Ingezonden Stukken. Pluimvee op de Boerderij. Binnenlandsch Nieuws. De Westfriesche Kanaal-plannen. Vlieg-ongeval bij Den Helder. De Wieringermeer in cultuur. Griezelige vondst te Amsterdam. Wij laten het hierbij: bekocht zijn we, niet waar? De heer Veldmeijer meent, dat de schuld ligt bij den korten diensttijd der voorgeoefenden. Hier komt echter iemand, blijkbaar een ingewijde, in Het Handelsblad tegen op. Hij noemt het leger een leerschool voor dag dieverij en lüntrekkery, voor ruwheid en onverschillig heid en beweert: „Ieder die in de gelegenheid is onbevooroordeeld in kazernes en bij oefeningen rond te kijken zal bemerken, dat, de goede uitzonderingen niet te na gesproken, er in ons leger maar wat wordt om gehangen. Dat er maar met de muts naar wordt gegooid, zeker, niet alleen door de dienstplichti gen. Een toestand van luieren en lanterfanten, zooals die in het leger bestaat, zou in geen enkele particuliere onderneming worden geduld." Welnu, wat kan ons overkomen, als we het Deensche voorbeeld volgen en afstand doen van zulk een „koste lijk" en „kostbaar" leger? Mijnheer de Redacteur, Met belangstelling las ik Woensdag uw Paasch- tentoonstëllingsverslag, dat begon met de rede van den voorzitter. Maar daarna bom uit was het afgebroken als een verboden radiorede van de A.V.R.O. Nu dacht ik Donderdag het vervolg te lezen, een antwoord minstens op de sympathieke woorden van den heer Wil ken. Maar weer mis niets. Hebt U het vervolg wezenlijk niet weggelaten, mijn heer de Redacteur? Was het heusch uit! Maar dat is belachelijk ha, hé, hé? Was er dan geen burgemeester, geen wethouder, geen raadslid van Schagen om iets te zeggen? Dan wordt het toch ze ker tijd dat de Raad voortaan bij gelegenheden, die aanleiding voor een woordje geven, namens de ge meente een vertegenwoordiger zendt en daar bij tijds om denkt. Met dank voor de plaatsing. EEN SCHAGER LEZER. Wij kunnen den geachten inzender mcedeelen, dat het verslag volkomen juist was en dat het met de speech van den voorzitter „uit" was. Op diens „sym pathieke" woorden, die nog wel persoonlijk tot den Burgemeester van Schagen gericht werden, heeft deze met geen syllabe geantwoord. Trouwens, zoolang als de heer Cornclissen hoofd dezer gemeente is, en dat is al meer dan 13 jaar (helaas), is hij nog nooit zoo correct geweest, eenige notitie te nemen van de beleefdheden hem als Hoofd der gemeente Schagen bij de opening der Paaschten- toonstclling bewezen. Wij zijn het met den geachten inzender eens, dat het meer dan tijd wordt dat onze Gemeenteraad in deze optreedt en voortaan een vertegenwoordiger bij dergelijke gelegenheden aanwijst, die onzen burge meester kan remplacèeren, en op behoorlijke wijze onze gemeente kan representeeren. DE UITG. DUS HET IS TOCH WAAR. Anna Paulowna, April 1930. Mijnheer de Redacteur, gun mij even een plaatsje in Uw veelgelezen blad. Bij voorbaat mijn dank. Als oudergewoonte reed ik van de week met mijn rijwiel door den polder, om naar de bedrijvigheid der bloembollen te kijken. En dan heb ik de manier nog al eens, om een ouden wegwerker aan te spreken. Ik beschouw een wegwerker als vraagbaak. En al pratend over den vooruitgaanden tijd, schoot de oude man bijna in tranen uit. Vooruitgaande, zei hij tegen mij, het bestuur van den polder gaat ach teruit. Al ruim 70 jaar was het gewoonte om kwart voor vier uur des Zaterdagmiddags het zuur ver diende loontje te halen van de plaats der betaling. En nu kregen alle oude menschen een briefje mee, van 15 Maart af van 6 tot 6 uur en Zaterdags niet voor half 5 jc loontje halen. En als het herfst wordt, kunnen wij oude menschen het wel laten om het te halen, dan wordt het te donker. Men moet niet ver geten, dat er zijn van 65 jaar, ja zelfs één van 80 jaar. Voldoe je niet meer, dan er uit. Nu is mijn vraag, welke hoofdingelanden hebben de moed om voor deze oude stakkers te pleiten, want het is diep en diep treurig voor deze stumpers. Ik reed verder en dacht er verder over na, dat is toch geen maatregel voor bezuiniging, dan zijn er een massa andere dingen, waarop geknepen kan worden. Ten le. het aanschaffen van een auto voor zoo'n groot bedrijf. 