Ve/ikad&s Oto 1o$e&
De Piranhas.
Staatsloterij.
Opname!
Uit onze Omgeving.
Z IJ P E
Trekking van Woensdag 28 Mei.
5e klasse 7e lijst.
No. 3789 f 5000.
No. 12151 f 1500.
Nos. 3346 16910 18714 19711 20493 en 20715 ieder f 400.
Nos. 5406 8140 12510 18273 en 20255 ieder f 200.
Nos. 724 779 4966 5711 6995 8123 8317 12247 16198 16989
en 19442 ieder 100.
Prijzen van 1 70.
46 80 172 422 424 509 524 529
802 974 976 1030 1057 1209 1325 1403
1489 1932 1997 2009 2112 2149 2235 2388
2578 2615 2709 2739 2783 2848 3064 3130
3145 3320 3478 3572 3587 3596 3715 3765
3767 3860 4078 4103 4299 4389 4404 4430
4520 4675 4687 4846 4886 4907 4945 4991
5078 5137 5248 5292 5355 5395 5426 5456
5606 5607 5768 5809 5814 5928 5948 6147
6250 6269 6292 6314 6448 6468 6742 6774
6808 6840 6939 7009 7033 7144 7155 7208
7241 7259 7303 7535 7891 7896 7973 8082
8187 8374 8380 8440 8485 8550 8725 8748
8752 8820 8951 9053 9109 9150 9308 9352
9507 9508 9530 9723 9782 9787 9837 10037
10403
10446
10467
10522
10546
10547
10562
10824
10929
11024
11043
11075
11111
11158
11297
11601
11618
11641
11642
11710
11713
11728
11896
11903
11907
11935
11941
12118
12156
12195
12204
12358
12413
12595
12607
12907
12968
13036
13106
13240
13304
13434
13458
13466
13469
13736
13982
14018
14158
14161
14244
14388
14451
14548
14677
14838
14862
15015
15258
15266
15316
15465
15533
15631
15883
15888
15904
15905
16069
16127
16178
16253
16328
16380
16495
16560
16668
16781
16799
16846
16864
16999
17173
17327
17531
17643
17694
17709
17852
71854
18022
18119
18135
18165
18181
18389
18394
18416
18482
18727
18747
18764
18967
18985
18997
19039
19127
19279
19345
19370
19585
19630
19857
19908
19940
19967
20184
20189
20224
20574
20899 20958
Uit de Filmwereld
De geweldige bedrijvigheid, die
in de studio aan de film-opname
vooraigaat.
Het tooneel stelt voor: de studio, waar de nieuwste
film van Greta Garbo, „Romance", wordt opgenomen
Clarence Brown, de regisseur, zit heel onelegant
en diep voorover gebogen in zijn kleine klapstoeltje
het dikke scenario nog eens te bestudeeren. Op het
tooneel zelf zijn eenige mannen bezig met het stof
zuigeren van een oud karpet, timmerlui slaan een
paar spijkers in décors, technici zijn druk bezig met
het schoonmaken en stellen van hun apparaten. Er
heerscht een zoemende bedrijvigheid, de storm, die
aan de stilte voorafgaat
In een hoek van het gebouw loopt met statige stap
pen een aristocratisch uitgedost heer in een waardig
costuum uit 1865 te „ijsbeerenDe rook van zijn
Virginia-cigaret dwarrelt rond zijn grijze pruik en
nauwelijks is de eene cigaret in damp vergaan of
een andere wordt aangestoken. Het is nu eenmaal
een eigenaardigheid van Lewis Stone, dat hij vlak
vöor zijn optreden diverse cigaretten moet hebben
gerookt.
William Daniels, chef-cameraman, die het eigen
aardige record houdt tot nu toe alle films van Greta
Garbo te hebben opgenomen, draait een laatste
schroef vast aan zijn rijdende camera en knikt dan
naar Clarence Brown.
„Wat mij betreft, kunnen we beginnen", zegt hij.
