KRONIEK VERMAKELIJKE Waterzuchtige Zwellingen. J^RugpynNieren Pillen 3 door DIRK DUYVEL Junior. Opper-Kafferstein VAN Groot Gortbuikenburg, Hoofdstad van Hebt gij blazen onder de oogen, zwellingen rond de enkels, bij de polsen, op de handen, en last van rugpijn, een duizelig, afgemat gevoel, of urinestoornissen Dan bestaat er reden om aan nierzwakte te denken. Verwaarloos geen kostbaren tijdl Begin onmiddellijk met het gebruik van Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Zij kunnen trage nieren opwekken en versterken. En doordat gezonde nieren het bloed volkomen zuiveren van de erin voorkomende vergiften als urinezuur en urea, ondervindt uw geheele gestel er den weldadigen invloed van. Verkrijgbaar bij alle drogisten enz. in glazen verpakking a f 1.75 p. flacon. De Secretaris wordt dank gebracht voor zijn uit voerig verslag. Geen gedelegeerde leden. liet bestuur stelt voor om geen gedelegeerde leden voor de najaarskeuringen der verecniging meer te benoemen. liet bestuur toch is van mecning. dat het aanwijzen van gedelegeerde leden niet meer noodig is, omdat het houden van najaarskeuringen wegens verschillende redenen niet meer 7.00 geregeld plaats vindt, als voorheen. En wanneer bedoelde keuringen nog worden gehouden, hetgeen voor jonge vereeni- giii"en toch wenschelijk is, dan worden wel perso nen huiten de verecniging in kwestie aangezocht om als juryleden op te treden en is een onpartijdige uit spraak verzekerd. RIDENDO DICERE VERUM! Waar gij de rauwe waarheid biedt; Zoo doet het schertzend, Want... dan kwetst ge niet! Teeder geliefde door Gods lieve zon zonder onderscheid beschenen Rechtvaardigen en Goddeloozen! Gaudeamus Igitur! verheug u met mij lievelingen van Ceres en Pomona, want uw brave Dirk staat nog onbe schadigd met in prima staat verkeerende, zooals stok- ouwe fordjes altijd in de krant worden aangeprezen, nekwervels voor uw aanschijn! Dank zij een vermolmde zolderbalk is hij weer capabel u op een van zijn populaire Gortbuikenburgertjes re vergasten. Het touw was gloednieuw en er kon een eerste prijs van de Schager Paaschtentoonstelling aan bengelen. De spijker vertoonde alle kenteekenen van uiterste so liditeit, maar zoo ik zei, de balk was door de paalworm uitgevreten en wat geeft je nu 'n sterk touw en 'n beste spijker als de balk niet houden wil? Ik heb dus mijn ingrediënten die mij van mijn levensmoeheid zouden ge nezen, tegen kostenden prijs overgedaan aan een ouden Grootgortbuikenburger, die zich aan kleine kinderen had vergrepen en nu door ontdekking van zyn verborgen kwaad, zoo in wanhoop werd gebracht, dat hij mijn touwtje en spijker nog als de eenigste uitkomst be schouwde om de schande van een eventueele terecht stelling en veroordeeling te ontgaan. Dat is natuurlijk een daad van zielsbenauwdheid die niet goed te keuren, maar toch eeniger mate verklaar baar is. Niet ieder heeft de brutaliteit, de onverschilligheid cm de gevolgen van zijn strafbare handelingen onder de oogen te zien en de konsequentie te aanvaarden. Ze den ken niet aan het kwaad dat ze stichten, maar als de kouwe klauw van de justitie hen onverwacht in het nek vel grijpt, dan volgt de ontnuchtering en dreigt hen de keus. De strop of het spinhuis. Het wemelt tegenwoordig in Grootgortbuikenburg en in geheel Opperkafferstein van ouwe kerels, die hun leeftijd ten spijt, hun verdorde jatten niet thuis kun nen houden. Sjans hebben ze natuurlijk niet meer! Welke frissche, vroolijke meid met 'n kleur als 'n bellefleur en de blije