Eerste Hulp. 4" K. Blaauboer Wolkbreuk en overstroomingen. De geheime Ontmoeting. Een klopjacht door Berlijn. Handel in blanke slavinnen. Roemeensche ministers beschuldigd. OPRUIMING Tapis-Belge en andere Karpetten 15 tot 25°/0. Zuld-Dultechland en Zwitserland geteisterd. In aansluiting op het korte bericht, in ons nummer van Donderdag over het overstroomingsgevaar in Zuid- Duitschland en Zwitserland kan nog het volgende wor den meegedeeld. Uit Waldkirch wordt gemeld, dat over het Simons- walderdal en het naburige Elzdal Woensdagmiddag een hevige wolkenbreuk is losgebarsten, het noodweer hield een uur lang aan, terwijl ook daarna urenlang regen bleef vallen. Reusachtige watermassa's stroomden naar de Elze en het dal. dat ongeveer 1 K.M. breed is. werd geheel on der water gezet. Op sommige plaatsen staat het water meer dan 1 meter hoog. De velden en weiden in dit dal zijn geheel verwoest. Talrijke boomen werden ontworteld en vele huizen hebben schade opgeloopen. Verscheidene kleine gebou wen zijn ingestort. De ElsdaJ-spoorweg is nog slechts tot Waldkirch te gebruiken. Een reizigerstrein werd tengevolge van een aardverschuiving ingesloten. De trein was om kwart over vier uit Frelburg ver trokken. De reizigers kunnen niet verder, aangezien ook op den straatweg het verkeer ten gevolge van de over strooming onmogelijk is. Ook het telegrafische verkeer is geheel onderbroken. Talrijke overstroomingen In Zuid-Beieren. Naar V.D. Donderdag uit Munchen vernam heeft de voortdurende regenval in Zuid-Beieren talrijke over stroomingen veroorzaakt en verscheidene streken wor den door den hoogen stand van het water bedreigd. Te Munchen heeft de Isar reeds gisteren de hoogwa ter-grens bereikt. Te Schondorf is het water de huizen reeds binnenge drongen. Nog slechts de toppen van hekken, hagen, en struikgewas steken boven het water uit. Verscheidene schuren werden door de kracht van het stroomende water meegesleurd. Sedert 20 jaren heeft de bevolking van deze streek geen overstrooming meer meegemaakt. Ook in het Beiersche Allgau zijn de bergriviertjes ten gevolge van den hevigen regenval in krachtige stroe- men veranderd, die talrijke bergweiden en lager gele gen weiden hebben overstroomd. Volgens het laatste bericht van Donderdagavond was In het stroomgebied van de Uier, Wertach, Lech, en Isar, alsmede in de Tegernsee het water onrustbarend gestegen. Het niveau overtreft op sommige plaatsen dat van 1924 ,toen in den zomer groote overstroomingen plaats hadden. Op enkele plaatsen bedraagt de stijging wel drie me ter. Hoog water in Tirol. V.D. verneemt uit Innsbruck: De sedert eenige dagen aanhoudende regen heeft in \-erscheidone deelen van Tirol tot overstroomingen ge leid. Te Kramsack is in den afgeloopen nacht de Bran- denberger Ache buiten haar oevers getreden. Een deel van het dorp is overstroomd. Het verkeer naar Reutte werd verbroken, daar een brug over de Lech ernstig werd beschadigd. De weg voor het autoverkeer door de Arlbergstrasse, welke de vorige week is opengesteld, moest wegens het gevaar voor lawines weer gesloten worden. Het water van de Isar wast nog steeds. De Ryn wast snel. Dreigend gevaar in Zwitserland. De Rijn wast snel, wat het gevolg is van het feit, dat de sneeuw thans begint te smelten. Naar uit Bazel gemeld wordt, beginnen de overstroo mingen in Zwitserland vooral in de kantons Bazel en Bern een dreigend karakter aan te nemen. Bij het Thunermeer is het verkeer over de Beatenberg- strasse en over den weg in het Habkerndal gestoord, daar de wilde Lombach buiten de oevers is getreden. De toestand bij Blumenstein—Thun is zeer gevaarlijk geworden door de overstroomingen van Fallbach, waar mede aardverschuivingen gepaard gaan. Het Zurichermeer is in zeer korten tijd 90 c.M. geste