2e. zou ik een Heemraad aan wil len raden wat minder naar zulke kleine dingen te kijken, maar -met zijn verstand uit te cijferen, waar voor het noodig is, dat de gemalen soms dagen, ja soms nachten moeten malen voor de lol op de hooge bemaling. In Maart 1929 begon het te dooien, de sluizen ble ven dicht wegens het ijs, toen bleef de hooge bema ling staan op 71 c.M. min N.A.P., 21 dagen lang. Ik zal trachten een klein begrip te geven van de hooge bemaling. Het Balgkanaal is ongeveer 5 K.M. lang en ongeveer 40 meter breed, de Molenvaart 3 K.M. lang; dan krijgt men nog Zandvaart en Mid- <1 cl vliet. Het gebeurt vaak, als zij met een machine malen, dat zij niets winnen, naar omstandigheden van den wind. Zomers met inmalen, wind Noorden, niets winnen, ja zelfs verspelen De wind West, een vast peil, zoo kan ik wel doorgaan. Maar nu.wil ik de hoofdingelanden een goeden raad geven. Als het bestuur het handhaaft voor deze oude menschen, welnu, haal dan het lijntje voor de heemraden ook goed strak aan. Zet dan maar een artikel in het reglement: Allen die zich met onge- schraapte wielen op den weg bevinden, worden be boet met minstens f 50.—. Maar dan doorzetten, heemraad of gewone boer. Ten tweede, het is ten strengste verboden met een tractor zonder bescher mers langs den weg te rijden, zoodat zij den weg niet meer aan pulver rijden. Een Buitenstaander. WAAR DE VROUW BELANG IN STELT. Wat kosten de lange Rokken? De „Neue Zürlcher Zeitung" publiceert een Duitsche statistiek, waaruit blijkt, welken invloed de mode van de korte rokken op de kleerenfabricage heeft gehad en waaruit wij tevens ten naastenbij kunnen afleiden, hoeveel thans door de wederinvoering van lange jur ken en mantels meer zal worden verdiend. In deze statistiek komt o.a. het omzetcijfer voor van de Vereeniging van Duitsche fabrikanten van dames- en meisjesmantels. Dit cijfer toont aan, dat toen de mode van de korte rokken en nauwsluitende japonnen was ingevoerd, per jaar in Duitschland ruim drie en een half millioen meter mantelstof minder noodig was dan tevoren, hetgeen een waarde vertegenwoordigde van minstens achttien millioen mark. In de damescbnfectie-industrie werd voor ongeveer vijftig millioen mark per jaar minder geproduceerd, in de katoen-industrie voor ongeveer dertien millioen mark en in de zijde- en fluweelindustrie bijna voor tachtig millioen mark. De bedragen zijn zeer krap ge nomen; immers men heeft erbij gerekend, dat door de korte-rokkenmode per japon slechts een meter stof werd uitgewonnen en per mantel slechts dertig cent meter. Hetgeen waarlijk niet te ruim is geschat, als men een knievrij jurkje vergelijkt met een vóóroorlog- sche sleepjapon. Door de laatste „omzwaai" van mevrouw Mode be steden de vrouwen in Europa tezamen dus jaarlijks weer voor honderden millioenen guldens meer aan haar kleeding, dan in den korte-rokkentijd. Geen wonder, dat de groote couturiers dezen nieuwen stand van zaken luid toejuichen. Het nut van terpentijn in het huishouden. Terpentijn kan in vele gevallen met goed gevolg worden gebruikt Bij keelpijn doet men na den hals ingewreven te hebben met olie van zuivere amande len een doek met gezuiverde terpentijn bevochtigd om den hals. Een doek met terpentijn om een jichtig lichaamsdeel verzacht de pijn. Verlakt geel leder wrijft men op met terpentijn. Voorts is het ook een uitste kend middel