lCT^ZTT]
-5if
EENVOUDIGE JAPONNETJES
MET HUNNE KRAGEN.
1. Japon van blauw crapella, gegarneerd
met opgestikte stukken en met een lederen
ceintuur. Kleine platte kraag en manchetten
uit okerkleurige tulle. Bij dezelfde japon kan
men ook een dubbele kraag van wit toile de
soie nemen afgezet met een zijden biesje
volgens model.
Benoodigd 3 M. in 1.40 M breed.
2. Japon van marineblauw wollen jersey
aan de voorzijde geknoopt. Op de rok holle
plooien van boven gestikt voor de noodige
ruimte. Garnituur van rose kant, ook voor
zien van kleine plooitjes of wel met ajour-
steekjes.
Benoodigd 3 M. in 1.40 M breed.
3. Japon van bruin wollen crêpe de chine.
Het bovenlijf bestaat uit opgestikte deelen.
De rok is in vorm gesneden.
Kraag, strik en manchetten zijn van getand
ivoorkleurige voile of wel van bleekrose
taffe'tas, a jour gegarneerd.
Benoodigd 3 M. in 1.40 M. breed.
HOE MOET MEN ZELF EEN
PATROON KNIPPEN?
MANCHETTEN.
Op de blousemouw zetten we meestal een
eenvoudig, recht manchetje, dat aan weers
kanten een eindje uitsteekt, hetzij dat het
aan de uiteinden recht afgewerkt wordt of
met een puntje. We meten de polswijdte
Recktmancheye
pol»wij dt e
r-
Rond kapje
'hl pol:
Volant
en zetten een rechthoekje op, Uat lang is
dr» polswijdte en aan weerskanten 2 a 3 c.
M en hoog de hoogte v-.r het manchetje
(ongeveer 3 c.M.). De onderkant van het
manchetje is meestal vouw, dus moeten we
het manchetje aan den onderkant tegen
de vouw der stof leggen.
De gesloten mouw kunnen we aan den
onderkant aardig afwerken, hetzij door
'n rond kapje wat op de mouw gezet wordt
hetzij door een volant, die we onder aan
de mouw zetten. Nemen we het ronde kap
je .dan meten we hiervoor de wijdte van
den onderkant der mouw en zetten 'n wa-
terpaslijn en een loodlijn op. Op de water-
paslijn meten we vanaf het loodlijntje de
halve polswijdte af en gaan bij het lood
lijntje 1 c.M. omhoog en trekken zoo de
nieuwe gebogen onderlijn. Om het kap
je even van de mouw af te laten staan zet
ten we een nieuwe schuine zijlijn die u vol
gens teekening kunt zetten. Meet nu van
af de nieuwe onderlijn de hoogte van het
kapje (5 a 6 c.M.) en teeken het kapje
volgens teekening af. Het kapje moet van
duhbele stof zijn en wordt in de rondte af
gewerkt en tegen den onderkant van de
mouw gezoomd.
Om een eenvoudige, aardige volant te
teekenen zetten we een vierkantje op van
18 bij 18 c.M. en deel zoowel loodlijn als
aterpaslijn in tweeën. Nu moet er in het
midden een opening gemaakt worden om
de mouw er tusschen te zettten. Als we de
volant aan de mouw zetten moeten we on
geveer 3 c.M. van de lengte der mouw af
nemen daar de mouw anders te lang z< u
worden. Meet nu de nieuw verkregen mouw
wijdte en zei vanaf het midden op elk der
4 lijnen 1/4 polswijdte 1 af en teeken zoo
het rondje volgens teekening. We nemen
1/4 polswijdte 1 omdat de ronde lijn
vanzelf wijder wordt dan de rechte lijn.
NIEUWE MODESNUFJES.
Aan de Rlvlera riet men veel hoeden van
tweedstroo een gevlochten stroo dat
door zijn weefsel aan de bekendt Engelsche
stof herinnert. Als eenige garneering van
dergelijke hoedjes, die natuurlijk voorna
melijk sportmodellen zijn, lient een smal
lederen riempje onderlangs den bol.
MOOI EN LEELIJK.