gen. Ook de Siehl in het kanton Zurich is op verschil lende plaatsen buiten de oevers getreden. De Boven-Rijn is vannacht, bij Waldshut 50 c.M. gewassen. Kort verhaal „Zit u hier heelmaal naar uw zin, oom Fred?" vroeg de knaap. „O, ja," antwoordde de man zonder op te zien. Hij zat tegen een blok graniet; naast hem lagen een photogra- fie-toestel en een tasch. „Dan loop ik gauw naar de stad en haal nog eên paar platen." Dwars over het ietwat moerassig stuk land rende hij weg. Twee mannen stonden bij de klippen aan de zee; een smal. hobbelig paadje onder hen voerde hen naar een zandig stuk strand, dat aan drie zijden door rotsen was ingesloten. Aan het strand lag een bootje, waarvan de kiel in het zeewier een vloed-lijn had getrokken; een zaam moeras met brem en heidekruid strekte zich hier achter uit. Een der beide mannen was een bekend politicus, de andere de vertegenwoordiger van een vreemde mogend heid, een generaal, wiens photo in alle geïllustreerde tijdschriften had gestaan. „Deze plek is niet kwaad gekozen, generaal," zei de politicus, op het moeras wijzend. „Totaal verlaten." „Ja. zeer goed gekozen," beaamde de generaal. „Zal het voetpad hier niet al te bezwarend voor u zijn?" „Weineen." Hij maakte schertsend eenige roeibewegin genIk zal alleen wel wat stijf zijn als ik bij het jacht aanjand. Het is nog een eind." „Is u zeker dat niemand aan boord van het jacht Iets vermoedt?" „Neen, neen*; ik sta gelukkigerwijze bekend als een hartstochtelijk hengelaar, maür men zal mij uitlachen als ik met leege handen terugkom. Ik was zoo vast overtuigd dat er hier zalm te vinden was. Ik heb het schip bij H... verlaten; het ligt voor anker. Er is een strijkje aan boord en er wordt gedanst. Geen mensch zal aftn mij denken." „Hoe gelukkig, dat ik chauffeeren kan," zei de po liticus. „Woont u ver van hier?" „Dertig mijlen; de straten zijn ellendig. Ik kwam al leen ik spreek morgen in het Lagerhuis en als de menschen nog genoeg verstand hebben, om na te den ken, zullen allen gelooven, dat ik alléén begeerde te zijn om mijn speech voor te bereiden. De wagen staat in de struiken verborgen; al zou iemand hem vinden, wat zeer onwaarschijnlijk is, vindt hij niete dat mij kan identificeeren. Ik geloof wel,, dat wij zeer omzichtig geweest zijn." De groote man van do politiek glom van zelfingeno menheid. „Bijzonder,stemde de generaal in; „van onze samen komst weten wij beiden alléén af. Ut ben verrukt, dat wij tot een zoo volmaakte overeenstemming zijn geko men." „Ja, het is een groot voordeel, vrij en onbespied van Moeder en Vaders, om in Uw gezin aan groot en klein, altijd dadelijk hulp te kunnen verleenen bij brand-, val-, stoot- of snijwonden, is het zoo veilig en gewenscht thuis altijd een doos of tube Purol te hebben. Op autodieven. Tenslotte de heele ben de ingerekend. Woensdagmorgen in de vroegte heeft in de Berlijn sche wijk van den Tiergarten een formeele klopjacht op autodieven plaats gehad. Dinsdagmiddag hadden de heeren een particuliere auto gestolen, waren er mede naar een ander ge deelte van de stad gereden, hadden daar verschillen de winkels geplunderd en kwamen 's morgens vroeg op hun terugtocht in hotsing met een wagen van de stadsreiniging. Een agent van politie, die toeschoot, constateerde in de luxe-auto de aanwezigheid van een groote hoeveelheid dameskleedingstukken, bene vens vele flesschen wijn, likeur, enz. Voordat de agent echter naar de herkomst van die zonderlinge bagage kon informeeren, sprongen de automobilisten uit hun wagen en namen in verschillende richtingen de vlucht Aan de daarop volgende klopjacht door een groot gedeelte van Berlijn namen steeds meer politiebeamb ten van verscheiden telefonisch gewaarschuwde posten deel. Ten slotte gelukte het de dieven te