lliiiiu Kimt tiraiiitii- Lullfflllal Het Altaar der Eer BERICHT! ll&kit Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Sehagen. Eerste Blad. Een eenheidsfront der kerken? Wasscherij S. KROM, Alkmaar. Te veel tarwe. ^Uultga^/ Donderdag 27 Maart 1930. 73ste Jaargang No. 8636 Dit blad verschijnt vi'ermaal per week: Dinsdag. Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot s morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in hel eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent ADVERTEN- TIöN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno. inbegrepen) Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. Doordat de exploitatiekosten van ons couranten- bedrijf telkens hooger worden en de Uitgave van de Schager Courant, willen wij aan de te stellen eischen van den modernen tijd ten volle kunnen blijven vol doen, steeds omvangrijker en kostbaarder wordt, zien wij ons genoodzaakt het abonnementsgeld te brengen van f 1.66 op f 1 80- per 3 maanden, dus met 1 cent per week te verhoogen. Wij gevoelen tot deze luttele prijsverhooging te meer vrijheid, omdat de abonnementsprijs van de Schager Courant, ondanks deze verhooging, nog be langrijk blijft beneden den abonnementsprijs van al le andere soortgelijke bladen in onze omgeving. DE UITG. SAMEN TEGEN RUSLAND. Er doet zich in Nederland een merkwaardig geval voor. Menschen van alle geloof hebben elkaar ge vonden, en onder katholieke leiding maken zij ge zamenlijk front tegen de vervolgingen, waaraan Kerk en Godsdienst in Sovjet-Rusland bloot staan. Roomschen, Joden, Protestanten in diverse scha- keeringen zitten broederlijk op hetzelfde podium en beurt om beurt klagen zij de Bolsjewisten aan, en wekken als het ware op tot een modernen kruis tocht tegen het Russische geweld. Natuurlijk is dit hun goed recht. Wij denken er niet aan dit te| betwisten. Integendeel, tegenstanders als we zijn van geweld en van geestelijken dwang vooral, juichen wij er in, als daartegen wordt ge protesteerd op felle wijze. Het is geen slecht teeken, als de verontwaardiging hoog oplaait, over onrecht en onderdrukking, waarvan men zelf niet recht streeks heeft te lijden. Dit vinden we dan ook niet merkwaardig, maar •wel dat die protesten zich nu doen hooren en dat de protesteerenden zulk een eigenaardig gezelschap vormen. Sinds menschenheugenis is Rusland het land der gruwelen. Zoo was het onder de Czaren, die aan het hoofd stonden der Grieksch- Katholieke Kerk, zoo is het onder de Bolsjewisten. De Joden weten er van mee te praten en met hen allen, wier meeningen af wijken van de officieel gehuldigde. Vrijheid was en is in Rusland een woord zonder inhoud voor allen, die niet zweren bij de leiders, gekroond of onge kroond. De gevangenissen zaten en zitten vol men schen, wier grootste misdaad is, dat zij er eigen ideeën op na houden en die trachten te verkondi gen. Aanleiding om onze verontwaardiging te luchten FEUILLETON door ETHEL M. DELL. 18. Haar stralend gezicht verried dat ze zich nog nooit zoo gelukkig gevoeld had, ais toen ze hun middagtochtje gingen aanvaarden. Basil was vol oplettendheden en teederheid voor haar. Zijn geluk zou eveneens volmaakt geweest zijn, want hij was dichter dan ooit bij datgene waarop hij zijn zinnen gezet had; maar zijn bezorgdheid over zijn neef wierp een schaduw over alles. „Ik maak me zeer bekommerd over dien besten jon gen," zei hij. „Ik ben niet langer dan tien dagen hier afwezig geweest, maar ik kan een verandering in hem kespeuren een zeer duidelijke verandering. Hij erkent bet zelf, dat is het