Ve/ikad&& Ofo 1b$e& SchagerCourant De Passiespelen van Oberammergau. Derde Blad. Landbouw en Industrie. De beteekenis der Spelen. Plaatselijk Nieuws. Theater Royal. Zaterdag 17 Mei 1930. 73ste Jaargang. No. 8664 Ondanks lage prijzen stijgende kosten van levensonderhoud. II. (Slot.) Het is in Engeland blijkbaar als hier: de daling van de wereldprijzen weerspiegelt zich niet in die, welke nog steeds in den kleinhandel wordt gevraagd. In zijn artikel in De Telegraaf laat Sir Daniél Hall zich aldus hoorcn: „Ondanks de lage prijzen, welke de landbouwer ontvangt, komen uit alle landen bittere klachten over de stijgende kosten van levensonderhoud. Wat huizen, kleeren, enz. betreft is die stijging best te be grijpen, want de industrieelen zijn zóó georganiseerd dat zij den prijs kunnen vragen waarvoor zij het de moeite waard vinden te leveren, maar het is niet zoo gemakkelijk te begrijpen, waarom de lage prijzen welke de boer ontvangt, zich niet weerspiegelen in goedkoope levensmiddelen. Er zijn echter vele scha kels tusschen den producent op het land en den con sument, en of de grondstoffen nu nog moeten wor den bewerkt (zooals graan) of alleen gedistribueerd (zooals melk), deze tusschenschakels kunnen zulk 'n stijging in hun belooning eischen, dat de prijsdaling van het grondproduct een onbeteekenende factor wordt. Vooral in de groote steden beheerscht de dé- tailhandel den toestand. Ten gevolge van de hooge kosten van levensonder houd der stedelijke bevolking valt een zekere mate van vijandigheid tegen den boer te constateeren, wiens klachten over lage prijzen en wiens verzoeken om steun met wrevel worden aangehoord. De stads- mensch begrijpt niet, waarom de boeren niet een beetje voortmaken en hun bedrijven liet, net zooals anderen moderniseeren; hij wijst erop, hoeveel boe ren beneden het gemiddelde blijven en hoe smalend zij meestal spreken over de verbeteringen, welke door de wetenschap zijn beloofd. Maar deze critiek komt neer op een miskenning van het wezen van den landbouw, die immers een zeer-individueel bedrijf is en meer een levenswijs dan een manier van zaken doen. In de nijverheid is, tot in de kleinste bedrijven, een vorm van organisatie, een hierachie, met een leider aan het hoofd, die om zijn bekwaamheid geko zen is. Er kunnen natuurlijk slechte bedrijfsleiders zijn, maar zij worden spoedig weggewerkt; het pro ductie-peil wordt aangegeven door de mannen, die om hun bekwaamheid zijn gekozen, de gemiddelde man komt op ondergeschikte plaatsen en werkt op commando. De landbouw is daarentegen in hoofd zaak een bedrijf van enkelingen en de kwaliteit van het verrichte werk varieert al naar de natuurlijke eigenschappen der menschen. Goede boeren en slechte boeren bestaan naast elkander, net als goede Christenen en slechte Christenen, goede ouders en slechte ouders. Technische vervolmaking wordt min der op prijs gesteld dan de menschelïjke eigenschap pen; energie, vastberadenheid en karakter. Vandaar de traagheid van den technischen vooruitgang in een individualistische gemeenschap, die in eeuwenlange ervaring geleerd heeft voorzichtig te zijn en het nieuwe te wantrouwen." Bovenstaande karakterestiek, zoo komt het ons voor, hinkt althans voor de beste van onze boeren, achter de feiten aan. Dertig, veertig jaar geleden was het meer juist en niet geNlend voor de boeren alleen. Onze volksaard is nu eenmaal zoo, dat we al wat nieuw en vreemd is slechts aarzelend tegemoet treden. Hebben we het eenmaal aanvaard, dan zet ten we door tot den strijd zich gaat herhalen met wat dan weer het nieuwste zal zijn. Misschien zou men den vooruitgang in sneller tem po willen zien voortschrijden. Opvoeding, onderwijs, voorlichting kunnen hier zeker iets bereiken. Dwang prikkelt al gauw tot verzet en heeft dan een ave- rechtsche uitwerking. Sir Daniël Hall zegt hiervan: „Het is wellicht niet te