ar- restceren. Een hunner moest met behulp van een brandweorladder van een dak worden gehaald, waar op hij de wijk had genomen, maar waar hij niet meer af kon. VISSCHERS DIE NIET KUNNEN ZWEMMEN. Bij de schouwing van het lijk van een over boord geslagen matroos te Yarmouth in Engeland, vroeg men aan den schipper, of de man had kunnen zwem men. Hij dacht van niet, want maar heel weinig visschers zeide hij, kunnen zwemmen. De reeder van het schip verklaarde, dat geen vijf percent van de visschers te Yarmouth de kunst ver staan. De superintendent van de koopvaardij die het on derzoek leidde, zeide dat sommige visschers weiger den om te leeren zwemmen, aangezien hun doodstrijd bij het verdrinken er maar door verlengd zou worden. Hij haalt met genoegen de steenkolen uil den kelder, want daarbij mag hij van zijn vrouw 'n halve sigaar rooken. (Megg. BIStten. tallooze, controleerende oogen, eens te kunnen praten." Hij lachte even op. „Ik zou wel eens willen weten wat voor misdaden men mij zou aanwrijven, als onze samenspraak open baar werd. Hoe hartstochtelijk de oppositie zich te weer zou stellen en wat voor een gebabbel er door ontstaan zou. Stel u zich eens de interpellaties in het Huis voor, waarde vriend; stel u zich de hoofdartikelen der opposi tie-bladen voor; de zenuwachtigheid der openbaarheid; En toch was deze bijeenkomst noodzakelijk. Wij heb ben dit uur zeer nuttig besteed." „De samenkomst was zeer noodig,' bevestigde de ge neraal waardig. „Wanneer u mij nu in den aanvang der zitting tegenspreekt, zal ik het begrijpen..." „En u zult uwe argumenten in de door mij aangege ven volgorde aanvoeren? Wanneer ik schijnbaar oppo- neeren kan, om daarna, hoewel weerstrevend, mij voor uwe gebiedende logica te buigen, zal ik mijn luidjes wel mee krijgen. Maar allereerst dien ik met u wel een beetje ruw om te gaan. waarde vriend." „Dat doet er immers niets toe, omdat wij elkaar be grijpen. „Dus dan tot ziens, tot over zes dagen op de confe rentie." Glimlachend schudden zij elkaar de handen. De politi cus volgde den generaal met zijn oogen, zooals deze elastisch het pad opklauterde, de boot in het water stiet, erin sprong en zijn inspannende roeierij naar het veran kerd jacht ondernam. De politicus keerde zich van de zee af; vóór hem strekte zich mijlen ver de zee uit en uitgezonderd eeni ge pony's enkele koeien en drie of vier pluvieren, was er verder niet levens te bespeuren. De bijeenkomst was handig beraamd en met succes verloopen. Ze waren over en weer, ten opzichte van po sitie-nemen in een netelige kwestie, het volmaakt eens geworden, afgescheiden van het kruisvuur eener lasti ge conferentie. Niemand wist hier iets van. Geen loe rend oog had hen gezien, geen oor gehoord. Zij hadden elkaar getroffen, alles precies afgesproken en waren toen uit elkaar gegaan, zonder dat iemand buiten hen zelf eenig vermoeden had. Hij zag op zijn horloge. Er was meer dan tijd genoeg voor den terugrit. Als hy wat geluk had, was hij thuis, terwijl zijn gasten nog bij de thee zaten. Maar plotseling drong van de rustige klippen het ge luid van menschelijk niezen door. De politicus schrok hevig, werd lijkbleek. Ontsteld keek hij om zich heen. Nergens eenig menschelijk wezen te speuren, geen ziel waar te nemen, als men dieren tenminste geen ziel toe kent. En toch hij had niezen gehoord; en van dichtbij, zeer dichtbij... Eenige meters verwijderd stond een granietblok recht overeind. Zou het kunnen, dat iemand zich daarachter verstopt had? Ondanks den warmen zonneschijn liep den politicus een rilling over het lijf. IJlings zocht hij de rots op en 't was, zooals hij gevreesd had; aan de andere zijde stak de rots minder scherp uit de aarde omhoog en tegen een glooiing zat een man... en naast dien man lag iets vreeselijks: