Ingezonden Stukken.
Pluimvee op de Boerderij.
Binnenlandsch Nieuws.
De Westfriesche Kanaal-plannen.
Vlieg-ongeval bij Den Helder.
De Wieringermeer in cultuur.
Griezelige vondst te Amsterdam.
Wij laten het hierbij: bekocht zijn we, niet waar?
De heer Veldmeijer meent, dat de schuld ligt bij den
korten diensttijd der voorgeoefenden. Hier komt echter
iemand, blijkbaar een ingewijde, in Het Handelsblad
tegen op. Hij noemt het leger een leerschool voor dag
dieverij en lüntrekkery, voor ruwheid en onverschillig
heid en beweert:
„Ieder die in de gelegenheid is onbevooroordeeld
in kazernes en bij oefeningen rond te kijken zal
bemerken, dat, de goede uitzonderingen niet te na
gesproken, er in ons leger maar wat wordt om
gehangen. Dat er maar met de muts naar wordt
gegooid, zeker, niet alleen door de dienstplichti
gen. Een toestand van luieren en lanterfanten,
zooals die in het leger bestaat, zou in geen enkele
particuliere onderneming worden geduld."
Welnu, wat kan ons overkomen, als we het Deensche
voorbeeld volgen en afstand doen van zulk een „koste
lijk" en „kostbaar" leger?
Mijnheer de Redacteur,
Met belangstelling las ik Woensdag uw Paasch-
tentoonstëllingsverslag, dat begon met de rede van
den voorzitter. Maar daarna bom uit was het
afgebroken als een verboden radiorede van de
A.V.R.O. Nu dacht ik Donderdag het vervolg te lezen,
een antwoord minstens op de sympathieke woorden
van den heer Wil ken. Maar weer mis niets.
Hebt U het vervolg wezenlijk niet weggelaten,
mijn heer de Redacteur? Was het heusch uit! Maar
dat is belachelijk ha, hé, hé? Was er dan geen
burgemeester, geen wethouder, geen raadslid van
Schagen om iets te zeggen? Dan wordt het toch ze
ker tijd dat de Raad voortaan bij gelegenheden, die
aanleiding voor een woordje geven, namens de ge
meente een vertegenwoordiger zendt en daar bij
tijds om denkt.
Met dank voor de plaatsing.
EEN SCHAGER LEZER.
Wij kunnen den geachten inzender mcedeelen, dat
het verslag volkomen juist was en dat het met de
speech van den voorzitter „uit" was. Op diens „sym
pathieke" woorden, die nog wel persoonlijk tot den
Burgemeester van Schagen gericht werden, heeft
deze met geen syllabe geantwoord.
Trouwens, zoolang als de heer Cornclissen hoofd
dezer gemeente is, en dat is al meer dan 13 jaar
(helaas), is hij nog nooit zoo correct geweest, eenige
notitie te nemen van de beleefdheden hem als Hoofd
der gemeente Schagen bij de opening der Paaschten-
toonstclling bewezen.
Wij zijn het met den geachten inzender eens, dat
het meer dan tijd wordt dat onze Gemeenteraad in
deze optreedt en voortaan een vertegenwoordiger bij
dergelijke gelegenheden aanwijst, die onzen burge
meester kan remplacèeren, en op behoorlijke wijze
onze gemeente kan representeeren.
DE UITG.
DUS HET IS TOCH WAAR.
Anna Paulowna, April 1930.
Mijnheer de Redacteur, gun mij even een plaatsje
in Uw veelgelezen blad. Bij voorbaat mijn dank.
Als oudergewoonte reed ik van de week met mijn
rijwiel door den polder, om naar de bedrijvigheid der
bloembollen te kijken. En dan heb ik de manier nog
al eens, om een ouden wegwerker aan te spreken.