Brown knikt terug en pakt het. zilveren fluitje,
dat aan een koord om zijn hals hangt. Een sner
pend geluid weerklinkt door de ruimte en het >s
merkwaardig om te zien welke uitwerking dit sig
naal heeft. Het heele systeem van mcnschen en ma
chines bereidt zich, als bij tooverslag „ten strijde".
Het geluid verstomt. Brown laat zijn blik door de
studio gaan. Alles schijnt gereed. Dan nog een fluit
signaal. Een kort commando. Ineens flakkeren een
serie schijnwerpers aan, die het tooenel in een zee
Kort verhaal
Wij zaten in hotel „Chiquito" behagelijk, in ge
makkelijke rieten stoelen, bij elkaar en tipten af en
toe aan onze cocktails, die in hooge glazen vóór ons
op een tafel stonden en genoten van onze vrijheid en
ons luieren, mijn vriend Astrugo cn ik.
Twee heeren, zeer speciale typen, die volkomen
het karakteristieke vertoonden van den Amerikaan-
schen detective, kwamen het zaaltje binnen en
boeiden mij onmiddellijk. Zij bleven een oogenblik
staan vóór de doorschijnende aquariums, die de wan
den vormden van de hotelhal, alvorens een tafeltje
te reserveeren. De een was iemand van de gewone
kloek-mannelijke soort; de andere was een nadere
studie waard.
„Kijk, daarginds heb je Rex Coxwell", fluisterde
Astrugo.
„Ken je hem; je meent toch den grootsten?"
„Ja, die bedoel ik".
Toen ik den persoon nader opnam, zag ik meteen
he ook andere gasten in hem geïnteresseerd waren.
Zijn gezicht vertoonde een kapitalen adelaarsneus,
tevens een smallen, voornaum-gesneden, energieken
mond; zijn oogen echter waren heel bijzonder, van
merkwaardig-fascineercnde kracht, niet groot, van
een niet te omschrijven glans, van een zeldzame,
staalharde uitdrukking.
Hij zag de zaal rond. Toen zijn blik mij trof, kreeg
ik een onbehagelijk gevoel, alsof een al te sterke,
electrische stroom door mijn leden was gegaan. Hij
herkende Astrugo en wenkte hem met de hand ten
groet. Daarop ging hij ergens zitten, met den rug
naar 'ons toe. wat mij zeer welkom was.
„Deze Coxwell vervult mij met angst', fluisterde
ik tegen mijn Braziliaanschen vriend.
„Hij is alleen gevaarlijk voor booswichten, die dat
verdienen. Verder is hij de beste kerel dien je je
kunt voorstellen cn die zich ook wat graag eens wil
amuseeren
„Wat voor beroep heeft die Amerikaan van jou
eigenlijk?''
„Hij is bij de politie
„Dat dacht ik al: daar had ik van alles op willen
wedden. Die Coxwell heeft zeker een merkwaardige»
speurneus. Is hij een meester in de kunst van de
tective-spelen?"
„Dat zou ik denken!" beaamde Astrugo. „Ilij ver-
eenigt in zich alle eigenschappen van een 1ste klasse
detective, die bij anderen alleen maar in détail aan
wezig zijn. Heb je zijn oogen gezien? Hij houdt er
misdadigers mee in toom. Wanneer er ook maar
van de geringste verdenking sprake is, is het voor
Coxwell voldoende den verdachte slechts aan te
zien. De onschuldige zal zijn blik kunnen weerstaan,
de schuldige nimmer."
„Je kent hem uit Brazilië?"
van schel licht zetten. Weer klinken korte bevelen.
Het licht wordt sterker, vermindert, krijgt een roode
tint, dan blauwig. Daniels geeft een teeken. Alles
in orde.
Nu komen de microfoons aan de beurt. Een assis
tent, in een overall, klimt haastig op het tooneel.
Hij gaat voor een microfoon staan en telt: „Een,
twee, drie vier, vijf, zesDan gaan zijn oogen
vragend naar omhoog, naar de glazen „monitor-ka
mer", waar de ..geluidsmenger" zit, die de micro
foons bestuurt cn controleert. Een armzwaai. Goed!
