Ve/ikad&& Ofo 1b$e&
SchagerCourant
De
Passiespelen van Oberammergau.
Derde Blad.
Landbouw en Industrie.
De beteekenis der
Spelen.
Plaatselijk Nieuws.
Theater Royal.
Zaterdag 17 Mei 1930.
73ste Jaargang. No. 8664
Ondanks lage prijzen stijgende kosten
van levensonderhoud.
II. (Slot.)
Het is in Engeland blijkbaar als hier: de daling
van de wereldprijzen weerspiegelt zich niet in die,
welke nog steeds in den kleinhandel wordt gevraagd.
In zijn artikel in De Telegraaf laat Sir Daniél Hall
zich aldus hoorcn:
„Ondanks de lage prijzen, welke de landbouwer
ontvangt, komen uit alle landen bittere klachten
over de stijgende kosten van levensonderhoud. Wat
huizen, kleeren, enz. betreft is die stijging best te be
grijpen, want de industrieelen zijn zóó georganiseerd
dat zij den prijs kunnen vragen waarvoor zij het de
moeite waard vinden te leveren, maar het is niet
zoo gemakkelijk te begrijpen, waarom de lage prijzen
welke de boer ontvangt, zich niet weerspiegelen in
goedkoope levensmiddelen. Er zijn echter vele scha
kels tusschen den producent op het land en den con
sument, en of de grondstoffen nu nog moeten wor
den bewerkt (zooals graan) of alleen gedistribueerd
(zooals melk), deze tusschenschakels kunnen zulk 'n
stijging in hun belooning eischen, dat de prijsdaling
van het grondproduct een onbeteekenende factor
wordt. Vooral in de groote steden beheerscht de dé-
tailhandel den toestand.
Ten gevolge van de hooge kosten van levensonder
houd der stedelijke bevolking valt een zekere mate
van vijandigheid tegen den boer te constateeren,
wiens klachten over lage prijzen en wiens verzoeken
om steun met wrevel worden aangehoord. De stads-
mensch begrijpt niet, waarom de boeren niet een
beetje voortmaken en hun bedrijven liet, net zooals
anderen moderniseeren; hij wijst erop, hoeveel boe
ren beneden het gemiddelde blijven en hoe smalend
zij meestal spreken over de verbeteringen, welke
door de wetenschap zijn beloofd. Maar deze critiek
komt neer op een miskenning van het wezen van den
landbouw, die immers een zeer-individueel bedrijf is
en meer een levenswijs dan een manier van zaken
doen.
In de nijverheid is, tot in de kleinste bedrijven,
een vorm van organisatie, een hierachie, met een
leider aan het hoofd, die om zijn bekwaamheid geko
zen is. Er kunnen natuurlijk slechte bedrijfsleiders
zijn, maar zij worden spoedig weggewerkt; het pro
ductie-peil wordt aangegeven door de mannen, die
om hun bekwaamheid zijn gekozen, de gemiddelde
man komt op ondergeschikte plaatsen en werkt op
commando. De landbouw is daarentegen in hoofd
zaak een bedrijf van enkelingen en de kwaliteit van
het verrichte werk varieert al naar de natuurlijke
eigenschappen der menschen. Goede boeren en
slechte boeren bestaan naast elkander, net als goede
Christenen en slechte Christenen, goede ouders en
slechte ouders. Technische vervolmaking wordt min
der op prijs gesteld dan de menschelïjke eigenschap
pen; energie, vastberadenheid en karakter. Vandaar
de traagheid van den technischen vooruitgang in een
individualistische gemeenschap, die in eeuwenlange
ervaring geleerd heeft voorzichtig te zijn en het
nieuwe te wantrouwen."
