Wat wil het Nederlandsch Indonesisch Verbond in Indie?4 Franz Lehar. De laatste afstammelinge van Napoleon. Een omvangrijk program van actie. /Y 1870 - 30 April - 1930. Een kroonpretendent e? Als straks Bolland bewerkt is, komt Insulinde aan de beurt. Het „Haagsch Persbureau" schrijft ons: Over de actie, welke het gereorganiseerde Neder- Jar.dsch-Indonesisch Verbond sedert korten tijd begon nen is en waarover de dagbladen schrijven als de „kruis tocht van Raden Mas Noto Soeroto en den heer Frans", is reeds veel in de pers te doen geweest. Er heeft zich een comité van aanbeveling gevormd uit de voornaam ste kringen van den lande, waarin groote figuren uit alle politieke richtingen: Katholieken, Protestanten, Li beralen zitting namen. Alleen sociaal-democraten en communisten mist men er in en geen wonder: de leuze „Indië los van Holland" wordt door deze beide Indiërs krachtig en met vuur bestreden. Er is over deze her nieuwde actie van het Ned.-Indonesische verbond al zoo veel geschreven, pro en contra, dat wij er niet meer het onze toe behoeven bij te dragen. Evenmin ligt het in onze bedoeling, het nog te hebben over de persoonlijk heden van Raden Mas Noto Soeroto, den Javaanschen dlchter-politicus, en den Tlmoreeschen volksleider, C. Frans, een man van groote capaciteiten, die in Koe pang aan het hoofd staat van een geweldige organisatie, welke Timor en onderhoorigheden omvat en die een Nederland-vriendschappelijk gezinde beweging is, ont staan als actie op het drijven der nationalisten en bols jewisten in 1925. Een andere vraag verdient thans onze aandacht. Een vraag, welke in de bladen werd toege licht: zeer zijdelings, zeer vaag. Een vraag, welke meer gesteld werd dan beantwoord: Wat wil het Nederlandsch Indonesisch Verbond doen in Indië? /0"<y \f>' Raden Mas Noto Soeroto. Het kan niet twijfelachtig zijn, of de hoofdtaak van het verbond toch ligt In Tropische gewesten. Het is een open deur intrappen, als men in Holland een kruistocht zou willen houden voor de gedachte: Indië en Holland eaamhoorig. Reeds het Instinct tot zelfhandhaving doet den Nederlander beseffen, dat hij Indië niet van Holland scheiden moet. De meest vooruitstrevende en de meest reactionaire elementen zijn het daarover eens. Alleen Moscousche invloeden of een Don-Quichotte-geest kun nen het Indië-los-van-Holland in de hand werken. In Indië is dat anders. Daar is een groote. politiek csigeschoolde en in de wereld-diplomatie niet-georlën- teerde massa, die zich één voelt in dit groote feit, dat zij overheerscht worden, door een vreemd en ultheemsch ras, en die luistert naar het zoet fluiten van den politieken vogelaar, die de schoonste deuntjes fluit, somtijds schelle variaties op de roode Internatio nale uit het land der steppen. Hier heeft het verbond een geweldig operatieterrein voor zich. En... wat zal het hier doen? Noch de heer Frans, noch Raden Mas Soeroto hebben zich over dit onderwerp definitief uitgelaten en dit valt te begrijpen, ■want zu zullen hun eigen plannen niet te gauw bekend maken om de tegenpartij geen kans te geven tot tijdig beraamd verweer. Aan den anderen kant is het begrijpe lijk, dat de Hollander zich echter afvraagt: Wat is de bedoeling van het verbond? In één der Hollandsche bladen is alleen deze bewering geuit: De kruistocht van den heer Frans en Noto Soeroto is belangrijk, is inte ressant, maar te weten, wat zij straks in Indië zullen uitvoeren, vinden wij nog veel interessanter. Een Indisch blad kwam met het verbijsterend bericht, dat er voor de actie van het verbond in Indië, het luttel bedrag noodlg was van... vijf mlllloen... en dat dat geld nooit bij elkaar gebracht zou kunnen worden. Dat was Vrijwel het eenige. wat wij van de