een kiektoestel! De man staarde voor zich uit, over het moeras. Zijn oogen wa ren lichtblauw; toen de politicus hem naderde, draaide hij zich even om en tuurde toen opnieuw de verte in. De politicus dacht ijlings na; de wind woei in de De „Sanshine Dancing girls" Naar het Wolff-bureau meldt, heeft de Berlijnsche politie een ernstige aanklacht ontvangen tegen den Spaanschen impressario, Marogiano en zijn agent te Berlijn. Voor de dansgezelschappen van Marogliano waren te Berlijn destijds 79 meisjes aangeworven. Zekere Tanarof begon eenige maanden geleden een tournee met een ballet van Berlijnsche danseresjes, dat de „Sunshine Dancing girls" heette en waarmede hij zich o.a. naar Bareelona'begaf. Nadat de meisjes daar in ellendige lokalen had den moéten optreden, werd van haar gcëischt, dat zij onderdak zouden aanvaarden in een. z.g. gesloten huis, dat zij zonder toestemming van den eigenaar niet mochten verlaten. De meeste meisjes weigerden hierop in te gaan en verlieten den troep, doch beschikten niet over de noodige middelen, om naar huis terug te koeren. De Berlijnsche danseresjes in Argentinië. De leidster weer op vrije voeten. Wolff meldde Donderdag uit Berlijn; De „Lokal Anzeiger" verneemt uit New York, dat de Argentijnsche regeering heden aan het gezelschap danseressen van mevrouw Sohmeling toestemming heeft verleend, zich op Argentijnsc'h gebied te bege ven. Het gezelschap wordt reeds Donderdag tc Buenos Aires venvacht. Mevrouw Schmcling, die, zoo als bekend, te Montevideo, de hoofdstad van Uruguay gearresteerd was, is thans weer op vrije voeten ge steld. Minister-president Manioe zou den staat voor millioenen hebben benadeeld. Wolff meldt uit Boekarest: Het liberale blad „Ordinea" beschuldigt verschillen de leden der regeering van ernstige misdrijven. Volgens het blad, zou minister-president Manioe den staat voor ettelijke millioenen benadeeld heb ben, toen hij het paleis Cantacusiflo op staatskosten huurde, om het als bureau vooor den minister-presi dent te laten inrichten. Manioe zou, ofschoon hij „slechts" een inkomen heeft van anderhalf millioen lei, tot op heden reeds 14 millioen betaald hebben, om zijn schulden te vol doen. Verder wordt hem verweten, dat hij een goudmijn gepacht heeft, dat de pachtsom echter door den staat betaald werd. Den minister van financiën wordt venveten, dat hij het staatsinkomen uit de aardgasproductie in Zeven burgen voor eigen doeleinden heeft gebruikt. Tenslotte worden ook de minister van oorlog, de vice-minister Joanitescu en eenige andere hooge staatsambtenaren van ernstige vergrijpen beschul digd. LIEFDE AAN DE AUDE. Een man van vijf-en-dertig jaar te Laure (departe ment der Aude) heeft zijn dochtertje van een half jaar in haar badje verdronken, omdat de moeder van het kind, zijn minnares, hem de leelijkheid van het kind verweet. De man heeft de vlucht genomen. DE „WEEK DER GOEDHEID". Ten bate van hulpbehoevenden. Gister is in Frankrijk de „semaine de la bonté" be gonnen, gedurende welke aan iedereen wordt gevraagd iets goeds te doen ten bate der hulpbehoevenden. Tot dusver werd deze week uitsluitend in Parijs gehouden, docht thans is zij tot de provincie uitgebreid. Aan het hoofd van het comité, dat de week organi seert, staan de aartsbisschop van Parijs, de opperrab bijn en de voorzitter der Protestantsche Federatie. Bri- and heeft er o.a. zitting in. Ongeveer honderd hulpbehoevenden gezinnen zullen een extra-uitkeering ontvangen, terwijl er aan de kinde ren op de volksscholen en in de hospitalen speelgoed wordt uitgereikt. richting van de zee en de generaal, en hijzelf eveneens, hadden zacht gepraat. Het was bijna onmogelijk, dat de man iets opgevangen zou hebben. Maar het photogra- fie-toestel! Hij beleefde een oogenblik van