Ik beschouw een wegwerker als vraagbaak. En al
pratend over den vooruitgaanden tijd, schoot de
oude man bijna in tranen uit. Vooruitgaande, zei
hij tegen mij, het bestuur van den polder gaat ach
teruit. Al ruim 70 jaar was het gewoonte om kwart
voor vier uur des Zaterdagmiddags het zuur ver
diende loontje te halen van de plaats der betaling.
En nu kregen alle oude menschen een briefje mee,
van 15 Maart af van 6 tot 6 uur en Zaterdags niet
voor half 5 jc loontje halen. En als het herfst wordt,
kunnen wij oude menschen het wel laten om het te
halen, dan wordt het te donker. Men moet niet ver
geten, dat er zijn van 65 jaar, ja zelfs één van 80
jaar. Voldoe je niet meer, dan er uit.
Nu is mijn vraag, welke hoofdingelanden hebben
de moed om voor deze oude stakkers te pleiten,
want het is diep en diep treurig voor deze stumpers.
Ik reed verder en dacht er verder over na, dat is
toch geen maatregel voor bezuiniging, dan zijn er
een massa andere dingen, waarop geknepen kan
worden. Ten le. het aanschaffen van een auto voor
zoo'n groot bedrijf. 2e. zou ik een Heemraad aan wil
len raden wat minder naar zulke kleine dingen te
kijken, maar -met zijn verstand uit te cijferen, waar
voor het noodig is, dat de gemalen soms dagen, ja
soms nachten moeten malen voor de lol op de hooge
bemaling.
In Maart 1929 begon het te dooien, de sluizen ble
ven dicht wegens het ijs, toen bleef de hooge bema
ling staan op 71 c.M. min N.A.P., 21 dagen lang.
Ik zal trachten een klein begrip te geven van
de hooge bemaling. Het Balgkanaal is ongeveer 5
K.M. lang en ongeveer 40 meter breed, de Molenvaart
3 K.M. lang; dan krijgt men nog Zandvaart en Mid-
<1 cl vliet. Het gebeurt vaak, als zij met een machine
malen, dat zij niets winnen, naar omstandigheden
van den wind. Zomers met inmalen, wind Noorden,
niets winnen, ja zelfs verspelen De wind West, een
vast peil, zoo kan ik wel doorgaan.
Maar nu.wil ik de hoofdingelanden een goeden
raad geven. Als het bestuur het handhaaft voor deze
oude menschen, welnu, haal dan het lijntje voor de
heemraden ook goed strak aan. Zet dan maar een
artikel in het reglement: Allen die zich met onge-
schraapte wielen op den weg bevinden, worden be
boet met minstens f 50.—. Maar dan doorzetten,
heemraad of gewone boer. Ten tweede, het is ten
strengste verboden met een tractor zonder bescher
mers langs den weg te rijden, zoodat zij den weg
niet meer aan pulver rijden.
Een Buitenstaander.
WAAR DE VROUW
BELANG IN STELT.
Wat kosten de lange Rokken?
De „Neue Zürlcher Zeitung" publiceert een Duitsche
statistiek, waaruit blijkt, welken invloed de mode van
de korte rokken op de kleerenfabricage heeft gehad en
waaruit wij tevens ten naastenbij kunnen afleiden,
hoeveel thans door de wederinvoering van lange jur
ken en mantels meer zal worden verdiend.
In deze statistiek komt o.a. het omzetcijfer voor van
de Vereeniging van Duitsche fabrikanten van dames-
en meisjesmantels. Dit cijfer toont aan, dat toen de
mode van de korte rokken en nauwsluitende japonnen
was ingevoerd, per jaar in Duitschland ruim drie en
een half millioen meter mantelstof minder noodig was
dan tevoren, hetgeen een waarde vertegenwoordigde
van minstens achttien millioen mark.