vérwonderen, dat de Sov jet-regeering, in haar haast om de wereld te herzien, besloten heeft een zoo traag producent als de boer er een is, uit te schakelen. De Russische actie is mis schien voorbarig en ingezet zonder rekening te hou den met menschelijke factoren, maar het valt moei lijk, in te zien hoe het individualistische boerenbe drijf in een modernen staat kan blijven bestaan, Het gaat immers al te zeer in tegen alle voordeelen, wel ke door wetenschappelijke methodes en georgani seerd werken op groote schaal kunnen worden be haald, en zelfs als de technische methodes worden verbeterd, zien wij, dat het stelsel ineenstort, omdat de boer er geen bestaan in kan vinden. Moderne industrnecn zijn niet gebaseerd op cn- currentie-tot-het-uiterste; binnenlandscbe en inter nationale prijs- en marktovereenkomsten zijn alge meen en onafhankelijk van grenzen en tarieven. De arbeiders op hun beurt hebben geleerd hoe zij een bepaald peil van arbeidstijd en loon kunnen afdwin gen. Dergelijke overeenkomsten werden mogelijk, omdat de economische druk voortdurènd tot grooter samensmeltingen heeft geleid. Bestaat er een kans om ook de verspreide rnillioenen tot zulke combi naties te brengen? Het is onmogelijk gebleken de boeren van één enkel land te organiseeren; een inter nationale combinatie, b.v. ter regeling van de graan- productie en de graanprijzen, zou al heel lang op zich laten wachten, en gevaarlijk onstabiel zijn." Tenslotte stelt de Britsche deskundige de vraag, welke politiek er gevolgd moet worden door de staatslieden van een land, dat zijn landbouw niet wil zien slinken tot de vortbrenging van plaatselijk gezochte producten, en dat niet het gevaar wil loopen, dat het voor zijn levensmiddelen-voorziening afhan- kelijk wordt van verafgelegen landen. Het antwoord dat hij op deze vraag geeft, stelt ons te leur. Het luidt aldus: „Tarieven alleen zijn niet voldoende, want wereld- overschotten moeten worden verkocht. Maar de staat kan samensmelting van landbouwbedrijven aanmoe digen en wellicht zal hij die enkelingen zelfs moeten dwingen, die er, als de samensmelting vrijwillig was, onmiddellijk voordeel in zouden zien, er buiten te blijven. Als de staten hun eigen boeren maar eerst in machtige combinaties hebben bijeengebracht, wordt het mogelijk tot nog grooter combinaties over te gaan. „Samenvattend kan men zeggen, dat de landbouw niet in staat is zich zonder steun te handhaven in een modernen staat. Als de boerenbedrijven, zooals tot dusver, door enkelingen worden gevoerd, kunnen zij, die er werkzaam zijn, niet rekenen op een inko- nien als dat van de stadsmenschen. De landbouw staat machteloos tegenover de idustrieele en handels combinaties, die typeerend zijn voor. de moderne we reld. Toch kan de staat het risico niet loopen, dat hij voor zijn voedselvoorziening afhankelijk wordt van bronnen, die buiten zijn controle vallen. Vandaar dat het noodzakelijk is, dat de staat den landbouw steun verleent en een zekere mate van toezicht houdt op het gebruik van het land, dat immers de eenige bron is voor de binnenlandscbe voorziening." Eerlijk gezegd: wij begrijpen dit slot niet. Elk land, misschien met uitzondering van de Vereenigde Sta ten van Noord-Amerika, is ook voor zijn voedselvoor ziening afhankelijk van bronnen, die buiten zijn con trole vallen. Wat dit betreft, zijn we internationaal en opheffing van die afhankelijkheid lijkt ons even onmogelijk als het grijpen van de zon. De tijd draait nu eenmaal niet terug. We moeten verder op dezen weg en wij zien geen andere redding dan samen werking en organisatie. Tariefmuren en oorlogsdreiging moeten overwon nen worden. Of dit ooit gelukken zal, wagen wij niet te voorspellen. Het gaat echter om geen kleinigheid, De laatste dagen hebben we steeds weer opnieuw be richten en artikelen kunnen lezen in de bladen over de Passiespelen, die op het