om verfvlekken te doen verdwijnen. In muizengaten wat terpentijn gedaan en de muizen laten ziclh niet meer hooren. Een lepel terpentijn in de ketel gegoten, waarin de wasch te koken staat, maakt deze helder. Inktvlekken. Om inktvlekken weg te krijgen van linnen, giet men wat gesmolten kaarsvet op de vlek. Daarna wascht men het goed en inkt en vet zullen verdwenen zijn. WE schrijven al reeds April. Zeker een geschikte tijd onv'eens iets te schrijven over het pluimvee, meer in het bijzonder over het opfokken van kuikens. Want een van de voornaamste hande lingen van den pluimveehouder bestaat toch wel hierin, dat hij jaarlijks 'n aantal goede kippen moet grootbren gen om de pluimveestapel op sterkte te houden en wat van nog meer beteekenis is om den kippenstapel uit te breiden, iets wat wij al meer en meer zien gebeuren. Thans staat het nieuwe kuiken-seizoen weer voor de deur en de aanfok belooft ook dit jaar weer belangrijk te worden. De groote broedcentrales van de bedrijf- pluimveehouders zitten weer afgeladen vol met eieren en straks zullen de eendaagsche kuikens weer onder de liefhebbers worden gedistribueerd. Dat aan den pluim veestapel een zoo belangrijke uitbreiding wordt gegeven is een gevolg van de eindelijk algemeen erkende groote beteekenis van de pluimveehouderij niet alleen bij de personen, welke reeds jaren lang en flink aantal hen nen houden, doch ook bij hen, die zich, aangelokt door de finantieele baten voor het eerst willen gaan verdiepen in de kunst van het kippenhouden. Deze laakten moeten echter niet vergeten dat zelfs de beste inrichting niet in staat is vakkennis te vergoeden; teleurstelling en ont goocheling zal dikwijls niet uitblijven. Wanneer men aan de pluimveehouderij uitbreiding gaat geven, schuilt daarin het gevaar, dat dit op te pri mitieve wijze en met te primitieve middelen geschiedt; vaak wordt er te weinig aan gedacht de opfokgelegenheid naar verhouding uit te breiden; hierin schuilt een groot gevaar. Behalve toch schade door gróote sterfte zullen dan in vele gevallen de kuikens zich niet tot krachtig© flink leggende jonge hennen ontwikkelen. Het is vol strekt niet te verwonderen, dat op deze wijze opge kweekte dieren minder leggen dan wanneer zij met zorg waren opgefokt. Kortzichtigheid kost in deze ook geld; Als eerste eisch moet worden gesteld, de grootst mo gelijke zindelijkheid in het opfokhuis. Een tot de uiter ste consequenties doorgevoerde hygiënische opfok van kuikens is te beschouwen als het krachtigste wapen in den strijd tegen de talrijke ziekten en het beste middel om die ziekten te beperken. Het komt er echter op aan, hiervoor de eenvoudigste manier te kiezen die onder het bereik is van het gros der pluimveehouders, ook van die, welke over geringe middelen beschikken, Eerst willen wij dus eens een kort overzicht geven van hetgeen de pluimveehouder noodig heeft en waarover hij noodzakelijk moet kunnen beschikken, wanneer de kuikens in zijn bezit komen. Opfokgelegenheid. Allereerst dan is noodig een afzon derlijk opfokhok met uitloop, waar nooit volwassen hen nen mogen komen. Dit hok moet een bodemoppervlakte hebben van ongeveer 1 M2. per 15 kuikens terwijl voor de bultenren 1 M2. per 3 kuikens kan genomen worden. De ervaring heeft verder geleerd, hoe minder kuikens in een opfokhuis hoe beter. Voor 150 kuikens, wat voor vele pluimveehouders een behoorlijk aantal is, komen we dan aan 4 bij 2% M. of 10 M2. hokruimte, waarbij 114 Are grasren. Deze hok-oppervlakte is niet voldoende bij gebruik van kunstmoeders met grootere capaciteit, zooals de kachelkunstmoeders, welke verkrijgbaar zijn in verschillende grootte tot 500 kuikens toe en meer. Het is echter niet aan te raden meer dan 300 a 400 kuikens in één hok te plaatsen. Het opfokhuis