Bovenstaande karakterestiek, zoo komt het ons
voor, hinkt althans voor de beste van onze boeren,
achter de feiten aan. Dertig, veertig jaar geleden
was het meer juist en niet geNlend voor de boeren
alleen. Onze volksaard is nu eenmaal zoo, dat we al
wat nieuw en vreemd is slechts aarzelend tegemoet
treden. Hebben we het eenmaal aanvaard, dan zet
ten we door tot den strijd zich gaat herhalen met
wat dan weer het nieuwste zal zijn.
Misschien zou men den vooruitgang in sneller tem
po willen zien voortschrijden. Opvoeding, onderwijs,
voorlichting kunnen hier zeker iets bereiken. Dwang
prikkelt al gauw tot verzet en heeft dan een ave-
rechtsche uitwerking.
Sir Daniël Hall zegt hiervan:
„Het is wellicht niet te vérwonderen, dat de Sov
jet-regeering, in haar haast om de wereld te herzien,
besloten heeft een zoo traag producent als de boer
er een is, uit te schakelen. De Russische actie is mis
schien voorbarig en ingezet zonder rekening te hou
den met menschelijke factoren, maar het valt moei
lijk, in te zien hoe het individualistische boerenbe
drijf in een modernen staat kan blijven bestaan, Het
gaat immers al te zeer in tegen alle voordeelen, wel
ke door wetenschappelijke methodes en georgani
seerd werken op groote schaal kunnen worden be
haald, en zelfs als de technische methodes worden
verbeterd, zien wij, dat het stelsel ineenstort, omdat
de boer er geen bestaan in kan vinden.
Moderne industrnecn zijn niet gebaseerd op cn-
currentie-tot-het-uiterste; binnenlandscbe en inter
nationale prijs- en marktovereenkomsten zijn alge
meen en onafhankelijk van grenzen en tarieven. De
arbeiders op hun beurt hebben geleerd hoe zij een
bepaald peil van arbeidstijd en loon kunnen afdwin
gen. Dergelijke overeenkomsten werden mogelijk,
omdat de economische druk voortdurènd tot grooter
samensmeltingen heeft geleid. Bestaat er een kans
om ook de verspreide rnillioenen tot zulke combi
naties te brengen? Het is onmogelijk gebleken de
boeren van één enkel land te organiseeren; een inter
nationale combinatie, b.v. ter regeling van de graan-
productie en de graanprijzen, zou al heel lang op zich
laten wachten, en gevaarlijk onstabiel zijn."
Tenslotte stelt de Britsche deskundige de vraag,
welke politiek er gevolgd moet worden door de
staatslieden van een land, dat zijn landbouw niet
wil zien slinken tot de vortbrenging van plaatselijk
gezochte producten, en dat niet het gevaar wil loopen,
dat het voor zijn levensmiddelen-voorziening afhan-
kelijk wordt van verafgelegen landen.
Het antwoord dat hij op deze vraag geeft, stelt
ons te leur. Het luidt aldus:
„Tarieven alleen zijn niet voldoende, want wereld-
overschotten moeten worden verkocht. Maar de staat
kan samensmelting van landbouwbedrijven aanmoe
digen en wellicht zal hij die enkelingen zelfs moeten
dwingen, die er, als de samensmelting vrijwillig was,
onmiddellijk voordeel in zouden zien, er buiten te
blijven. Als de staten hun eigen boeren maar eerst
in machtige combinaties hebben bijeengebracht,
wordt het mogelijk tot nog grooter combinaties over
te gaan.
„Samenvattend kan men zeggen, dat de landbouw
niet in staat is zich zonder steun te handhaven in
een modernen staat. Als de boerenbedrijven, zooals
tot dusver, door enkelingen worden gevoerd, kunnen
zij, die er werkzaam zijn, niet rekenen op een inko-
nien als dat van de stadsmenschen. De landbouw
staat machteloos tegenover de idustrieele en handels
combinaties, die typeerend zijn voor. de moderne we
reld. Toch kan de staat het risico niet loopen, dat hij
voor zijn voedselvoorziening afhankelijk wordt van
bronnen, die buiten zijn controle vallen. Vandaar dat
het noodzakelijk is, dat de staat den landbouw steun
verleent en een zekere mate van toezicht houdt op
het gebruik van het land, dat immers de eenige bron
is voor de binnenlandscbe voorziening."
