Raad Den Helder. Binnenlandsch Nieuws. Autobus met 13 passagiers te water gereden. Kinderverlamming te Gouda. De Koninklijke familie uit Luxemburg op bezoek. Aanranding. De Alkmaarsche Exportveiling. VOOR EET KLEINE VOLKJE. GERRIT. DE KRAAI VAN JOPIE. Jopie ontdekt achter in den tuin een kraaien nest, hoos in den boom. Het nest zien en er naar toe klimmen was het werk van ee.n oogenblik. Zeer nieuwsgierig keek hij erin cn ontdekte drie jonge vogeltjes, nog geheel kaal, waarschijnlijk een paar dagen geleden pas geboren. De moeder vloog angstig been en weer, maar Jopei was heelemaal niet van plan de vogels kwaad to doen. Hij -ging dan ook gauw weer naar beneden De eerste visite aan het nest werd door meerdere gevolgd, ja, er ging eigenlijk geen dag voorbij of hij klom even naar het nest om een kijkje te nemen. De oude vogels begrepen al heel spoedig, dat hun kinderen veilig waren en zij vlogen heelemaal niet meer angstig van hel nest af als hij kwam. De jonge kraaien kenden hem ook weldra en Jopie bracht al tijd wat lekkers voor hen mee. Toen de vogeltjes opgroeiden en leerden vliegen, kwamen zij naar hem toe, ais hij .met. uitgestrekte hand achter in den tuin ging staan cn hen floot. Ken van de drie was echter tammer en aanhankelij ker dan de twee anderen; deze vlogen dan ook al gauw weg, maar Gerrit bleef trouw hij Jopie. Op het laatst liep hij hem zelfs in het huis. achterna, liet duurde niet heel lang of hij kende alle huisgenoo- ten cn ging ook 's nachts niet meer in het nest sla pen. Jopie maakte nu een hokje voor hem, met een ste- vigen stok erin waar hij 's nachts kon slapen, doch dat niet afgesloten werd Dat hoükje hing in Jopie's kamertje, want Gerrit wilde nergens anders slapen dan bij zijn vriendje. 's Morgens als het licht werd cn Gerrit vond, dat Jopie wakker moest worden, kwam hij zijn hokje uit, vloog op het kussen van Jopie cn pikte hem zachtjes in zijn gezicht, terwijl hij riep: „piep. piep!" Naarmate hij ouder werd veranderde ook zijn ge luid cn riep hij nu „krauw, krauw". Dikwijls was het echter nog veel te vroeg om op te staan cn dan zei Jopie: „Nee, Gerrit, ga gauw slapen." Gehoorzaam liet hij Jopie dan met rust tot hij den wekker hoorde nfloopcn, dat geluid kende hij natuurlijk al heel gauw, maar dan was Gerrit ook niet meer te hou den. Zoo gauw Jopie beneden kwam kreeg Gerrit dadelijk een bakje met frisch water en wat be schuit erin, dat vond hij heerlijk. Zoo groeide Gerrit op als vriendje van al de huis- genooten en hij leerde van lieverlede eenige andere woorden spreken. „Hallo", was het eerste wat hij duidelijk verstaanbaar kon zeggen, daarna: „dank je", wat heel grappig klonk. Gaf JopLe hem iets, dan riep hij dadelijk, zijn kopje schuinhoudend en hem mot zijn zwarte kraaloogjes guitig aankijkend: „Dank je". Maar hij had ook zijn ondeugden, waarvan er een nogal lastig was, hij hield nl. erg veel van alles wat blinkt. Ken vingerhoed, een ring of iets dergelijks was heelemaal niet veilig voor hem en het duurde vrij lang eer Jopie het plekje te weten kwam, waar hij alles verstopte. Wat een massa dingen kwamen er nu voor den dag, voorwerpen waar iedereen in huis naar had gezocht. Was er nu in het vervolg iets zoek, dan keek Jopie maar in de schuilplaats en haal de er het verloren voorwerp weder uit te voorschijn. Ken andere kwajongensstreek was. dat hij niet hield van nat- vvaschgoed buiten op den drooglijn. Als er ergens in de buurt in een tuin goed te drogen hing, vloog hij erop af, trok de waschknijpers van liet goed, zoodat dit op den grond viel. Niet voordat alle knijpers er af waren had hij rust. Je begrijpt, dit gaf mei de buren wel eens onaan genaamheden, maar aan den anderen kant was hij <.oo grappig, dat je niet kwaad op hem kon worden. Kcns op een heelen kouden morgen in December was het een reuze-spectokej in den tuin. Gerrit was naar huilen gevlogen, had alle vogels uit de buurt bij elkaar geschreeuwd en had een groot stuk brood, dat hij hier of daar gestolen had aan hen ge