In de damescbnfectie-industrie werd voor ongeveer
vijftig millioen mark per jaar minder geproduceerd, in
de katoen-industrie voor ongeveer dertien millioen
mark en in de zijde- en fluweelindustrie bijna voor
tachtig millioen mark. De bedragen zijn zeer krap ge
nomen; immers men heeft erbij gerekend, dat door de
korte-rokkenmode per japon slechts een meter stof
werd uitgewonnen en per mantel slechts dertig cent
meter. Hetgeen waarlijk niet te ruim is geschat, als
men een knievrij jurkje vergelijkt met een vóóroorlog-
sche sleepjapon.
Door de laatste „omzwaai" van mevrouw Mode be
steden de vrouwen in Europa tezamen dus jaarlijks
weer voor honderden millioenen guldens meer aan
haar kleeding, dan in den korte-rokkentijd. Geen
wonder, dat de groote couturiers dezen nieuwen
stand van zaken luid toejuichen.
Het nut van terpentijn
in het huishouden.
Terpentijn kan in vele gevallen met goed gevolg
worden gebruikt Bij keelpijn doet men na den hals
ingewreven te hebben met olie van zuivere amande
len een doek met gezuiverde terpentijn bevochtigd om
den hals. Een doek met terpentijn om een jichtig
lichaamsdeel verzacht de pijn. Verlakt geel leder wrijft
men op met terpentijn. Voorts is het ook een uitste
kend middel om verfvlekken te doen verdwijnen. In
muizengaten wat terpentijn gedaan en de muizen laten
ziclh niet meer hooren. Een lepel terpentijn in de
ketel gegoten, waarin de wasch te koken staat, maakt
deze helder.
Inktvlekken.
Om inktvlekken weg te krijgen van linnen, giet men
wat gesmolten kaarsvet op de vlek. Daarna wascht men
het goed en inkt en vet zullen verdwenen zijn.
WE schrijven al reeds April. Zeker een geschikte
tijd onv'eens iets te schrijven over het pluimvee,
meer in het bijzonder over het opfokken van
kuikens. Want een van de voornaamste hande
lingen van den pluimveehouder bestaat toch wel hierin,
dat hij jaarlijks 'n aantal goede kippen moet grootbren
gen om de pluimveestapel op sterkte te houden en wat
van nog meer beteekenis is om den kippenstapel uit te
breiden, iets wat wij al meer en meer zien gebeuren.
Thans staat het nieuwe kuiken-seizoen weer voor de
deur en de aanfok belooft ook dit jaar weer belangrijk
te worden. De groote broedcentrales van de bedrijf-
pluimveehouders zitten weer afgeladen vol met eieren
en straks zullen de eendaagsche kuikens weer onder de
liefhebbers worden gedistribueerd. Dat aan den pluim
veestapel een zoo belangrijke uitbreiding wordt gegeven
is een gevolg van de eindelijk algemeen erkende groote
beteekenis van de pluimveehouderij niet alleen bij de
personen, welke reeds jaren lang en flink aantal hen
nen houden, doch ook bij hen, die zich, aangelokt door de
finantieele baten voor het eerst willen gaan verdiepen
in de kunst van het kippenhouden. Deze laakten moeten
echter niet vergeten dat zelfs de beste inrichting niet in
staat is vakkennis te vergoeden; teleurstelling en ont
goocheling zal dikwijls niet uitblijven.
Wanneer men aan de pluimveehouderij uitbreiding
gaat geven, schuilt daarin het gevaar, dat dit op te pri
mitieve wijze en met te primitieve middelen geschiedt;
vaak wordt er te weinig aan gedacht de opfokgelegenheid
naar verhouding uit te breiden; hierin schuilt een groot
gevaar. Behalve toch schade door gróote sterfte zullen
dan in vele gevallen de kuikens zich niet tot krachtig©
flink leggende jonge hennen ontwikkelen. Het is vol
strekt niet te verwonderen, dat op deze wijze opge
kweekte dieren minder leggen dan wanneer zij met zorg
waren opgefokt. Kortzichtigheid kost in deze ook geld;
Als eerste eisch moet worden gesteld, de grootst mo
gelijke zindelijkheid in het opfokhuis. Een tot de uiter
ste consequenties doorgevoerde hygiënische opfok van
kuikens is te beschouwen als het krachtigste wapen in
den strijd tegen de talrijke ziekten en het beste middel
om die ziekten te beperken.
