Eerste Hulp. 4"
K. Blaauboer
Wolkbreuk en overstroomingen.
De geheime Ontmoeting.
Een klopjacht door Berlijn.
Handel in blanke slavinnen.
Roemeensche ministers beschuldigd.
OPRUIMING
Tapis-Belge
en andere Karpetten
15 tot 25°/0.
Zuld-Dultechland en Zwitserland geteisterd.
In aansluiting op het korte bericht, in ons nummer
van Donderdag over het overstroomingsgevaar in Zuid-
Duitschland en Zwitserland kan nog het volgende wor
den meegedeeld.
Uit Waldkirch wordt gemeld, dat over het Simons-
walderdal en het naburige Elzdal Woensdagmiddag een
hevige wolkenbreuk is losgebarsten, het noodweer hield
een uur lang aan, terwijl ook daarna urenlang regen
bleef vallen.
Reusachtige watermassa's stroomden naar de Elze en
het dal. dat ongeveer 1 K.M. breed is. werd geheel on
der water gezet. Op sommige plaatsen staat het water
meer dan 1 meter hoog.
De velden en weiden in dit dal zijn geheel verwoest.
Talrijke boomen werden ontworteld en vele huizen
hebben schade opgeloopen. Verscheidene kleine gebou
wen zijn ingestort. De ElsdaJ-spoorweg is nog slechts
tot Waldkirch te gebruiken. Een reizigerstrein werd
tengevolge van een aardverschuiving ingesloten.
De trein was om kwart over vier uit Frelburg ver
trokken. De reizigers kunnen niet verder, aangezien ook
op den straatweg het verkeer ten gevolge van de over
strooming onmogelijk is. Ook het telegrafische verkeer
is geheel onderbroken.
Talrijke overstroomingen In Zuid-Beieren.
Naar V.D. Donderdag uit Munchen vernam heeft de
voortdurende regenval in Zuid-Beieren talrijke over
stroomingen veroorzaakt en verscheidene streken wor
den door den hoogen stand van het water bedreigd.
Te Munchen heeft de Isar reeds gisteren de hoogwa
ter-grens bereikt.
Te Schondorf is het water de huizen reeds binnenge
drongen. Nog slechts de toppen van hekken, hagen, en
struikgewas steken boven het water uit.
Verscheidene schuren werden door de kracht van het
stroomende water meegesleurd. Sedert 20 jaren heeft de
bevolking van deze streek geen overstrooming meer
meegemaakt.
Ook in het Beiersche Allgau zijn de bergriviertjes ten
gevolge van den hevigen regenval in krachtige stroe-
men veranderd, die talrijke bergweiden en lager gele
gen weiden hebben overstroomd.
Volgens het laatste bericht van Donderdagavond was
In het stroomgebied van de Uier, Wertach, Lech, en
Isar, alsmede in de Tegernsee het water onrustbarend
gestegen. Het niveau overtreft op sommige plaatsen dat
van 1924 ,toen in den zomer groote overstroomingen
plaats hadden.
Op enkele plaatsen bedraagt de stijging wel drie me
ter.
Hoog water in Tirol.
V.D. verneemt uit Innsbruck:
De sedert eenige dagen aanhoudende regen heeft in
\-erscheidone deelen van Tirol tot overstroomingen ge
leid. Te Kramsack is in den afgeloopen nacht de Bran-
denberger Ache buiten haar oevers getreden. Een deel
van het dorp is overstroomd.
Het verkeer naar Reutte werd verbroken, daar een
brug over de Lech ernstig werd beschadigd. De weg
voor het autoverkeer door de Arlbergstrasse, welke de
vorige week is opengesteld, moest wegens het gevaar
voor lawines weer gesloten worden. Het water van de
Isar wast nog steeds.
De Ryn wast snel. Dreigend gevaar in
Zwitserland.
De Rijn wast snel, wat het gevolg is van het feit, dat
de sneeuw thans begint te smelten.