glans van h'eel haar jonge leven in de tintelende oogen, zal zoo'n met de schimmel der jaren bedekte ouwe oerang oetang begeeren? En dan zoeken ze hun schandelijk vermaak in de ze delijke verpesting van het onschuldige onbedorven goed vertrouwende andersmans kind, dat met een brok goed koop snoepgoed gemakkelijk te lijmen is. Neen, wie onder den last der jaren zich kromt, moet maar afstand doen van erotische genoegens in welken vorm ook, en zeker niet in strafbare! Weet wat de dichter zegt Neen, liefste kind, uw aandacht kan ik niet meer trekken Mijn rimplend aangezicht kan achting, eerbied, niet uw liefde wekken. Zou 'k afgeleefd met kale kruin en grijze haren, Mij aan uw frissche jeugd en schoonheid paren? ep niet alles van begrepen, maar wel, dat het niet prettig was om ze te hooren. Er waren wel die Fransche boeken in haar hut, welke zij zou kunnen lezen. Maar het meisje was in een veel te rustelooze stemming om te lezen, maar de boeken zouden haar Fransch weer wat ophalen. Zij hurkte in een op de kussens van de vensterbank en begon zich in een der romans te verdiepen, die wel aardig leek, omdat hij speelde aan boord van een jacht Zij begon er aan en eerst bekoorde het boek haar, toen verbaasde het haar en toen zij wist eigenlijk niet wat eraan scheelde, maar ze walgde ervan. „Het is een slecht, een leelijk en sleoht boek!" riep het meisje hardop. En de gedachte vloog haar door het hoofd, dat als alles aan boord ging. zooals vandaag, zij nog heel dikwijls hardop zou moeten praten tegen zichzelf. Een korte poos bleef zij stil zitten denken aan het boek. dat zoo walgelijk was en zoo gemeen. Zy peinsde erover, wie die boeken toch wel in haar kamer had neergezet. Zou men het express hebben gedaan voor haar, omdat men veronderstelde, dat zy van zulk soort boeken hield? Meneer Sheridan zou zooiets niet hebben gedaan. Maar was er dan nog een ander aan boord? Niemand dan die oude booze vrouw, die klaar- blijkeiyk zoo'n hekel aan haar had. Terry sprong op en nam een ander Fransch boek ter hand. Zy keek het door en las het een en ander over wonderlijke mannen en vrouwen, wier eerste werk was, nadat zy getrouwd waren, verliefd te worden op iemand, die niet hun eigen man of eigen vrouw was. Er waren zeven of acht van die boeken, die by vluchtig doorkyken allemaal even erg waren. Terry gooide ze op een hoop op den grond en hield slechts een paar boeken achter welke gedichten of reisverhalen bevatten. ..Als ze mij toebehoorden, dan ging de gansche be zending overboord!" zei Terry weer hardop. Toen schrok zij, want er werd op haar deur geklopt als in antwoord op haar woorden. Het meisje opende de deur en zag juffrouw Harkness, eerbiedig, eerbiedwaardig en strak. „Voor u, juffrouw," kondigde de oude vrouw aan, ter- wyi zy haar een zilveren blad voorhield, waarop een groote witte enveloppe lag. Terry nam den brief, en mompelde: „dank u." Juffrouw Harkness wilde oogen- blikkeiyk heengaan, maar het meisje hield haar tegen. „O. wacht even: misschien moet er een antwoord op gegeven worden." „Ik heb begrepen, dat er geen oogenblikkêlijk ant woord werd verwacht, maar ik kan mij vergissen. Ik zal natuurlijk wachten, juffrouw, als u dat wenscht." De eerbiedwaardige pilaar bleef in de deuropening staan. Terry's akelige verveling weyd plotseling doorflitst Zonder discussie wordt 'hol vöorstèl van het be stuur aangenomen. Benoemingen. Tot lid van het bestuur, periodiek aftredend en niet herkiesbaar de heer E. Dz. Covers te Alkmaar, wordt benoemd de