Dan komt een volgende microfoon aan de beurt en
vervolgens de tien of twaalf andere. De geluidsmen
ger laat een laatste blik over zijn toestellen gaan
dan buldert net plotseling uit een luidspreker: „Die
microfoon aan den rechtschen muur, boven het
schilderijhangt die niet te laag voor de óp-
name?"
Onmiddellijk schieten een paar assistenten toe.
Een korte bespreking met den cameramannee.
het kan nog juist zoode microfoon zal op het
celluloid-band niet te zien zijn.
Alles in orde? Neen. nog niet. Weer komt de ver
vaarlijke stem uit de luidspreker. „Microfoon zes na
kijken. hangt die wel goedis er geen los con
tact?" Weer hollen eenige mannen naar micofroon
zes. Na eenige oogenblikken commandeert de mach
tige luidspreker-stem: „Spreken!"
„Een, twee, drie, vier. vijf
„Dat kan niet zoohij trilt veel te sterk. Ilaal
'm van dien muur af en zet 'm los neer."
Er is even een groote bedrijvigheid. Kabels wor
den losgemaakt, men klautert op stoelen, instrumen
ten kletteren met metalen klank tegen elkaar.
Weer beveelt de luidspreker: „Probeeren!"
„Een, twee, drie, vier, vijf
„Prachtig laat zoo zitten hij is fijn!"
Brown zit al ongeduldig te kijken.
„Zijn jullie nu haast klaar?", vraagt hij.
„Alles in orde", brult de luidspreker.
„Roep miss Garbo", beveelt Brown en zijn assistent
springt op en rent naar de kleedkamers, welker in
ventaris bestaat uit een groote spiegel, een toilet
tafel, een krul-ijzcr, een electrische kachel, een stoel
en een divan.
„Klaar, miss Garbo", roept hij in de gang.
„Ik kom", is het antwoord.
Een geruisch van zijde, dan komt uit de deur, voor
zichtig schuivend cn haar wijde crinoline tegen bot
singen beschermend: Greta Garbo. Een visioen van
charme en elegance, een persoonlijkheid, wier aan
wezigheid men voelt, voordat men zich harer licha-
lijke nabijheid bewust is. Greta Garbo met krullen
en in een crinoline zoo zag men haar nog nooit.
Rustig en vlug neemt zij haar plaats in aan een
klein tafeltje op het tooneel, tegenover Stone, die
zich naar haar toebuigt en een smeekende blik in
zijn oop-en heeft.
Een gespannen stilzwijgen, dan een harde klap om
het begin van de scène op de geluidsband aan te
geven weer stilte en dan ineens een algemeene
ontspanning als de eerste woorden gesproken wor
den.
„Herinnert u zich Millefleurs dan niet? De viool
tjes onder uw raam en de klaterende fontein?",
vraagt Stone.
Miss Garbo keert, zich naar hem toe en wringt haar
veelzeggende handen. En in een wonderlijk Ameri-
kaansch-Italiaansch, dat toch een eigenaardige be
koring heeft, antwoordt zij protestèerend.
Zoo gaat de scène verder. Zij staan op en bewe
gen zich in de' kamer, gevolgd door microfoon en
caméra. Miniuten worden geteld. Dan opent Stone de
deur en gaat heen
„In orde", roept Brown eenige seconden later.
Regisseur, cameraman en techinici kijken vol span
ning naar de glazen controle-kamer.
De geluidsmenger glimlacht, veegt zijn voorhoofd
af en steekt dan zijn beide duimen omhoog, het tee
ken voor: „In orde".
Even later klinkt zijn stem weer door den luid
spreker.
„Okav for sóund".
„Okay for camera", roept Daniels.
De lampen gaan sissend uit. Stone steekt een ciga
ret op. Greta Garbo pakt met sierlijk gebaar haar
crinoline op en koert naar de kleedkamer terug.
Brown zit weer op zijn stoeltje en leest. De tech
nici maken hun apparaten in orde. Voor de volgende
scène.