Eerlijk gezegd: wij begrijpen dit slot niet. Elk land,
misschien met uitzondering van de Vereenigde Sta
ten van Noord-Amerika, is ook voor zijn voedselvoor
ziening afhankelijk van bronnen, die buiten zijn con
trole vallen. Wat dit betreft, zijn we internationaal
en opheffing van die afhankelijkheid lijkt ons even
onmogelijk als het grijpen van de zon. De tijd draait
nu eenmaal niet terug. We moeten verder op dezen
weg en wij zien geen andere redding dan samen
werking en organisatie.
Tariefmuren en oorlogsdreiging moeten overwon
nen worden. Of dit ooit gelukken zal, wagen wij niet
te voorspellen. Het gaat echter om geen kleinigheid,
De laatste dagen hebben we steeds weer opnieuw be
richten en artikelen kunnen lezen in de bladen over de
Passiespelen, die op het oogenblik in het idyllisch ge
legen Beiersche stadje Oberammergau worden gegeven.
Het is echter niet alleen in Oberammergau. dat deze
spelen worden gehouden; ook in andere plaatsjes in
Beieren, Tirol en Stiermarken worden Passiespelen ge
geven, overblijfselen uit spelen, zooals ze in de 15de
eeuw veelvuldig in de dorpen voorkwamen.
Dat de beroemde Spelen van Oberammergau tot in
onze dagen bewaard zijn gebleven, is het gevolg, van een
belofte, die de bevolking van het dorp in 1633 heeft
afgelegd.
De dertigjarige oorlog bracht allerlei ellende over
Duitschland. En daartoe behoorden ook besmettelijke
ziekten, die door de rondtrekkende legers en het vage-
bondeerend uitvaagsel der maatschappij werden ver
spreid. Ook in Oberammergau deed de pest intocht en
van den herfst van 1632 tot Juli 1633 vonden niet
minder dan 84 bewoners van het dorpje den dood door
deze vreeselijke ziekte, waaronder de beide geestelijken,
de koster van de kerk en leden van alle families. Vier-
en-tachtig dooden bij een bevolking van nauwelijks
zeshonderd zielen! En nog was het einde van de epi
demie niet te zien.
Toen legden de leden van den gemeenteraad in een
bijeenkomst de gelofte af, alle tien jaar de Passie
spelen te zullen doen plaatshebben, om de genade des
Hemels te verwerven en de pest te weren.
En de kroniek der stad vermeldt, dat sedert dien
nooit meer een bewoner van Oberammergau aan de
pest is overleden. Hoewel ook vroeger in het dorp of
in* de omgeving de Passiespelen niet onbekend zijn
geweest, werden zij thans als vaste Instelling ingevoerd
en reeds in 1634 deed de bevolking de gelofte van haar
gemeenteraad gestand en voerde de Spelen op. De oor
sprong, ook in Oberammergau zelf, van deze Spelen
is dus wel veel ouder, maar terwijl ze er anders zeker
in onbruik zouden zijn geraakt de gelofte wijst er
op, dat dit in 1633 reeds het geval was kan Ober
ammergau thans dus op een traditie van drie eeuwen
terugblikken.
De Spelen werden herhaald in 1644, 1654, 1664 en 1674.
Toen werd besloten, ze opnieuw in 1680 en vervolgens
geregeld op de tientallen-jaren te houden, waarvan
slechts in 1811. 1815, 1871 en 1922 is afgeweken, telkens
doordat wereldschokkende gebeurtenissen extraspelen
wenscheltjk maakten of de nood het houden der Spelen
belette, gelijk de inflatie in 1920. De Spelen van 1930
zijn dus de 32ste sedert de gelofte werd afgelegd.
