ilitliti ItillIS-
Aiittitmit- LailIiHllil
RAAD VAN SCHAGEN.
,Df;ZE Luidspreker,
Dinsdag 20 Mei 1930.
73ste Jaargang No. 8665
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
Plaatselijk Nieuws.
SCHAKER
COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TIcN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NTJMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
Spoedeischende vergadering van den Raad op Za
terdag 17 Mei 1930, des avonds 8 uur.
Voorzitter is de heer D. Leguit, loco-burgemeester.
Aanvankelijk is de heer Overtoom afwezig, doch
deze komt een poosje later ter vergadering.
De Voorzitter, die weer zeer slecht is te verstaan,
opent met een woord van welkom deze tweede bij
eenkomst binnen een week cn deelt mede, dat de
verkoop van cle woning van den gasdirecteur niet
is doorgegaan, zoodat de woning publiek zal worden
verkocht.
De Voorzitter stelt vervolgens aan de orde het
kardinale punt, n.1. het aanbod van den heer L. van
Rijswijk tot verkoop aan de gemeente van 2 hoek-
perceelen in de Heerenstraat.
Wat B. en W. den raad meedeelen.
Onder overlegging van de omtrent de onderwer-
pelijke aangelegenheid met den heer Van Rijswijk
gevoerde correspondentie, deelen B. en W. den Raad
mede, dat zij, hoewèl zij het bezit van bedoelde per-
ceelen voor de gemeente van belang achten, met het
oog verruiming van het verkeer aldaar, welke door
amoveering van bedoelde perceelen kan worden ver
kregen, den gevraagden uitersten prijs van f 15000.
te hoog achten
Gelijk uit den brief van het College d.d. 29 April
1930, nr. 15.1/7 blijkt, is dit bereid een voorstel tot
aankoop te doen als de heer Van Rijswijk den door
hem gevraagden prijs verlaagt tot f 10.000.—.
(Het perceel is groot 1 Are, 92 Centiaren.)
De gevoerde correspondentie.
Per schrijven van 29 April 1930 berichtten B. en W.
aan den heer Van Rijswijk, dat zij bereid zijn om den
Raad voor te stellen voor het perceel aan de Heeren
straat (noordzijde) een bod te doen van f 10.000.
Bij schrijven van 1 Mei antwoordde de heer Van
Rijswijk, dat dit bod van f 10.000 belangrijk lager is
dan hem door een der particulieren is geboden, re
den waarom hij tegen dezen prijs geen gebruik kan
maken van de aanbieding, aangezien f 15000 de
uiterste prijs is, waar hij het voor afstaan wil.
Op dit schrijven antwoordden B. cn W. op 7 Mei,
dat de gevraagde prijs het college te hoog voorkomt,
in verband waarmede zij hierop niet verder zullen
ingaan.
Hierop kwam van den heer Van Rijswijk per 14 Mei
het volgende schrijven in: Ingevolge mijn belofte van
Dinsdag 13 Mei, bericht ik U, dat ik heden een
schrijven ontving van o.m. den volgenden inhoud:
Zonder uw tegenbericht kom ik Zondagmorgen met
mijn zoon om verdere onderhandelingen met U te
hespreken.
De Voorzitter licht toe, dat de burgemeester in de
eerstvolgende raadsvergadering cle leden op de hoog
te zou hebben gebracht van het aanbod van den heer
Van Rijswijk, maar in de comitévergadering van
Maandagavond is dat vergeten. B. en W. meenen dat
de Raad van deze onderhandelingen kennis moet
worden gegeven. Zij meenen dat f 15000 te hoog is, of
f 10.000 ook te hoog is, spr. weet het niet. Hij wijst er
op, dat het geen voorstel van B. en W. is om de
perceelen voor dien prijs aan te koopen, doch een
mededeeling aan den Raad, dat B. cn W. dat bod
hebben gedaan. Donderdagavond kwam spr. uit
Utrecht, en toen werd hem deze zaak door den bur
gemeester voorgelegd. De burgemeester achtte het
gewenscht er een comilévergadering over te houden,
maar spr. oordeelde het beter, het in het openbaar te
hespreken. De motieven behoeft spr. niet nader toe
te lichten, iedereen kent de perceelen. Spr. weet niet
of de aankoop goed is.