WIJ BREIEN
en repareeren alle soorten Wollen Kleeding, Konsen
en Sokken, ook de allerfijnste. JAAP SNOR. Znid-
straat 15, DEN HELDER. Let op den gelen winkel.
Depot Schagen: C. de Moei, Noord.
„Jt, ik leerde hem in San Paulo kennen. Hij was
een aangename kerel en reisde in gezelschap van een
anderen detective, die zijn leerling was: Archibald
Johnson. De Noord-Amerikanen hebben in Brazilië
de meest ingewikkelde belangen te beschermen.
Daarom was het heelemaal niet verwonderlijk, dat
Coxwell, die daarbij volmaakt Portugeesch spreekt,
zich in het land bevond."
Astrugo's blik rustte minutenlang op de opalisee-
rende aquariums, waarin tallooze visschen in sier
lijke lijnen zich voortbewogen.
„Zij hebben de grootte van forellen", zei hij plot
seling. „Bij de heilige moeder Gods van Penha, men
zou ze, van dezen afstand gezien, voor Piranha's
kunnen houden."
Deze plotselinge wending in 't gesprek verraste
mij ten zeerste.
„Wat heeft dit met .elkaar te maken", vroeg ik.
„Hoe breng je deze visschen in verband met de
politie?"
„Omdat alles in het leven met elkaar samenhangt.'
„Ik weet altijd nog niet wat een Piranha is
Een heele mooie visch, mijn waarde. Niet grooter
dan de visschen in dit aquarium, maar even fijn,
«sven haastig. Doch, beoordeeld uit 't oogpunt van
den Braziliaan, bezit deze genoemde visch twee fou
ten. Allereerst een dubbele rij van dicht opéénge
drongen, spitse en scherpe tandjes, die daarbij dus
danig sterk zijn, dat één enkele beet voldoende is
om een bot of zelfs een dunne metalen stang door en
door te bijten. Ten tweede stort zich deze roof-visch
op alles, wat in het bereik komt van zijn blik. De
eenmaal beloerde buit wordt op honderd plaatsen
tegelijk aangevallen. Deze visch strijdt niet. Hij bijt
een stuk vleesch weg en schiet meteen weg. Een
verdediging is absoluut uitgesloten, Eén bloeddrup
pel is er maar noodig om hem aan te trekken. Met
een krokodil zijn de Piranhas binnen eenige minu
ten klaar. Een mensch is binnen een kwartier een
keurig geprepareerd skelet. Op de Araguaye, de To-
cantin of in de bijrivieren van de Amazone zou geen
mensch het wagen bij een roeipartij de hand in den
stroom onder te dompelen. Enkele oogenblikken la
ter zou hij dit met eenige vingers ingeboet hebben."
Ik wendde mijn blik van de aquariums af en zei
kort:
„Vertel nog eens wat van Coxwell".
„Jou zoudt er ook de man niet naar zijn, om op on
ze stroomen mee uit gondelen te gaan", merkte
Astrugo spottend op.
„Ik moet bekennen, dat ik onze rivieren prefereer
waar men zonder gevaar baden kan. Maar vertel toch
van Coxwell in verband met jouw vraatzuchtige
Piranhas".
„Welnu, vooruit dan maar, luister goed:
„Coxwell en Johnson waren werkzaam voor een
Bostonsch consortium, dat in Brazilië door een goed
georganiseerde bende, stelselmatig werd gedwars
boomd in zijn handelingen. Coxwell had maling aan
de hulp der Braziliaatische politie en beweerde het
er zonder te kunnen stellen en inderdaad een maand
later zaten de hoofdschuldigen achter slot en gren
del. Jammer genoeg beging Coxwel 1de groote fout
van in het land te blijven. Hij bezat een schaar van
goede vrienden, zoodat hij de op wraak beluste ele
'T ZAND.
Maandagavond 26 dezer hield de Coöp. Boerenleen
bank alhier haar jaarlijksche algemeene vergadering
ten huize van G. A. de Wit.
Aanwezig waren, benevens bestuur en de leden
van den Raad van toezicht, 46 gewone leden.
Te kwart over acht opent de voorzitter, de heer J.
