ilitliti ItillIS- Aiittitmit- LailIiHllil RAAD VAN SCHAGEN. ,Df;ZE Luidspreker, Dinsdag 20 Mei 1930. 73ste Jaargang No. 8665 Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. Plaatselijk Nieuws. SCHAKER COURANT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN- TIcN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. DIT NTJMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. Spoedeischende vergadering van den Raad op Za terdag 17 Mei 1930, des avonds 8 uur. Voorzitter is de heer D. Leguit, loco-burgemeester. Aanvankelijk is de heer Overtoom afwezig, doch deze komt een poosje later ter vergadering. De Voorzitter, die weer zeer slecht is te verstaan, opent met een woord van welkom deze tweede bij eenkomst binnen een week cn deelt mede, dat de verkoop van cle woning van den gasdirecteur niet is doorgegaan, zoodat de woning publiek zal worden verkocht. De Voorzitter stelt vervolgens aan de orde het kardinale punt, n.1. het aanbod van den heer L. van Rijswijk tot verkoop aan de gemeente van 2 hoek- perceelen in de Heerenstraat. Wat B. en W. den raad meedeelen. Onder overlegging van de omtrent de onderwer- pelijke aangelegenheid met den heer Van Rijswijk gevoerde correspondentie, deelen B. en W. den Raad mede, dat zij, hoewèl zij het bezit van bedoelde per- ceelen voor de gemeente van belang achten, met het oog verruiming van het verkeer aldaar, welke door amoveering van bedoelde perceelen kan worden ver kregen, den gevraagden uitersten prijs van f 15000. te hoog achten Gelijk uit den brief van het College d.d. 29 April 1930, nr. 15.1/7 blijkt, is dit bereid een voorstel tot aankoop te doen als de heer Van Rijswijk den door hem gevraagden prijs verlaagt tot f 10.000.—. (Het perceel is groot 1 Are, 92 Centiaren.) De gevoerde correspondentie. Per schrijven van 29 April 1930 berichtten B. en W. aan den heer Van Rijswijk, dat zij bereid zijn om den Raad voor te stellen voor het perceel aan de Heeren straat (noordzijde) een bod te doen van f 10.000. Bij schrijven van 1 Mei antwoordde de heer Van Rijswijk, dat dit bod van f 10.000 belangrijk lager is dan hem door een der particulieren is geboden, re den waarom hij tegen dezen prijs geen gebruik kan maken van de aanbieding, aangezien f 15000 de uiterste prijs is, waar hij het voor afstaan wil. Op dit schrijven antwoordden B. cn W. op 7 Mei, dat de gevraagde prijs het college te hoog voorkomt, in verband waarmede zij hierop niet verder zullen ingaan. Hierop kwam van den heer Van Rijswijk per 14 Mei het volgende schrijven in: Ingevolge mijn belofte van Dinsdag 13 Mei, bericht ik U, dat ik heden een schrijven ontving van o.m. den volgenden inhoud: Zonder uw tegenbericht kom ik Zondagmorgen met mijn zoon om verdere onderhandelingen met U te hespreken. De Voorzitter licht toe, dat de burgemeester in de eerstvolgende raadsvergadering cle leden op de hoog te zou hebben gebracht van het aanbod van den heer Van Rijswijk, maar in de comitévergadering van Maandagavond is dat vergeten. B. en W. meenen dat de Raad van deze onderhandelingen kennis moet worden gegeven. Zij meenen dat f 15000 te hoog is, of f 10.000 ook te hoog is, spr. weet het niet. Hij wijst er op, dat het geen voorstel van B. en W. is om de perceelen voor dien prijs aan te koopen, doch een mededeeling aan den Raad, dat B. cn W. dat bod hebben gedaan. Donderdagavond kwam spr. uit Utrecht, en toen werd hem deze zaak door den bur gemeester voorgelegd. De burgemeester achtte het gewenscht er een comilévergadering over te houden, maar spr. oordeelde het beter, het in het openbaar te hespreken. De motieven behoeft spr. niet nader toe te lichten, iedereen kent de perceelen. Spr. weet niet of de aankoop goed is. De discussiën. r De heer De Vries vraagt, wat de reden ervan