plannen van het ver bond vernamen. Het is ons echter door zeer bijzondere relaties in het verbond gelukt iets naders over de nog niet gepubliceerde plannen van de heeren Frans en Noto Soeroto te weten te komen. Wat het bericht van de vijf millloen betreft... dat is elechts in zoo verre juist, dat Raden Mas Noto Soeroto In een interview met oen Indischen persvertegenwoordi ger in Holland de opmerking maakte;„Ja, als men de zaak zoo zou aanpakken, dat er een direct en omvang rijk resultaat in overzeesche gewesten bereikt zou wor den, dan zou er een bedrag van millioenen mee gemoeid zijn. Maar zulk een gezegde wil natuurlijk nog niet be- teekenen, dat men niet beginnen kan zonder vijf mll- De heer Frans. Hoen te bezitten. Integendeel! De plannen van een v«'or bereidende actie in Indië zijn reeds gemaakt. Het -oor velen bevreemdende verschijnsel, dat het verbond hi«r in Holland met de vernieuwde actie begonnen is, berust hierop, dat de heer Frans zich voor zijn Timoreesche vereeniging overtuigen wil van den wensch tot samenwerking van Nederlandsche zijde. Straks keert de heer Frans naar Indië terug. Dan heeft hij zich persoonlijk van de gevoelens der Nederlanders overtuigd en kan hij met zekerheid zeggen of de Hollander lauw en onverschillig tegenover het vraagstuk, of het volk zich nog veilig voelt in den ouderwetschen waan van overheerscher op grond van militair geweld en meerderheid van bewape ning, dan wel samen wil gaan in een wederzijdsch ver trouwen en waardeeren. Bovendien is er nog een andere reden van meer materleelen aard, welke het verbod dwong eerst de Hollanders te bewerken. Men wil de me dewerking krijgen van de regeeringskringen en zoo in staat zijn het kapitaal te beginnen, dat er straks on uit Holland èn uit Indië verzameld moet worden om een actie aan te vangen. Dat het verbond zijn voelhorens In Indië reeds heeft uitgestoken, is zeker. Het heeft den tot dusver gevolg den weg van loutere artistieke en cultureele toenadering laten varen en is een openlijk erkende politiek begon nen. De politiek der saamhoorigheid en samenwerking Indië niet los van Holland. Het eerste resultaat was verbluffend. Raden Mas Mr. Dr. Soeripto, de vroegere voorzitter van het verbond, thans naar Indië gerepatri- ceerd, heeft als eerelid van het verbond bedankt. Waar om? Prins Soerjodiningrat, de beschermheer van het verbond, broeder van den tegenwoordigen sultan van Djocja, die destijds het verbond als artistieke vereeni ging oprichtte, bedankte ook. De indruk, welke men van dit bedanken in Holland krijgt, is op zijn zachtst genomen: vreemd. Im mers de heer Soeripto, die in Holland met een onverge telijk diplomatiek talent alle partijen te vriend moest houden, bedankt... nu hij openlijk kleur moet bekennen Is hij dan in den grond van zijn hart geen samenwer- ker? Wij zijn nog altijd geneigd te gelooven, dat dit be danken op een misverstand berust. Inmiddels is ons be kend, dat in vele kringen en bij vele vooraanstaande persoonlijkheden in Indië de actie van het verbond groo te belangstelling gewekt heeft en dat men daar met brandende interesse het verloop der verdere ontwikke ling van de verbondsactie volgt. Verschillende regenten, vorsten, zelf bestuurders enz. hebben reeds blijken van adhaesie gegeven, en niet al leen daar, ook in de kringen der inheemsche ambte naarswereld en uit de bevolking zelve komen bewijzen van instemming. Nu kan men natuurlijk zeggen: Nu ja, maar die regenten en vorsten zijn natuurlijk vrienden van Holland, dat spreekt immers vanzelf. Dat is niet: de massa. Maar men mag niet vergeten, dat de positie van de regeerders in het Oosten, anders is dan hier en dat de stem van „het hoofd" daar nog altijd gróóte be- teekenis