En ook nu nog dwingt het bewondering af, zooals
de geheele bevolking van het plaatsje, dat thans een
kleine stad van 2000 inwoners is, geheel vervuld is van
den ernst van haar taak. Een heele stad speelt deze
Passie. In het groote tooneel, waarin de kruisiging van
Jezus van Nazareth wordt geëischt door Pontius Pilatus,
zijn zeker een zeshonderd personen op het tooneel,
terwijl beneden een orkest van 50 man zit te spelen.
Er is dan ook geen familie, waarvan niet een of meer
leden aan de Spelen deelneemt, menschen in de kracht
van hun leven, grijsaards en kinderen en de grootste
eer, die een bewoner van Oberammergau kan weer
varen is, een hoofdrol in de Passiespelen te mogen
vervullen.
Meer dan twee eeuwen lang werden de Spelen ge
houden met telkens groote verliezen, die door de ge
meente en de kerk werden gedragen. Als men alleen
aan het geldverdienen dacht, had Oberammergau een
flinken slag kunnen slaan. Immers werd jaren geleden
verzocht, de Passiespelen voor de film te spelen. Dit
aanbod, waarmee schatten hadden kunnen worden
verdiend, bestaat nog steeds, maar eens en voor al
heeft de gemeente besloten, er niet op in te gaan.
Men wenscht het oorspronkelijke karakter der Spelen
niet doorbroken te zien.
Natuurlijk brengen de Spelen geld onder de bevolking.
Tien jaar geleden werden zij bezocht door 260.000 perso-
J O HANNES (Johan Lang).
immers hierom, of de aarde voor al haar menschen-
kinderen inderdaad bewoonbaar zal worden of niet.
Zulk een inzet is moeite en strijd waard, niet van ons
geslacht alleen, doch ook van die na ons komen.
Hoe zich alles zal ontwikkelen, ligt in den schoot
der tijden, doch dat niets anders noodig zou zijn, dan
wat steun aan den landbouw en wat toezicht op het
gebruik van het land, lijkt ons al te naief. Ons zou
het niet verwonderen, als de ontwikkeling ging in
de richting van gemeenschappelijk bezit van den
grond, omdat wij, eerst en vooral, afhankelijk zijn
van dien grond en van wat er mee gedaan wordt.
Van de menschheid geldt wat naar we raeenen, bo
ven de deur van een Amsterdamsch weeshuis staat:
Wij groeien vast,
In tal en last
Het wordt vol op de aarde en de cultuurgrond is
begrensd. Welke uitweg rest ons ten slotte' anders
dan deze, dat het gebruik van dien grond zoo eco
nomisch mogelijk wordt geregeld niet ten profijte
van enkelen, maar van allen?
nen, waaronder bijna 100.000 uit het buitenland; de
prijzen der plaatsen bedragen 10, 15 en 20 mark en de
stroom van menschen geeft sommen uit aan logies, ver
teringen en koop van houtsnijwerk en andere souve
nirs. Maar dan duurt het toch weer tien jaren, eer die
goudstroom zich opnieuw over het plaatsje uitstort
En de Spelen brengen ook groote kosten mee. Zoo
is dit keer een nieuwe hal voor 5000 bezoekers gebouwd,
die de ronde som van een millioen heeft gekost en voor
verbetering der wegen is nog eens een millioen uitge
geven.
Maar ook de jaren, waarin geen spelen zijn, leeft men
te Oberammergau in verwachting der Spelen. Als men
bedenkt, dat van de 2000 zielen er ten minste 650 actief
aan de Spelen deelnemen, als men gezien heeft hoe deze
spelers in weer en wind zonder met de oogen te knip
pen, soms half naakt In ijskoude, tot op het lijf nat
van den regen in dezelfde ernst zich wijdden aan hun
taak, dan voelt men. dat zij door iets hoogera ge
dreven worden, dan door geldzucht, hoezeer men ook
hier de waarde van het geld weet te waardeeren.
