieuwen dominéé is geschandvlekt. De Kerkeraad liet dan ook mededeelen, dat tot heden alle inwoners van het dorp kans hebben gezien zich schoon te houden en dat er voldoende water in het dorp aanwezig is om te drinken en 'n bad te nemen De ontslagaanvrage is ingewilligd en een nieuwe predikant, Ds. B. Dawe, is reeds beroepen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 8