Strooper, met een christelijken groet de bijeenkomst
om hierna allen hartelijk welkom te heeten en de
hoop uitsprekend dat de besprekingen een aangenaam
vlot verloop zullen mogen hebben en dezelve zullen
mogen zijn in het belang der bank. Voorzitter me
moreert, hierna hoe we het vorig jaar, door het be
sluit der renteverlaging, de toekomst wel met eenige
huivering tegemoet zijn gegaan; veel winst is er dan
ook niet gemaakt, gerekend naar vorig jaar althans,
toch was de winst nog f400.31. waarbij nog komt de
waarde van een doceurtje van de Centrale Bank, be
staande uit een niet verhandelbaar stukje groot no
minaal f 1000.met een balanswaarde van f400.
Voorzitter licht hierna toe, dat alhoewel het stuk
niet verhandelbaar is, het wel uitlootbaar is.
Door voorzitter wordt hierna de heer P. Dekker als
secretaris aangewezen en verzoekt deze de notulen
der op 17 Mei 1929 gehouden algemeene vergadering
te willen voorlezen.. Goedkeuring er van volgt onder
dank.
Volgen mededeelingen betreffende de rentestan
daard. Voorzitter zegt, dat in April jl. van de Centrale
Bank een schrijven werd ontvangen de renten in den
loop van 2 Juli a.s. met Y* a te verlagen. In
verband hiermede werd daarover op de ringverga-
dering, gehouden te Schagen, met den Hoofdinspec
teur daarover gesproken, aangezien een en ander
hedenavond moesi worden besproken cn vastgesteld.
Na genoemde bespreking is door de Centrale mede
gedeeld, dat men de rentestandaard vrij zeker zal
handhaven zooals zij thans is. waarom het Bestuur
dan ook nu voorstelt op denzelfden voet als vorig
jaar door te gaan, daarbij zich het recht voorbehou
dend bij eventueele verlaging bij de Centrale, deze
automatisch ook hier toe te passen.
Hierna leest voorzitter een kort verslag voor van
het verloop der werkzaamheden der bank over het
jaar 1929. waaruit blijkt, dat het ledental met 6 toe
nam. 3 leden traden uit (1 door overlijden), terwijl
9 nieuwe leden toetraden; totaal aantal op 1 Jan.
1930 98 leden. Door 19 spaarders werden de saldi te
ruggevraagd, terwijl G1 nieuwe spaarboekjes in den
loop van het jaar werden afgegeven, zoodat er op
1 Jan. 1930 totaal 406 spaarboekjes waren geplaatst.
De winst bedroeg totaal f800.31, zoodat de reserve
thans bedraagt f 2575.07M. In totaal werden 1762
dagboekposten geboekt. De rekening sloot in ont
vangsten en uitgaven met f461532.62, tegen vorig jaar
met f 291782.13, terwijl de balans op 1 Jan. 1930 en 1
Jan. 1029 resp. met f258349.73 en f 214242.01 sloot. Uit
een en ander blijkt dat de geheele omzet aan
merkelijk verhoogde.
Het bestuur vergaderde 16 maal, door den Raad
van Toezicht werd 5 maal vergaderd, terwijl boven
dien nog 6 gecombineerde vergaderingen werden ge
houden.
Voorzitter verzoekt hierna den heer Kager de reke
ning en balans te willen voorlezen, waaraan deze
gaarne en op zeer duidelijke wijze gevolg geeft.
Hierna wordt door de commissie, gevormd uit de
leden, bij monde van den heer W. de Wit, medege
deeld, dat alles „tip top" in orde was bevonden.
Voorzitter dankt de heeren commissieleden voor
hun werk, alsmede de kassiere voor haar punctueel
werk, de hoop uitsprekend, dat zij met denzelfden
ijver voort zal gaan, haar hierna dechargeerend.
Volgen besprekingen over al of niet verkoop der
oude brandkast, waarbij voorzitter toelicht dat een
nieuwe Lips-kast werd aangeschaft voor den prijs
van f605, daar de oude kast in verband met de te
Heerhugowaard gepleegde inbraak door de inspectie
werd afgekeurd.