onplezierigste. En er kan hoege naamd niets aan gedaan worden. Dat kon van het begin af niet. Het was reeds dadelijk een ongeneeslijke kwet suur. We wisten dat het slechts een kwestie van tijd was." Hij loosde een zucht. „Ik kan me de bezittingen niet voorstellen zonder hem. God zij gedankt dat ik jou zal hebben!" Zijn toon ontroerde haar diep; zij legde een hand op zijn knie. „We zullen elkaar hebben," sprak ze zacht. Zijn geheele gelaatsuitdrukking veranderde; zijn som berheid verdween als bij tooverslag. „Daarvoor zegene je God, mijn lieveling.' zei hij. Toen ze van hun tochtje terugkeerden, verbeeldde Lady Cravenstowe zich dat haar beschermelinge er nooit zoo van geluk stralend uitgezien had als nu. en ze wenschte zichzelve opnieuw geluk met het welslagen van haar plannen. „Je behoeft je nergens ongerust over te maken", mom pelde ze tot Lord Conister. „Ze begint hem reeds te aan bidden. En waarlijk, ze zou niet menschelijk zijn, als ze dat niet deed. Je bent natuurlijk zeer voldaan?" Het grauwe gezicht glimlachte, maar de grauwe oogen bleven strak. „Dat acht ik niet geheel en al het goede woord", merkte Lord Conister bedaard op. „Ik zou het liever noemen, een goed begin in sommige opzichten bijna te goed. Maar ik zal den afloop niet beleven." „Kom nu, Hugh", kwam zij daartegen op. was er dus te over en is ook wel aangegrepen. Nooit echter hebben de kerken zooals nu, aan zulke pro testen medegedaan en treffend is het, dat zij dit thans bijna eenstemmig doen. Dit wekt ook in kerkelijke kringen verbazing en een uiting daarvan is, wat de gereformeerde predi kant Ds. Buskes daarover schrijft in „De Strijder", het orgaan van de Christen-Democratische Unie. Na eerst evenals wij zijn afschuw te hebben geuit over de Russische geloofsvervolgingen, gaat hij aldus verder: „In de eerste plaats evenwel dient de vraag ge steld, waarom vrijwel uitsluitend geprotesteerd wordt tegen de vervolging der christenen. De wijze, waarop de sociaal-democraten in Rusland vervolgd en ge marteld worden, verschilt van die, waarop de chris tenen mishandeld worden, in geen enkel opzicht. De koelaki, de Russische boeren, hebben het niet min der hard te verduren. Het Sovjet-bewind koelt zijn woede niet uitsluitend aan de kerk, maar aan allen, die tot de oppositie behooren. In de tweede plaats moet de vraag gesteld worden, waarom de Christenheid niet tegelijkertijd protes teert tegen de diktatuur en de terreur in Italië. En gebeuren in Italië minder gruwelen dan in Rusland. Maar de geestelijke vrijheid wordt er zeker niet minder geknot dan in Rusland. Bolsjewisme en fas cisme staan principieel op één lijn. Mussolini is geen haar beter dan Stalin. In de derde plaats: wanneer de Paus een felle aanklacht richt tegen den Sovjet-Staat, omdat deze de christenen vervolgt, mogen wij toch wel bijzonder nuchter blijven en de vraag stellen: Gij, die anderen oordeelt, oordeelt gij uzelf niet? De geschiedenis van de Roomsche Kerk is een aaneenschakeling van gru welen en misdaden. Rome doet voor Sovjet-Rusland volstrekt niet onder. Alleen dit is het verschil, dat Sovjet-Rusland de christenen vervolgt uit haat te gen God, terwijl Rome het altijd gedaan heeft in den naam van God zelf. In Gods oog zhl het laatste nog wel erger zijn dan het eerste." Er is echter nog meer merkwaardigs. Roomsch en on-roomsch zitten op de vergaderin gen broederlijk bijeen. Waardeeren kunnen zij el kanders opvattingen echter onmogelijk. Wat zou men bijv. te hooren krijgen, als van orthodoxe zijde eens openlijk werd gezegd hoe men dacht over den