heer P. Konijnen te Venhuizen. Voor leden van de commissie tot het nazien van de rekeningen over 1930 worden door het bestuur aan bevolen: S. N. Zuurbier, Egmond: II. A. M. Wuis, Heerhugowaard en W. Jimmink Jbz., Schagerbrug. Tot plaatsvervangers de heeren I\. Posch, Schellink hout. G. Appel. Zuid-Zijpe en .J. Wagenaar, Span broek. De aanbevolen personen worden bij acclama tie benoemd. Na rondvraag volgt sl uit in ig. Zoo is nu eenmaal het leven, geachte luiscterkanaric- pietjes en als menige ouwe uitgebrande kalkoven eenig besef had wat ze aan z'n jaren verschuldigd is, zouden we meer het treurig schouwspel kunnen missen, zoo'n verderfelijk scelet op de zondaarsbank te zien. Het is anders met openbare onzedeiykheid in Grootgortbuiken burg tegenwoordig ook al miserabel gesteld. Ik hoop van harte, dat het aan den burgemeester ?n wethouders en. het bestuur van de vereeniging voor Vreemdelingen verkeer zal mogen gelukken als wc eens ministerieel bezoek krijgen bij de opening van de overdekte zwem school met overdekte zwemmers bijvoorbeeld die exellenties zoo veel mogelijk af te houden van een wan deling of rytoer langs de Singelgrachten. Want wat die brave ingetogen landsregeerders daar in die schanda lige kano's te zien zullen krijgen, ik schaam me dood. modelweg. Jonge dames va nagenoeg huwbaren leef tijd met zulke vér gaande bloote becnen 't is in één woord affreus! Als ik dan nog eens terugdenk aan den tijd van zwarte wollen kousen en lange pijpjesbroeken, dan moet ik zeggen: wat is de wereld toch boos! En wat waren die meisjes in die dagen van die Pypiesbroeken 'n hoop braver, zediger en meer inge togen! Nooit hoorde je in den goeien ouwen tyd van onbehoorlijkheden en iedere maagd droeg met trots op haar bruidsluier oranje en mirlenbloesem, als kentcc- ken van haar ongerepte maagdelijkheid. En tegenwoordig zyn er zoo velen, die niet eens 'n paardeblom meer in hun ragebol zouden durven steken! Daarom, zoo bid ik, moge dan zijn eminentie Jonkheer Kreuz zu Barehose en zyn generale staf van volksdril meesters, door alle middelen, nette of ontoelaatbare, verhinderd worden, die kano's met hun bloote-beenen- parade, 't is eigenlijk nóg erger, - niet in de gaten te krijgen. Willen ze ondanks alle waarschuwingen, toch de Vest op, die heb je hier meer, al zijn 't geen minis ters, dan moeten we zc maar een schoone baddoek voor de oogen binden, en hen wys maken, dat we 'n aardig spelletje „blindemannetje" hebben bedacht om de ex cellenties te vermaken en aangenaam bezig te houden. Een spelletje, dat trouwens geheel ligt in de ministe- rieele lijn. Ze doen allemaal niet anders dan blinde mannetje-spelen met Sijmen Betaal. Maar misschien ge lukt het ons op die wijze hun aandacht af te-leidc» en onze reputatie hoog te houden. Wat ik nog zegge wou, voor ik het vergeet, m'n tijd is kostbaar, want ik moet nog stempelen, Ik schrok me laatst finaal 'n draaiorgel, toen ik in de Groot gortbuikenburger Reincultuurkweeker las. dat met de verdwyning van de versche en harde bokkem, spiering en botkweekerij, ook het Hoogheemraadschap maar moest worden „opgedoekt". Ja „opgedoekt" stond er! Verbeeld je. wat 'n eerbied voor 'n instelling, waarover 'n Dijkgraaf het bevel voert! De bekende Grootgort buikenburger beleefdheid! En wat 'n nuchter idéé! Zeker om het Zuiderzee- door een moment van opwinding. De enveloppe was ge adresseerd aan „Juffrouw Juliet Divine". Er was een klein vlaggetje op en de naam van het jacht. Ze zag er uit, alsof er een heel dikke