Naar uit Bazel gemeld wordt, beginnen de overstroo
mingen in Zwitserland vooral in de kantons
Bazel en Bern een dreigend karakter aan te nemen. Bij
het Thunermeer is het verkeer over de Beatenberg-
strasse en over den weg in het Habkerndal gestoord,
daar de wilde Lombach buiten de oevers is getreden.
De toestand bij Blumenstein—Thun is zeer gevaarlijk
geworden door de overstroomingen van Fallbach, waar
mede aardverschuivingen gepaard gaan.
Het Zurichermeer is in zeer korten tijd 90 c.M. geste
gen. Ook de Siehl in het kanton Zurich is op verschil
lende plaatsen buiten de oevers getreden. De Boven-Rijn
is vannacht, bij Waldshut 50 c.M. gewassen.
Kort verhaal
„Zit u hier heelmaal naar uw zin, oom Fred?" vroeg
de knaap.
„O, ja," antwoordde de man zonder op te zien. Hij zat
tegen een blok graniet; naast hem lagen een photogra-
fie-toestel en een tasch.
„Dan loop ik gauw naar de stad en haal nog eên paar
platen."
Dwars over het ietwat moerassig stuk land rende hij
weg.
Twee mannen stonden bij de klippen aan de zee; een
smal. hobbelig paadje onder hen voerde hen naar een
zandig stuk strand, dat aan drie zijden door rotsen was
ingesloten. Aan het strand lag een bootje, waarvan de
kiel in het zeewier een vloed-lijn had getrokken; een
zaam moeras met brem en heidekruid strekte zich hier
achter uit.
Een der beide mannen was een bekend politicus, de
andere de vertegenwoordiger van een vreemde mogend
heid, een generaal, wiens photo in alle geïllustreerde
tijdschriften had gestaan.
„Deze plek is niet kwaad gekozen, generaal," zei de
politicus, op het moeras wijzend. „Totaal verlaten."
„Ja. zeer goed gekozen," beaamde de generaal.
„Zal het voetpad hier niet al te bezwarend voor u
zijn?"
„Weineen." Hij maakte schertsend eenige roeibewegin
genIk zal alleen wel wat stijf zijn als ik bij het
jacht aanjand. Het is nog een eind."
„Is u zeker dat niemand aan boord van het jacht Iets
vermoedt?"
„Neen, neen*; ik sta gelukkigerwijze bekend als een
hartstochtelijk hengelaar, maür men zal mij uitlachen
als ik met leege handen terugkom. Ik was zoo vast
overtuigd dat er hier zalm te vinden was. Ik heb het
schip bij H... verlaten; het ligt voor anker. Er is een
strijkje aan boord en er wordt gedanst. Geen mensch
zal aftn mij denken."
„Hoe gelukkig, dat ik chauffeeren kan," zei de po
liticus.
„Woont u ver van hier?"
„Dertig mijlen; de straten zijn ellendig. Ik kwam al
leen ik spreek morgen in het Lagerhuis en als de
menschen nog genoeg verstand hebben, om na te den
ken, zullen allen gelooven, dat ik alléén begeerde te zijn
om mijn speech voor te bereiden. De wagen staat in
de struiken verborgen; al zou iemand hem vinden, wat
zeer onwaarschijnlijk is, vindt hij niete dat mij kan
identificeeren. Ik geloof wel,, dat wij zeer omzichtig
geweest zijn."
De groote man van do politiek glom van zelfingeno
menheid.
„Bijzonder,stemde de generaal in; „van onze samen
komst weten wij beiden alléén af. Ut ben verrukt, dat
wij tot een zoo volmaakte overeenstemming zijn geko
men."
„Ja, het is een groot voordeel, vrij en onbespied van
Moeder en Vaders, om in Uw gezin aan
groot en klein, altijd dadelijk hulp te kunnen
verleenen bij brand-, val-, stoot- of snijwonden,
is het zoo veilig en gewenscht thuis altijd
een doos of tube Purol te hebben.