moet aan de voorzllde van flinke ramen zijn voorzien, welke reiken van ongeveer 30 c.M. van den grond tot bijna aan het dak; het front moet gekeerd zijn naar het Zuiden of Zuid-Oosten. De ramen moeten zoo niet geheel, dan ten minste in het bovengedeelte kunnen opendraaien en liefst altijd iets open staan; zoo dra de weersomstandigheden dit toelaten, zoo ver moge lijk om de directe zonnestralen ongehinderd te laten binnendringen. Het dak kan het best gemaakt worden van pannen waaronder riet, hetgeen Isoleerend en tevens uitstekend ventileerend werkt. Bovendien wordt door het aanbren gen van openingen in voorwand of zijwanden luchtver- verschlng en afvoer van bedorven lucht gewaarborgd, terwijl door de isoleerende rietlaag van het dak te ster ke verwarming wordt tegengegaan en de koude getem perd wordt. Een groote fout is dikwijls, dat in de eerste plaats gedacht wordt aan de warmte en in de tweede plaats aan de ventilatie wat eigenlijk omgekeerd moest zijn. Het mag in een opfokhuis nooit te warm zijn, daar dit een ongunstigen invloed uitoefent op den groei en de ontwikkeling der kuikens, zij worden teer en zwak. Steeds moet versche lucht kunnen toetreden, waarbij echter zorgvuldig alle tocht moet vermeden worden. Wil men bedrijfszeker zijn dan moet een dubbel op fokhok of twee opfokgelegenheden voorhanden zijn.'Een plulveehouder, wiens broedcapaciteit er op berekend is om met éénmaal broeden zijn gewenscht aantal kuikens te kunnen verkrijgen zal bij normale omstandigheden aan één opfokhok voldoende hebben. Blijven de broed- resultaten echter beneden het normale dan moet hij voor de tweede maal broeden en voor de tweede partij kuikens is geen ruimte aanwezig. Rekening houdende met het reinigen en ontsmetten der broedmachine komt het nieuwe broedsel na 4 weken. Deze jonge kuikens mogen nooit bij de eerste worden gezet; in het algemeen plaatse men zoo min mogelijk jonge kuikens van verschillende leeftijden bij elkaar, zelfs al is dit verschil maar twee dagen. Wij hebben dus feitelijk een dubbel hok noodig, in het gunstigste geval kan het tweede altijd huisves ting verleenen aan jonge haantjes, welke zoo spoedig mogelijk van de jonge hennetjes moeten gescheiden worden. Na verkoop der haantjes kan een deel der hen netjes erin worden geplaatst, hoe ruimer huisvesting, hoe beter. Indien twee maal achter elkaar kuikens In hetzelfde hok worden opgefokt, wordt het gevaar voor ziekten veel grooter, ook al wordt na den eersten keer alles zorg vuldig ontsmet; bij de derde maal zijn kuikenziekten. niet zeldzaam. Geen Kanaal ZwaagdijkMedemblik? ,De Vier Noorder Koggen" weigert een bij drage. In de eergisteren te Hoorn gehouden vergadering van het Waterschap „Do Vier Noorder Koggen", kwam o.m. aan de orde een verzoek van Ged. Staten om gedurende 40 jaren een bijdrage van f 7S00 te verleenen voor aanleg van een kanaal Zwaagdijk Medemblik, waarvan de kosten zijn geraamd op f 1.633.000. Met 22 tegen 5 stemmen is op dit verzoek afwij zend beschikt, waardoor het aan ernstigen twijfel onderhevig moet worden geacht of dit kanaal wel tot stand zal komen. Een militair toestel op het water geploft en zwaar beschadigd. Donderdagmiddag was de serg.-monteur Orewijn, Iperling-vlieger, met een W. A. vliegtuig van het Vliegkamp De Mok aan het oefenen voor do el landing, bij een.boei in het Malzwin, bij Den Helder. Door Bodem en bodembedekking. Bij droge bodemgesteld heid kan volstaan worden met in het hok een dikke laag droog zand aan te brengen, waar overheen een laag fijn turfstrooisel. Is de bodem vochtig, dan moet onder de zandlaag een houten of betonnen vloer gelegd worden. Een betonnen vloer is noodzakelijk daar, waar de grond zeer vochtig en moerassig is en men last heeft van ratten en muizen. Een