oogenblik in het idyllisch ge legen Beiersche stadje Oberammergau worden gegeven. Het is echter niet alleen in Oberammergau. dat deze spelen worden gehouden; ook in andere plaatsjes in Beieren, Tirol en Stiermarken worden Passiespelen ge geven, overblijfselen uit spelen, zooals ze in de 15de eeuw veelvuldig in de dorpen voorkwamen. Dat de beroemde Spelen van Oberammergau tot in onze dagen bewaard zijn gebleven, is het gevolg, van een belofte, die de bevolking van het dorp in 1633 heeft afgelegd. De dertigjarige oorlog bracht allerlei ellende over Duitschland. En daartoe behoorden ook besmettelijke ziekten, die door de rondtrekkende legers en het vage- bondeerend uitvaagsel der maatschappij werden ver spreid. Ook in Oberammergau deed de pest intocht en van den herfst van 1632 tot Juli 1633 vonden niet minder dan 84 bewoners van het dorpje den dood door deze vreeselijke ziekte, waaronder de beide geestelijken, de koster van de kerk en leden van alle families. Vier- en-tachtig dooden bij een bevolking van nauwelijks zeshonderd zielen! En nog was het einde van de epi demie niet te zien. Toen legden de leden van den gemeenteraad in een bijeenkomst de gelofte af, alle tien jaar de Passie spelen te zullen doen plaatshebben, om de genade des Hemels te verwerven en de pest te weren. En de kroniek der stad vermeldt, dat sedert dien nooit meer een bewoner van Oberammergau aan de pest is overleden. Hoewel ook vroeger in het dorp of in* de omgeving de Passiespelen niet onbekend zijn geweest, werden zij thans als vaste Instelling ingevoerd en reeds in 1634 deed de bevolking de gelofte van haar gemeenteraad gestand en voerde de Spelen op. De oor sprong, ook in Oberammergau zelf, van deze Spelen is dus wel veel ouder, maar terwijl ze er anders zeker in onbruik zouden zijn geraakt de gelofte wijst er op, dat dit in 1633 reeds het geval was kan Ober ammergau thans dus op een traditie van drie eeuwen terugblikken. De Spelen werden herhaald in 1644, 1654, 1664 en 1674. Toen werd besloten, ze opnieuw in 1680 en vervolgens geregeld op de tientallen-jaren te houden, waarvan slechts in 1811. 1815, 1871 en 1922 is afgeweken, telkens doordat wereldschokkende gebeurtenissen extraspelen wenscheltjk maakten of de nood het houden der Spelen belette, gelijk de inflatie in 1920. De Spelen van 1930 zijn dus de 32ste sedert de gelofte werd afgelegd. En ook nu nog dwingt het bewondering af, zooals de geheele bevolking van het plaatsje, dat thans een kleine stad van 2000 inwoners is, geheel vervuld is van den ernst van haar taak. Een heele stad speelt deze Passie. In het groote tooneel, waarin de kruisiging van Jezus van Nazareth wordt geëischt door Pontius Pilatus, zijn zeker een zeshonderd personen op het tooneel, terwijl beneden een orkest van 50 man zit te spelen. Er is dan ook geen familie, waarvan niet een of meer leden aan de Spelen deelneemt, menschen in de kracht van hun leven, grijsaards en kinderen en de grootste eer, die een bewoner van Oberammergau kan weer varen is, een hoofdrol in de Passiespelen te mogen vervullen. Meer dan twee eeuwen lang werden de Spelen ge houden met telkens groote verliezen, die door de ge meente en de kerk werden gedragen. Als men alleen aan het geldverdienen dacht, had Oberammergau een flinken slag kunnen slaan. Immers werd jaren geleden verzocht, de Passiespelen voor de film te spelen. Dit aanbod, waarmee schatten hadden kunnen worden verdiend, bestaat nog steeds, maar eens en voor al heeft de gemeente besloten, er niet op in te gaan. Men wenscht het oorspronkelijke karakter der Spelen niet doorbroken te zien. Natuurlijk brengen de Spelen geld onder de bevolking. Tien jaar geleden werden zij bezocht door 260.000 perso- J O HANNES (Johan Lang). immers hierom, of de aarde voor al haar menschen- kinderen inderdaad bewoonbaar zal worden of niet. Zulk een inzet is moeite en strijd