is 'dat deze vergadering spoedeischend is belegd. Spr. wijst er op, dat het een zoo verstrekkende quaestie is die wel ecnige overdenking waard is, en spr. heeft het plan dan ook niet genoegzaam onder de oogen kunnen zien. De Voorzitter zegt, er precies hetzelfde tegenover te staan. Donderdagavond werd hem de zaak voorge legd en waar de heer Van Rijswijk Zondagmorgen de beslissing wilde weten, kon geen tijd verloren gaan. De zaak laten loopen ging ook niet, want dan zou bij eventueelen verkoop aan anderen, de raad heb ben kunnen opmerken, dat B. cn W. de gelegenheid voorbij hadden laten gaan. De heer De Vries vraagt, of de heer Van Rijswijk zoo persé op den dag van morgen staat. De heer Van Rijswijk deelt mede, dat hij Dinsdag morgen, ija de vorige raadsvergadering tot B. en W. heeft gezegd, dat hij geheel vrij wcnschte te blij ven. Woensdagmorgen kreeg spr. een schrijven, waar in o.m. de hierboven vermelde zinsnede voorkwam. De heer De Vries zegt, dat toch het feit blijft be staan, dat de Raad onvoorbereid is. De Voorzitter is dit met den heer De Vries eens, maar er was geen andere uitweeg. De heer Van Nuland is het ook gegaan als den heer De Vries; ook hem is deze zaak koud op het dak ge vallen en hij had verwacht dat de Raad Maandag avond in kennis was gesteld met deze belangrijke zaak. Het is voor spr. onbegrijpelijk dat een zoo be langrijke aangelegenheid vergeten wordt. Spr. is het overigens niet met B. en W. eens, die het bezit van de perceelen van belang achten voor de gemeente. Spr. /.al het niet hebben over den prijs, want op 't oogenblik staat het bij spr. zoo, dat als de prijs tot f 5000 werd gereduceerd, spr. nog niet van plan was, om ze door de gemeente te doen koo pen. Spr. oordeelt, dat door het verdwijnen van de per ceelen het verkeersvraagstuk niet tot voldoende op lossing wordt gebracht. De Heerenstraat blijft een smalle straat, cn de vraag rijst of in de toekomst zooveel bezwaar daartegen bestaat. Immers door den aanleg van den priuiairen weg zal het verkeer dooi de gemeente worden ontlast. Spr. ziet dus niet in dat het bezit van het perceel voor de gemeente van be lang geacht dient te worden. Bovendien zou, mede met het oog op het graven van het kanaal, tot dem ping van de Loetsloot kunnen worden overgegaan. Om het verkeer in de Heerenstraat te verbeteren, zou voor de perceelen aan den anderen kant, bij nieuwbouw, de rooilijn anders bepaald moeten wor den, zóó dat daar een flauwere bocht wordt verkre gen. Maar spr. begrijpt dat dit tot de verre toe komst zal behooren. Als de Loetsloot wordt gedempt zal er voldoende ruimte komen en spr. zal dan ook zijn stem niet aan het voorstel kunnen geven. De heer Van Rijswijk zal zelf niet veel over een zaak waarbij hij zoo nauw is betrokken, zeggen, maar om misverstand te voorkomen, wijst hij er op, dat het niet gaat alleen om het westelijke perceel, maar over den geheelen winkel, over de volle lengte van 20 meter en dat als tot amoveering wordt overgegaan, dan een vlakte van 18^ meter ontstaat. En als men nu op de punt gaat staan, is er een kant van 2 me ter, dat is dus geen gering verschil. De Voorzitter zegt, weinig tegen de redeneering van den heer Van Nuland te kunnen inbrengen, maar B. en W. stonden toch op het standpunt dat de Raad op de hoogte moest worden gesteld. De heer Van Nuland zegt, dit ook te apprecieeren. De heer Bakker erkent, dat de raad onvoorbereid is, maar we zijn allen Schagers en weten dus hoe de toestand is. Spr. oordeelt, dat als de gemeente deze 2 perceelen koopt, en laat sloopen, er wel dege lijk een flinke verruiming wordt verkregen en als dan daar in de omgeving de primaire weg komt, dan wordt er juist wel een heele verbetering verkregen. Iets anders is echter de prijs. Vijftienduizend