biddag door den Paus uitgeschreven op 19 Maart. De r.k. Volkskrant schreef daarover: „De H. Vader heeft in Zijn schrijven aan kardi naal Pompili over den biddag op 19 Maart bepaald, dat de geloovigen hun smeekbeden zullen richten tot Jezus in het Allerheiligste, doch tevens de tus- schenkomst zullen inroepen van de Onbevlekte Moe dermaagd, van den H Joseph, de beschermheiligen van Rusland, in het bijzonder van de H. Theresia van het Kindje Jezus, aan wie de H. Vader de toekomst Informeert U eens bij Uw kennissen hoe ol onze wasscherij hun voldoet. O! beter nog, laat ons even een wasch halen en overtuigt U dan zeil van onze aflevering. Zijn blik ging ver voorbij haar heen. Basil en Char- maine naderden. „Laten we hopen op een gelukkigen afloop," zei hij. En het scheen tante Edlth, die hem nauwlettend gade sloeg, dat er een profetische uitdrukking over zijn trek ken gegleden was, als zag hij op dat oogenbllk iets, waarvan het gezicht haar onthouden werd. Maar zelfs terwijl ze dat bespeurde, verdween die uitdrukking weer, en alleen de schaduwen van een groote uitputting ble ven achter. HOOFDSTUK XVL De Mlnnaar's FoeL Op uitnoodlging van Lord Conister, liep Charmaine naast zijn rolstoel, terwijl Basil hem door het park naar de plek reed, waar de spoorweglijn In aanleg was. Deze was ongeveer een mijl van het huis gelegen, en het pad dat zij volgden, was eenigszlns oneffen en liep dwars door de bosschen. „Het zal niet zulk een volkomen verandering brengen als Ik in het begin gevreesd had," zei Basil, toen hij de aard- en steenhoopen, die bij de uitholling opgestapeld lagen, beschouwde. „Het mag een weinig afbreuk doen aan het lage hout, maar niet van ernstlgen aard. ,De partrijzen zullen er zich niet om bekommeren hoop Ik." „Dat is een ander punt," merkte zijn neef met eenigs- zins vermoeide stem op ..Er valt niets op af te dingen, dat de spoorwegen een ongunstjgen Invloed op de jacht zal uitoefenen. Omtrent het gevogelte mag je gelijk heb ben, maar zal ik niet verplicht zijn een soort overbrug ging te laten maken, ten gerieve van de jagers? Anders moeten ze zoo'n kolossaal eind omloopen." „O, man, waar denk je aan!" riep Basil uit. „Wou Je me vertellen dat we ons niet van de eene helling kun nen laten afglijden en de andere beklimmen zonder on zen nek te breken? Alleen om dat genoegen reeds, zou ik niets van een brug willen weten. Laat in de afraste ring van de lijn hier en daar een hekje aanbrengen. Dat is alles wat we noodig hebben. Het is maar enkel spoor, bedenk dat wel, en als we dat niet veilig kunnen over steken. doen we beter met ons In de kinderkamer te laten opsluiten. Ben je het niet met me eens, Charmaine?" Ze stond aan den rand van de uitgraving en keek naar omlaag. Bij de plotselinge vraag van Basil schrikte ze even op en deed een stap achterwaarts. „Wat Is er? Duizelig?" vroeg hij. „O, neen!" Ze lachte, en kreeg een kleur. „Ik dacht er alleen over na welk een woesternij het hier is." „Loop jy dan maar weg, lieve," zei Lord Conister. van Rusland heeft aanbevolen Het volgende gebed zal op verlangen van Zijne Heiligheid tot de patrones van Rusland gebeden worden. „O goedertieren en medelijdende Heilige, kom onze Russische broeders te hulp, die het slachtoffer van een langdurige en gruwelijke christenvervolging zijn. Help hen, het H. Geloof te bewaren en schenk, hun een steeds groeiende liefde tot God, een steeds inniger vertrouwen op de H. Moeder Gods en een krachtdadige naastenliefde. Schenk Rusland heilige priesters, die herstel zul len brengen van de ontelbare