waard, niet van ons geslacht alleen, doch ook van die na ons komen. Hoe zich alles zal ontwikkelen, ligt in den schoot der tijden, doch dat niets anders noodig zou zijn, dan wat steun aan den landbouw en wat toezicht op het gebruik van het land, lijkt ons al te naief. Ons zou het niet verwonderen, als de ontwikkeling ging in de richting van gemeenschappelijk bezit van den grond, omdat wij, eerst en vooral, afhankelijk zijn van dien grond en van wat er mee gedaan wordt. Van de menschheid geldt wat naar we raeenen, bo ven de deur van een Amsterdamsch weeshuis staat: Wij groeien vast, In tal en last Het wordt vol op de aarde en de cultuurgrond is begrensd. Welke uitweg rest ons ten slotte' anders dan deze, dat het gebruik van dien grond zoo eco nomisch mogelijk wordt geregeld niet ten profijte van enkelen, maar van allen? nen, waaronder bijna 100.000 uit het buitenland; de prijzen der plaatsen bedragen 10, 15 en 20 mark en de stroom van menschen geeft sommen uit aan logies, ver teringen en koop van houtsnijwerk en andere souve nirs. Maar dan duurt het toch weer tien jaren, eer die goudstroom zich opnieuw over het plaatsje uitstort En de Spelen brengen ook groote kosten mee. Zoo is dit keer een nieuwe hal voor 5000 bezoekers gebouwd, die de ronde som van een millioen heeft gekost en voor verbetering der wegen is nog eens een millioen uitge geven. Maar ook de jaren, waarin geen spelen zijn, leeft men te Oberammergau in verwachting der Spelen. Als men bedenkt, dat van de 2000 zielen er ten minste 650 actief aan de Spelen deelnemen, als men gezien heeft hoe deze spelers in weer en wind zonder met de oogen te knip pen, soms half naakt In ijskoude, tot op het lijf nat van den regen in dezelfde ernst zich wijdden aan hun taak, dan voelt men. dat zij door iets hoogera ge dreven worden, dan door geldzucht, hoezeer men ook hier de waarde van het geld weet te waardeeren. CHRISTUS EN MARIA. (Alois Lang en Anni Rutz) Men speelt de Spelen, om de oude gelofte gestand te doendoen, niet uit winstbejag. En dat blijkt het best uit het feit, dat alleen door ingezetenen wordt gespeeld, geen krachten van buiten voor regie of rollen worden ge haald en de rolverdeeling bij stemming door het geheele volk eenstemmig het filmaanbod heeft verworpen. Ook wie niet zelf zoo geloovig is, als de Oberammer- gauers, leert eerbied krijgen voor de vroomheid en Je overtuiging van deze menschen. In de laatste halve of heele eeuw zijn het niet meer toevallige bezoekers, die iets van deze Spelen hebben gehoord en er eens naar willen komen kijken, doch de gemeente heeft met zijn reclame-apparaat de toeschou wers uitgenoodigd om te komen. Men mag dus wèl eischen, dat men inderdaad iets bijzonders te zien'krijgt Maar toch is het oorspronkelijk karkter van de Spe len en van de wijze, waarop zij worden vertoond, be waard gebleven. Het zijn dorpelingen en geen beroeps- tooneelspelers, die daar op het breede tooneel ons den lijdensweg van den Verlosser laten zien, het zijn dorpe lingen en geen beroepszangers en muzikanten die de koren zingen, de solopartijen ten gehoor© brengen en in het orkest de begeleidende muziek spelen. Wel heet het, dat dit keer een bekend kunstschilder uit Munchen heeft medegewerkt, maar die schilder is een Oberammer- gauer kind en zijn zoon, die nog in het dorp woont, zingt een der solopartijen. De leiding van het orkest heeft de dorpsonderwijzer, de regie voert een lid der bekende Oberammergauer familie Lang. Men is en blijft onder elkaar. Verwacht mag d^is niet worden de voorstelling van een tooneelensemblê onder regie van een Max Reinhardt, doch men moet verwachten een voorstelling van dilet tanten, echter van dilettanten, die een door de eeuwen overgeërfd talent en een traditioneele liefde voor de uit- De Spelen vertoonen den lijdensweg van den volwas sen Christus van zijn intocht onder het „Hosannah" der