gulden vindt spr. veel te hoog en spr. wijst den heer Van Rijswijk op het ruimere uitzicht als bedoelde per ceelen verdwijnen, dat voor de beide tegenover liggende perceelen wordt verkregen en waardoor het dus voor die tegenoverliggende perceelen een groote vooruitgang beteekent. En hoewel spr. hier niet zit om de zaak af te kammen, maar wat betreft het bod v^n f 10.000 door B. en W. gedaan, spr. meent dat bedoelde perceelen als winkelzaak niet voldoen.. Dan zouden eerst nog eenige duizenden guldens besteed moeten worden aan verbetering en voor dat perceel zal e'en dergelijke som gelds niet worden besteed. Spr. herhaalt dus, dat hij aankoop in het belang van het verkeer zeer gewenscht vindt ,maar B. en W. over den prijs tot nadere overeenstemming dienen te komen. De heer Van Rijswijk zegt, dat hij de perceelen heeft laten schatten, maar ook B. en W. hebben dat laten doen en de Voorzitter zou den heer Bakker daarover kunnen inlichten. De Voorzitter zou dat liever voor zich willen hou den. De heer De Vries zegt, dat voor hem het groote bezwaar geldt, dat er geen voldoende verbetering wordt verkregen. Wel eenige verbetering, maar de scherpe bochten blijven bestaan. En spr. gevoelt zich niet verantwoord om een dergelijk hoog bedrag te voteeren, waar zulk een geringe verbetering tegen over staat. De Voorzitter erkent, dat er nooit een ideale toe stand zal worden verkregen. Waarom is de Raad bijeen geroepen? De heer Van Erp begrijpt niet goed, wat de raads leden hier moeten doen, er is door B. cn W. een spoedeischende vergadering belegd De Voorzitter: Door mij alleen. De heer Van Erp: Goed, in ieder geval er is een spoedeischende vergadering belegd, maar ik begrijp niet, waarom de Raad bij elkaar is. Spr. wijst op de correspondentie, waaruit blijkt dat op 29 April door B. en W. wordt verklaard, dat ze bereid zijn aan den Raad een voorstel te doen om f 10.000 voor de per ceelen te geven, op 1 Mei het antwoord van den heer Van Rijswijk, dat hij niet minder dan voor f 15000 wil verkoopen, op 9 Mei het antwoord, dat ze dit be drag te hoog achten en er niet verder op zullen ini- gaan. Spr. begrijpt dus niet, waarom de Raad bij een is geroepen, met de daaraan verbonden kosten. En spr. merkt dan verder op, dat er aan de over zijde van de tafel wel eens gewezen is op koopmans schap, maar spr. vindt het een gewaagde onderne ming van B. en W. om zich op zekere hoogte te ver binden, zonder er den Raad in te kennen. Men bindt zich cn de Raad heeft niet eens de bescheiden ge zien. Iloe zou het zijn gegaan als de heer Van Rijs wijk eens „geluk" had gezegd? Wat de zaak zelf betreft, spr. zal zijn meening over den prijs niet uit spreken, spr. heeft hier geen boodschap en zou wil len voorstellen deze vergadering maar op te heffen. Spr. begrijpt niet waarom cle kosten voor deze raads vergadering moesten worden gemaakt, een concreet voorstel van B. en W. is er niet. De Voorzitter zegt, dat B. en W., en vooral de bur gemeester, oordeelden dat den Raad de beoordeeling over deze zaak niet mocht worden onthouden. De heer Gorter zegt. dat B. en W. voor Maandag j.1. met het bod van f15000 bekend waren en het dus heel gewoon was geweest als zc Maandagavond had den medegedeeld, dat ze die onderhandeling voer den, maar nog niet tot overeenstemming waren geko men. De Voorzitter zegt, het volkomen met den heer Gorter eens te zijn, maar de burgemeester heeft het Maandagavond vergeten mede te deelen. Do heer De Vries: De wethouders dan ook? De Voorzitter zegt, dat door de vele besprekingen in comitévergadering er niet meer aan is gedacht. De heer Van Rijswijk deelt mede, met niemand te hebben zitten vrijen en dus volkomen vrij uit te gaan. De raadsleden kunnen gerust vrij uit spreken en als het gewenscht wordt