Voorzitter zegt, dat er eerst nogal eens is over en
weer gepraat voordat men besloot zoo'n dure kast
menten geheel uitgeschakeld had. Ongelukkiger wijze
werd zijn leerling hiervan het offer. Johnson werd
in een hinderlaag gelokt en gedood, De politie vond
geen spoor van den moordenaar, die natuurlijk er
vandoor was gegaan: schijnbaar had men met een
zeer ondergeschikt lid der bende te doen."
„En wat deed Coxwell nu?" vroeg ik.
„Hij had maar .eene gedachte: zijn kameraad te
wreken. „Ik zal hem wel te pakken krijgen, dien
schoft!" zei hij mij na den dood van zijn vriend. Toen
verloor ik hem maandenlang uit het óog; hij was
verdwenen. Ik zelf was in dien tijd als prospector
werkzaam aan de grenzen der staten Maranao en
Para. Na een langen rit dreef ik eens in een groote
bark de Toean tin af; wij waren, de roeiers erbij ge
rekend, ongeveer een dertig personen, bijna allen Por-
tugeesche halfbloedjes. Tot mijn niet geringe verba
zing herkende ik onder de reizigers Coxwell. Direct
was ik getroffen geworden door zijn stom, de uit
drukking op zijn gezicht was onheilspellend. Ik had
dadelijk het vermoeden, dat zijn schijnbare werke
loosheid een dramatische ontknooping beloofde.
Je kent niet de betoo(venng dezer riviervaarten, te
midden der Braziliaansche oerwouden, ook niet het
kampleven bij het schijnsel der kolossale vuren, die
muskieten en roofdieren moeten verschrikken.
Inmiddels werden onze hangmatten voor den nacht
in orde gemaakt door de roeiers. Meestal ging men
laat ter ruste. Op zekere nacht werden we door een
erg kabaal gewekt; wij schrikten overeind. Het kamp
vuur was uitgedoofd. Coxwell stond stil in ons mid
den.
„Misschien een tapir of misschien wel een jaguar",
meende hij. Toch ben ik zeer verbaasd dat zoo'n roof
dier zich zóó ver uit het woud waagt. Zijn wij vol
tallig?"
iNemand ontbrak. Het vuur werd op nieuw aange
maakt en spoedig lagen we allen weer in onze hang
matten. Coxwell alleen niet. Hij bleef, voorovergebo
gen, bij het vuur zitten, een revolver in de hand.
's Morgens vroeg braken we op. Coxwell was zwijg
zaam; zijn gezicht verried niet veel goeds. Om negen
uur 's morgens werd de hitte bijna ondragelijk. Wij
hielden stand bij een verlenging van het rivierbed,
waar we uitrustten. Behagelijk slurpten we onze
koffie, toen plotseling een reiziger de vraag opwierp,
wie wel de nachtelijke rustverstoorder was geweest.
„Ik kan het u zeggen", merkte Coxwell droog op.
„Ik schrikte u uit den slaap op, het was geen tapir
noch een jaguar, maar een mensch, die mij wilde
vermoorden".
„Hebt u tegen iemand speciaal eenige verden
king?"
„Misschien", aarzelde Coxwell.
Daarop keerde hij zich om, liep langs de roeiers,
totdat hij plotseling voor één staan bleef, zeggend:
„Domingo, ik heb jou vannacht gezien. Ik heb al
tijd wantrouwen in je gehad!"
Plotseling greep hij hem aan; de mulat verweerde
zich. Ik zag een mes schitteren, maar reeds had Cox
well hem met ijzeren greep bij den pols. In den strijd
had de roeier letsel ©pgeloopen aan een onderarm,
zoodat het bloed als een dun draadje over zijn hand
vloeide.
aan te schaffen, doch aangezien het waarborgfonds
alleen dan het risico van braak, fraude etc. op zich
neemt wanneer alles volgens de voorschriften wordt
beheerd moesten we wel. Het bestuur zou nu voor
willen stellen dc kast onder de leden te verkoopen en
wel op de volgende manier: degene die interesse voor
de kast. heeft, kan haar ten kantore gaan zien en op
een briefje zetten wat hen voor dezelfde wil geven.