hem jubelend binnenhalende bevolking van Jeruzalem tot den kruisdood op Golgotha en de opstanding. Lang zaam en statig schrijdt het koor het reusachtige open luchttooneel op en schaart zich in een rij links de so pranen, daarna de tenoren, de alten en de bassen, in het midden de spreker. Anton Lang, de Christus der spelen van 1900, 1910 en 1922. Hij zegt zijn proloog, solisten en koor zingen verzen betrekking hebbende op het spel en het doek van het middentooneel gaat uiteen en een levend beeld wordt zichtbaar. Dan sluit zich het doek, de zangers schrijden statig weg en een stuk spel ontrolt zich voor onze oogen. Zoo gaat het voort in voortdurende afwisseling van proloog, koor met soli, allegorische voor stelling en levendige handeling. Steeds is het levende beeld een analogie van wat daarna als handeling wordt vertoond. Zoo ziet men onder zang van het koor als le vend beeld hoe het volk van Israël manna en de drui ven van Kanaan van den Heer ontvangt en daarop het Heilige Avondmaal als handeling: als levend beeld hoe de profeet Michaeas geslagen wordt, omdat hij koning Achab de waarheid zegt en onmiddellijk daarop als han deling hoe Jezus in het aangezicht wordt geslagen, na dat hij voor Annas is gebracht: een levend beeld ver toont hoe Isaak zelf, mèt het hout voor den brandsla- TEEKENWEDSTRUD NEDERLANDSCHE GEMEENTEWAPENS. Onder voorzitterschap van den heer Huib Luns,^Di recteur van het Rijksinstituut tot opleiding van teeken- leeraren, heeft op Dinsdag 6 Mei de beoordeeling plaats gehad van 4723 teekeningen, die door leerlingen uit alle deelen des lands werden ingezonden voor den Nationa- len Wedstrijd in het teekenen van Nederlandsche' Ge meentewapens. Het rapport der jury. bestaande uit den heer Huib Luns, den heer J. C. Wienecke, oud-stempelsnijder van 's Rijks Munt en den heer S. G. van der Laars van het Heraldisch Atelier van der Laars laten wij hier volgen. De jury voor den Tweeden Nationalen Wedstrijd in het nateekenen van Nederlandsche Gemeentewapens, uitgeschreven door de N.V. Koffie HAG Maatschappij kwam bijeen op Dinsdag 6 Mei j.1. en begon met het uitspreken van haar voldoening, dat ook dit maal de deelname der jeugd in dezen prijsvraag zoo groot ge weest is. In afwijking van den eersten prijsvraag, waarbij een indeeling naar de scholen was gevolgd, was ditmaal groepsgewijze ingezonden naar den leeftijd der jeugdige deelnemers. Ongeveer 5000 teekeningen moesten worden beoordeeld. Bij een groot aantal van deze echter bleek de goede bedoeling meer te waardeeren dan het resultaat, maar veel bleven er over, die in ieder geval met zorg waren uitgevoerd. De moeilijkheid voor veel deelnemers is ge weest, dat zij voor het vergrooten der kleine zegeltee- keningen niet over voldoende kennis van heraldische details beschikten, om klauwen en nagels, manen en veeren behoorlijk op grooteren schaal tot hun recht te laten komen. Opmerkelijk is het, dat de kleurenkeuze over het al gemeen gelukkig kan worden genoemd en dat ook door velen zilver en verguld behoorlijk kon worden aange bracht Het verdient took te worden opgemerkt, dat dit maal vooral heele klassen van de lagere scholen en de Nijver heidsscholen aan het werk zijn geweest. Van deze laat ste categorie had een betrekkelijk groot aantal hun tee keningen zoo samengesteld, dat de wapens er een on derdeel van vormden en dikwijls waren de ontwerpen, die verband hielden met het bedrijf van de prijsvraag- uitschrijfster, verdienstelijk. De jury is van oordeel, dat het genoegen, waarmede de jeugd heeft deelgenomen aan dezen wedstrijd, de rechtvaardiging vormt voor het uitschrijven ervan en dat afgezien daarvan het teekenen als een van de aan geboren genoegens van onze jongens en meisjes ook door zulke eenvoudige opgaven als waar hiervan sprake is, wordt aangemoedigd. pel, waarop hij geofferd moet worden, den berg Moria bestijgt en