De discussiën.
r De heer De Vries vraagt, wat de reden ervan is
'dat deze vergadering spoedeischend is belegd. Spr.
wijst er op, dat het een zoo verstrekkende quaestie
is die wel ecnige overdenking waard is, en spr. heeft
het plan dan ook niet genoegzaam onder de oogen
kunnen zien.
De Voorzitter zegt, er precies hetzelfde tegenover
te staan. Donderdagavond werd hem de zaak voorge
legd en waar de heer Van Rijswijk Zondagmorgen de
beslissing wilde weten, kon geen tijd verloren gaan.
De zaak laten loopen ging ook niet, want dan zou
bij eventueelen verkoop aan anderen, de raad heb
ben kunnen opmerken, dat B. cn W. de gelegenheid
voorbij hadden laten gaan.
De heer De Vries vraagt, of de heer Van Rijswijk
zoo persé op den dag van morgen staat.
De heer Van Rijswijk deelt mede, dat hij Dinsdag
morgen, ija de vorige raadsvergadering tot B. en
W. heeft gezegd, dat hij geheel vrij wcnschte te blij
ven. Woensdagmorgen kreeg spr. een schrijven, waar
in o.m. de hierboven vermelde zinsnede voorkwam.
De heer De Vries zegt, dat toch het feit blijft be
staan, dat de Raad onvoorbereid is.
De Voorzitter is dit met den heer De Vries eens,
maar er was geen andere uitweeg.
De heer Van Nuland is het ook gegaan als den heer
De Vries; ook hem is deze zaak koud op het dak ge
vallen en hij had verwacht dat de Raad Maandag
avond in kennis was gesteld met deze belangrijke
zaak. Het is voor spr. onbegrijpelijk dat een zoo be
langrijke aangelegenheid vergeten wordt.
Spr. is het overigens niet met B. en W. eens, die
het bezit van de perceelen van belang achten voor
de gemeente. Spr. /.al het niet hebben over den prijs,
want op 't oogenblik staat het bij spr. zoo, dat als
de prijs tot f 5000 werd gereduceerd, spr. nog niet
van plan was, om ze door de gemeente te doen koo
pen.
Spr. oordeelt, dat door het verdwijnen van de per
ceelen het verkeersvraagstuk niet tot voldoende op
lossing wordt gebracht. De Heerenstraat blijft een
smalle straat, cn de vraag rijst of in de toekomst
zooveel bezwaar daartegen bestaat. Immers door den
aanleg van den priuiairen weg zal het verkeer dooi
de gemeente worden ontlast. Spr. ziet dus niet in dat
het bezit van het perceel voor de gemeente van be
lang geacht dient te worden. Bovendien zou, mede
met het oog op het graven van het kanaal, tot dem
ping van de Loetsloot kunnen worden overgegaan.
Om het verkeer in de Heerenstraat te verbeteren,
zou voor de perceelen aan den anderen kant, bij
nieuwbouw, de rooilijn anders bepaald moeten wor
den, zóó dat daar een flauwere bocht wordt verkre
gen. Maar spr. begrijpt dat dit tot de verre toe
komst zal behooren. Als de Loetsloot wordt gedempt
zal er voldoende ruimte komen en spr. zal dan ook
zijn stem niet aan het voorstel kunnen geven.
De heer Van Rijswijk zal zelf niet veel over een
zaak waarbij hij zoo nauw is betrokken, zeggen, maar
om misverstand te voorkomen, wijst hij er op, dat het
niet gaat alleen om het westelijke perceel, maar over
den geheelen winkel, over de volle lengte van 20
meter en dat als tot amoveering wordt overgegaan,
dan een vlakte van 18^ meter ontstaat. En als men
nu op de punt gaat staan, is er een kant van 2 me
ter, dat is dus geen gering verschil.
De Voorzitter zegt, weinig tegen de redeneering van
den heer Van Nuland te kunnen inbrengen, maar B.
en W. stonden toch op het standpunt dat de Raad
op de hoogte moest worden gesteld.
De heer Van Nuland zegt, dit ook te apprecieeren.
De heer Bakker erkent, dat de raad onvoorbereid
is, maar we zijn allen Schagers en weten dus hoe
de toestand is. Spr. oordeelt, dat als de gemeente
deze 2 perceelen koopt, en laat sloopen, er wel dege
lijk een flinke verruiming wordt verkregen en als dan
daar in de omgeving de primaire weg komt, dan
wordt er juist wel een heele verbetering verkregen.