CHRISTUS EN MARIA.
(Alois Lang en Anni Rutz)
Men speelt de Spelen, om de oude gelofte gestand te
doendoen, niet uit winstbejag. En dat blijkt het best uit
het feit, dat alleen door ingezetenen wordt gespeeld,
geen krachten van buiten voor regie of rollen worden ge
haald en de rolverdeeling bij stemming door het geheele
volk eenstemmig het filmaanbod heeft verworpen.
Ook wie niet zelf zoo geloovig is, als de Oberammer-
gauers, leert eerbied krijgen voor de vroomheid en Je
overtuiging van deze menschen.
In de laatste halve of heele eeuw zijn het niet meer
toevallige bezoekers, die iets van deze Spelen hebben
gehoord en er eens naar willen komen kijken, doch de
gemeente heeft met zijn reclame-apparaat de toeschou
wers uitgenoodigd om te komen. Men mag dus wèl
eischen, dat men inderdaad iets bijzonders te zien'krijgt
Maar toch is het oorspronkelijk karkter van de Spe
len en van de wijze, waarop zij worden vertoond, be
waard gebleven. Het zijn dorpelingen en geen beroeps-
tooneelspelers, die daar op het breede tooneel ons den
lijdensweg van den Verlosser laten zien, het zijn dorpe
lingen en geen beroepszangers en muzikanten die de
koren zingen, de solopartijen ten gehoor© brengen en in
het orkest de begeleidende muziek spelen. Wel heet het,
dat dit keer een bekend kunstschilder uit Munchen heeft
medegewerkt, maar die schilder is een Oberammer-
gauer kind en zijn zoon, die nog in het dorp woont, zingt
een der solopartijen. De leiding van het orkest heeft de
dorpsonderwijzer, de regie voert een lid der bekende
Oberammergauer familie Lang. Men is en blijft onder
elkaar.
Verwacht mag d^is niet worden de voorstelling van
een tooneelensemblê onder regie van een Max Reinhardt,
doch men moet verwachten een voorstelling van dilet
tanten, echter van dilettanten, die een door de eeuwen
overgeërfd talent en een traditioneele liefde voor de uit-
De Spelen vertoonen den lijdensweg van den volwas
sen Christus van zijn intocht onder het „Hosannah" der
hem jubelend binnenhalende bevolking van Jeruzalem
tot den kruisdood op Golgotha en de opstanding. Lang
zaam en statig schrijdt het koor het reusachtige open
luchttooneel op en schaart zich in een rij links de so
pranen, daarna de tenoren, de alten en de bassen, in het
midden de spreker. Anton Lang, de Christus der spelen
van 1900, 1910 en 1922. Hij zegt zijn proloog, solisten en
koor zingen verzen betrekking hebbende op het spel en
het doek van het middentooneel gaat uiteen en een
levend beeld wordt zichtbaar. Dan sluit zich het doek,
de zangers schrijden statig weg en een stuk spel ontrolt
zich voor onze oogen. Zoo gaat het voort in voortdurende
afwisseling van proloog, koor met soli, allegorische voor
stelling en levendige handeling. Steeds is het levende
beeld een analogie van wat daarna als handeling wordt
vertoond. Zoo ziet men onder zang van het koor als le
vend beeld hoe het volk van Israël manna en de drui
ven van Kanaan van den Heer ontvangt en daarop het
Heilige Avondmaal als handeling: als levend beeld hoe
de profeet Michaeas geslagen wordt, omdat hij koning
Achab de waarheid zegt en onmiddellijk daarop als han
deling hoe Jezus in het aangezicht wordt geslagen, na
dat hij voor Annas is gebracht: een levend beeld ver
toont hoe Isaak zelf, mèt het hout voor den brandsla-
TEEKENWEDSTRUD NEDERLANDSCHE
GEMEENTEWAPENS.