gruwelijken schrik. „Heerlijk uitzicht hier", begon de politicus soetsap- Plg- „Heerlijk," stemde de ander toe. „U hebt een kiektoestel bij u, zooals ik zie. Was het vandaag een goeie dag voor opnamen?" „O, ja, misschien wat al te veel licht." De man betoonde weinig belangstelling; bij hem mist men de animo, die den amateur kenteekent. Het hart zonk den politicus in de schoenen. Naar het uiterlijk zat hier een beroepsphotograaf, waarschijnlijk van de pers... „Hebt u veel opnamen gedaan?" De man glimlachte. Het was o, angstwekkend verschijnsel een heel tevreden lachje. Dat gaf te den ken I „Alle platen zijn gebruikt," zei de man. „het is jam mer, dat er niet meer waren." „Zóó?" En bliksemsnel joegen allerlei gedachten door het hoofd van den politicus. „Ik heb dikwijls naar een phototoestel verlangd; 't is zoo'n aardige en interessante liefhebberij." „O, ja," gaf de ander onverschillig toe. „Af en toe vindt men wel iets. dat de moeite waard is om opgenomen te worden. Dat is een kwestie van boffen, van 'n beetje geluk." De politicus kreunde bijna van angst. „O, ja, ja, dat wil Ik wel gelooven... kan men eigen lijk er wat mee verdienen, is het loonend?" „Niet als het alléén maar een spelletje is." De man glimlachte opnieuw. Een merkwaardig we zen; hij was voorzichtig angstig bezorgd om zich niet te verraden, maar niettemin kon hij een glimlach niet weerhouden. Hij vermeed het om den ander van blik te wisselen en tuurde maar steeds over het moeras. „Soms kan men een opname aan een courant ver- koopen." „Ja, ja... dat weet ik," antwoordde snel de politicus en hij liet er op volgen: „Zeg u eens, wat vraagt u voor uw geheele boeltje, het toestel met de platen?" „Hoe zegt u?" De stem van den man klonk verbaasd. „Ik zou alles willen koopen. Dat... is een zeker zwak van mij. Ik heb nu en dan van die plotsednge invallen. Zeg mij maar uw prijs." Hij haalde een grooten zakdoek voor den dag en wischte zich het gelaat af; hoewel het zweet hem op het voorhoofd parelde, rilde hij. „Ik heb niet het recht om het toestel te verkoopen." „Misschien is het wel het eigendom van zijn courant, peinsde de politicus. „Maar," begon hij, „ik vind uw toestel wel zeer begeerenswaard, alsook uw platen. Dat alles trekt me aan... ik wou de opnamen hebben, die u gemaakt hebt." „U bewondert zeker zeer dit woest partijtje moeras, die wijde zee?" sprak de man nu op conversatie-toon. „Ja, ja, alles is zeer mooi." „Neen, ik haat dit alles. Er is een speciale reden voor, waarom ik gaarne uwe platen zou willen hebben, zooals u allicht geraden zult hebben." Schagen. van prima kwaliteiten in voorjarige patronen, met kor tingen van Men proiiteere van deze aanbieding'. SCHEPEN IN DENEMARKEN OPGEBRACHT Wegens bedriegelyke handelingen van den kapitein. Wolff meldt uit Assens (Fuenen-Denemarken): De politie heeft gisternacht in de kleine Belt onder dramatische omstandigheden een Duitsche sleepboot en twee schoeners opgebracht. De kapitein van de sleepboot had zich in Aarhus schul dig gemaakt aan bedriegelijke handelingen. Toen de po litie aan boord kwam, sloot de kapitein zich op in zijn kajuit en dreigde iedereen neer te schieten, die er "wilde binnendringen. Hij werd niettemin overmand en in boeien geslagen, waarop hij naar Aarhus werd gebracht. De opgebrachte schepen wilde men ook naar Aarhus laten sleepen, maar de bemanning liet plotseling het anker vallen. De schepen woröen thans door een gróót politievaar- tuig bewaakt. SPRINKHANEN. èok Servië getroffen. Naar Reuter aan de Engelsche bladen meldt, wordt thans ook Servië door de sprinkhanenplaag getroffen. Er zijn groote zwermen neergestreken in het district Stolatz in Herzcgowina en in het district Podgoritza in Montenegro. HET KOFFIEVERBRUIK IN FRANKRIJK. Het koffie-verbruik