geacht, wil spr. zich wel ver wijderen. De Voorzitter vindt dat niet noodig en deelt mede, dat de heer Van Rijswijk te voren aan spr. had ge vraagd, of het niet beter was dat hij niet ter verga dering aanwezig was, maar spr. vindt hei heeletnaal geen bezwaar, dat de heer Van Rijswijk tegenwoor dig is. De heer Gorter zegt, dat dit niet oen zaak is om te vergeten, en het oordeel van den Raad gevraagd had moeten worden. De blocnote van den burgemeester blijk baar niet bijgewerkt. De Voorzitter deelt mede. dat de heer Van Rijswijk Maandagavond bij den burgemeester is geweest en de burgemeester zou het in den raad brengen. Toevallig zijn de wethouders Maandagavond nog bij den burge meester geweest en werden er toen van op de hoogte gesteld. Den volgenden dag had de burgemeester verteld, dat de heer Van Rijswijk hem na afloop van de verga dering aan de mouw had getrokken en hem aan de zaak herinnerde en dat hij (de burgemeester) wel een kuil je In den grond had kunnen trappen, omdat hij het ver geten had. De heer De Vries: Ik vind het 't toppunt. De heer Gorter vraagt zich af tot welke consequentie dat had kunnen leiden. Stel je voor dat B. en W. een abnormaal hooge prijs hadden geboden, dat er een meerderheid was geweest om het te forceeren, dat er weer een blok was gevormd, dan zou het andere gedeel te van den raad niets te zeggen hebben gehad. De Voorzitter zegt dat er geen blok is gevormd. De heer Van Erp heeft den indruk dat de raad nu moet vertellen hoe het moet, terwijl B. en W. f 10.000 hebben geboden. Stel je voor dat de heer Van Rijswijk „geluk" gezegd had. Spr. acht dat geen voorzichtige po litiek, dat is geen finantieel beleid. Spr. herhaalt, d* raad moet nu zeker zeggen hoe het moet, een voorstel van B. en W. is er niet. De heer De Vries dacht dat er wel een voorstel was. De Voorzitter zegt dat er geen voorstel is, alleen de mededeeling dat het bod is gedaan. De heer Gorter: Dus wij moeten daarover in openbare vergadering onze meening zeggen; het is toch te gek! De heer Lookman stelt voor de vergadering te verda gen. Ook spr. staat onvoorbereid voor deze zaak. De heer Kooij wil nog wat verder gaan en voorstellen om de onderhandeling met den heer Van Rijswijk niet verder voort te zetten. Spr. vindt het geen groote ver betering en meent dat als de Loetsloot gedempt wordt, de aankoop der perceelen niet noodig is. De Voorzitter kan zich wel met dat voorstel van den heer Kooij vereenigingen. De heer Van Erp acht dat toch niet juist. De Voorzitter zegt dat de heer Van Rijswijk niet van het bedrag van f 15000 afwijkt en ée beslissing voor morgenochtend wil weten. En het voorstel-Kooij strekt het verst, en dat zal spr. in stemming brengen. De heer Overtoom vraagt zich ook af waarom de raad hals over kop bijéén is geroepen. Wat concreet iets is er en wat heeft B. en W. bewogen den raad bijeen te roe pen? Is het alleen maar om een causerie te houden, om er hier over te zitten te kletsen? Vroeger was het hier de gewoonte, dat als erdergelijke zaken aan de orde waren, dan riepen B. en W, de raadsleden in een niet- officieele bijeenkomst bijeen, en voor een dergelijke be spreking acht spr. ook dit onderwerp geschikt. Welk voorstel wordt nu gedaan vraagt spr.? De raad mag toch verwachten dat er minstens een concreet voorstel wordt gedaan waarover de raad een beslissing kan ne men. De Voorzitter zegt dat hij oorspronkelijk van dezelfde gedachte was, maar nu de heer Van Rijswijk voor Zon dag de beslissing wil weten, wil spr. den raad niet de mogelijkheid onthouden om zich uit te spreken. Een co mitévergadering vond spr. niet gewenscht. er kon een principieele uitspraak worden gedaan, de raad staat ge heel vrij. Spr. zal dus het voorstel-Kooij in stemming brengen. De heer Overtoom