Op autodieven. Tenslotte de heele ben
de ingerekend.
Woensdagmorgen in de vroegte heeft in de Berlijn
sche wijk van den Tiergarten een formeele klopjacht
op autodieven plaats gehad.
Dinsdagmiddag hadden de heeren een particuliere
auto gestolen, waren er mede naar een ander ge
deelte van de stad gereden, hadden daar verschillen
de winkels geplunderd en kwamen 's morgens vroeg
op hun terugtocht in hotsing met een wagen van de
stadsreiniging. Een agent van politie, die toeschoot,
constateerde in de luxe-auto de aanwezigheid van
een groote hoeveelheid dameskleedingstukken, bene
vens vele flesschen wijn, likeur, enz. Voordat de agent
echter naar de herkomst van die zonderlinge bagage
kon informeeren, sprongen de automobilisten uit hun
wagen en namen in verschillende richtingen de
vlucht
Aan de daarop volgende klopjacht door een groot
gedeelte van Berlijn namen steeds meer politiebeamb
ten van verscheiden telefonisch gewaarschuwde
posten deel. Ten slotte gelukte het de dieven te ar-
restceren. Een hunner moest met behulp van een
brandweorladder van een dak worden gehaald, waar
op hij de wijk had genomen, maar waar hij niet meer
af kon.
VISSCHERS DIE NIET KUNNEN ZWEMMEN.
Bij de schouwing van het lijk van een over boord
geslagen matroos te Yarmouth in Engeland, vroeg
men aan den schipper, of de man had kunnen zwem
men.
Hij dacht van niet, want maar heel weinig visschers
zeide hij, kunnen zwemmen.
De reeder van het schip verklaarde, dat geen vijf
percent van de visschers te Yarmouth de kunst ver
staan.
De superintendent van de koopvaardij die het on
derzoek leidde, zeide dat sommige visschers weiger
den om te leeren zwemmen, aangezien hun doodstrijd
bij het verdrinken er maar door verlengd zou worden.
Hij haalt met genoegen de steenkolen uil den
kelder, want daarbij mag hij van zijn vrouw 'n
halve sigaar rooken. (Megg. BIStten.
tallooze, controleerende oogen, eens te kunnen praten."
Hij lachte even op.
„Ik zou wel eens willen weten wat voor misdaden
men mij zou aanwrijven, als onze samenspraak open
baar werd. Hoe hartstochtelijk de oppositie zich te weer
zou stellen en wat voor een gebabbel er door ontstaan
zou. Stel u zich eens de interpellaties in het Huis voor,
waarde vriend; stel u zich de hoofdartikelen der opposi
tie-bladen voor; de zenuwachtigheid der openbaarheid;
En toch was deze bijeenkomst noodzakelijk. Wij heb
ben dit uur zeer nuttig besteed."
„De samenkomst was zeer noodig,' bevestigde de ge
neraal waardig. „Wanneer u mij nu in den aanvang der
zitting tegenspreekt, zal ik het begrijpen..."
„En u zult uwe argumenten in de door mij aangege
ven volgorde aanvoeren? Wanneer ik schijnbaar oppo-
neeren kan, om daarna, hoewel weerstrevend, mij voor
uwe gebiedende logica te buigen, zal ik mijn luidjes wel
mee krijgen. Maar allereerst dien ik met u wel een
beetje ruw om te gaan. waarde vriend."
„Dat doet er immers niets toe, omdat wij elkaar be
grijpen.
„Dus dan tot ziens, tot over zes dagen op de confe
rentie."
Glimlachend schudden zij elkaar de handen. De politi
cus volgde den generaal met zijn oogen, zooals deze
elastisch het pad opklauterde, de boot in het water stiet,
erin sprong en zijn inspannende roeierij naar het veran
kerd jacht ondernam.