Dostojewsky beweert ergens, dat er geen
volstrekt leelijke vrouwen bestaan. Wie er
zin en behagen in schept, kan natuurlijk
met zoo'n „Satz" in de hand aan 't spot
ten slaan en voorstellen, om b.v. eens te
kijken naar mevrouw Zoo-en-Zoo en juf
frouw Die-en-Die. Maar ik herinner me
toch van een jaar of dertig geleden een
meisje in de buurt waar we woonden, dat
dan toch wel zóó het begrip van „vrouwe-
lijk-schoon" in zijn tegendeel had verkeerd
als ik voor of na dien zelden heb aan
schouwd. Hoe komt het nu, dat datzelfde
kind betrekkelijk jong reeds door verschil
lende bewonderaars werd gevolgd en voor
dat ze meerderjarig was al hoog en breed
was getrouwd 0 Zou de stelling van Dosto
jewsky inderdaad wel z^o dwaas zijn als
oppervlakkige oritiek zou willen doen ge-
looven
Let maar even op, als v wilt, wat hij
direct laat volgen op de besproken woorden
„Iedere vrouw, ook de leelijke. Leeft min
stens één eigen charme, die geen andere
met haar gemeen heeft; men moet er al
leen talent voor hebben die te vinden".
't Is bekend, hoe de groote Russische
schrijver juist zijn grootheid vindt in de
zeldzame cn onvergelijkelijke kennis van
mensch en menschelijk jeven en vaak staan
we dan ook verbaasd over /at hij dezen
of genen in zijn boeken ov vrouwen zeg
gen laat. Dat is lang niet altijd even vlei
end. Ook lang niet altijd waar. Zoo b.v.
het overigens niet ongeestige geval, waar
*t peheele vrouwenvraagstuk wordt terug
gebracht tot een kwestie van gemis aan
originaliteit, 't Heet daar dat de vrouwen
nooit een oorspronkelijk idee hebben ge
had „dat moesten de mannen maar
ben". Op die manier hebben de mannen
zoer tot hun eigen schade het vrouwen
vraagstuk uitgedacht. Onwillekeurig denk
Je dan t.a. v. de vrouw aan 't bekende
„Barbertje moet hangen".
Om tot ons onderwerp terug te keeren
dat nooit-volstrekt-leelijk-zijn van een
vrouw.
De allermooiste vrouw vindt hij die
vrouw, die haar heele leven lang als gebo
ren liefdezuster is dat geeft een ondefini
eerbare uitdrukking op het gelaat, die het
leelijkste gezicht mooi maakt en waardoor
onweerstaanbaar alle menschen worden
aangetrokken.
Natuurlijk heeft hij daarin heelemaal
gelijk. W. i.w. ben je als vrouw de laatst-,
aangewezene om over vrouwen te oordee-
len, maar vanuit mannen gezien, d.w.z.
vanuit de ervaring die ik heb opgedaan
door met veel mannen over veel en veler
lei te hebben gesproken, staat de juistheid
van die uiting toch onomstootelijk vast.
Bij het lezen van dit stuk over de vrouw
kwam ineens de herinnering bij me boven
aan die wonderbaarlijke Italiaansche, over
wie ik in deze rubriek ook al eens heb ge-
schrevenv de tooneelspeelster Eleonore
Duse. Die is heelemaal niet mooi, en toch
wat een onvergelijkelijke schoonheid
Lees het leven van die vrouw en dan weet
ge hoe het komt. Zij is ook de geboren
liefdezuster. „Voor zulke vrouwen behoeft
men nooit iets te verbergen, tenminste
niets van wat onze ziel pijn doet of smart
veroorzaakt". Dat is het wat in Eleonore
zoo onweerstaanbaar boeit jammer, dat
bij vele vrouwen dat allervrouwelijkste in
en door het leven wordt achteruitgescho-
ven en weggeschoven en vernield soms
zelfs.
Geplaatst, or.danks zichzelven, plotseling
tegenover een brok ellende of afschuwe
lijkheid, lichamelijk of zedelijk, overwint
plots dat typisch-vrouwelijkc al het aan
geleerde en verrijst het uit zijn lethargi-
schen toestand dan is ze op haar schoonst
schen toestand: dan is ze op haar
schoonst; blijkt ook niet in den eerbied
die iedereen, letterlijk iedereen, spontaan
en onmiddellijk toont aan de „liefdezus
ter"
Onbegrijpelijk, dat zoo weinig meisjes,
die naar levensvulling zoeken, dien kant
uitwerken.