Het komt er echter op aan, hiervoor de eenvoudigste
manier te kiezen die onder het bereik is van het gros
der pluimveehouders, ook van die, welke over geringe
middelen beschikken, Eerst willen wij dus eens een
kort overzicht geven van hetgeen de pluimveehouder
noodig heeft en waarover hij noodzakelijk moet kunnen
beschikken, wanneer de kuikens in zijn bezit komen.
Opfokgelegenheid. Allereerst dan is noodig een afzon
derlijk opfokhok met uitloop, waar nooit volwassen hen
nen mogen komen. Dit hok moet een bodemoppervlakte
hebben van ongeveer 1 M2. per 15 kuikens terwijl voor
de bultenren 1 M2. per 3 kuikens kan genomen worden.
De ervaring heeft verder geleerd, hoe minder kuikens in
een opfokhuis hoe beter. Voor 150 kuikens, wat voor
vele pluimveehouders een behoorlijk aantal is, komen
we dan aan 4 bij 2% M. of 10 M2. hokruimte, waarbij
114 Are grasren. Deze hok-oppervlakte is niet voldoende
bij gebruik van kunstmoeders met grootere capaciteit,
zooals de kachelkunstmoeders, welke verkrijgbaar zijn in
verschillende grootte tot 500 kuikens toe en meer. Het
is echter niet aan te raden meer dan 300 a 400 kuikens
in één hok te plaatsen.
Het opfokhuis moet aan de voorzllde van flinke ramen
zijn voorzien, welke reiken van ongeveer 30 c.M. van den
grond tot bijna aan het dak; het front moet gekeerd
zijn naar het Zuiden of Zuid-Oosten. De ramen moeten
zoo niet geheel, dan ten minste in het bovengedeelte
kunnen opendraaien en liefst altijd iets open staan; zoo
dra de weersomstandigheden dit toelaten, zoo ver moge
lijk om de directe zonnestralen ongehinderd te laten
binnendringen.
Het dak kan het best gemaakt worden van pannen
waaronder riet, hetgeen Isoleerend en tevens uitstekend
ventileerend werkt. Bovendien wordt door het aanbren
gen van openingen in voorwand of zijwanden luchtver-
verschlng en afvoer van bedorven lucht gewaarborgd,
terwijl door de isoleerende rietlaag van het dak te ster
ke verwarming wordt tegengegaan en de koude getem
perd wordt. Een groote fout is dikwijls, dat in de eerste
plaats gedacht wordt aan de warmte en in de tweede
plaats aan de ventilatie wat eigenlijk omgekeerd moest
zijn. Het mag in een opfokhuis nooit te warm zijn, daar
dit een ongunstigen invloed uitoefent op den groei en
de ontwikkeling der kuikens, zij worden teer en zwak.
Steeds moet versche lucht kunnen toetreden, waarbij
echter zorgvuldig alle tocht moet vermeden worden.
Wil men bedrijfszeker zijn dan moet een dubbel op
fokhok of twee opfokgelegenheden voorhanden zijn.'Een
plulveehouder, wiens broedcapaciteit er op berekend is
om met éénmaal broeden zijn gewenscht aantal kuikens
te kunnen verkrijgen zal bij normale omstandigheden
aan één opfokhok voldoende hebben. Blijven de broed-
resultaten echter beneden het normale dan moet hij voor
de tweede maal broeden en voor de tweede partij kuikens
is geen ruimte aanwezig. Rekening houdende met het
reinigen en ontsmetten der broedmachine komt het
nieuwe broedsel na 4 weken. Deze jonge kuikens mogen
nooit bij de eerste worden gezet; in het algemeen plaatse
men zoo min mogelijk jonge kuikens van verschillende
leeftijden bij elkaar, zelfs al is dit verschil maar twee
dagen. Wij hebben dus feitelijk een dubbel hok noodig,
in het gunstigste geval kan het tweede altijd huisves
ting verleenen aan jonge haantjes, welke zoo spoedig
mogelijk van de jonge hennetjes moeten gescheiden
worden. Na verkoop der haantjes kan een deel der hen
netjes erin worden geplaatst, hoe ruimer huisvesting,
hoe beter.