brief binnen in zat, alsof Miles aan haar of liever aan Juliet een langen, langen brief geschreven had. De eerste brief van hem! Misschien de eenige brief, dien hij haar ooit zou schrijven! zy kon het niet over haar hart verkrijgen om de enveloppe open te scheuren, maar een vouwbeen nemend, sneed ze haar voorzichtig van boven open. Toen haalde zy er een velletje papier uit, dat dichtgevouwen was qver iets, dat dik was. Wat, het was geld! Een heele massa geld! Haar wangen brandden en Terry las de paar regeltjes, die duidelyk geschreven waren, net als het adres op de enveloppe. „Mevrouw, „Hierin vindt u de som van tien duizend dollars, die volgens overeenkomst aan u moesten betaald worden als u aan boord van de Silverwood en het jacht ver trokken was. Volgens dezelfde overeenkomst zult u aan het einde van den kruistocht eenzelfde som ont vangen. Een te eenigen tijd geschreven ontvangbewijs zal gaarne ontvangen worden door Uw dienstwilligen Miles Sheridan." Een golf van woede stroomde door Terry's aderen. Zy was op stuk van zaken niet voor niets de roodharige dochter van haar roodharigen vader. Zij had gezégd, dat zy het geld niet wilde aannemen. Zij begreep, dat zy door Julia bedrogen was en beleedigd door Miles Sheridan. Terwyl zij voor haar schrijftafel stond, was haar rug naar Harkness gekeerd. Maar nu keerde zy zich plotseling om naar de oude vrouw, haar oogen byna zwart, haar wangen rood van woede. „Een jeug dige duivelin!" dacht Sheridans oude kindermeid, toen Terry zonder de bankbiljetten zelfs te tellen, ze op den grond wierp boven op de boeken. „Dat is mijn antwoord!" riep zy. „Zeg aan meneer Sheridan, dat ik zijn geld niet wil hebben. Breng het hem terug en geef hem ook die boeken! Zy zyn walge- lyk!" Haar woede smolt weg In verdriet. Met een gesmoor- den snik wierp de duivelin zich op haar divanbed. Zij gaf geen geluid meer, maar de verbaasde oogen van juffrouw Harkness zagen, hoe de tengere schouders schokten en hoe het vlamroode hoofd zich liep in de kussens drukte. Zelden was de Iersche vrouw zoo in haar wiek ge schoten. Die schaamtelooze, slechte vrouw weigerde den prijs harer schande of liever, wat tot haar schande zou zyn gebeurd als meneer Miles zoo onwaardig was. als de wereld nu van hem zou denken. En zoo iemand steunfonds, waar' ze al tegen mopperen, voor ze 'n cent genoten hebben, nog meer klanten op hun dak te stu ren! Waar moeten al die nette heeren naar toe, die hun congé krygen en wat moet er gebeuren met dat mooie huis, waarin de plannen om de overstroomingen stop te zetten, opgemaakt en over wogen worden? Geef antwoord, Lummel! Een paleis, dat 'n reuzemop geld heeft gekost, maar dat, moet ik eerlijk zeggen, keurig net bewoond wordt, waar je van de vloer wel snert met 'n kluif kan smikkelen! Als je je aanslag moet betalen, is het een genot zoo'n goed onderhouden en smaakvol gemeubileerde patrici- ers-woning binnen te mogen treden. Je offer je schrab bers met plezier! Zóó is het! En je kom met geen wandluis op de kraag van je overjas bij moeder terug! Dat is gewaarborgd Leef. 'n Heel verschil met het jammerlijk verwaarloosde en voor 90 procent bedorven gebouw van de Ryksbelas- tingen, dat 'n stukje verder staat. Als de ouwe heer Moens dat nog eens kon belinken, zou hy, ik meen ten minste dat hij alreeds het onbestendige met het onver gankelijke heeft verwisseld, zich in zijn ebbenhouten met „blauw laken" gevoerde doodkist omdraaien van verontwaardiging. Het is te hopen, dat de belastingspie met meer zorg wordt behandeld dan het kantoor van den ontvanger. Als het ministerie van financiën er zóó mooi uitziet als het belastingkantoor van Grootgortbuikenburg cn de minister heeft daar geen oog voor, dan is hij zeker in een voddenpakhuis geboren. Met vriendengroet en jat, DIRK. P" droevige geschiedenis van een artistenhoed! 