dikke laag droog zand en turfstrooisel zal overigens het nadeel van een kou den betonnen vloer vrijwel opheffen. Turfstrooisel ver dient als strooisel de voorkeur, omdat het vee vocht kan opnemen en de eigenschap bezit stikstofverbin dingen uit den mest en eveneens het ontwijkende am moniakgas ten deele vast te leggen, zoodat de lucht eenigszins gezuiverd wordt. Bovendien wordt aangeno men, dat turfstrooisel ontsmettend, bacteriëndoodend, werkt. Om deze reden is het ten zeerste aan te raden een laag turfstrooisel van ongeveer 10 c.M. in het hok aan te brengen, wat tevens arbeidbesparend wérkt omdat men het strooisel niet zoo dikwijls behoeft te vernieuwen. Om echter het gevaar van besmetting tot een mini- mum te beperken moet het bovenste laagje, waarin veel mest, meermalen verwijderd worden; noodzakelijk is het onder en dicht bij de kunstmoeder dit laagje dagelijks te verwijderen. Zindelijkheid is eerste eisch bij bestrijding van Pullorumziekte en Coccidiosis, twee kuikenziekten die veel slachtoffers eischen. Het lastige stuiven van turfstrooisel komt bij het stofvrije product, dat thans in den handel wordt gebracht, in veel ge ringere mate voor. Het opfokken is nu besproken en we kunnen verder onze aandacht wijden aan de verwarming. De eendaag sche kuikens kan men natuurlijk onder een kloek groot brengen. Als men 's avonds als de kip rustig zit de kuikentjes onder de vleugels zet, zal de kloek gewoon lijk deze wel als eigen kinderen accepteeren. Alleen wanneer de kleur der pleegkinderen verschilt van die van eigen kuikentjes, levert het geval weieens moeilijk heden op. Een groot bezwaar Is natuurlijk, dat men gewoonlijk niet genoeg kloeken heeft om een behoor lijk aantal eendagskuikens te ontvangen en dat moet toch, wil men in den winter over een voldoend aantal gelijkmatig ontwikkelde dieren willen beschikken. Van daar dat men vaak zijn toevlucht neemt tot kunst moeders. Hiervoor heeft men onderscheidene soorten. We zullen de meest gebruikte de revue laten passeeren. Bakkunstmoeders. Deze worden voor kleinere partijen kuikens nogal gebruikt, zij kunnen gemakkelijk ver plaatst en goed op temperatuur worden gehouden. Wie deze kunstmoeders gebruikt, behoeft de eerste 5 weken niet de beschikking te hebben over een aparte opfok gelegenheid. Caroussel-kunstmoeders. Voor vele pluim veehouders, die een 150 kuikens willen grootbrengen voldoet de petroleumcar-kunstmoeder nog altijd goed. De brander mag echter niet te klein zijn, katoen-breedte 45 c.M., anders zakt de temperatuur gedurende den nacht te veel. Kachel-kunstmoeders. Deze komen meer in aanmerking voor grootere koppels; ze zijn in den handel in verschillende grootte verkrijgbaar tot een capaciteit van 500, zelfs van 1000 kuikens toe, welk aantal men er echter nooit bij moet zetten. Enkele dagen voor het gebruik wordt de kachel aangemaakt en de ruimte op temperatuur gebracht. Bij nauwkeurig toezien kent men spoedig de eigenaardigheden van zijn kachels; ze zijn dan goed te regelen. Steeds moet wor den opgelet, vooral 's morgens vroeg en 's avonds laat, dat de kachel regelmatig brandt. De beste brandstof is wel anthraciet, middelsoort. Electrische kunstmoe ders. Waarschijnlijk zullen dpze ln de toekomst meer ingang vinden. Zij worden nu al veel gebruikt, waar de prijs van den electrischen stroom geen bezwaar is. De bediening is eenvoudig en vraagt weinig werk. Ze zijn verkrijgbaar in verschillende grootte en capaciteit. Heel praktisch zijn de kunstmoeders bij welke door middel van een regulateur automatisch een warmte bron in- en uitgeschakeld wordt Een bezwaar blijft nog steeds de mogelijkheid van storing ln de stroom- aanvoer. Centrale verwarming. Deze voldoet uitstekend; deze is echter alleen economisch In groote