Indien twee maal achter elkaar kuikens In hetzelfde
hok worden opgefokt, wordt het gevaar voor ziekten
veel grooter, ook al wordt na den eersten keer alles zorg
vuldig ontsmet; bij de derde maal zijn kuikenziekten. niet
zeldzaam.
Geen Kanaal ZwaagdijkMedemblik?
,De Vier Noorder Koggen" weigert een bij
drage.
In de eergisteren te Hoorn gehouden vergadering
van het Waterschap „Do Vier Noorder Koggen",
kwam o.m. aan de orde een verzoek van Ged. Staten
om gedurende 40 jaren een bijdrage van f 7S00 te
verleenen voor aanleg van een kanaal Zwaagdijk
Medemblik, waarvan de kosten zijn geraamd op
f 1.633.000.
Met 22 tegen 5 stemmen is op dit verzoek afwij
zend beschikt, waardoor het aan ernstigen twijfel
onderhevig moet worden geacht of dit kanaal wel tot
stand zal komen.
Een militair toestel op het water geploft
en zwaar beschadigd.
Donderdagmiddag was de serg.-monteur Orewijn,
Iperling-vlieger, met een W. A. vliegtuig van het
Vliegkamp De Mok aan het oefenen voor do el landing,
bij een.boei in het Malzwin, bij Den Helder. Door
Bodem en bodembedekking. Bij droge bodemgesteld
heid kan volstaan worden met in het hok een dikke
laag droog zand aan te brengen, waar overheen een
laag fijn turfstrooisel. Is de bodem vochtig, dan moet
onder de zandlaag een houten of betonnen vloer gelegd
worden. Een betonnen vloer is noodzakelijk daar, waar
de grond zeer vochtig en moerassig is en men last
heeft van ratten en muizen. Een dikke laag droog zand
en turfstrooisel zal overigens het nadeel van een kou
den betonnen vloer vrijwel opheffen. Turfstrooisel ver
dient als strooisel de voorkeur, omdat het vee vocht
kan opnemen en de eigenschap bezit stikstofverbin
dingen uit den mest en eveneens het ontwijkende am
moniakgas ten deele vast te leggen, zoodat de lucht
eenigszins gezuiverd wordt. Bovendien wordt aangeno
men, dat turfstrooisel ontsmettend, bacteriëndoodend,
werkt. Om deze reden is het ten zeerste aan te raden
een laag turfstrooisel van ongeveer 10 c.M. in het
hok aan te brengen, wat tevens arbeidbesparend wérkt
omdat men het strooisel niet zoo dikwijls behoeft te
vernieuwen.
Om echter het gevaar van besmetting tot een mini-
mum te beperken moet het bovenste laagje, waarin
veel mest, meermalen verwijderd worden; noodzakelijk
is het onder en dicht bij de kunstmoeder dit laagje
dagelijks te verwijderen. Zindelijkheid is eerste eisch bij
bestrijding van Pullorumziekte en Coccidiosis, twee
kuikenziekten die veel slachtoffers eischen. Het lastige
stuiven van turfstrooisel komt bij het stofvrije product,
dat thans in den handel wordt gebracht, in veel ge
ringere mate voor.