vindt het nu wel gemakkelijk dat de heer Kooij dat voorstel doet, maar B. en W. doen geen voorstel, de raad kan zich niet uitspreken. De ge- heele convocatie is geschikt voor een onofficieele be spreking. De zaak is al van 29 April af aanhangig en had eerder aan den raad kenbaar moeten worden ge maakt. dan hadden B. en W. het gevoelen van den raad geweten. Wat de zaak zelf betreft, beide prijzen vindt spr. veel te hoog, ook al uit overweging dat het groote verkeer door den aanleg van den primairen weg zal worden omgelegd. Spr. wijst er op dat juist met het oog op den primaiern weg een groot bedrag besteed is en als het verkeer dus niet werd omgelegd, zou de gemeen te daarmee zijn bekocht. En als de gemeente van dat verkeer wordt ontlast, heeft de gemeente dit hoekje niet noodig. De heer De Vries zou willen voorstellen de discussiën maar te sluiten, en de verdere onderhandeling maar aan B. en W. over te laten. Wethouder Schoorl bepleit aankoop voor f 10.000. De heer Schoorl zegt dat de bespreking meer gaat over de vraag waarom de vergadering is belegd, dan over de zaak zelf. .Hoewel hij het standpunt van sommige heeren kan begrijpen, vindt hij het niet goed dat de zaak zelf op zij wordt geschoven, en men zich verliest aan de zaak waarom wij hier bij elkaar zitten. Het lijkt spr. erg duidelijk, dat de raad bijeen is geroepen om het gevoelen van den raad te weten te komen. Vermoedelijk door heel veel gepraat in comitévergadering, is Maan dagavond vergeten de raad mededeeling van de onder handeling te doen en waar er sprake is van een fata len datum, is de loco-burgemeester er toe overgegaan om den raad bijeen te roepen. B. en W. kunnen te voren niet weten hoe de heeren er over denken en spr. wijst er op dat als de raad niet bijeen was geroepen en de heer v. Rijswijk had de perceelen aan derden verkocht, aan B.enW. terecht 't verwijt kon worden gericht dat dé raad niet op de hoogte was gesteld. Spr. is het er mee eens dat het beter was geweest dat dit Maandagavond was gebeurd, maar daarover behoeven we niet meer te spreken, het is eenmaal vergeten. Het feit dat de vergadering als openbare vergadering Is geconvoceerd, heeft ook spr. eenigszlns verwonderd maar het is op initiatief van den loco-burgemeester ge daan en ook dit is eenmaal gebeurd en behoeven we er niet verder op in te gaan. Wat nu de zaak zelf betreft, spr. meent dat de aan koop van de perceelen wel degelijk van groot be lang voor de gemeente is en voor het verkeer een be- langeryke verbetering zou beteekenen. Gelet op de fei ten der laatste dagen, is de toestand zeer slecht, zoo niet levensgevaarlijk. Wat de demping van de Loetsloot be treft, demping van de geheele Loet zou spr. ontraden en huldigt zyn roohapparaat en na/uur/uh met lof overzh BM/ TOBan praat. Hoera! voor ORUNO's Tabaksfabriek uzanl J.GRUMO'JS ECHTE FRIESCME BAAI TABAK is uuaariyk maryefieh! l0-12-15 en 18ct perrons spr. gelooft verder niet dat in de toekomst omlegging van het verkeer dermate zal plaats hebben, dat de te- 1 genwoordige toestand dient te worden bestendigd. Wel zou als de gemeente tot aankoop van de perceelen over ging voor demping in aanmerking komen het voorste gedeelte van de Loet. Spr. meent dat het dus zeer lo- i gisch is, dat de loco-burgemeester den raad bijeen heeft j geroepen, al kan spr. begrijpen de meening van de hee- ren dat zy zich moeilijk kunnen uitspreken. Maar spr. blijft op het standpunt dat het niet goed zou zijn, de zaak te laten loopen en de kafls dat de perceelen aan derden worden verkocht daardoor te helpen vergrooten De prys van f 15000 vindt spr. te hoog, maar persoonlijk acht hij gelet op het belang van de gemeente f 10.000 niet te hoog. Spr. verwacht niet dat de raad zich daar over zal uitspreken, maar spr. zou