bedrijven. Batterü-kunstmoedere, ook etage-kunstmoeders ge noemd, kunstmoeders met gazen bodems. Uit een oog punt van hygiëne, ruimte en arbeidsbesparing bezitten deze belangrijke voordeelen; heel veel is er nog niet van bekend; zij vinden overigens eerst den laatsten tijd toepassing in de grootere bedrijven en de toekomst zal moeten leeren of ze voor de gewone praktijk ge schikt zijn. De temperatuur onder de kunstmoeders, die vooral regelmatig moet zijn, dient van 10 cJM. van den bodem gemeten, ongeveer te zijn: Eerste week 3035 gr. C. of 8590 gr. F. Tweede week 25 gr. C. of 80 gr. F. Derde week 20 gr. C. of 70 gr. F. Iedereen, die maar eenigszins kijk op dieren heeft, ziet dadelijk aan zijn kuikens, of de temperatuur in het hok goed is. Hoelang de kunstmoeders moeten verwarmd worden en wanneer alleen des nachts en niet over dag, hangt af van de weersomstandigheden. Nooit mag de warmte bron te vroeg uitgelaten worden, omdat er dan kans bestaat, dat de kuikens te veel dringen en elkaar --'ood drukken. Voer- en drtnkbakjes. In den handel zijn verschil lende goede modellen, houten en gegalvaniseerd ijzeren voerbakjes verkrijgbaar, waaraan als eisch moet ge steld worden, dat ze gemakkelijk te reinigen zijn. Het zuiver houden der bakjes is van groot belang. Aan allerlei soorten drinkbakjes, emmertjes, steenen potjes, uitneembare fonteintjes, is evenmin gebrek; er moet zoo min mogelijk water aan de oppervlakte kunnen komen, weinig kans zijn op verontreiniging met mest, terwijl ze goed te reinigen moeten zijn. Een volgende maal praten we nog eens met elkaar over de aardige pullen en zullen wij iets mededeelen over ontsmettingsmiddelen en de voeding. S. V. onbekende oorzaak is het vliegtuig plotseling van een hoogte van 20 M. afgegleden en kwam met de drij vers dwars op het water. De drijvers werden ver nield en het toestel verloor daardoor zijn drijfvermo- gen en begon reeds te zinken. De bestuurder, die on gedeerd was, schoot lichtkogels af en deze werden op De Mok opgemerkt. Onmiddellijk snelde de race boot van het vliegkamp ter hulp en kwam juist op tijd om het vliegtuig naar ondiep water te sleepen. Met een prauw van het vliegkamp De Kooy en eenige motorbooten, is het vliegtuig om half zeven naar De Mok gesleept. Het is zwaar beschadigd, doch de mo tor is behouden. Overeenstemming inzake de oprichting van een specialen dienst. Naar het officieuse Correspondentiebureau verneemt, is de min. van Waterstaat met de heeren ir. S. S m e d i n g, Rijkslandbouwconsulent te Scha gen, ir. U. M e s u, rijkslandbouwconsulent .te Zwolle en ir. Alph. Roebroek, rentmeester der domei nen te Klundert, tot overeenstemming gekomen, be treffende de oprichting van een dienst voor de voor bereiding en uitvoering van de werkzaamheden tot het in cultuur brengen van de in den Wieringer- meerpolder droogvallende gronden. Met deze werkzaamheden wordt onmiddellijk een aanvang gemaakt. Het „Hsbl." voegt aan dit bericht toe: Er gaat dan nu eindelijk toch wat gebeuren! Het wordt trouwens tijd, want de pompen werken hard! Maarwat houdt dit bericht eigenlijk in? Hier wordt gemeld, dat de minister van Waterstaat tot overeenstemming is gekomen met genoemde drie deskundigen. Wij kunnen hem met zijn keuze ge- lukwenschen, maar waarin bestaét die „overeenstem ming"? Salaris, werkverdeeling of bevoegdheden? Ofbedoelt men te zeggen, dat de minister van Waterstaat thans eindelijk tot overeenstemming is gekomen met zijn ambtgenoot van Financiën, die den Wieringermeerpolder immers qua domein voor zich opeischte? Eerst dan en niet éérder, kan Water staat zich verzekerd achten van de zeggenschap over den pokier en dus van de competentie, om übcr-> haupt een dienst in te stellen! Laat ons hopen, dat deze veronderstelling juist