Het opfokken is nu besproken en we kunnen verder
onze aandacht wijden aan de verwarming. De eendaag
sche kuikens kan men natuurlijk onder een kloek groot
brengen. Als men 's avonds als de kip rustig zit de
kuikentjes onder de vleugels zet, zal de kloek gewoon
lijk deze wel als eigen kinderen accepteeren. Alleen
wanneer de kleur der pleegkinderen verschilt van die
van eigen kuikentjes, levert het geval weieens moeilijk
heden op. Een groot bezwaar Is natuurlijk, dat men
gewoonlijk niet genoeg kloeken heeft om een behoor
lijk aantal eendagskuikens te ontvangen en dat moet
toch, wil men in den winter over een voldoend aantal
gelijkmatig ontwikkelde dieren willen beschikken. Van
daar dat men vaak zijn toevlucht neemt tot kunst
moeders. Hiervoor heeft men onderscheidene soorten.
We zullen de meest gebruikte de revue laten passeeren.
Bakkunstmoeders. Deze worden voor kleinere partijen
kuikens nogal gebruikt, zij kunnen gemakkelijk ver
plaatst en goed op temperatuur worden gehouden. Wie
deze kunstmoeders gebruikt, behoeft de eerste 5 weken
niet de beschikking te hebben over een aparte opfok
gelegenheid. Caroussel-kunstmoeders. Voor vele pluim
veehouders, die een 150 kuikens willen grootbrengen
voldoet de petroleumcar-kunstmoeder nog altijd goed.
De brander mag echter niet te klein zijn, katoen-breedte
45 c.M., anders zakt de temperatuur gedurende den
nacht te veel. Kachel-kunstmoeders. Deze komen meer
in aanmerking voor grootere koppels; ze zijn in den
handel in verschillende grootte verkrijgbaar tot een
capaciteit van 500, zelfs van 1000 kuikens toe, welk
aantal men er echter nooit bij moet zetten. Enkele
dagen voor het gebruik wordt de kachel aangemaakt
en de ruimte op temperatuur gebracht. Bij nauwkeurig
toezien kent men spoedig de eigenaardigheden van zijn
kachels; ze zijn dan goed te regelen. Steeds moet wor
den opgelet, vooral 's morgens vroeg en 's avonds laat,
dat de kachel regelmatig brandt. De beste brandstof
is wel anthraciet, middelsoort. Electrische kunstmoe
ders. Waarschijnlijk zullen dpze ln de toekomst meer
ingang vinden. Zij worden nu al veel gebruikt, waar
de prijs van den electrischen stroom geen bezwaar is.
De bediening is eenvoudig en vraagt weinig werk. Ze
zijn verkrijgbaar in verschillende grootte en capaciteit.
Heel praktisch zijn de kunstmoeders bij welke door
middel van een regulateur automatisch een warmte
bron in- en uitgeschakeld wordt Een bezwaar blijft
nog steeds de mogelijkheid van storing ln de stroom-
aanvoer. Centrale verwarming. Deze voldoet uitstekend;
deze is echter alleen economisch In groote bedrijven.
Batterü-kunstmoedere, ook etage-kunstmoeders ge
noemd, kunstmoeders met gazen bodems. Uit een oog
punt van hygiëne, ruimte en arbeidsbesparing bezitten
deze belangrijke voordeelen; heel veel is er nog niet
van bekend; zij vinden overigens eerst den laatsten
tijd toepassing in de grootere bedrijven en de toekomst
zal moeten leeren of ze voor de gewone praktijk ge
schikt zijn.
De temperatuur onder de kunstmoeders, die vooral
regelmatig moet zijn, dient van 10 cJM. van den bodem
gemeten, ongeveer te zijn:
Eerste week 3035 gr. C. of 8590 gr. F.
Tweede week 25 gr. C. of 80 gr. F.
Derde week 20 gr. C. of 70 gr. F.
Iedereen, die maar eenigszins kijk op dieren heeft,
ziet dadelijk aan zijn kuikens, of de temperatuur in
het hok goed is.
Hoelang de kunstmoeders moeten verwarmd worden
en wanneer alleen des nachts en niet over dag, hangt
af van de weersomstandigheden. Nooit mag de warmte
bron te vroeg uitgelaten worden, omdat er dan kans
bestaat, dat de kuikens te veel dringen en elkaar --'ood
drukken.