Wie dan den hoogsten prijs biedt, bekomt de kast.
Zij (hot bestuur) heeft alzoo 2 punten ter bespreking,
nl. no. 1, zullen we de kast verkoopen of niet; no. 2
voorstel als boven. De vergadering is eenstemmig van
oordeel, de kast te verkoopen, waartoe dan ook wordt
besloten.
De heer C. N. de Wit zou ook de door het bestuur
aangegeven wijze van verkoop willen handhaven,
terwijl de heer P. Tuin zou willen dat het bestuur
een minimumprijs zou vaststellen. De Raad van toe
zicht noemt hierna als laagste prijs f 100.
Op een vraag van den heer C. N. de Wit zegt voor
zitter de kast absoluut niet onder genoemden prijs
te verkoopen.
Volgt verkiezing van een bestuurslid, aftredend is
de heer .Tac. Schilder Lz. (herkiesbaar).
Voorzitter verzoekt de heeren M. Smit P/... P. Zo
merdijk cn P. Veeken een stembureau te willen vor
men. Uitgebracht worden hierna 50 stemmen, waar
van 47 voor Schilder voornoemd, 1 voor Jb. de Vries
en 2 blanco. De heer Jb. Schilder neemt desgevraagd
zijn herbenoeminig aan, bij monde van voorzitter dan
kend voor het in hem gestelde vertrouwen.
Krijgen we verkiezing van 2 leden van den Raad
van Toezicht: aftredend zijn de heeren A. Kager en
J. Bakker (beiden herkiesbaar). Uitgebracht 110
stemmen, waarvan 40 voor J. Bakker. H A. Kager,
11 blanco. 4 C. N. de Wit, 3 W. Doedens, 2 J. Appel
man, 2 Joh. Klaver, 2 L. Schilder Jbz., 1 A. Zomerdijk
cn 1 voor K. Rootgers. Beide heeren aanvaarden we
derom hunne functie.
Volgt rondvraag. De heer W. Doedens zou het
Bestuur cn dc Raad van Toezicht aan de hand van
de in dc bladen voorkomende gunstige verslagen, ten
opzichte der nieuwe spaarmethode, in overweging
willen geven te onderzoeken of dit ook hier gaat. Spr.
licht toe dat dit met busjes geschiedt, waarvan de
sleutel bij de(n) kassier(re) der bank berust. Vol
gens spr. zou deze manier zijn èn in 't belang der
bank en in het belang der veel verdienende, doch ook
veel vorteerende jeugd en daarom zou 't volgens spr.
in deze parochie wel iets kunnen zijn.
Na besprekingen geeft de algemeene vergadering
het bestuur vrijheid van handelen naar goeddunken
in deze en zal na gunstig uitvallend onderzode tot
aanschaffing van spaarbusjes worden overgegaan.
De heer L. Schilder vraagt of de rentestandaard nu
voor een jaar vast is vastgesteld, waarop voorzitter
antwoordt, dat. wijziging is voorbehouden, zooals
reeds werd besproken.
De heer F. H. Veuf-zou het maximum-bedrag ecner
te sluiten loopendo rekening, hetwelk thans op
f 10.000 is gesteld, voor vennootschappen, coöperaties
en dorg. instellingen, welker statuten gezamenlijke
aansprakelijkheid inhouden, tot 125000 willen zien
verhoogd.
Na re- en dupliek tusschcn voorzitter en den heer
VeuJ, stelt eerstgenoemde voor, eerst de rondvraag
af te werken en dan verdere besprekingen hierover te
houden.
De lieer J. Appelman vraagt of het salaris van do
kassierre door het bestuur wordt vastgesteld, waarop
voorzitter bevestigend antwoordt.
De heer A. Kager dankt dc vergadering voor het
straks bij zijn herbenoeming in hem gestelde vertrou
wen cn zegt weder zijn beste krachten te zullen ge
ven.
Volgt bespreking over verhooging loopende reke
ning tot f25000.—.