heiligschennissen, te gen de H. Eucharistie en tegen alles wat heilig is bedreven. Laat in de jeugd de reinheid en alle christelijke deugden wederom opbloeien, opdat het edele Rus sische volk, van alle slavernij bevrijd, terugkeere tot den eenon waren schaapstal, die het H. Hart van Jezus enkele aan den Stoel van Sint Petrus en van al Zijne opvolgers toevertrouwde, opdat zij te zamen met alle katholieken in vreugde den Vader, den Zoon en den H. Geest mogen loven en prijzen. Amen. De H. Vader verrijkt dit gebed met een aflaat van 300 dagen en met een vollen aflaat voor degenen, die het onder de gewone voorwaarden een maand lang dagelijks bidden. Het schietgebed: Verlosser der we reld, red Rusland! werd eveneens, zooals men weet, door den H. Vader met een aflaat verrijkt; Zijne Hei ligheid verlangt, dat dit na het voorgaande gebed zal worden gebeden." Stel u eens voor, dat Ds. Kersten, Ds. Lingbeek, enz., hun hart gingen luchten over deze, van katho lieke zijde toch volkomen begrijpelijke denkbeelden! Van een werkelijk eenheidsfront is dan ook geen sprake. Felle tegenstellingen zijn voor een oogen- blik bemanteld, doch niet weggenomen en het ecnige wat de gemeenschappelijke strijders werkelijk bindt, schijnt meer te zijn hun afkeer van het Russische politieke stelsel dan van de geloofsvervolgingen. Met groote instemming sprak bijv. de r.k. Maas bode over den economischen boycot, welke is inge zet door de Coöp. Aankoopvereeniging van het Ned. Landbouwcomité ten aanzien van het Russische graan. Misschien richt die boycot iets uit. Misschien treft men er de Bolsjewisten mee in het hart, doch wie gelooft, dat daarmee de gewetensvrijheid van het Russische volk zal zijn verkregen? Trouwens wie gelooft dat die van buitenaf is te brengen? Met een variatie op het bekende gezegde: „Elk volk heeft de regeering. die het verdient", mo gen we o.i. als waarheid aannemen; „Elk volk geniet de vrijheden, welke het zichzelf heeft veroverd." H. Er is dus te veel tarwe. Te veel in dezen zin, dat er voor de aanwezige voor raden en voor den oogst, die nu op het Zuidelijk Half rond wordt binnengehaald, geen voldoend aantal koo- pers Is. De een noemt als oorzaak: overproductie; een ander spreekt van: onder-consumptie. Het waarschijnlijkst is, dat beide oorzaken samenwer ken en zeker is dat niemand precies kan zeggen, welk aandeel elk van de twee In dezen tarwe-crisis heeft. Om herhaling te voorkomen moeten de twee verwek kers van het crisis-verschijnsel worden aangetast, ieder naar zijn aard. Tegen overproductie zien wij slechts één middel: „We zullen hier niet lang blijven. Voor jou ls er geen aardigheid aan. Je denkt er net eender over, dat zie ik je aan. Ga maar terug door het park, en voeg je bij tante Edith!" Zij ging gereedelijk op het voorstel in, want de onher bergzaamheid van de plek oefende Inderdaad een neer- slachtlgen Invloed op haar uit, waaraan ze voor de eerste maal toegaf. „Ja, doe het maar, liefste!" moedigde Basil haar aan. „En je ziet er vermoeid uit ook. Kom, ik zal tot het einde van het bosch met je meewandelen en je op den goeden weg brengen." Daartegen wilde ze zich verzetten, maar ze was er blij om dat hij niet toegaf, want een vreemdsoortig gevoel, als hing haar een onheil boven het hoofd, had haar be kropen. Nu Basil het onderwerp aangevoerd had, be greep ze dat de verschillende aandoeningen van dien dag zich bij haar lieten gelden, en ze had er spijt van niet bij tante Edith gebleven te zijn. Niettemin wilde ze niet dat hij verder met haar mee ging dan tot aan den rand van het bosch. „Nu