De politicus keerde zich van de zee af; vóór hem
strekte zich mijlen ver de zee uit en uitgezonderd eeni
ge pony's enkele koeien en drie of vier pluvieren, was
er verder niet levens te bespeuren.
De bijeenkomst was handig beraamd en met succes
verloopen. Ze waren over en weer, ten opzichte van po
sitie-nemen in een netelige kwestie, het volmaakt eens
geworden, afgescheiden van het kruisvuur eener lasti
ge conferentie. Niemand wist hier iets van. Geen loe
rend oog had hen gezien, geen oor gehoord. Zij hadden
elkaar getroffen, alles precies afgesproken en waren
toen uit elkaar gegaan, zonder dat iemand buiten hen
zelf eenig vermoeden had.
Hij zag op zijn horloge. Er was meer dan tijd genoeg
voor den terugrit. Als hy wat geluk had, was hij thuis,
terwijl zijn gasten nog bij de thee zaten.
Maar plotseling drong van de rustige klippen het ge
luid van menschelijk niezen door. De politicus schrok
hevig, werd lijkbleek. Ontsteld keek hij om zich heen.
Nergens eenig menschelijk wezen te speuren, geen ziel
waar te nemen, als men dieren tenminste geen ziel toe
kent.
En toch hij had niezen gehoord; en van dichtbij,
zeer dichtbij...
Eenige meters verwijderd stond een granietblok recht
overeind. Zou het kunnen, dat iemand zich daarachter
verstopt had? Ondanks den warmen zonneschijn liep
den politicus een rilling over het lijf. IJlings zocht hij
de rots op en 't was, zooals hij gevreesd had; aan de
andere zijde stak de rots minder scherp uit de aarde
omhoog en tegen een glooiing zat een man... en naast
dien man lag iets vreeselijks: een kiektoestel! De man
staarde voor zich uit, over het moeras. Zijn oogen wa
ren lichtblauw; toen de politicus hem naderde, draaide
hij zich even om en tuurde toen opnieuw de verte in.
De politicus dacht ijlings na; de wind woei in de
De „Sanshine Dancing girls"
Naar het Wolff-bureau meldt, heeft de Berlijnsche
politie een ernstige aanklacht ontvangen tegen den
Spaanschen impressario, Marogiano en zijn agent te
Berlijn. Voor de dansgezelschappen van Marogliano
waren te Berlijn destijds 79 meisjes aangeworven.
Zekere Tanarof begon eenige maanden geleden een
tournee met een ballet van Berlijnsche danseresjes,
dat de „Sunshine Dancing girls" heette en waarmede
hij zich o.a. naar Bareelona'begaf.
Nadat de meisjes daar in ellendige lokalen had
den moéten optreden, werd van haar gcëischt, dat zij
onderdak zouden aanvaarden in een. z.g. gesloten
huis, dat zij zonder toestemming van den eigenaar
niet mochten verlaten.
De meeste meisjes weigerden hierop in te gaan en
verlieten den troep, doch beschikten niet over de
noodige middelen, om naar huis terug te koeren.
De Berlijnsche danseresjes in Argentinië.
De leidster weer op vrije voeten.
Wolff meldde Donderdag uit Berlijn;
De „Lokal Anzeiger" verneemt uit New York, dat
de Argentijnsche regeering heden aan het gezelschap
danseressen van mevrouw Sohmeling toestemming
heeft verleend, zich op Argentijnsc'h gebied te bege
ven. Het gezelschap wordt reeds Donderdag tc
Buenos Aires venvacht. Mevrouw Schmcling, die, zoo
als bekend, te Montevideo, de hoofdstad van Uruguay
gearresteerd was, is thans weer op vrije voeten ge
steld.
Minister-president Manioe zou den staat
voor millioenen hebben benadeeld.