geven. Jopie moest daar natuurlijk om lachen cn haalde zijn moeder erbij om dat leven aan te zien. Jopie ging naar buiten, brak het brood in kleine stukjes, want er werden heele veldslagen geleverd omdat ieder vogeltje zoo'n honger had en dus het brood voor zich alleen wlide hebben, doch dan weer door de andere vogels werd weggejaagd. Jopie ging weer naar binnen en keek nu voor het raam wat er verder zou gebeuren, want meestal waren de klei nere vogels heelmaal niet op Gerrit gesteld. Deze bleef echter in een boom zitten roepen en lokken, t? Zóó VCR80DCH HET DOOLHOF. Hier is een doolhof, waar een reiziger doorheen moet als hij bij den verborgen schat wil komen. Hij zoodat er steeds meer vogels uit de buurt kwamen aanvliegen cn het leek alsof hij hen toeriep: „Heb je honger, hier is eten." Dit deed hij nu iederen dag, net zoolang als de winter duurde en den grond hard be vroren was. Als hij zelf honger of dorst had, vloog hij naar de kamer, nam de kleine tafelbel in zijn bek cn belde. Het meisje, natuurl'jk denkende, dat Jopie's moeder belde, kwam dan naar binnen en zoo als de deur openging, riep Gerrit: „dank je, dank je!" waarop zij hem lachend iets te eten of te drinken gaf. Zoo is onze Gerrit een echte grappenmaker en alle huisgenooten hopen ,dat hij nog maar lang bij hen zal blijven. DE HERDER. DIE EEN KASTEEL KREEG. Er was eens een koning, die beweerde, dat hij nog nooit van zijn leven een leugen gezegd had. Voortdurend hoorde hij. de hovelingen tegen elkan der zeggen: „Dat is niet waar! Ge zijl een leugenaar". Dat vond hij zoo onaangenaam, dat hij op zekeren dag tot hen zei: „Ken vreemdeling, die zoo hoorde praten, zou zeggen dat ik de koning der leugenaars hen. Ik wil U dus zoo niet meer hooren spreken in mijn paleis. IIij, die mij nu tegen iemand zal hooren zeggen: „Ge zijt een leugenaar", zal alles van mij kunnen krijgen wat hij wil; zelfs een van mijn mooi ste paleizen." Een heider, die toevallig deze woorden ook ge hoord had, dacht bij zichzelf: Goed, ik houd U aan Uw woord". De oude koning vond het heel aardig oude lied jes te hooren zingen of sprookjes te hooren vertellen; daarom ging hij dikwijls naar de keuken en luisterde met het grootste genoegen naar de liedjes en ver telsels van de meiden en knechts. „En gij, jonge herder, weet ge niets te vertellen", vroeg de koning. „Zeker, o koning!" antwoordde dc herder. „Laat ons dan eens hoeren." Toen begon de herder: „Op zekeren dag liep ik door het bosch en zag ik een haas op mij afkomen. Ik had een balletje pik in mijn hand, mikte dat op zijn voorhoofd en daar bleef het op vastzitten. Onze haas liep pijlsnel voort. Hij kwam een andere haas tegen van den tegenovergestelden kant, zij bonsden met de voorhoofden tegen elkaar en bleven aan el kaar vastzitten, zoodat ik ze makkelijk met de hand kon vangen. Hoe vindt L' dat, Sire?" „Het is sterk, maar ga door." „Voordat ik als herder aan Uw hof kwam Sire, was ik molenaarsknecht, bij mijn vader, ik moest meel brengen aan de klanten. Op zekeren dag had ik mijn ezel met zooveel zakken beladen, dat zijn ruggegraat brak". „Het arme dier", zei de koning. „Ik liep toen naar een haag en sneed met mijn mes een hazelaarstak ai, die ik, bij wijze van rugge graat in het lichaam van mijn ezel stak. Het dier stond op en bracht zijn last naar de stad, of er niets gebeurd was." „Dat is sterk", herhaalde de koning. „En verder?" „Den volgenden morgen het was liefst half De cember zag ik tot mijn groote verwondering, dat er uit den tak bladeren en zelfs hazelnoten te voorschijn kwamen en toen ik mijn ezel uit den stal haalde, werd de tak zoo hoog, dat hij eindelijk tot aan den hemel reikte." „Dat is heel sterk", zei de koning nogmaals. „En toen?" „Ik begon in den struik te klimmen en bereikte eindelijk de maan." „Dat is wel heel sterk! En toen?" „Daar zag ik de oude vrouwen bezig de haver te kneuzen, waarvan ze de halmen hadden afge stroopt. Eindelijk verveelde nij dat toekijken en wil de ik weer naar de aarde. Maar mijn