Voer- en drtnkbakjes. In den handel zijn verschil
lende goede modellen, houten en gegalvaniseerd ijzeren
voerbakjes verkrijgbaar, waaraan als eisch moet ge
steld worden, dat ze gemakkelijk te reinigen zijn. Het
zuiver houden der bakjes is van groot belang. Aan
allerlei soorten drinkbakjes, emmertjes, steenen potjes,
uitneembare fonteintjes, is evenmin gebrek; er moet
zoo min mogelijk water aan de oppervlakte kunnen
komen, weinig kans zijn op verontreiniging met mest,
terwijl ze goed te reinigen moeten zijn.
Een volgende maal praten we nog eens met elkaar
over de aardige pullen en zullen wij iets mededeelen
over ontsmettingsmiddelen en de voeding.
S. V.
onbekende oorzaak is het vliegtuig plotseling van een
hoogte van 20 M. afgegleden en kwam met de drij
vers dwars op het water. De drijvers werden ver
nield en het toestel verloor daardoor zijn drijfvermo-
gen en begon reeds te zinken. De bestuurder, die on
gedeerd was, schoot lichtkogels af en deze werden
op De Mok opgemerkt. Onmiddellijk snelde de race
boot van het vliegkamp ter hulp en kwam juist op
tijd om het vliegtuig naar ondiep water te sleepen.
Met een prauw van het vliegkamp De Kooy en eenige
motorbooten, is het vliegtuig om half zeven naar De
Mok gesleept. Het is zwaar beschadigd, doch de mo
tor is behouden.
Overeenstemming inzake de oprichting
van een specialen dienst.
Naar het officieuse Correspondentiebureau
verneemt, is de min. van Waterstaat met de heeren
ir. S. S m e d i n g, Rijkslandbouwconsulent te Scha
gen, ir. U. M e s u, rijkslandbouwconsulent .te Zwolle
en ir. Alph. Roebroek, rentmeester der domei
nen te Klundert, tot overeenstemming gekomen, be
treffende de oprichting van een dienst voor de voor
bereiding en uitvoering van de werkzaamheden tot
het in cultuur brengen van de in den Wieringer-
meerpolder droogvallende gronden.
Met deze werkzaamheden wordt onmiddellijk een
aanvang gemaakt.
Het „Hsbl." voegt aan dit bericht toe:
Er gaat dan nu eindelijk toch wat gebeuren! Het
wordt trouwens tijd, want de pompen werken hard!
Maarwat houdt dit bericht eigenlijk in? Hier
wordt gemeld, dat de minister van Waterstaat tot
overeenstemming is gekomen met genoemde drie
deskundigen. Wij kunnen hem met zijn keuze ge-
lukwenschen, maar waarin bestaét die „overeenstem
ming"? Salaris, werkverdeeling of bevoegdheden?
Ofbedoelt men te zeggen, dat de minister van
Waterstaat thans eindelijk tot overeenstemming is
gekomen met zijn ambtgenoot van Financiën, die den
Wieringermeerpolder immers qua domein voor zich
opeischte? Eerst dan en niet éérder, kan Water
staat zich verzekerd achten van de zeggenschap over
den pokier en dus van de competentie, om übcr->
haupt een dienst in te stellen!
Laat ons hopen, dat deze veronderstelling juist is
en dat de interdepartementale „ruzie" is bijgelegd.
Inderdaad een verheugend bericht.
Bij navraag is bovengenoemd blad gebleken, dat
inderdaad het bericht beteekent, dat overeenstem
ming tusschen de verschillende hij het geval betrok
ken departementen is verkregen.
Hét overleg heeft ertoe geleid, dat de zaak bij Wa
terstaat blijft competeeren. De heeren, die met de lei
ding zullen worden belast, worden voor dit werk
vrij gemaakt door de departementen van Binncn-
landsche Zaken en Landbouw, en Financiën. Het
werk kan dus terstond beginnen.