Iets anders is echter de prijs. Vijftienduizend gulden
vindt spr. veel te hoog en spr. wijst den heer Van
Rijswijk op het ruimere uitzicht als bedoelde per
ceelen verdwijnen, dat voor de beide tegenover
liggende perceelen wordt verkregen en waardoor het
dus voor die tegenoverliggende perceelen een groote
vooruitgang beteekent. En hoewel spr. hier niet zit
om de zaak af te kammen, maar wat betreft het
bod v^n f 10.000 door B. en W. gedaan, spr. meent dat
bedoelde perceelen als winkelzaak niet voldoen.. Dan
zouden eerst nog eenige duizenden guldens besteed
moeten worden aan verbetering en voor dat perceel
zal e'en dergelijke som gelds niet worden besteed.
Spr. herhaalt dus, dat hij aankoop in het belang van
het verkeer zeer gewenscht vindt ,maar B. en W.
over den prijs tot nadere overeenstemming dienen
te komen.
De heer Van Rijswijk zegt, dat hij de perceelen
heeft laten schatten, maar ook B. en W. hebben dat
laten doen en de Voorzitter zou den heer Bakker
daarover kunnen inlichten.
De Voorzitter zou dat liever voor zich willen hou
den.
De heer De Vries zegt, dat voor hem het groote
bezwaar geldt, dat er geen voldoende verbetering
wordt verkregen. Wel eenige verbetering, maar de
scherpe bochten blijven bestaan. En spr. gevoelt zich
niet verantwoord om een dergelijk hoog bedrag te
voteeren, waar zulk een geringe verbetering tegen
over staat.
De Voorzitter erkent, dat er nooit een ideale toe
stand zal worden verkregen.
Waarom is de Raad bijeen geroepen?
De heer Van Erp begrijpt niet goed, wat de raads
leden hier moeten doen, er is door B. cn W. een
spoedeischende vergadering belegd
De Voorzitter: Door mij alleen.
De heer Van Erp: Goed, in ieder geval er is een
spoedeischende vergadering belegd, maar ik begrijp
niet, waarom de Raad bij elkaar is. Spr. wijst op de
correspondentie, waaruit blijkt dat op 29 April door
B. en W. wordt verklaard, dat ze bereid zijn aan den
Raad een voorstel te doen om f 10.000 voor de per
ceelen te geven, op 1 Mei het antwoord van den heer
Van Rijswijk, dat hij niet minder dan voor f 15000
wil verkoopen, op 9 Mei het antwoord, dat ze dit be
drag te hoog achten en er niet verder op zullen ini-
gaan. Spr. begrijpt dus niet, waarom de Raad bij
een is geroepen, met de daaraan verbonden kosten.
En spr. merkt dan verder op, dat er aan de over
zijde van de tafel wel eens gewezen is op koopmans
schap, maar spr. vindt het een gewaagde onderne
ming van B. en W. om zich op zekere hoogte te ver
binden, zonder er den Raad in te kennen. Men bindt
zich cn de Raad heeft niet eens de bescheiden ge
zien. Iloe zou het zijn gegaan als de heer Van Rijs
wijk eens „geluk" had gezegd? Wat de zaak zelf
betreft, spr. zal zijn meening over den prijs niet uit
spreken, spr. heeft hier geen boodschap en zou wil
len voorstellen deze vergadering maar op te heffen.
Spr. begrijpt niet waarom cle kosten voor deze raads
vergadering moesten worden gemaakt, een concreet
voorstel van B. en W. is er niet.
De Voorzitter zegt, dat B. en W., en vooral de bur
gemeester, oordeelden dat den Raad de beoordeeling
over deze zaak niet mocht worden onthouden.
De heer Gorter zegt. dat B. en W. voor Maandag
j.1. met het bod van f15000 bekend waren en het dus
heel gewoon was geweest als zc Maandagavond had
den medegedeeld, dat ze die onderhandeling voer
den, maar nog niet tot overeenstemming waren geko
men.
De Voorzitter zegt, het volkomen met den heer
Gorter eens te zijn, maar de burgemeester heeft het
Maandagavond vergeten mede te deelen.
Do heer De Vries: De wethouders dan ook?
De Voorzitter zegt, dat door de vele besprekingen
in comitévergadering er niet meer aan is gedacht.
De heer Van Rijswijk deelt mede, met niemand te
hebben zitten vrijen en dus volkomen vrij uit te gaan.
De raadsleden kunnen gerust vrij uit spreken en als
het gewenscht wordt geacht, wil spr. zich wel ver
wijderen.