ezel was weg en ook den hazeltak zag ik niet. Wat nu te doen? Ik begon de halmen aan elkaar te knoopen, om er een koord van te maken." „Dat is sterk",, sprak dc koning. „En verder?1' „Ongelukkigerwijze was mijn koord niet lang ge noeg; er ontbrak nog een meter of twintig aan. Ik waagde echter den sprong, maar kwam zoo hevig op mijn hoofd te recht, dat dit tot aan de schouders in den grond bleef steken." „Dat is heel sterk! Maar toen?" „Ik schudde net zoo lang, tot ik mijn lichaam vrij 200 OOKI moet dus tot aan het kruisje doordringen en daarna het doolhof weer verlaten, zonder eenmaal het reeds geloopen pad te kruisen. Onderaan de teekening, zie je, hoe hij niet mag loopen. gemaakt had en liep toen, zonder hoofd, naar den molen, om een breekijzer te halen." „Het wordt hoe langer hoe sterker! En verder?" „Toen ik terugkwam, wilde een groote wolf er juist met mijn hoofd vandoor gaan. ik gaf hem met het breekijzer zulk een heftigen slag op den rug, dater een brief uit te voorschijn kwam!" „O, dat is heel sterk! Maar wat stond er in dien brief?" „In dien brief stond o koning, dat, met Uw wel nemen, Uw vader vroeger molenaarsknecht bij mijn grootvader is geweest." „Je bent een leugenaar!" riep de woning woedend uit. „Halo, Sire, ik heb gewonnen!", sprak de herder kalm. „Wat heb je gewonnen, onbeschaamde kerel?" „Hebt U niet bezegd, o koning, dat gij graag het mooiste kasteel zouclt willen geven aan dengene, die U deed zeggen: „Ge zijt een leugenaar?" „Dat is waar, zei de koning, eenigszins beschaamd. „Dat heb ik gezegd. Een koning heeft slechts een woord. Wij zullen morgen dan ook onmiddellijk naar mijn bezittingen gaan cn je kunt kiezen. Zoo ge beurde het dan, dat de herder het mooiste kasteel van den koning kreeg voor een woord! Zitting van 3 Juni 1930. Na opening blijkt de heer Borkert afwezig. Enkele kleine opmerkingen worden gemaakt over de notulen van enkele vorige zittingen, die na rectificatie worden vastgesteld. De ingekomen stukken worden voor kennisgeving aangenomen. Zonder stemming passeeren hierna enkele voorstel len de revue'. Bij het afwijzend advies van B. en W. om op het verzoek van J. Geurts om grond te mogen koo- pen nabij den Brakkeveldweg, blijkt de heer Schoeffe- lenberger er voor den bedoelden grond wel aan Geurts te verkoopen. Wethouder De Zwart antwoordt, dat de door Geurts geboden prijs per M2. te laag is, omdat het hier een hoofdverkeersweg zal worden. De heer Schoeffelenberger stemt tegen. Om half negen krijgt de oud-redder Janus Kuiper, die aan den Kanaalweg juist tegenover het Raadhuis woont, een serenade wegens zijn gouden huwelijksfeest. Onder de tonen van de muziek van ons Stedelijk worden in de Raadzaal de debatten voortgezet Vevolgens gaat weer een serie hamerstukken als koek erdoor. Het aankoopen van een auto voor het vervoeren van afgekeurd vleesch vindt zelfs geen belangrijk bezwaar. De heer Van Dam vraagt alleen enkele inlichtingen over de noodslachtplaats in Koegras, welke door wet houder Smits worden beantwoord De heer De Boer vraagt of een der auto's van de reiniging niet omgebouwd kan worden voor dit doel, hetgeen weth. Smits echter ontkent. Zonder stemming ging ook dit voorstel er door. Het voorstel tot wijziging der politieverordening wordt door B. en W. aangehouden, waarop de heer Monhemius vraagt: tot wanneer? Ook weth. Smits dringt aan op spoedige behandeling in de toekomst. Voorzitter hoopt dit een volgende zitting te kunnen doen. De heer Woud dankt het college voor de verlichting van het Havenhoofd met het oog op de haringvisschers. Na een zitting van 1 uur volgde de rondvraag, waar aan werd deelgenomen door mevr. Dekker, en de hee- ren Terra, Woud, Boogaard en Van Loo, hetgeen ech ter geen vermeldenswaardige punten oplevert Hierna volgt sluiting. Drie personen verdronken. Gistermorgen was een autobus van de carosserie- fabriek War uit Franeker waarin 13 personen geze ten waren, op weg naar de veemarkt te Sneek. Toen ze bij Rien in de nabijheid van Sneek voor de Fra