in Frankrijk p^- hoofd neemt toe. Volgens een statistiek, uit welke, de Figaro iets mededeelt, bedroeg het koffie-verbruik per honderd inwoners in 1S4S 41 kilo per jaar. Twintig -jaar later was het 136. In 1888: 177 kilo. In 1908 stijgt het aan tal kilo's tot 260, steeds per honderd inwoners en in 1928 bedraagt het 402. VERKEERSONGELUKKEN TE LONDEN. Schrikbarende toeneming. Uit Londen wordt gemeld: In de drie eerste maanden van dit jaar zijn ten gevolge van verkeersongelukken te Londen 320 per sonen gedood en 11.441 gewond, tegen 251 dooden en 9205 gewonden in het overeenkomstige tijdvak van 1929. NOVA ZEMBLA. Een nieuwe nederzetting gesticht. Op Nowapa Zemlja (Russische naam van Nova Zembla) wordt dezen zomer een nieuwe nederzet ting gesticht, de meest noordelijke op dat eiland. De afgeloopen winter heeft aangetoond, dat het eiland zeer rijk is aan poolvossen. De bestuursraad van de eilanden van de Noordelijke IJszee heeft besloten een proef te nemen mot hot fokken van muskus ossen op Nova Zembla. Er zullen uit de poolstreken van Noord-Amerika eenige stuks muskusossen en koeien ingevoerd worden, aldus de „Izwestia". Waarom speelde de man comedie? Wilde hij tijd win nen voor het bedingen van een som? „U weet zeker wie ik ben?" „Neen," zei de man. „Hoe!" De politicus staarde hem verbaasd aan. Wfis het denkbaar, dat er iemand hier in deze omgeving hem niet kennen zou? „Neen, ik ken u niet en ik kan niet begrijpen waar om u mijn toestel hebben wilt." „Kijk mij maar eens goed aan." De man wierp hem een blik toe en tuurde toen opnieuw naar het moeras. „Neen, ik ken u niet," hérhaalde hij. „Zei u niet, dat u uwe opnamen naar een courant wilde zenden?" De politicus raakte verward. De man scheen oprecht in zijn verklaring, dat hij hem niet kende. Maar 't was bijna niet te gelooven. „Als de photo's goed worden, zend ik ze stellig naar een courant. De mogelijkheid is nooit uitgesloten, dat er één of twee worden aangenomen." „De mogelijkheid!" Het klonk grappig als het niet zoo vreeselijk was. „Laten we nog eens de zaak overleggen. Ik heb uw toestel met bijbehooren noodig. Ik moet ze hebben. Ik ben te zenuwachtig om nu naast u te gaan zitten, maar ga met mij mee terug u... u zult uwe platen willen ontwikkelen of u wilt iets anders; inmiddels gaat de tijd voorbij..." Hij deed eenige haastige, zenuwachtige passen op en neer. „Ik ik kan niet weg," zei de merkwaardige ziel. „Ik moet hier wachten, totdat mijn neefje mij komt afhalen." „Hij is zeker verlamd!" meende de politicus. De gedachten van den politicus dwarrelden. Hij greep naar de portefeuille in zijn binnenzak. „O, arme kerel, u waart ook in den oorlog..." „Ja" (zelfs nu nog glimlachte de man met dien eigenaardige glimlacht), „ja, ik was in den oorlog." „Ellendig... dus u kunt niet loopen? Maar ik moet uw photo-toestel hebben..." Hij bukte zich plotseling en stak hem een bundeltje bankpapier in de rechterhand. „Wat beteekent dat?" riep de ander smartelijk uit, doch zonder een blik naar de banknoten. „Betaling van uwe eigendommen." De politicus greep naar het toestel en de platen en liep haastig weg. De andere man vloekte hem achter na... de politicus liep des te harder. Een uur later kwam het neefje van den man opda gen. „Kijk eens, kind," zei hij en hief zijn rechterhand met den bundel banknoten omhoog. „De een of andere dwaas gaf ze mij en ging er met jouw photo-toestel en de rest van door. Hij moet hier zijn gekomen, terwijl ik sliep. De ezel heeft heelemaal niet ontdekt, wat mij scheelt," voegde hij trots er aan toe. „Goeie hemel, oom Fred, 250 pond," riep de jongen uit. Toen bukte hij zich. hielp den man overeind, nam hem bij den arm en leidde hem naar huis. De rr.an was blind.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 18