De Voorzitter vindt dat niet noodig en deelt mede,
dat de heer Van Rijswijk te voren aan spr. had ge
vraagd, of het niet beter was dat hij niet ter verga
dering aanwezig was, maar spr. vindt hei heeletnaal
geen bezwaar, dat de heer Van Rijswijk tegenwoor
dig is.
De heer Gorter zegt, dat dit niet oen zaak is om te
vergeten, en het oordeel van den Raad gevraagd had
moeten worden.
De blocnote van den burgemeester blijk
baar niet bijgewerkt.
De Voorzitter deelt mede. dat de heer Van Rijswijk
Maandagavond bij den burgemeester is geweest en de
burgemeester zou het in den raad brengen. Toevallig
zijn de wethouders Maandagavond nog bij den burge
meester geweest en werden er toen van op de hoogte
gesteld. Den volgenden dag had de burgemeester verteld,
dat de heer Van Rijswijk hem na afloop van de verga
dering aan de mouw had getrokken en hem aan de zaak
herinnerde en dat hij (de burgemeester) wel een kuil je
In den grond had kunnen trappen, omdat hij het ver
geten had.
De heer De Vries: Ik vind het 't toppunt.
De heer Gorter vraagt zich af tot welke consequentie
dat had kunnen leiden. Stel je voor dat B. en W. een
abnormaal hooge prijs hadden geboden, dat er een
meerderheid was geweest om het te forceeren, dat er
weer een blok was gevormd, dan zou het andere gedeel
te van den raad niets te zeggen hebben gehad.
De Voorzitter zegt dat er geen blok is gevormd.
De heer Van Erp heeft den indruk dat de raad nu
moet vertellen hoe het moet, terwijl B. en W. f 10.000
hebben geboden. Stel je voor dat de heer Van Rijswijk
„geluk" gezegd had. Spr. acht dat geen voorzichtige po
litiek, dat is geen finantieel beleid. Spr. herhaalt, d*
raad moet nu zeker zeggen hoe het moet, een voorstel
van B. en W. is er niet.
De heer De Vries dacht dat er wel een voorstel was.
De Voorzitter zegt dat er geen voorstel is, alleen de
mededeeling dat het bod is gedaan.
De heer Gorter: Dus wij moeten daarover in openbare
vergadering onze meening zeggen; het is toch te gek!
De heer Lookman stelt voor de vergadering te verda
gen. Ook spr. staat onvoorbereid voor deze zaak.
De heer Kooij wil nog wat verder gaan en voorstellen
om de onderhandeling met den heer Van Rijswijk niet
verder voort te zetten. Spr. vindt het geen groote ver
betering en meent dat als de Loetsloot gedempt wordt,
de aankoop der perceelen niet noodig is.
De Voorzitter kan zich wel met dat voorstel van den
heer Kooij vereenigingen.
De heer Van Erp acht dat toch niet juist.
De Voorzitter zegt dat de heer Van Rijswijk niet van
het bedrag van f 15000 afwijkt en ée beslissing voor
morgenochtend wil weten. En het voorstel-Kooij strekt
het verst, en dat zal spr. in stemming brengen.
De heer Overtoom vraagt zich ook af waarom de raad
hals over kop bijéén is geroepen. Wat concreet iets is er
en wat heeft B. en W. bewogen den raad bijeen te roe
pen? Is het alleen maar om een causerie te houden, om
er hier over te zitten te kletsen? Vroeger was het hier
de gewoonte, dat als erdergelijke zaken aan de orde
waren, dan riepen B. en W, de raadsleden in een niet-
officieele bijeenkomst bijeen, en voor een dergelijke be
spreking acht spr. ook dit onderwerp geschikt. Welk
voorstel wordt nu gedaan vraagt spr.? De raad mag
toch verwachten dat er minstens een concreet voorstel
wordt gedaan waarover de raad een beslissing kan ne
men.
De Voorzitter zegt dat hij oorspronkelijk van dezelfde
gedachte was, maar nu de heer Van Rijswijk voor Zon
dag de beslissing wil weten, wil spr. den raad niet de
mogelijkheid onthouden om zich uit te spreken. Een co
mitévergadering vond spr. niet gewenscht. er kon een
principieele uitspraak worden gedaan, de raad staat ge
heel vrij. Spr. zal dus het voorstel-Kooij in stemming
brengen.