De meeste koppen, ook niet de koppen
van vrouwen, gaan er in den loop der ja
ren niet op vooruit.
Veel schoonheid gaat verloren, zelfs
schoonheid die niet of nauwelijks ontloken
was.
Ook wel omdat men de schoonheid zoekt,
waar ze niet is buitenkantig en kunstma
tig, terwijl de schoonheid toch alleen van-
binnen-uit kan komen.
Zoo'n schoonheid was dat leelijke kind,
waarover ik in de eerste regels schreef. En
ik verbaas me dikwijls over de stomme
jongens die dergelijke choonheden soms
laten overblijven.
Om 't te verwachten waar de vrouwelij
ke, de meest wezenlijke vrouwelijke
schoonheid toch eigenlijk geheel ontbreekt
Z.
REÜEPTEH.
VOORJAARSSOEP.
10 mooie zuringbladen, 10 mooie spina-
ziebladen, paar bladen sla, wat kervel, 1
dikke prei, 3 aardappelen, 1 yx L. water, pl.m.
10 gr. zout, pl.m. 30 gram boter, 1 eierdooier,
één lepel room.
Bereiding Maak de prei schoon, snijd
het witte gedeelte van de prei in dunne
schijfjes, wasch deze en fruit ze in de helft
der boter, zóó zachtjes, dat ze geel van kleur
blijven. Stroop intusschen de zuring af;
maak de sla schoon en gebruik daarvan al
leen dé gele- en lichtgroene bladeren;
maak de spinazie schoon en verwijder dat
gene wat eenigszins rottig is. Wasch de bla
deren goed en snijd ze samen op een plank
je fijn. Schil de aardappelen en verdeel ze in
3 a 4 stukken. Voeg nu bij de prei het ko
kende water, zout, de groenten en de aard
appelen en laat alles samen pl.m. yK uur
koken. Giet vervolgens de vloeistof door een
tamelijk fijne zeef en wrijf de groenten er
door tot purée. Laat de soep nog even door
koken om ze gelijk gebonden te krijgen en
maak ze af met de rest der boter in kleine
stukjes verdeeld, de eidooier en den room.
Presenteer er nette, kleine in boter ge
bakken dobbelsteentjes brood bij.
RABARBERPIE (3 a 4 personen)
120 gram bloem, 60 gram boter, 30 gram
suiker, iets zout, pl.m. i/2 d.L. water, 1 K.G
rabarber, suiker, citroenschil.
Bereiding Snijd van de rabarber de groe
ne bladeren af en het onderste gedeelte
Schil de rabarber als ze oud is, schrap ze
hier en daar waar het noodig is als ze jong
is. Snijd ze in stukjes en zet ze op met iets
kokend water en een citroenschilletje. Kook
ze zachtjes gaar, zorg dat ze niet aanbrandt.
Wrijf de rabarber fijn, verwijder de citroen
schil, voeg suiker naar smaak toe, bind de
rabarber als ze erg dun is met aangemeng
de aardappelsago of maizena en laat ze koud
v/orden.
Maak in dien tijd het deeg.
Doe hiervoor de bloem en de boter in een
kom. Verdeel met een mes de boter in stukjes
irr de bloem. Voeg 30 gr. suiker en wat water
pl.m. i o dL. toe. Roer deze massa met eer.
lepel door elkaar. Zorg vooral dat het niet
te vochtig is. Meel en boter moet juist een
samenhangende massa vormen.
Bestrooi een steenen tafel of deegplank
met bloem; wrijf ook een deegrol in met
bloem en rol het deeg uit tot een gelijkmatige
groote lap. Til de lap onder het rollen telkens
op om aankleven aan de tafel te voorkomen
Vul een vuurvasten schotel, liefst met
breede rand, met de rabarbermoes. Maak de
rand der schotel nat. Leg de lap deeg losjes
en luchtig over de rabarber en den rand der
HERINNERING.
Herinnering is een Vrouw, met stillen
bleeken monflj
Die zwijgend raapt en meedraagt
wat zij vond.