't Is wel eens opgevallen, hoe snel de voetbalsport hier burgerrecht heeft gekregen. Letterlijk iedereen voet balt tegenwoordig! En gaan wij nu nog eens een kor ten tyd terug, toen Koning Voetbal hier pas zyn entree maakte. Men haalde zijn schouders op: lachte erom. Stelt u zich dan ook eens voor: 22, zegge twee en twin tig groote kerels met kinderbroekjes aan en bloote knie tjes. als gekken rennende over een grasveld om zoo'n rond ding te pakken te krygen en als zij 'em dan had den, dan schopten ze hem weer weg. En zoo ging het maar door, totdat ie tusschen drie palen door in een vischnet vloog. Je moest er maar van houden! En nu: niemand uitgezonderd doet aan voetballen, hetzy daad werkelijk, hetzy als belangstellend enthousiast. Op het trottoir van een der drukste verkeerswegen van onze stad lag een oude hoed. En niet eens zoo'n doodgewone ouwe hoed. niks daarvan, 't was er een. die destijds de zwierige lokken van een of andere artist of kunstenaar had gesierd, 't was n.1, een flambard. En stelt U nu eens-voor, dat U een ouwe dop op straat zag liggen, wat deed u dan. Natuurlyk nogal logisch zoudt u zeggen: heni een pil geven. Allicht, en ten. dien einde stelde ik mij dan ook niet ver van de ver- en ge-vallen hoogheid op, om eens den loop der zaken af te Wachten. Wdt mij echter direct opviel, was wel, dat vlak erbij een vy'ftal opgeschoten jongens stonden, die zich nogal bijzonder voor het corpus delictum schenen te interes seeren. En ik wilde dat u het ook gezien had. Of het kwam, doordat pas de HollandBelgië-wedstrijd geweest was of door het mooie voetbalweer, ik weet het niet, maar niet alleen school-, loop-, slagers-, of weet ik wat voor jongens en ook niet alleen heeren, of ook wel oude re heeren,- neen;; zelfs dames trachtten het hoofddeksel wég te poeieren! Bij iedere poging hieven de jongens oen. luid hoera aan, doch het. vreemde was, dat na iede re poging de maniak een allervreeselijkst pijnlyk ge zicht trok en hinkende zich uit de voeten maakte. En nog vreemder, de hoed... bewoog niet. Juist stond ik mij te verdiepen over magnetische en spiritistische krachten, toen twee agenten de proef neming in de gaten hadden. En nu bleek, dat onder de hoed een groote kei was verstopt. 't Was prachtig voetbal weert je; doch de vijf jongens, begeleid door twee agenten, een hoed en een kei. konden daar niet van genieten. Een middagje brommen was het resultaat van hun proefneming. als zij, dat kleine nest, dat durfde praten over „walge- lyke boeken", die nog wel voor haar aan boord ge bracht waren door meneer Hartley Philips! Hy zou toch zeker den smaak wel kennen van zoo'n schepsel! Juffrouw Harkness aarzelde, niet zeker ervan, wat zij doen moest. Het was tegen haar netten aard om dat geld zoo op den grond te laten liggen om nog niet eens te spreken van de boeken. Als zij zich omdraaide en de deur achter zich op waardige wyze sloot, wat het verdiende loon zou zyn voor die drommelsche heks, dan zou die aap de banknoten wel eens kunnen ver branden in haar razerny. De gedachte, dat dit kon gebeuren, was te veel. De oude vrouw bukte zich styf, raapte de biljetten op (tien van duizend dollars) stopte ze in den zak