moet je terugkeeren," zei ze. „Hugh heeft je noodig. Ik kan den weg naar huis best alleen vinden. Dezen kant uit, niet waar?" „Ja, lieveling, rechtuit tot aan die helling, en als je rechts van die gindsche hoornen aanhoudt, kom je bij den Mlnnaar's Poel „O, dien weg zou ik gaarne teruggaan," ging ze gre tig op zijn voorstel in. „Ik vind dat eilandje en dien tempel zoo verrukkelijk. Goeden dag dus, lieve Basil! Ga nu heusch terug naar Hugh." „Over een uur kom ik terug," riep hij, nadat ze zich reeds van hem verwijderd had. „Laat Pan, of wie ook, je niet van mij schaken!" Onder het gaan galmde zijn lach haar ln de ooren een zacht, half spottend lachen. „Wie zou mij willen schaken?" riep ze terug. .,En het zou ook niet meer kun nen. Daarvoor is het nu te laat" Te laat! Waarom klonken die woorden hem plotseling als een waarschuwing in de ooren? Het pad over de groene grasvelden van het park, dat Charmaine nu volgde, was zeer lieflijk en de warm te van den avondzonneschijn, die de wereld overstroom de, verdreef alle kilheid uit haar hart. Zij liep over den veerkrachtigen aardbodem als een nimf, die haar bos schen verlaten heeft om zich in het zonnetje te koeste ren. Alle zorgen en verdrietigheden waren van haar afge vallen. Het was een nuur van een kristalheldere toe komst en van een bijna duizelingwekkend geluk. Onder het gaan zag ze tal van dingen die haar belang inboezemden. Konijnen speelden aan den ingang van steeds Wybert-tabletten mee-V nemen, zoo gauw hebt U kou gevat, lastig zijn de gevolgen.1 Alleen In originecle doozen k 45 en 65 ctf. wereldorganisatie der productie, ge* makkelijk neergeschreven, doch moeilijk inp raktijk to brengen. Zwartkijkers zullen zelfs geneigd zijn om te zeggen: onmogelijk. Zóó donker zien wij het niet in, al durven wij niet voorspellen, dat het thans levende geslacht nog van de voordeelen van zulk een wereld organisatie zal genieten. Er bes'.-.it een wanverhouding, die zich telkens wreekt, een w houding tusschen de economische en de poli tieke en aatschappelijke ontwikkeling. Economisch zijn we reeds wereldburgers, op en top. Heel de aarde is ons schatplichtig, alle verschillen van ras en taal ten spijt. Overal wordt voor ons gewerkt en wederkeerig werken wij voor de rest der wereld. Over alle grenzen heen voltrekt zich die eenheid en de schei ding en landen en landjes en alle andere staketsels kun nen dien groei wel belemmeren, doch niet tegenhouden. In het groot gebeurt nu in de wereld, wat zich in het klein in ons landje en in grootere landen reeds heeft voltrokken. Een stad met haar naaste omgeving vormt geen economische eenheid meer. Dat Nederland verdeeld was in zeven provinciën, die uiterlijk een eenheid vorm den, doch die haar eigen leven leefden en door tegen strijdige belangen werden verscheurd, is geschiedenis geworden en ligt al langer dan een eeuw achter ons. Wat zich nu opdringt, is de noodzakelijkheid van d e Vere^enigde Staten van Europa, be vrijd van de tariefmuren, of, wijder perspectief nog: de wereldorganisatie, die zelfs de tegenstelling tusschen de continenten zal wegnemen. Hier is het de plaats om te herinneren aan een rap port over den landbouw, uitgebracht aan de Economi sche Conferentie te Genève. Het is van drie experts: Gautier, den Franschman, Hermes, den Duitscher en Lindsay, üen Engeischman en één van hun conclusies is deze: „H et geneesmiddel voor den dro«- vigen economischen toestand moet worden gezocht in de wereldorga nisatie der productl e." Jammer genoeg ls het geneesmiddel nog niet klaar, om op den patiënt