Wolff meldt uit Boekarest:
Het liberale blad „Ordinea" beschuldigt verschillen
de leden der regeering van ernstige misdrijven.
Volgens het blad, zou minister-president Manioe
den staat voor ettelijke millioenen benadeeld heb
ben, toen hij het paleis Cantacusiflo op staatskosten
huurde, om het als bureau vooor den minister-presi
dent te laten inrichten.
Manioe zou, ofschoon hij „slechts" een inkomen
heeft van anderhalf millioen lei, tot op heden reeds
14 millioen betaald hebben, om zijn schulden te vol
doen.
Verder wordt hem verweten, dat hij een goudmijn
gepacht heeft, dat de pachtsom echter door den
staat betaald werd.
Den minister van financiën wordt venveten, dat hij
het staatsinkomen uit de aardgasproductie in Zeven
burgen voor eigen doeleinden heeft gebruikt.
Tenslotte worden ook de minister van oorlog, de
vice-minister Joanitescu en eenige andere hooge
staatsambtenaren van ernstige vergrijpen beschul
digd.
LIEFDE AAN DE AUDE.
Een man van vijf-en-dertig jaar te Laure (departe
ment der Aude) heeft zijn dochtertje van een half
jaar in haar badje verdronken, omdat de moeder
van het kind, zijn minnares, hem de leelijkheid van
het kind verweet.
De man heeft de vlucht genomen.
DE „WEEK DER GOEDHEID".
Ten bate van hulpbehoevenden.
Gister is in Frankrijk de „semaine de la bonté" be
gonnen, gedurende welke aan iedereen wordt gevraagd
iets goeds te doen ten bate der hulpbehoevenden. Tot
dusver werd deze week uitsluitend in Parijs gehouden,
docht thans is zij tot de provincie uitgebreid.
Aan het hoofd van het comité, dat de week organi
seert, staan de aartsbisschop van Parijs, de opperrab
bijn en de voorzitter der Protestantsche Federatie. Bri-
and heeft er o.a. zitting in.
Ongeveer honderd hulpbehoevenden gezinnen zullen
een extra-uitkeering ontvangen, terwijl er aan de kinde
ren op de volksscholen en in de hospitalen speelgoed
wordt uitgereikt.
richting van de zee en de generaal, en hijzelf eveneens,
hadden zacht gepraat. Het was bijna onmogelijk, dat de
man iets opgevangen zou hebben. Maar het photogra-
fie-toestel! Hij beleefde een oogenblik van gruwelijken
schrik.
„Heerlijk uitzicht hier", begon de politicus soetsap-
Plg-
„Heerlijk," stemde de ander toe.
„U hebt een kiektoestel bij u, zooals ik zie. Was het
vandaag een goeie dag voor opnamen?"
„O, ja, misschien wat al te veel licht."
De man betoonde weinig belangstelling; bij hem mist
men de animo, die den amateur kenteekent. Het hart
zonk den politicus in de schoenen. Naar het uiterlijk
zat hier een beroepsphotograaf, waarschijnlijk van de
pers...
„Hebt u veel opnamen gedaan?"
De man glimlachte. Het was o, angstwekkend
verschijnsel een heel tevreden lachje. Dat gaf te den
ken I
„Alle platen zijn gebruikt," zei de man. „het is jam
mer, dat er niet meer waren."
„Zóó?" En bliksemsnel joegen allerlei gedachten door
het hoofd van den politicus.
„Ik heb dikwijls naar een phototoestel verlangd; 't
is zoo'n aardige en interessante liefhebberij."
„O, ja," gaf de ander onverschillig toe.
„Af en toe vindt men wel iets. dat de moeite waard
is om opgenomen te worden. Dat is een kwestie van
boffen, van 'n beetje geluk."
De politicus kreunde bijna van angst.
„O, ja, ja, dat wil Ik wel gelooven... kan men eigen
lijk er wat mee verdienen, is het loonend?"