neker Vaart kwamen, stond de ophaalbrug open. De bus reed in matigen gang door en stortte te water. Twee der inzittenden, die het gevaar overzagen, wis ten er nog bijtijds uit te springen; de overigen ver dwenen in de diepte. Onmiddellijk snelden verschillende personen uit een volgende autobus en van voor de brug liggende schepen te hulp. Men slaagde er succesisevelijk in 6 drenkelingen op het droge te brengen, die met een nat pak vrij kwamen. De zevende, die opgehaald werd, de heer F. Terpstra, slager te Franeker, had het bewustzijn reeds verloren. Door toepassing van kunstmatige ademhaling konden zijn levensgeesten weer worden opgewekt. Toen de drie overigen aan wal gebracht werden, bleek, dat zij reeds overleden waren. Dr. van der Weijden uit Osterend, die de eerste geneeskundige hulp verleende, constateerde den dood. De slachtoffers waren G. J. Terpstra, exportslager en veekoopman, S. Zonneveld, slager, en H. W. van Smeden, veekoopman, allen gehuwd en woonachtig te Franeker. Nadere bijzonderheden. Nader wordt nog het volgende vernomen: De bus vertrok omstreeks zes uur van Franeker om veehandelaren en slagers naar de markt te Sneek te brengen. In het gehucht Ytens leidt de weg die daar een smalle bocht maakt over een ophaalbrug, die toen de bus aankwam, openstond. De afsluitboom van de brug was neergelaten, doch het schijnt dat 'n jongen, voordat de brug weer ge sloten was, dezen afsluitboom heeft opgehaald. De chnuffeur van de bus zag, dat de boom weer geopend werd cn dacht, dat hij passeeren kon. Eerst toen hij vlak voor de brug was, zag hij, dat deze nög openstond. Hij scheen geen gelegenheid meer te heb ben gehad de bus tot stilstand te brengen en het voertuig reed voorover in de vaart. De chauffeur werd eruit geslingerd, de passagiers in den wagen kwamen mei de bus in het water te recht. De slachtoffers waren allen personen van meer dan middelbaren leeftijd en gehuwd. Een zoon van Zonneveld, de slager J. Zonneveld, werd vrij ernstig gewond. Het ongeluk heeft in de omgeving groote conster natie veroorzaakt. De lijken der slachtoffers werden voorloopig naar het café Smeding te Rien overgebracht. De burgemeester van Hennaarderadeel, de heer R. Kuipers, in wiens gemeente het ongeval plaats had, heeft zich naar de plaats van de ramp begeven. Hij heeft bovendien onmiddellijk de justitie te Leeuwar den gewaarschuwd, van welke een vertegenwoordi ger nog denzelfden morgen arriveerde om een on derzoek in te stellen. Hoe het ongeluk geschiedde. Volgens een lezing, die de „Msb." van betrouwbare zijde ontving, zou het ongeval zich ongeveer als volgt hebben toegedragen. De autobus, die bestuurd werd door den eigenaar War, naderde juist op het moment dat de brug over de Sneeker Vaart zou worden geopend. Een jongen, die bij de brug stond, moet gedacht hebben dat de autobus, die in vrij snelle vaart kwam aanrijden, nog over de brug kon. De boom had den wagen trou wens niet kunnen tegenhouden. Eerst toen War zeer kort voor de brug kwam, zag hij dat deze al onge veer 40 c.M. geopend was. Hij remde uit alle macht doch het mocht niet meer baten. De brug was intus- schen geheel opgehaald en de autobus sloeg als ge volg van het krachtig remmen over den kop in het water. De ouderdom der slachtoffers is Zonneveld 55 jaar, Terpstra 50 jaar en van Smeden 54 jaar. De bestuurder van de bus is in den loop van den ochtend door de justitie verhoord. Een der patientjes reeds overleden. Te Gouda heeft zich bij een drietal kinderen be neden de zes jaar kinderverlamming geopenbaard. Twee der gevallen ontstonden door besmetting, die waarschijnlijk op school is overgebracht. Dc drie pa- tienten, allen leerlingen van de bewaarschool der ver eeniging „Tot heil des Volks", zijn daarop in hét Van Iterson Ziekenhuis opgenomen. Eén van hen overleed reeds spoedig, van een twee de wordt de toestand als ernstig beschouwd. De bewaarschool is op last van den burgemeester onmiddellijk gesloten, ook de Zondagsschool dcrzelfde vereeniging ging voorloopig