is en dat de interdepartementale „ruzie" is bijgelegd. Inderdaad een verheugend bericht. Bij navraag is bovengenoemd blad gebleken, dat inderdaad het bericht beteekent, dat overeenstem ming tusschen de verschillende hij het geval betrok ken departementen is verkregen. Hét overleg heeft ertoe geleid, dat de zaak bij Wa terstaat blijft competeeren. De heeren, die met de lei ding zullen worden belast, worden voor dit werk vrij gemaakt door de departementen van Binncn- landsche Zaken en Landbouw, en Financiën. Het werk kan dus terstond beginnen. Dit is de verheugende beteekenis van het com muniqué. Deelen van het lijkje van een pasgeboren kind uit een rioolput opgehaald. Waar schijnlijk geen misdrijf in het spel. Donderdagmiddag deden de werklieden van de Stadsreiniging te Amsterdam, die bezig waren met het uitscheppen van rioolputten in de Oostzaanstraat oen griezelijke ontdekking. Uit een der putten werd n.1. een afgesneden beentje van een pasgeboren kind opgehaald. Onmiddellijk werd de politie van deze lugubere vondst in kennis gesteld. Deze liet op het verzamelde rioolvuil beslag leggen, om dit aan een nauwkeurig onderzoek te kunnen on derwerpen. Het gevolg was, dat in dit vuil verschillende an dere lichaamsdeelen van een kind werden gevonden. Daar deze resultaten het vermoeden wettigden, dat er misdrijf in het spel kon zijn, is de politie onmid dellijk aan het werk getogen om te trachten uit te. maken, op welke wijze deze lichaamsdeelen in het riool waren terecht gekomen. Het onderzoek leidde enkele uren later tot een per ceel in den omtrek der Oostzaanstraat, waar kort ge ledon een vrouw moeder was geworden. De 40-jarige echtgenoot der vrouw werd op het bureau aan een streng verhoor onderworpen, waar bij hij verklaarde, dat zijn vrouw eenige maanden te vroeg moeder was geworden, waarna hij het doode kindje door de W.C. had verwijderd. In een en ander vond de politie aanleiding om de Justitie met het gevél in kennis te stellen. De gerechtelijke deskundige zal thans dienen uit te maken in hoeverre de verklaringen van den man op waarheid kunnen berusten. De man kon zich, na.zijn verhoor, weer naar huis begeven. Het onderzoek he<eft plaats gehad onder leiding van den inspecteur A. Luteyn. DE OPENING VAN DE NIEUWE SLUIS TE IJMUIDEN. De sociale raadsfractie vaart niet mee. Het Hdbld. verneemt, dat de soc.-dem. raadsfractie om de aanwezigheid van de Koninklijke familie niet zal deelnemen aan den tocht naar IJmuiden, met dei Johan van Oldebarnevelt op den 29sten dezer, ter ge legenheid van de officieele opening van de nieuwe sluis aldaar. HET MOTORSCHIP „KÜRÜ" GELICHT. Het lijk van de schippersvrouw niet gevonden. Het Zondag 6 April bij Walsoorden op de Schelde gezonken Belgische' schip „Kura" is Donderdagmiddag door W. A. van der Tak's sleepdienst te Rotterdam met behulp van drie bokken recht getrokken en drij vende gemaakt. Het lijk van de vrouw van den schip per, die door de aanvaring van de „Kura" met het Duitsche stoomschip „Aller" is verdronken, is niet gevonden. Vermoedelijk is het afgedreven. De „Kuru" zal naar Antwerpen worden gesleept. ONTPLOFFING IN EEN GARAGE. "Ter personen gewond. In de garage van den heer Karl Maass aan den Zijlweg te Haarlem was de eigenaar met drie mon teurs bezig orii onder een auto een lassching te ver richten. Zij gebruikten daarvoor een electrische lamp. Door een tot nog toe onbekende oorzaak sprong deze uit elkaar De vier mannen lagen met hun hoofden bij elkaar en werden allen aan dat lichaamsdeel verwond. Een hunner bekwam slechts een lichte verwonding, doch de heer Maass en twee monteurs moesten in vrij ernstigen toestand in de Mariastichting worden opge nomen. BOERDERIJ en XEEHOUDER1J

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 16