Onder voorzitterschap van den heer Huib Luns,^Di
recteur van het Rijksinstituut tot opleiding van teeken-
leeraren, heeft op Dinsdag 6 Mei de beoordeeling plaats
gehad van 4723 teekeningen, die door leerlingen uit alle
deelen des lands werden ingezonden voor den Nationa-
len Wedstrijd in het teekenen van Nederlandsche' Ge
meentewapens.
Het rapport der jury. bestaande uit den heer Huib
Luns, den heer J. C. Wienecke, oud-stempelsnijder van
's Rijks Munt en den heer S. G. van der Laars van
het Heraldisch Atelier van der Laars laten wij hier
volgen.
De jury voor den Tweeden Nationalen Wedstrijd in
het nateekenen van Nederlandsche Gemeentewapens,
uitgeschreven door de N.V. Koffie HAG Maatschappij
kwam bijeen op Dinsdag 6 Mei j.1. en begon met het
uitspreken van haar voldoening, dat ook dit maal de
deelname der jeugd in dezen prijsvraag zoo groot ge
weest is.
In afwijking van den eersten prijsvraag, waarbij een
indeeling naar de scholen was gevolgd, was ditmaal
groepsgewijze ingezonden naar den leeftijd der jeugdige
deelnemers. Ongeveer 5000 teekeningen moesten worden
beoordeeld.
Bij een groot aantal van deze echter bleek de goede
bedoeling meer te waardeeren dan het resultaat, maar
veel bleven er over, die in ieder geval met zorg waren
uitgevoerd. De moeilijkheid voor veel deelnemers is ge
weest, dat zij voor het vergrooten der kleine zegeltee-
keningen niet over voldoende kennis van heraldische
details beschikten, om klauwen en nagels, manen en
veeren behoorlijk op grooteren schaal tot hun recht te
laten komen.
Opmerkelijk is het, dat de kleurenkeuze over het al
gemeen gelukkig kan worden genoemd en dat ook door
velen zilver en verguld behoorlijk kon worden aange
bracht
Het verdient took te worden opgemerkt, dat dit maal
vooral heele klassen van de lagere scholen en de Nijver
heidsscholen aan het werk zijn geweest. Van deze laat
ste categorie had een betrekkelijk groot aantal hun tee
keningen zoo samengesteld, dat de wapens er een on
derdeel van vormden en dikwijls waren de ontwerpen,
die verband hielden met het bedrijf van de prijsvraag-
uitschrijfster, verdienstelijk.
De jury is van oordeel, dat het genoegen, waarmede
de jeugd heeft deelgenomen aan dezen wedstrijd, de
rechtvaardiging vormt voor het uitschrijven ervan en
dat afgezien daarvan het teekenen als een van de aan
geboren genoegens van onze jongens en meisjes ook
door zulke eenvoudige opgaven als waar hiervan sprake
is, wordt aangemoedigd.
pel, waarop hij geofferd moet worden, den berg Moria
bestijgt en daarop volgt het uiterst levende tooneel van
den kruisgang.
Steeds een onbeweeglijk tooneel uit het Oude Testa
ment met daarop volgende handeling uit de geschiede
nis van het lijden Christi, die daarmee overeenkomst
vertoont. En daartusschen telkens weer het op- en af
treden van het koor. Inderdaad is deze verdeeling van
de stof buitengemeen gelukkig. Het spreekt vanzelf, dat
de tekst streng de Bijbelsche voorstelling volgt. En door
deze indeeling blijft de toeschouwer in staat, zonder van
vermoeidheid ineen te zakken het spel te volgen. Want
de totale duur van het Passiespel bedraagt acht uur.