dicht. Het lokaal is ontsmet, terwijl alle verdere ver- eischte maatregelen ter voorkoming van uitbreiding der ziekte zijn genomen. Gistermiddag in het paleis te Soestdijk aangekomen. Gistermiddag kwart vóór 1 zijn de gehcele Konink lijke familie, de Groothertoging en den Prins van Luxemburg en gevolg in zeven auto's ten paleize te Soestdijk aangekomen. Een talrijk publiek had zioh bij het paleis verzameld. De route na Soestdijk was van Soest af niet over den rijksstraatweg geko- kornen, doch via Nieuwesteeg en Koningslaan, langa de gedenknaald 1815. De Koninklijke familie en haar hooge gasten zou den gistermiddag half vier naar het paleis Het Loo terugkeeren. Ter eere van het hooge bezoek was ten gemeente- huize de vlag uitgestoken; eveneens op den tpren van de Ned. Herv. kerk. Slachtoffer bewusteloos langs den weg gevonden. Eergi stern acht werd tusschen de Halsche Barier en St. Charles bij Boxtel, door automobilisten de bank werker C. H. uit Vught, werkzaam bij Philips te Eind hoven, bewusteloos bij zijn fiets langs don weg ge vonden. Hij werd naar het ziekenhuis te Vjig^t over gebracht. Toen hij tot bewustzijn was gekomen, deel de hij mede, dat hij 'op den weg naar huis door twee mannen was aangevallen, die hem van zijn fiets trok ken en mishandelden. DE GEWEIGERDE AUDIËNTIE VAN „DE VRIJE LUISTERVINK". Hot bestuur wendt zich tot H. M. de Koningin. Het bestuur van de vereeniging „de Vrije Luister vink" heeft besloten zich thans, nu het niet in ge hoor is ontvangen door den minister van Water staat en van Binncnlandsche Zaken en Landbouw, schriftelijk tot H. M. dc Koningin te wenden, om na der uiteen te zetten het request, door de vereeniging aan de Tweede Kamer der Staten-Ge<neraal gezonden. Een vergelijking over de jaren 1928, 1929 en 1930. De heer E. Mak te Alkmaar schrijft ons het vol gende: Dat de toestand in den tuinbouw niet rooskleurig is, blijkt wel duidelijk, wanneer men onderstaand overzicht van den omzet in de maanden April en Mei van de laatste drie jaar eens nagaat. Uit de statistiek van de Alkmaarsche Exportvei ling blijkt ten duidelijkste, hetgeen door Tuinders is aangevoerd en welke prijs daarvoor is ontvangen. In de maand April werden geveild: in 1928 31145 colli's met een totale opbrengst van f38511.51, of gemiddeld bruto per colli van f 1.24; in 1929: 13155 colli's met een totale opbrengst van f 18712.79, of gemiddeld bruto per colli van f 1.49. in 1930 34985 colli's met een totale opbrengst van f 17455.07, of gemiddeld bruto per colli van f 0.50. De omzet in colli's in April 1929 was belangrijk lager tengevolge van den strengen en laten winter in het voorjaar van 1929, waardoor de aanvoer van jonge groenten belangrijk later dan gewoon plaats had (de spinazie speelde hierin een hoofdrol). Dit blijkt ook uit het onderstaande. De maand Mei van dat jaar was daardoor bijzonder gunstiger. In de maand Mei wei-den geveild; in 1928 31937 colli's met een totale opbrengst van f 36740.68, of gemiddeld bruto per colli van f 1.15; in 1929: 44874 colli's met een totale opbrengst van f 41420.14, of gemiddeld bruto per colli van f 0.92 in 1930 40911 colli's met een totale opbrengst van f32298.00, of gemiddeld bruto per colli van f 0.78. Zooals uit het bovenstaande blijkt, is het gemid delde in 1930 van de maand Mei belangrijk hooger dan dat van de maand April. Verschillende omstan digheden doen dit cijfer hoog lijken, dan de werke lijke opbrengst van de producten is. Zoo worden b.v. aan de Potplanten- en Bloemenveiling (welke dit jaar is opgericht) zeer weinig colli's aangevoerd daar het grootste deel van den aanvoer zonder em ballage wordt verkocht. Tevens is dit jaar de aan voer van stookkastomaten aanmerkelijk grooter dan het vorige jaar, waardoor de gemiddelde opbrengst per colli uit den aard der zaak hooger wordt. Maar duidelijk val uit bovenstaande cijfers te constatee- ren, dat het momenteel voor de tuinders geen bo tertje tot den boom ic.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 2