Dit is de verheugende beteekenis van het com
muniqué.
Deelen van het lijkje van een pasgeboren
kind uit een rioolput opgehaald. Waar
schijnlijk geen misdrijf in het spel.
Donderdagmiddag deden de werklieden van de
Stadsreiniging te Amsterdam, die bezig waren met
het uitscheppen van rioolputten in de Oostzaanstraat
oen griezelijke ontdekking.
Uit een der putten werd n.1. een afgesneden beentje
van een pasgeboren kind opgehaald.
Onmiddellijk werd de politie van deze lugubere
vondst in kennis gesteld.
Deze liet op het verzamelde rioolvuil beslag leggen,
om dit aan een nauwkeurig onderzoek te kunnen on
derwerpen.
Het gevolg was, dat in dit vuil verschillende an
dere lichaamsdeelen van een kind werden gevonden.
Daar deze resultaten het vermoeden wettigden, dat
er misdrijf in het spel kon zijn, is de politie onmid
dellijk aan het werk getogen om te trachten uit te.
maken, op welke wijze deze lichaamsdeelen in het
riool waren terecht gekomen.
Het onderzoek leidde enkele uren later tot een per
ceel in den omtrek der Oostzaanstraat, waar kort ge
ledon een vrouw moeder was geworden.
De 40-jarige echtgenoot der vrouw werd op het
bureau aan een streng verhoor onderworpen, waar
bij hij verklaarde, dat zijn vrouw eenige maanden te
vroeg moeder was geworden, waarna hij het doode
kindje door de W.C. had verwijderd.
In een en ander vond de politie aanleiding om de
Justitie met het gevél in kennis te stellen.
De gerechtelijke deskundige zal thans dienen uit
te maken in hoeverre de verklaringen van den man
op waarheid kunnen berusten.
De man kon zich, na.zijn verhoor, weer naar huis
begeven.
Het onderzoek he<eft plaats gehad onder leiding
van den inspecteur A. Luteyn.
DE OPENING VAN DE NIEUWE SLUIS TE
IJMUIDEN.
De sociale raadsfractie vaart niet mee.
Het Hdbld. verneemt, dat de soc.-dem. raadsfractie
om de aanwezigheid van de Koninklijke familie niet
zal deelnemen aan den tocht naar IJmuiden, met dei
Johan van Oldebarnevelt op den 29sten dezer, ter ge
legenheid van de officieele opening van de nieuwe
sluis aldaar.
HET MOTORSCHIP „KÜRÜ" GELICHT.
Het lijk van de schippersvrouw niet gevonden.
Het Zondag 6 April bij Walsoorden op de Schelde
gezonken Belgische' schip „Kura" is Donderdagmiddag
door W. A. van der Tak's sleepdienst te Rotterdam
met behulp van drie bokken recht getrokken en drij
vende gemaakt. Het lijk van de vrouw van den schip
per, die door de aanvaring van de „Kura" met het
Duitsche stoomschip „Aller" is verdronken, is niet
gevonden. Vermoedelijk is het afgedreven. De „Kuru"
zal naar Antwerpen worden gesleept.
ONTPLOFFING IN EEN GARAGE.
"Ter personen gewond.
In de garage van den heer Karl Maass aan den
Zijlweg te Haarlem was de eigenaar met drie mon
teurs bezig orii onder een auto een lassching te ver
richten. Zij gebruikten daarvoor een electrische lamp.
Door een tot nog toe onbekende oorzaak sprong deze
uit elkaar De vier mannen lagen met hun hoofden bij
elkaar en werden allen aan dat lichaamsdeel verwond.
Een hunner bekwam slechts een lichte verwonding,
doch de heer Maass en twee monteurs moesten in vrij
ernstigen toestand in de Mariastichting worden opge
nomen.
BOERDERIJ en XEEHOUDER1J