daarop volgt het uiterst levende tooneel van den kruisgang. Steeds een onbeweeglijk tooneel uit het Oude Testa ment met daarop volgende handeling uit de geschiede nis van het lijden Christi, die daarmee overeenkomst vertoont. En daartusschen telkens weer het op- en af treden van het koor. Inderdaad is deze verdeeling van de stof buitengemeen gelukkig. Het spreekt vanzelf, dat de tekst streng de Bijbelsche voorstelling volgt. En door deze indeeling blijft de toeschouwer in staat, zonder van vermoeidheid ineen te zakken het spel te volgen. Want de totale duur van het Passiespel bedraagt acht uur. Men houdt vast aan het beginsel, niet bij kunstlioht te apelen en daarom wordt reeds om 8 uur 's morgens be gonnen. Om 12 uur wordt een pauze van 2 uur gehouden en dan volgt het tweede gedeelte van 26 uur 's avonds. LEERLING-TELEFONISTE. Guurtje Wit te Schagen, die bij de examens in 1929 een diploma behaalde, is aangesteld als leerling telefo niste aan het postkantoor te Schagen. STEEDS HOOGER. Onze eierveiling is vanaf 6 Maart J.1. de 2 miljoen reeds met een belangrijk overschot gepasseerd. HALVESTUTVERSVEREENIGING. De halve stuiversvereeniging voor on- en minder ver mogende lijders aan vallende ziekte, ontving in de maanden December 1929 en Januari en Februari 1930 van af deelingen in Hollands Noorden: Anna Paulowna f 10.50, Broek op Langendijk f 93.63, Bergen f 34.50, Ju- lianadorp t 20.44, Schagen f 15.25. EEN VERKEERSONGEVAL. Een van de Schager nieuwelingen. Jaap D. zou Don derdagavond met een paar makkers nog een baantje rijden, maar had het ongeluk tegenover de Laan in botsing te komen met een vrouwelijke niet-renner. De damesfiets was dermate gehavend, dat opname in de herstelplaata van den heer Boersen. noodzakelijk was. Een onzer plaatselijke veldwachters trad regelend op en de Jonge dame vertrok weer, doch op een ge huurd karretje. MET VERLOF. Burgemeester Cornelissen is Vrijdagmorgen voor ruim 3 weken met vacantie gegaan en zal dus het ceremoni eel waarmede de opening van de Zaterdagavondmarkt op Zaterdag 24 Mei a.s. gepaard zou gaan, niet bijwonen. RAAD SCHAGEN. Spoedeischende vergadering van den Raad der ge meente Schagen. op Zaterdag 17 Mei 1930, des namid dags te kwart voor acht uur. Punten van behandeling: 1. Mededeeling van den Voorzitter. 2. Aanbod van den heer L. van Rijswijk, tot verkoop aan de gemeente van 2 hoekperceelen. Schagen, 16 Mei 1930. De lo.-Burgemeester, D. LEGUIT. In een buitengewoon spannende film „Misdadigers der Wereldstad", die deze week In theater Royal draait, speelt George Bancroft de beroemde Amerikaansche karakterspeler den ruwen, geslepen en sterken poli tieman, den meest gevreesden vijand van New-York3 onderwereld. Als Nolan, de Inspecteur van politie heeft hij zich voorgenomen om de dranksmokkelbende van Trent uit de stad te verjagen. Trent's meisje bewondert bij een overval den moedigen Nolan, dien zij tracht te bewegen zich bij de bende te voegen, wat deze natuurlijk weigert. Met een jongen detective, Donovan, heeft hij vriend schap gesloten en wanneer hij op een avond uit zekere straat wordt opgebeld, dat zijn jongen vriend in gevaar is, begeeft hij zich onmiddellijk naar het opgegeven adres. Vanuit een donkeren hoek wordt hij beschoten. Hij beantwoordt het schot, en glimlacht tevreden als een lichaam de trap af komt rollen. Hij verkeert in de meening dat hij een der smokkelaars geraakt heeft, doch bemerkt tot zijn ontzetting, dat hij Donovan ge dood heeft Nolan is geheel verslagen, en, niettegen staande hij officieel van schuld vrijgesproken wordt, neemt hij ontslag uit den dienst Eenlgen tijd later geeft Frank Trent een diner, ter viering van zijn overwinning op Nolan. Deze is intus- schen geheel aan lager wal geraakt, en nog slechts 'n schaduw van zijn vroegere persoonlijkheid. Voelende

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 9