heeft voor die massa. En zoo is het de bedoe ling, dat een groote organisatie tot stand gebracht wordt. Straks zal de kruistocht van voordrachten en lezin gen voortgezet worden in de malelsche taal... in alle talen van het Oosten... en dan zullen de Nederland-goed gezinden elementen worden samengebracht in een groot „Nederlandsch-Indonesisch Verbond", dat pas dan zijn ware beteekenis krijgt, als verbond. Als con tra revolutionaire actie. Dit beteekent: voor het eerst een gesloten, goed geor ganiseerde beweging, welke de in stilte voortwoekeren de, maar over zeer veel geld en goede propagandisten beschikkende revolutionaire actie, welke overal haar agitators heeft zitten, die he Nederlandsch gezag on dermijnen en in het duister onheil trachten te brengen én over Nederland én over Indonesië. Deze organisatie wenscht zich meer kracht te geven door het bezitten van een eigen stem, een eigen orgaan, een Dagblad. Een Nederlandsch Maleisch Dagblad, dat de saamhoorlg held van Nederland in hare hoofdartikelen enz. zal ver dedigen. Bovendien is het ons bekend, dat het verbond bezig is met plannen voor een grootsehe filmv welke door ge heel Nederland en Indonesië als propaganda materiaal moet dienen. Deze film zal in groote lijnen weergeven het groote hygliënisohe werk der Hollanders in de Tro pen en het werk, dat de Indiërs voor Holland doen; al- zoo de beteekenis van Oost voor West en West voor Oost. Men kan dan ook de actie van het Nederlandsch Indonesisch verbond met groote belangstelling tegemoet zien. omdat zij op grootschen basis wordt opgezet en omdat zij een daad beteekent in het vele, dat er nu al over het koloniale- en rassen vraagstuk gesproken is. 1.) Zonder ons op eenigerlei wijze met het voor of tegen dezer actie in te laten (en zonder zelfs partij te trekken in zijn terminologie als b.v. het woord „Indo nesië"), geven wij hier woordelijk de door nauwgezette Informaties verzamelde gegevens weer van onze mede werker, den heer M. Nltzowitsch. Een bezoek op Lehèr's buitenverblijf, waar zijn schoonste composities haar 'oorsprong vonden. (Door den Weenschen correspondent van het „Haagsch Persbureau" In zijn „Bergpsalmen" bezong reeds Victor von Scheffel het prachtige Wolfgang of Aber-meer in boven-Oostenrijk. Door machtige bosschen en hooge rotsen van het Trogtaler voorland overschaduwd, slin gert zich hier als een smaragd groen lint de rivier de Traun tusschen een keten van meren en vervolgens stroomt zij, zonovergoten door het Alpenvoorland. In dit sprookjesland ligt het thans vooral door de ope rette-sterren zoo druk bezochte Bad Ischl. In dit romantische „Kurort", eens zomerresidentie en jachtverblijf van keizer Franz Jozef, komen nu gere geld alle en vogue zijnde dichters, componisten, theater directeuren en kunstenaars, in het kort allen, die met de lichte muze bekend zijn. Evenals de schatrijke Amerikaansche filmhelden en sterren bulten Holly wood hun kostbare landgoederen hebben, vinden wij hier de charmante villa's en fraaie tuinen van al wat bij de operette naam heeft of voor het voetlicht komt De populairste en meest bekende figuur van Ischl is echter ongetwijfeld Franz Lehar, wiens huls als een der bezienswaardigheden van de stad wordt be schouwd. Reeds vele jaren komen Lehar en zijn har telijke vrouw Sofie geregeld naar hun „huisje", zooals Lehar het vorstelijke paleis noemt. En evenals van Frans Lehar. Scheffel hier dichtte en Keizer Franz staatsgeheimen uitbroedde, stemt deze omgeving Lehar tot componse- ren. Franz Lehar's huis weerspiegelt in zijn inrichting volkomen het innerlijk van zijn bewoners. Geen bom bastische praalzalen vindt de altijd welkome bezoeker er. Met verfijnden smaak schiep hij hier een behaag lijk