Dc heer Veul maakt hiervan een voorstel.
Do heer W. Doedens vraagt of nog steeds van
kracht is dat ééns per jaar genoemde rekeningen
worden aangezuiverd.
Voorzitter zegt van ja cn deelt, de kassierre hier
naar gevraagd, mede, dat deze eventueel per 6 weken
aanzegging ook moet gebeuren.
De heer C. N'. de Wit zou in verband met het voor
stel Veul, als zijn meening naar voren willen bren
gen, dat f25.000.max. voor eerder genoemde instel-
Domingo had hei mes laten vallen. Met een Jiu-
itso beweging had Coxwell den man onschadelijk ge
maakt en doorzocht zijn borstzak, waaruit hij een
korte bijl, waarvan de spits in een leeren fottdraal
stak, te voorschijn haalde.
„Datirmee had hij mij willen dooden!" En de mis
daad werd dan op rekening van dc inboorlingen ge
boekt. Het was een giftige bijl, die mij in den slaap
had moeten treffen. Domingo hield, vóór acht dagen,
een lange bespreking met eenige boschbewoners over
dit plan."
Toen hij zich bij ons voegde, had zijn gezicht weer
dien angst-aanjagenden blik. Hij scheen volmaakt
rustig, was innerlijk echter op kookpunt.
„Die man daar met die wond aan den heneden-
arm heeft mijn kameraad Johnson vermoord. De po
litie wist. den schuldige niet te vinden. Ik heb ech
ter een duren eed gezworen hem te ontdekken. Ik
heb den aanvoerder der bende in de gevangenis
systematisch uitgehoord en onmiskenbare bewijzen
voor Domingo's schuld bijeen verkregen. Hij was ge
vlucht, waarheen ik hem volgde: aldoor vluchtte hij
verder, ik liet hem niet los, bleef hem op de hielen,
totdat hij via enkele plaatsjes eindelijk een verblijf
zocht in het oerwoud bij de Tocantin. waar hij zich
als roeier verhuurde. Maar steeds voelde hij mijn
adem in den nek. Ons wederzijdsch lot was ten
nauwstj verbonden geraakt: In het struikgewas zou
hij een prooi van wilde dieren geworden zijn, daar
om besloot hij mij te dooden, maar ik was op mijn
hoede!"
„En nu, Domingo, ben je van mij. Geef op je
knuisten, dat ik je de. boeien aanlog".
Zijn oogen blikkerden afschuwelijk. Zijn blik was
hard en koud als staal. Domingo rilde, hij trad een
pas achteruit. Zijn armen hingen slap langs zijn lijf.
Hij was ongewapend en de blik van Coxwell hield
hem als een wild dier in de ban. Op eens probeerde
hij te ontsnappen, doch toen hoorden we de snij
dende stem van den detective:
„Halt! waar wil je heen? je weet dat ik je naar do
galeien zal doen brengen".
Maar Domingo was reeds over koffers en kisten
gestormd en had zich, tot groote ontzetting der om
standers; hals over kop met hoog opgeheven handen
in de rivier gestort.
Een schreeuw van ontzetting steeg uit aller mond.
„Spring niet! Daar ;ijn de Piranhas! Bij de heilige
Madonna, je bont verloren! Jo bloed vloeit
Het was te laat. Het drama duurde niet lang. Het
stroomende bloed lokte honderden groote vraatzuch
tige Piranhas aan. Een oogenblik kwam de ongeluk
kige naar de oppervlakte. Hij maakte een wanhopige
beweging. De eene helft van zijn gezicht was al on't-
vleescht, afschuwelijk om aan tc zien. Daarna zonk
hij op den bodem.
Astrugo dronk met een haastigen slok zijn cocktail
uit en besloot zijn verhaal met de woorden:
„Deze Coxwell had niet hot minste vermoeden van
de toovermacht zijner oogen. Het treurig einde van
Domingo schokte hem zoozeer, dat hij zich acht da
gen aanéén een roes indronk. Want, zie jc, hij was
in den grond der zaak maar een zielige kerel."