te worden toegepast. Bovendien zal het slechts één oorzaak aantasten van crisissen als we nu beleven. Immers, al wordt de productie geregeld en aldus voorkomen, dat er een onverkoopbaar teveel ont staat, dit houdt nog niet In, dat iedereen ge noeg zal hebben en dus ook de onderconsump tie zal zijn verdwenen. Sommigen betwijfelen, dat dit ooit bereikt kan worden. Armen zijn er Immers altijd geweest! Anderen zien blijkbaar ook geen mogelijkheid, het kwaad geheel te keeren, doch streven er naar, het zoo veel mogelijk te lenigen. Een derde groep meent, dat ook hier uitkomst ls en dat het socialisme die zal brengen. Hoe dit zij, ook hier heeft de berusting vrijwel afgedaan. In elk geval zijn wij het niet met de eerst genoemde opvatting eens. Er is op economisch gebied reeds zooveel voorbijgegaan, dat voor de eeuwen scheen gegrondvest, dat wij geen oogenblik aan voortgaande ontwikkeling twijfelen. Hoe die zal verloopen, ligt in den schoot der tijden verborgen. Best mogelijk dat het hun hol verstoppertje, en lieten zich evenmin door haar verschrikken als was ze een der hunnen geweest En ze dacht aan „Allee in het Wonderland", dat Juffrouw Dicker haar vijf jaren geleden tijdens haar ziekte voor gelezen had, en wenschte dat ze zich zoo klein kon ma ken ten einde de konijntjes in hun eigen hol een bezoek te gaan brengen. Ze kwam aan de laan en stak deze over, om haar weg onbekommerd voort te zetten. Nu naderde zij den Mln naar's Poel. Waarom hadden ze hem dien naam gege ven? Of had één enkel paartje die plek tot een histori sche gemaakt? Daar moest ze tante Edith eens naar vragen. Maar het plekje was verrukkelijk genoeg om door iedere generatie bezocht te worden. Men behoefde volstrekt niet romantisch aangelegd te zijn om de schoonheid ervan te genieten. Ze trad in de schaduwen van de hooge beuken, maar geen kilheid daalde over haar neer. Het zonlicht boorde zich op vele plekken door het bladerdak, tot op den grond toe. Naar welken kant ze zich ook wendde, overal werd ze door warmte en kleur begroet. Onder het stijgen scheen haar tred lichter te worden. Het was als werd ze op vleugelen gedragen, alsof bijna alsof een on geziene macht haar tot zich trok. Toen ze den top van den heuvel bereikt had en op den poel uit de sprookjes wereld neerzag, dacht ze niet anders of ze zou de feeën zien dansen. Halt! Wat was dat? Een helder, zacht gefluit weer galmde door het bosch! De zilveren klank drong haar door merg en been. Was het wat het Pan, achter een van die gladde, grijsachtige stammen verborgen, die haar bespiedde, haar bespotte? Langen, langen tijd daarna sprak zij tot zichzelve dat het geen louter toeval geweest was, dat haar haar schreden naar dit tooverplekje had doen richten, dat geen lenteweelde haar het bloed uit zuivere levensvreug de door de aderen gejaagd had. Weliswaar was de be koring daar aanwezig en de lentegeur ook. En onge twijfeld vloeide de lenteweelde haar door het bloed. Maar niet deze hadden haar den weg naar hier gewezen. Het was iets krachtigers iets nog onweerstaanbaardere het was het Lot, of die nóg sterkere macht, die tot zich wenkt en dan ontvliedt en die Liefde heet Opnieuw hoorde ze dat lieflijke gefluit, en nu kregen haar voeten inderdaad vleugelen; nieuwsgierig en nau- lijks den grond rekende, kwam zij geheel boven aan den top. Welke flauwe herinneringen wekte dat fluiten bij haar op? Ze had het meermalen gehoord ergens, er gens, zeer. lang geleden, toen ze nog zeer, zeer jong was. Maar waar? En wanneer? Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 1