De heer Overtoom vindt het nu wel gemakkelijk dat
de heer Kooij dat voorstel doet, maar B. en W. doen
geen voorstel, de raad kan zich niet uitspreken. De ge-
heele convocatie is geschikt voor een onofficieele be
spreking. De zaak is al van 29 April af aanhangig en
had eerder aan den raad kenbaar moeten worden ge
maakt. dan hadden B. en W. het gevoelen van den raad
geweten. Wat de zaak zelf betreft, beide prijzen vindt
spr. veel te hoog, ook al uit overweging dat het groote
verkeer door den aanleg van den primairen weg zal
worden omgelegd. Spr. wijst er op dat juist met het oog
op den primaiern weg een groot bedrag besteed is en
als het verkeer dus niet werd omgelegd, zou de gemeen
te daarmee zijn bekocht. En als de gemeente van dat
verkeer wordt ontlast, heeft de gemeente dit hoekje niet
noodig.
De heer De Vries zou willen voorstellen de discussiën
maar te sluiten, en de verdere onderhandeling maar aan
B. en W. over te laten.
Wethouder Schoorl bepleit aankoop voor
f 10.000.
De heer Schoorl zegt dat de bespreking meer gaat
over de vraag waarom de vergadering is belegd, dan over
de zaak zelf. .Hoewel hij het standpunt van sommige
heeren kan begrijpen, vindt hij het niet goed dat de
zaak zelf op zij wordt geschoven, en men zich verliest
aan de zaak waarom wij hier bij elkaar zitten. Het lijkt
spr. erg duidelijk, dat de raad bijeen is geroepen om het
gevoelen van den raad te weten te komen. Vermoedelijk
door heel veel gepraat in comitévergadering, is Maan
dagavond vergeten de raad mededeeling van de onder
handeling te doen en waar er sprake is van een fata
len datum, is de loco-burgemeester er toe overgegaan
om den raad bijeen te roepen. B. en W. kunnen te voren
niet weten hoe de heeren er over denken en spr. wijst
er op dat als de raad niet bijeen was geroepen en de
heer v. Rijswijk had de perceelen aan derden verkocht,
aan B.enW. terecht 't verwijt kon worden gericht dat dé
raad niet op de hoogte was gesteld. Spr. is het er mee
eens dat het beter was geweest dat dit Maandagavond
was gebeurd, maar daarover behoeven we niet meer te
spreken, het is eenmaal vergeten.
Het feit dat de vergadering als openbare vergadering
Is geconvoceerd, heeft ook spr. eenigszlns verwonderd
maar het is op initiatief van den loco-burgemeester ge
daan en ook dit is eenmaal gebeurd en behoeven we er
niet verder op in te gaan.
Wat nu de zaak zelf betreft, spr. meent dat de aan
koop van de perceelen wel degelijk van groot be
lang voor de gemeente is en voor het verkeer een be-
langeryke verbetering zou beteekenen. Gelet op de fei
ten der laatste dagen, is de toestand zeer slecht, zoo niet
levensgevaarlijk. Wat de demping van de Loetsloot be
treft, demping van de geheele Loet zou spr. ontraden en
huldigt zyn roohapparaat
en na/uur/uh met lof overzh
BM/ TOBan praat.
Hoera! voor ORUNO's Tabaksfabriek
uzanl
J.GRUMO'JS
ECHTE FRIESCME
BAAI TABAK
is uuaariyk
maryefieh!
l0-12-15 en 18ct perrons
spr. gelooft verder niet dat in de toekomst omlegging
van het verkeer dermate zal plaats hebben, dat de te- 1
genwoordige toestand dient te worden bestendigd. Wel
zou als de gemeente tot aankoop van de perceelen over
ging voor demping in aanmerking komen het voorste
gedeelte van de Loet. Spr. meent dat het dus zeer lo- i
gisch is, dat de loco-burgemeester den raad bijeen heeft j
geroepen, al kan spr. begrijpen de meening van de hee-
ren dat zy zich moeilijk kunnen uitspreken. Maar spr.
blijft op het standpunt dat het niet goed zou zijn, de
zaak te laten loopen en de kafls dat de perceelen aan
derden worden verkocht daardoor te helpen vergrooten
De prys van f 15000 vindt spr. te hoog, maar persoonlijk
acht hij gelet op het belang van de gemeente f 10.000
niet te hoog. Spr. verwacht niet dat de raad zich daar
over zal uitspreken, maar spr. zou er zijft stem aan
geven.