van haar japon en ging toen voort met het oprapen der acht Fransche romans. Terwijl zy" dit deed, herinnerde juffrouw Harkness zich, hoe de boeken aan boord waren gebracht. Haar beminde meester was naar haar toegekomen en had haar medegedeeld, dat er een jonge dame juf frouw Juliet Divine op het jacht zou komen om mee te gaan op hun kruistocht naar de Middellandsche zee en zy zyn oude kindermeid zou haar moeten be dienen. Juffrouw Harkness had eens een afbeelding ge zien in een krant (geen zondagsblad, want zij haatte kranten op Zondag), van Juliet Divine in een nauwslui tend tricot als leidster van de „Waterleliemeisjes" in de „Midnight Frolickers". Juffrouw Harkness herinnerde zich den naam, omdat die haar toen getroffen had als een heiligschennis. Een danseres in een theater, die zich zelf „Divine" noemde! „O. meneer, een actrice alleen met u aan boord!" Zoo had ze geprotesteerd, want oude kindermeiden verbeel den zich, dat zij nog altijd mogen protesteeren. Toen had meneer Miles gelachen: geen prettige, vroolyke lach was het geweest en hij had gezegd: „Een actrice is zij eigenlijk niet. stel je gerust Harky. Moer een manne quin, als je ten minste weet. wat dat is, of ik zal je ver klaren. Het is een meisje, dat zoo nu en dan van zich zelf een mechanische pop maakt en op een tooneel sta^t als een advertentie van haar eigen gezicht en figuur, zoodat de menschen zullen weten, dat zij bestaat en weet, hoe men diamanten moet dragen. Daarvoor, in die rol, komt zij ook hier aan boord: als een advertentie, als een mannequin. Je weet genoeg van mijn zaken af, Harkv, om de rest te kunnen raden, zonder dat ik je verder iets heb te verklaren." Harky wist het en kon de rest raden. Zij haatte Betty Sheridan. Zij zoü haar graag den nek hebben omge draaid. En toen meneer Miles gezegd' had, dat als zy meende te braaf te zijn voor zulk een meisje hU dan een andere vrouw aan. boord zou nemen, beloofde Herky, dat zij blyven zou cn de uiterlykc beleefdheid in acht zou De Ridder zonder vrees en baam. 't Was op een mooien Mei-avcnd. Op een bankje in een der Haagsche parken zat een paartje stil te droomen. Over hunne hoofden koepelde het jonge versche groen der boomen, waartusschen zil- veren manestralen zich een weg boorden naar de strui ken, de bloemen, het gras en het donkere water. Door het groen gingen zachte fluisterstemmen, over stemd door een koeltje, dat op zijn adem frissche Mei- geuren met zich voerde. En beiden droomden. Door de omgeving geïnspireerd droomde de jonkman een ridder te zijn, die met zijn mannelijke kracht het teere wezen naast hem kon beschermen en verdedigen. Zij droomde zich een'jonkvrouw te zijn, zich veilig voe lend onder de bescherming van een krachtigen ridder. En beiden droomden. Tot op een der paden een heer kwam aangewandeld, die door zijn gang verried van een of andere fuif geko men te zyn, althans, hij was in een vroolijke stemming. Bij het bewuste bankje aangekomen nam hij na „een goeden avond" plaats naast de jonkvrouw. En beiden droomden niet meer. Het gevoellooze mensch want ondèr deze categorie van wezens zijn deze personen tc rangschikken, die zoo koelbloedig dergelijke idylles kunnen verstoren meen de een conversatie te moeten beginnen. Dit deed hij we!