„Niet als het alléén maar een spelletje is."
De man glimlachte opnieuw. Een merkwaardig we
zen; hij was voorzichtig angstig bezorgd om zich niet
te verraden, maar niettemin kon hij een glimlach niet
weerhouden. Hij vermeed het om den ander van blik te
wisselen en tuurde maar steeds over het moeras.
„Soms kan men een opname aan een courant ver-
koopen."
„Ja, ja... dat weet ik," antwoordde snel de politicus
en hij liet er op volgen:
„Zeg u eens, wat vraagt u voor uw geheele boeltje,
het toestel met de platen?"
„Hoe zegt u?" De stem van den man klonk verbaasd.
„Ik zou alles willen koopen. Dat... is een zeker
zwak van mij. Ik heb nu en dan van die plotsednge
invallen. Zeg mij maar uw prijs."
Hij haalde een grooten zakdoek voor den dag en
wischte zich het gelaat af; hoewel het zweet hem op
het voorhoofd parelde, rilde hij.
„Ik heb niet het recht om het toestel te verkoopen."
„Misschien is het wel het eigendom van zijn courant,
peinsde de politicus.
„Maar," begon hij, „ik vind uw toestel wel zeer
begeerenswaard, alsook uw platen. Dat alles trekt me
aan... ik wou de opnamen hebben, die u gemaakt
hebt."
„U bewondert zeker zeer dit woest partijtje moeras,
die wijde zee?" sprak de man nu op conversatie-toon.
„Ja, ja, alles is zeer mooi."
„Neen, ik haat dit alles. Er is een speciale reden
voor, waarom ik gaarne uwe platen zou willen hebben,
zooals u allicht geraden zult hebben."
Schagen.
van prima kwaliteiten
in voorjarige patronen, met kor
tingen van
Men proiiteere van deze aanbieding'.
SCHEPEN IN DENEMARKEN OPGEBRACHT
Wegens bedriegelyke handelingen van den
kapitein.
Wolff meldt uit Assens (Fuenen-Denemarken):
De politie heeft gisternacht in de kleine Belt onder
dramatische omstandigheden een Duitsche sleepboot en
twee schoeners opgebracht.
De kapitein van de sleepboot had zich in Aarhus schul
dig gemaakt aan bedriegelijke handelingen. Toen de po
litie aan boord kwam, sloot de kapitein zich op in zijn
kajuit en dreigde iedereen neer te schieten, die er "wilde
binnendringen.
Hij werd niettemin overmand en in boeien geslagen,
waarop hij naar Aarhus werd gebracht.
De opgebrachte schepen wilde men ook naar Aarhus
laten sleepen, maar de bemanning liet plotseling het
anker vallen.
De schepen woröen thans door een gróót politievaar-
tuig bewaakt.
SPRINKHANEN.
èok Servië getroffen.
Naar Reuter aan de Engelsche bladen meldt, wordt
thans ook Servië door de sprinkhanenplaag getroffen.
Er zijn groote zwermen neergestreken in het district
Stolatz in Herzcgowina en in het district Podgoritza
in Montenegro.
HET KOFFIEVERBRUIK IN FRANKRIJK.
Het koffie-verbruik in Frankrijk p^- hoofd neemt
toe. Volgens een statistiek, uit welke, de Figaro iets
mededeelt, bedroeg het koffie-verbruik per honderd
inwoners in 1S4S 41 kilo per jaar. Twintig -jaar later
was het 136. In 1888: 177 kilo. In 1908 stijgt het aan
tal kilo's tot 260, steeds per honderd inwoners en in
1928 bedraagt het 402.
VERKEERSONGELUKKEN TE LONDEN.
Schrikbarende toeneming.
Uit Londen wordt gemeld:
In de drie eerste maanden van dit jaar zijn ten
gevolge van verkeersongelukken te Londen 320 per
sonen gedood en 11.441 gewond, tegen 251 dooden en
9205 gewonden in het overeenkomstige tijdvak van
1929.