De Voorzitter meent dat de zaak nu voldoende is be
sproken en wil het voorstel Kooij in stemming brengen.
De heer Van Erp gevoelt meer voor het idee van den
heer De Vries, om de zaak tot nadere afdoening in han
den te stellen van B.. en W. Misschien dat de heer Van
Rijswijk de perceelen voor meer dan f 10.000 aan een
particulier verkoopt en dan zijn wij gered.
De heer De Vries zegt. dat nu er geen concreet voorstel
van B. en W. is, B. en W. het eerst maar met den heer
Van Rijswijk moeten afschieten en naderhand bij den
raad moeten komen voor bekrachtiging van een over
eenkomst.
De heer Lookman wenscht nog aan den heer Van Rijs-
wijk te vragen vof de zaak niet voor uitstel vatbaar is.
De heer Gorter wijst er nog op dat de raad dan nu
de verantwoordelijkheid draagt, als de heer Van Rijswijk
tot verkoop overgaat.
De heer Kooij trekt dan zijn voorstel in.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel-De
Vries aangenomen.
De heer De Vries vraagt nog of geen rondvraag wordt
gehouden, maar de Voorzitter sluit de vergadering.
Er was voor deze avondvergadering weer een flinke
belangstelling van de zyde van het publiek.
EEN LEELIJKE TEGENSLAG.
Zaterdag a.s. zal onze Zaterdagavondmarkt voor
de eerste maal worden gehouden en zoouls wij heli-
ben gehoord met ecnig ceremonieel worden geopend.
Prachtig! Maar nu kregen wij kennis van een brief
van het bestuur van den Nederlandschen Bond van
Vlarktkoopliedenverecnigingcn, waarin onomwonden
verklaard wordt, dat „dit Bestuur in verband met de
abnormaal hooge marktgelden, welke te Schagen
worden geheven, heeit besloten geen medewerking
te verleeneu aan verdere uitbreiding van het marki-
wezen te Schagen", m.a.w. onze Zaterdagavondmarkt
boycot.
Later bleek ons nog, dat ook B. cn \V. onzer ge
meente vroegtijdig door dit bestuur van deze ziens
wijze op de hoogte waren gesteld, maar het college
had niet in voldoende mate met deze aanwijzing van
dezen Bond rekening gehouden en vandaar nu die te
genwerking.
Men zal voelen dat waar deze Zaterdagavondmarkt
nog gevestigd moet worden en dus aller medewer
king noodig heeft, maar vooral van de marktkooplui,
dat deze houding van den Bond waarin het grootste
deel der marktkooplieden is georganiseerd, voor onze
Zaterdagavondmarkt de nekslag is. Kn wij begrijpen
dan ook de „eigenwijsheid" van* ns college van B. en
\V. niet om tegen dezen stroom in te roeien. Waar
om niet in den eersten tijd deze markt geheel vrij
gesteld van marktgelden, desnoods premies uitge
loofd voor aanvoer enz. enz. Kortom alles gedaan
om de vestiging en bloei der markt te bevorderen.
Men heeft de markt nu eenmaal gesticht, dus is het
plicht alles te probeeren om haar te doen bloeien.
Maar om nu bij voorbaat alles te doen om het kind
in de wieg te smoren, geeft voor de zooveelste maal
weer blijk hoe weinig inzicht in zaken of het tegen
woordige college van li. cn \V. onzer gemeente heeft.
EEN OUDE LEPEL.
Bij het grondwerk voor het in verbouw verkeerende
perceel van den heer J. de Wit in de Molenstraat alhier,
werd een roosjeslepel gevonden. Het voorwerp verkeert
in gaven toestand. Ter plaatse waar de holle lepel aan
den steel is bevestigd, bevihdt zich het merk. dat nog
goed zichtbaar is. Het voorwerp dagteokent uit de 17c
eeuw, toen te Schagen een lepelgieterij was.
SCHOOLFEEST VOOR DE KATHOLIEKE KINDE
REN.
In de vergadering van Vrijdagavond van de school
feestcommissie der Roomsch-Katholieke school werd
besloten om ook dit jaar weer met de kinderen een
schoolreisje te maken. Evenals vorige jaren zal het
een bezoek zijn aan Bergen en Bergen aan Zee n
voorioopig werd bepaald, dat het reisje op een nader
te bepalen dag in Juli zal worden gemaakt.