home, waar men zich oogenblikkelijk thuis voelt. Een warm aandoende luxe, waar de zeer fraaie verza meling antieke meubelen, schilderijen, vazen en scha len niet weinig toe bijdraagt. Bij het betreden van de ruime hall met de mollige Chineesohe tapijten en de fraai geteekende Perzische gordijnen, waar een oude Friesche staanklok rustig bim-bamt, komt men al direct onder den indruk van die rustige gemoedelijkheid, welke ook spreekt uit de diepliggende blauwe oogen van Lehar. Met evenveel zorg en smaak zijn ook de kamers geïnstalleerd. In deze verfijnde omgeving ontstonden „Friederike", „Paganini" en tal van andere schlager-operetten en te midden van de overal In fraaie vazen steeds geu rende bloemen, hoorde Richard Tauber voor het eerst zijn spoedig over de heele wereld bekend lied: „Mad- cfien, mein Madchen, wie lieb ich dich". Eerbiedig moet de zanger zijn onafscheidelijke mo nocle uit het oog hebben genomen, toen de laatste tonen door de groote muziekkamer wegzweefden. Vol geestdrift zette Tauber zich vervolgens aan de instu deering. Ook de lieftallige en charmante Kathe Dorsch hoor de voor de eerste maal hier in het huis aan de Traun. de liedjes, welke zij als Friederike zou zingen. Versla gen en verbijsterd zat zij in de met leeuwenkoppen gebeeldhouwde fauteuil te luisteren, toen uit den kost baren vleugel de mooie melodie van „Warum hast du mich wach geküsst" opklonk. Hetzelfde lied, waarme® zij zich later een plaatsje in de harten van het publiek heeft veroverd. In het bijzonder in de zomermaanden wordt in den huize Lehar harder gewerkt dan ooit. Dan zijn Alfred en Fritz Rotter, de directeuren onder wiens leiding de zoo succesvolle première van „Friederike" plaats von den. in de kunsttempel te gast om van de nieuwe schlagers kennis te nemen. Zijn laatste operette: „Das Land des Lachelns", waarbij Tauber en Vera Schwarz, die de hoofdrollen vervullen, een ongekend succes boekten, beschouwt Lehar als zijn beste werk. Deze operette heeft, zooals wellicht bekend, het liefdes-avontuur van een Weensche aristocrate met een Chineeschen prins, gezant van China te Weenen, tot inhoud. Om aan alle moeilijkhe den, welke hun in den weg staan, te ontkomen, nemsn zij den vlucht naar het land van de rijzende zon. Doch ook hier, evenals welhaast overal in het leven ontdek ken zij tenslotte, dat het liefdegeluk bedriegeijk is en gaan zij ontgoocheld van een. Voor alles heeft Lehar bij "dit stuk aan Tauber ge dacht en naast muzikale, bijzonder smakelijke motie ven, den tenor gelegenheid geboden zijn aanbidsters met een nieuwe schlager te betooyeren. Gedurende eenige weken verbleef Tauber te Ischl, waar hij met den meester studeerde en repeteerde. Met bewonderens waardige kwaliteiten sloot zich hierbij de „Kammer- sangerin" Vera Schwarz aan, die ook eenige dagen bij Lehar te gast was. Persoonlijk leidde hij de repetities en stond ook bij de eerste 75 opvoeringen het orkest nog onder zijn leiding. Vandaag, den 303ten April, viert de componist vaa zoo vele geestige, bekoorlijke en kunstrijke operetten zijn 60sten verjaardag, of hij dan met nog eclatanter succes komt... er wordt gefluisterd. In de maand Maart van het jaar 1S11 werd door de geboorte van een troonopvolger in de Tuilerieën een der vurigste wenschen van Keizer Napoleon I ver vuld. Met enthousiasme door het volk begroet, en naar.het scheen geroepen tot de hoogste waardig heden, stierf Franqois Charles, Joseph, Koning van Rome, echter in het jaar 1832 in het slot Schönbrunn als Hertog van Reichstadt. Hij was de eenige wet tige erfgenaam van den grooten Keizer. Napoleon I naar Lefèvre (Muéë de Yersailles). Men weet, dat er nog afstammelingen zijn van 1e aangenomen kinderen van den Keizer, n.m. kinde