Men houdt vast aan het beginsel, niet bij kunstlioht te
apelen en daarom wordt reeds om 8 uur 's morgens be
gonnen. Om 12 uur wordt een pauze van 2 uur gehouden
en dan volgt het tweede gedeelte van 26 uur 's avonds.
LEERLING-TELEFONISTE.
Guurtje Wit te Schagen, die bij de examens in 1929
een diploma behaalde, is aangesteld als leerling telefo
niste aan het postkantoor te Schagen.
STEEDS HOOGER.
Onze eierveiling is vanaf 6 Maart J.1. de 2 miljoen
reeds met een belangrijk overschot gepasseerd.
HALVESTUTVERSVEREENIGING.
De halve stuiversvereeniging voor on- en minder ver
mogende lijders aan vallende ziekte, ontving in de
maanden December 1929 en Januari en Februari 1930
van af deelingen in Hollands Noorden: Anna Paulowna
f 10.50, Broek op Langendijk f 93.63, Bergen f 34.50, Ju-
lianadorp t 20.44, Schagen f 15.25.
EEN VERKEERSONGEVAL.
Een van de Schager nieuwelingen. Jaap D. zou Don
derdagavond met een paar makkers nog een baantje
rijden, maar had het ongeluk tegenover de Laan in
botsing te komen met een vrouwelijke niet-renner. De
damesfiets was dermate gehavend, dat opname in de
herstelplaata van den heer Boersen. noodzakelijk
was. Een onzer plaatselijke veldwachters trad regelend
op en de Jonge dame vertrok weer, doch op een ge
huurd karretje.
MET VERLOF.
Burgemeester Cornelissen is Vrijdagmorgen voor ruim
3 weken met vacantie gegaan en zal dus het ceremoni
eel waarmede de opening van de Zaterdagavondmarkt
op Zaterdag 24 Mei a.s. gepaard zou gaan, niet bijwonen.
RAAD SCHAGEN.
Spoedeischende vergadering van den Raad der ge
meente Schagen. op Zaterdag 17 Mei 1930, des namid
dags te kwart voor acht uur.
Punten van behandeling:
1. Mededeeling van den Voorzitter.
2. Aanbod van den heer L. van Rijswijk, tot verkoop
aan de gemeente van 2 hoekperceelen.
Schagen, 16 Mei 1930.
De lo.-Burgemeester,
D. LEGUIT.
In een buitengewoon spannende film „Misdadigers der
Wereldstad", die deze week In theater Royal draait,
speelt George Bancroft de beroemde Amerikaansche
karakterspeler den ruwen, geslepen en sterken poli
tieman, den meest gevreesden vijand van New-York3
onderwereld.
Als Nolan, de Inspecteur van politie heeft hij zich
voorgenomen om de dranksmokkelbende van Trent uit
de stad te verjagen. Trent's meisje bewondert bij een
overval den moedigen Nolan, dien zij tracht te bewegen
zich bij de bende te voegen, wat deze natuurlijk weigert.
Met een jongen detective, Donovan, heeft hij vriend
schap gesloten en wanneer hij op een avond uit zekere
straat wordt opgebeld, dat zijn jongen vriend in gevaar
is, begeeft hij zich onmiddellijk naar het opgegeven
adres. Vanuit een donkeren hoek wordt hij beschoten.
Hij beantwoordt het schot, en glimlacht tevreden als
een lichaam de trap af komt rollen. Hij verkeert in de
meening dat hij een der smokkelaars geraakt heeft,
doch bemerkt tot zijn ontzetting, dat hij Donovan ge
dood heeft Nolan is geheel verslagen, en, niettegen
staande hij officieel van schuld vrijgesproken wordt,
neemt hij ontslag uit den dienst
Eenlgen tijd later geeft Frank Trent een diner, ter
viering van zijn overwinning op Nolan. Deze is intus-
schen geheel aan lager wal geraakt, en nog slechts 'n
schaduw van zijn vroegere persoonlijkheid. Voelende