Wier voeten gaan, met zwevend
lichten trei
Langs wegen, rijk begroeid, in
zonnegoud geze
Om straks weer, moeizaam, wankelend
te gaan
Het heuv'lig pad van donk'ren
kerkhof laan..,
Die niet vergeet, wat hare hand
vergaard
En soms één wóórd, een schat als
reliquie bewaart.,
H. H. de Bruin-Léon.
schotel. Trek het deeg vooral niet, duw hei
iets terug, anders gaat het met het bakkei
van den rand af. Snijd het overtollige deeg
met een mes langs den rand der schotel al
en druk het deeg met een vork vast op den
rand. Gebruik het overtollige deeg voor 1
maken van een versiering, die met water op
het deeg bevestigd wordt. Bestrijk'het geheel
met geklopt ei, prik hier en daar een kleb
gaatje in het deeg om waterdamp door fi
kunnen laten en bak de pie in een vrij wah
men oven gedurende pl.m. y a 1 uur.
KARNEMELKPUDDING (4 pers.)
1 L. karnemelk, 4 citroenen, 1 dL. water, 1!
blaadjes gelatine, waarvan 2 blaadjes roode
400 gram suiker.
Bereiding:
Week de gelatine in ruim koud water. Los d(
suike!* op in 1 dL. water, breng dit'aan dep
kook en los hierin de in koud water geweekt!
gelatine op. Laat deze massa afkoelen.
Doe de karnemelk in een kom, voeg hierbi
het citroensap, wat geraspte citroenschil
Voeg wat van de karnemelk bij de gelatine-
massa (de geiatine-massa direct bij de kar
nemelk zou te sterk kunnen afkoelen en 'I
vormen van stukjes gelatine kunnen veroor
zaken). Doe de gelatine-massa bij de karne
melk. Laat deze masas afkoelen tot ze gelei-ig
wordt en doe haar dan in een met koud wate
omgespoelden puddingvorm. Presenteer di
pudding met vanillesaus of room.
LONDONDERRYSOEP (4 pers.)
1 L. bouillon (5/4 L. water op 400 gram
Schenkelvleesch) foeile, peterselie, Spaan-
sche peper, stuk ui, wortel, itheelepel
kerry, zout, 45 gram bloem, 45 gram boter,
1 lepel Madeira, 1 d.L. room, 1 eidooier, 1
blikje champignons.
Bereiding Trek van het schenkelvleesch
met het water bouillon met alle kruiden
behalve Spaansche peper, kerry en ui. Fruit
deze drie in de boter totdat de grof gesne
den ui licht geel ziet. Voeg de bloem toe,
roer dit samen glad. Schenk langzamer
hand de bouillon toe. Roer goed en laat de
massa na elke toevoeging goed doorkoken.
Laat tenslotte de soep 5 a 10 minuten door
koken. Zeef de soep. Maak haar op smaak
af met Madera, zout, het champignon-nat
en den door middengesneden champignons
Klop in de soepterrine een eierdooier mei
de room en giet langzaam, steeds kloppe»'
de, de soep er bij.
KATTETONGÉN.
100 Gram bloem, 100 gram boter, 100 gr.
lichte basterd- of poedersuiker, 2 eiwitten,
de zaadjes van i/2 stokje vanille.
Bereiding: Roer de boter in een kom met
een houten lepel tot room. Voeg. de ge
zeefde basterd- of poedersuiker toe, ver
volgens het slechts even losgeklopte eiwit,
de gezeefde bloem en de vanille zaadjes.
Vermeng alles vlug met elkaar, omdat de
koekjes niet luchtig mogen worden. Wrijt
een bakblik in met boter, spuit hierop ge
lijke lange, rechte stokjes die cp eenigen
afstand van elkaar moeten liggen. Bak de
kattentongen heel licht bruin in een war
en, doch niet te heeten oven. Leg de
koekjes als ze klaar zijn even op een tafel
of platte schotel tot ze koud en dus bros
geworden zijn.
ANIRAHTAC.
ONZE PATRONEN.
Patronen van de modellen van mantels
en kinderjurken zijn verkrijgbaar bij onrt
mode-redactrice Mejuffr. L. Berendes, Joaü
Vlaetsuyckerstraat 96. Den Haag.
De patronen voor dames kosten t L-n
die voor kinderen f 0.80. Het duurt onge
veer 10 dagen alvorens ze In bet bezit
Komen van degenen die patronen aanvragen.
Aan de lezeressen die een patroon bestel'
len, wordt beleefd verzocht bij de aanvTaf*
het verschuldigde bedrag tn te sluiten, M
voorkoming van administratiekosten.
redactie.