ren en nichten van Aiexander de Beauharnais en Josephine Tascher de la Pagerle. Wat echter niet zoo algemeen bekend is. is het feit, dat in de onmid dellijke nabijheid van Parijs en wel in de omgeving der banlieue vrenwel rustig, maar toch niet zonder eenigen trots de laatste en jongste directe afstamme linge leeft van den neg altijd door velen zoo zeer ge- wilden, roemruchten Keizer. En waar verschillende monarchisten in Frankrijk een herstel der monar chie niet zoeken in de richting der Bourbons, maar veeleer hun hoop gevestigd hebben op de nakomo- Craaf Léon neb oren 13 December 1806) natuurlijke zoon van Napoleon en Louisc- Eleonore Denuelle de la Plaigne. lingen der Bonnpartos, is het Camille Beauchamp mogen gelukken met succes nasporingen te hebben gedaan omtrent de voor velen twijfelachtige, maar daarom ni»t minder belangrijke vraag, wie (en op welke wijze deze) rechtstreeksche afstammelinge is van Napoleon I. Op 13 September 1787 werd geboren Louise Eleo- nore Denuelle Ie la Plaigne. Op 18-jarigen leeftijd huwde zij met Kapitein Revel van het 15de regiment der dragonders, welk huwelijk echter niet gelukkig was. Toen de kapitein dan ook voor Valscftheid in geschrifte werd veroordeeld tot twee jaar gevange nisstraf, werd in April 1806 de echtscheiding uitge sproken. Louise de la Plaigne kwam toen in dienst van Carolina Murat, waar Napoleon haar eens op een receptie ontmoette. Uit de intieme verhouding, wel ke daarop tusschen Napeleon en Louise ontstond, werd op 13 December 1806 (Rue de la Victoire 29) een zoon geboren. Napoleon ontkende zijn verhouding met Louise Eleonore de la Plaigne niet, doch trachtte aanvan kelijk wel Leon te doen doorgaan voor een wettigen zoon van Josephine de Beauharnais, waartoe ech ter z'n huisarts Corsivart z.\n medewerking weiger de, waardoor verhinderd werd, dat Leon tot wettig opvolger van Napoleon werd geproclameerd. De opvoeding van Leon werd nu toevertrouwd aan mevrouw Loir, en na zijn zesde jaar aan Mathieu de Mauvières. Op 21 Juni 1815, drie dagen na den slag van Waterioo en den dag, volgende op dien, waarop Napoleon afstand deed van den troon teu gunste van den Koning van Rome, schonk de Keizer aan Leon de sm vaon 300.000 francs in aandeelen van verschillende kanalen. Colette neboren Oef ober 1922) achter kleindochter van Graaf Léon en laatste rechtstreeksche afstemmelinge van Napoleon Na de verbanning van Napoleon naar Sint Helena! stond Graaf Leon, op een leeftijd van negen jaar, geheel alleen op de wereld. Zijn moeder, die eerst in 1808 en later in 1814 hertrouwde, stond hem niet bij en erkende hem zelfs niet. De Graaf werd in talrijke kostbare processen gewikkeld. In het jaar 1821 werd door het testament van Longwood de rente van de 300.000 francs vermeid; de titel zou slechts mogen overgaan cp Graaf Waleski, een anderen onwetti- gen zoon van Napoleon, indien Graaf Léon kinder loos zou komen te overlijden. Graaf Léon huwde met Frantjoise Jonet, en kreeg uit dit huwelijk drie kinderen. De jonge Cbalotte, dochter van Graaf Léon. was na den dood van haar vader zonder middelen van bestaan. Door toedoen van den pastoor van Pontoise kreeg zij evenwel een goede opvoeding en kon zij zich aan de studie wij den. Zij huwde met Mesnard en uit dit huwelijk werden twee kinderen geboren. Haar zoon sneuvel de bij den slag bij Champagne in 1917. Haar doch ter Léone huwde met. een ingenieur R. Bij dit hu welijk waren Prinses Georges van Griekenland, ge boren Marie Bonapart es. en Graaf Poirié de Joué ge tuigen. In Octobei 1922 werd een kleindochtertje van Charlotte geboren, genaamd Colette, die alzoo de laatste afstammeling;: is van Napoleon.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 20