- is waar zeer zonderling en wel door een tik op den schouder der jonkvrouw, en de navolgende kernachtige volzin: „Zeg meissie. wat mot jij zoo laat hier nog doen; daa'iyk vat je kouw." De ridder, voelende, dat deze beleediging zijn jonk vrouw aangedaan, niet in den trant zijner droomen paste, sprong op, sloeg zijn hand aan het gevest van zijn...wandelstok en zich voord en onverlaat plaatsend, zeide hij: „Ik verzoek U beleefd deze dame met rust te laten, anders...'" Waarop het hartelooze mensch inviel: „Kijk me nou zoo'n broekie is an, wat wou je eigenlijk vent?" En op staande waggelde hy een paar passen naar den ridder toe. En toen: weg ridderwezen, weg droomen en illus- sies, het jongmensch gaf zijn tweevoetig ros de sporen en vlood henen. Aan de eene zijde van het park spoedde zich een meisje voort en weende over hare vervlogen illusies. Aan de andere zijde liep een jonkman en overdacht, hoe moeilijk het was jonkvrouwen te beschermen en ridder te zijn. nemen. Maar toen zij begon te huilen, omdat haar lieve jongen in zulke moeilijkheden was gekomen, troostte hy haar in één opzicht. Hij verzekerde haar, dat hij peVsoonlijk zich niet in het minst interesseerde voor Ju liet Divine en dat hij niet van plan was zich met het meisje te bemoeien, behalve dan in de havens, waar hij een rol te vervullen had. Het volgende, wat er gebeurde, was een bezoek van meneer Hartley Philips aan boord van de Silverwood. In het geheim beschouwde juffrouw Harkness hem als een wereldsch en cynisch man, die een slechten invloed had op meneer Miles. Hij was ko men rondsnuffelen en had gezegd, welke hut het meest geschikt zou zyn voor juffrouw Divine en hy had een pak boeken meegebracht, waarvan hy zei. dat zij ze ze ker mooi zou vinden. Zij waren geschikt voor iemand als zij en hy had ze speciaal voor haar gekocht, om te zor gen dat het juffertje zich niet verveelde en verkeerde dingen ging uithalen! Toen pas, niet vóór dien tijd, had Harky begrepen, en het had haar vreeselyk toegeschenen, wie zij te verwach ten had. Een mannequin, die zichzelf „Divine" noemde en aan het strand en in het theater een nauwsluitend tricot droeg was al slecht genoeg. Maar iemand, die slechts van verkeerde dingen kon worden afgehouden door een hoeveelheid Fransche romans, moest wel een „slecht schepsel" zijn. Wel is waar kon juffrouw Herk- ness geen woord Fransch lezen, maar zij was niet voor niets zestig jaar geworden. Zij wist, dat alle Franschen (vóór den oorlog en later natuurlijk niet meer) en dat alle Fransche romans voor en na den oorlog en voor altijd speciaal oneerbaar waren. En hier had nu dat meisje die boeken op den grond gesmeten en zij wilde ze niet hebben en zy weigerde dat, wat haar loon genoemd kon worden! Juffrouw Harkness had graag iets gezegd, doch zij wist niet wat. Onder haar strakke gewetensvolle huid cn onder haar dikke beklee ding had zij het hart eener universeele moeder. Zij be minde en had diep medelijden met eenzame schepsels en zij kon ze niet weerstaan, als zij verdriet hadden. Dit was een slecht, een heel slecht meisje! Schaamte loos! Ja. dat was het juiste woord voor haar, maar om te zien hoe die smalle schouders het leken schouders van een kind door snikken bewogen werden en dan te denken aan de eenzaamheid van dat schepseltje met niemand aan boord om haar lief te hebben, dat maakte, dat het hart der oude vrouw zich „in haar borst om keerde." Zy maakte, dat zij weg kwam uit angst een woord van sympathie te verspillend aan deze onwaardige; en bar stend van verlangen om haar nieuws mee te deelen ging zy regelrecht het vertrek van haar meester binnen de suite in het dekhuis, die hij in den laatsten tyd voor zichzelf had laten inrichten. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 2