er zijft stem aan geven. De Voorzitter meent dat de zaak nu voldoende is be sproken en wil het voorstel Kooij in stemming brengen. De heer Van Erp gevoelt meer voor het idee van den heer De Vries, om de zaak tot nadere afdoening in han den te stellen van B.. en W. Misschien dat de heer Van Rijswijk de perceelen voor meer dan f 10.000 aan een particulier verkoopt en dan zijn wij gered. De heer De Vries zegt. dat nu er geen concreet voorstel van B. en W. is, B. en W. het eerst maar met den heer Van Rijswijk moeten afschieten en naderhand bij den raad moeten komen voor bekrachtiging van een over eenkomst. De heer Lookman wenscht nog aan den heer Van Rijs- wijk te vragen vof de zaak niet voor uitstel vatbaar is. De heer Gorter wijst er nog op dat de raad dan nu de verantwoordelijkheid draagt, als de heer Van Rijswijk tot verkoop overgaat. De heer Kooij trekt dan zijn voorstel in. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel-De Vries aangenomen. De heer De Vries vraagt nog of geen rondvraag wordt gehouden, maar de Voorzitter sluit de vergadering. Er was voor deze avondvergadering weer een flinke belangstelling van de zyde van het publiek. EEN LEELIJKE TEGENSLAG. Zaterdag a.s. zal onze Zaterdagavondmarkt voor de eerste maal worden gehouden en zoouls wij heli- ben gehoord met ecnig ceremonieel worden geopend. Prachtig! Maar nu kregen wij kennis van een brief van het bestuur van den Nederlandschen Bond van Vlarktkoopliedenverecnigingcn, waarin onomwonden verklaard wordt, dat „dit Bestuur in verband met de abnormaal hooge marktgelden, welke te Schagen worden geheven, heeit besloten geen medewerking te verleeneu aan verdere uitbreiding van het marki- wezen te Schagen", m.a.w. onze Zaterdagavondmarkt boycot. Later bleek ons nog, dat ook B. cn \V. onzer ge meente vroegtijdig door dit bestuur van deze ziens wijze op de hoogte waren gesteld, maar het college had niet in voldoende mate met deze aanwijzing van dezen Bond rekening gehouden en vandaar nu die te genwerking. Men zal voelen dat waar deze Zaterdagavondmarkt nog gevestigd moet worden en dus aller medewer king noodig heeft, maar vooral van de marktkooplui, dat deze houding van den Bond waarin het grootste deel der marktkooplieden is georganiseerd, voor onze Zaterdagavondmarkt de nekslag is. Kn wij begrijpen dan ook de „eigenwijsheid" van* ns college van B. en \V. niet om tegen dezen stroom in te roeien. Waar om niet in den eersten tijd deze markt geheel vrij gesteld van marktgelden, desnoods premies uitge loofd voor aanvoer enz. enz. Kortom alles gedaan om de vestiging en bloei der markt te bevorderen. Men heeft de markt nu eenmaal gesticht, dus is het plicht alles te probeeren om haar te doen bloeien. Maar om nu bij voorbaat alles te doen om het kind in de wieg te smoren, geeft voor de zooveelste maal weer blijk hoe weinig inzicht in zaken of het tegen woordige college van li. cn \V. onzer gemeente heeft. EEN OUDE LEPEL. Bij het grondwerk voor het in verbouw verkeerende perceel van den heer J. de Wit in de Molenstraat alhier, werd een roosjeslepel gevonden. Het voorwerp verkeert in gaven toestand. Ter plaatse waar de holle lepel aan den steel is bevestigd, bevihdt zich het merk. dat nog goed zichtbaar is. Het voorwerp dagteokent uit de 17c eeuw, toen te Schagen een lepelgieterij was. SCHOOLFEEST VOOR DE KATHOLIEKE KINDE REN. In de vergadering van Vrijdagavond van de school feestcommissie der Roomsch-Katholieke school werd besloten om ook dit jaar weer met de kinderen een schoolreisje te maken. Evenals vorige jaren zal het een bezoek zijn aan Bergen en Bergen aan Zee n voorioopig werd bepaald, dat het reisje op een nader te bepalen dag in Juli zal worden gemaakt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 1