NOVA ZEMBLA.
Een nieuwe nederzetting gesticht.
Op Nowapa Zemlja (Russische naam van Nova
Zembla) wordt dezen zomer een nieuwe nederzet
ting gesticht, de meest noordelijke op dat eiland. De
afgeloopen winter heeft aangetoond, dat het eiland
zeer rijk is aan poolvossen. De bestuursraad van de
eilanden van de Noordelijke IJszee heeft besloten
een proef te nemen mot hot fokken van muskus
ossen op Nova Zembla. Er zullen uit de poolstreken
van Noord-Amerika eenige stuks muskusossen en
koeien ingevoerd worden, aldus de „Izwestia".
Waarom speelde de man comedie? Wilde hij tijd win
nen voor het bedingen van een som?
„U weet zeker wie ik ben?"
„Neen," zei de man.
„Hoe!" De politicus staarde hem verbaasd aan. Wfis
het denkbaar, dat er iemand hier in deze omgeving
hem niet kennen zou?
„Neen, ik ken u niet en ik kan niet begrijpen waar
om u mijn toestel hebben wilt."
„Kijk mij maar eens goed aan."
De man wierp hem een blik toe en tuurde toen
opnieuw naar het moeras.
„Neen, ik ken u niet," hérhaalde hij.
„Zei u niet, dat u uwe opnamen naar een courant
wilde zenden?"
De politicus raakte verward. De man scheen oprecht
in zijn verklaring, dat hij hem niet kende. Maar 't
was bijna niet te gelooven.
„Als de photo's goed worden, zend ik ze stellig naar
een courant. De mogelijkheid is nooit uitgesloten, dat
er één of twee worden aangenomen."
„De mogelijkheid!" Het klonk grappig als het niet
zoo vreeselijk was.
„Laten we nog eens de zaak overleggen. Ik heb uw
toestel met bijbehooren noodig. Ik moet ze hebben. Ik
ben te zenuwachtig om nu naast u te gaan zitten, maar
ga met mij mee terug u... u zult uwe platen willen
ontwikkelen of u wilt iets anders; inmiddels gaat de
tijd voorbij..."
Hij deed eenige haastige, zenuwachtige passen op
en neer.
„Ik ik kan niet weg," zei de merkwaardige ziel.
„Ik moet hier wachten, totdat mijn neefje mij komt
afhalen."
„Hij is zeker verlamd!" meende de politicus.
De gedachten van den politicus dwarrelden. Hij
greep naar de portefeuille in zijn binnenzak.
„O, arme kerel, u waart ook in den oorlog..."
„Ja" (zelfs nu nog glimlachte de man met dien
eigenaardige glimlacht), „ja, ik was in den oorlog."
„Ellendig... dus u kunt niet loopen? Maar ik moet
uw photo-toestel hebben..."
Hij bukte zich plotseling en stak hem een bundeltje
bankpapier in de rechterhand.
„Wat beteekent dat?" riep de ander smartelijk uit,
doch zonder een blik naar de banknoten.
„Betaling van uwe eigendommen."
De politicus greep naar het toestel en de platen en
liep haastig weg. De andere man vloekte hem achter
na... de politicus liep des te harder.
Een uur later kwam het neefje van den man opda
gen.
„Kijk eens, kind," zei hij en hief zijn rechterhand met
den bundel banknoten omhoog.
„De een of andere dwaas gaf ze mij en ging er met
jouw photo-toestel en de rest van door. Hij moet hier
zijn gekomen, terwijl ik sliep. De ezel heeft heelemaal
niet ontdekt, wat mij scheelt," voegde hij trots er aan
toe.
„Goeie hemel, oom Fred, 250 pond," riep de jongen uit.
Toen bukte hij zich. hielp den man overeind, nam
hem bij den arm en leidde hem naar huis. De rr.an
was blind.