Raad Zijpe. Radioprogramma Federatie Hollands Noorden van den Bond voor Staatspensionneering. Ruim f21 brachten deze, de Schotsche müizcn, voor de eerste aanvoeren op. De volgende dagen was de prijs al belangrijk minder: Vrijdag b.v. werd voor groote f 15.30—f 17 en Zaterdag 12.30f 13.80 per 100 K.G betaald. Opmerkelijk was het, dat de laatste dagen voor drielingen ongeveer evenveel betaald werd als voor groote: op de twee genoemde dagen, nl. respectievelijk 13—14.20 en f 13—13.70. Verle den jaar had de eerste aanvoer, zijn onze aanteeke- ningen juist, op 9 Juni plaats. Üp 13 Juni brachten dc groote Schotsche muizen 15.7018.10 op, drie lingen £14.70f 16, kleine £4.80f b. Den volgenden dag golden de groote f 19.70. De prijzen waren toen beter dan nu en het is niet onmogelijk, of, als straks groote aanvoeren zullen komen, de prijzen nog zul len zakken. Veel zal daarbij air vanzelf spiekend ook afhangen van de buitenlandsche concurrentie. Ter voldoeninig aan geuite wenschen deelcm we de maten mee, die door de Provinciale Commissie zijn vastgesteld: Beginperiode, drielingen 2833 m.M., groote boven 33 m.M. Bij volgroeidheid, drielingen 28—38 m.M., middelgroots 36—55 m.M. Groote bo ven 50 m.M. Deze maten gelden geelvleezige. Gedu rende het seizoen kan voer de binncnlandsche markt worden geveild volgens de maten, die voor de be ginperiode zijn vastgesteld. Voor witvleezige is de maat 40 m.M., uitgezonderd de wilde Duke. die 45 m.M. bij volgroeidheid en 40 m.M. in de beginpe riode moet zijn. Oude aardappels, die aan de veiling te Noordschar- woude weiden aangevoerd, brachten voor Bravo van 0.80f 1.G0 per 100 K.G. op. Alleen aan de veiling van den Noordermarktbond werd nog roode kool aangevoerd. In 't begin der week werd voor groote f 1.70 betaald, kleinere brach ten f3.50. op. Later werden deze prijzen wat hooger en kon voor het mooie kleingoed tot f0.70 worden gemaakt, terwijl grootere tot £3 opbrachten. Gele kool, in nog slechts kleine hoeveelheden ge veild, bracht van f3.30f5.60 op. Van Deensche witte was nog de grootste aanvoer, wat te verwachten was. daar van deze soort de grootste voorraden beschikbaar waren en de prijzen bet laagst zijn gebleven. Aan de Broeker veiling werd er f0.30f0.90 per 100 K.G. voor betaald; te Noord- scharwoude werd eiken dag als minimum-prijs 00 cent betaald en als maximumprijs van £070f 1.60. Een enkele partijtje werd Voor f2.40 verkocht. Hier beliep de aanvoer nog 17 spoorwagens. In de uienprijzen kwam maar weinig verandering: zo lagen tusschen £0.60 en £1.70. Grove uien brachten van f 1—1.90 op. Voor peen werd £0.20£0.80 per 100 K.G. besteed. Boswortelen worden er nog maar weinig aange voerd. De prijs was zeer onbevredigend, nl. f5.40— £6.10 per 100 bos. Bloemkool bracht in 't begin der week £20.70— f22.80 op; Zaterdag gold ze f 15. De aanvoer van tomaten neemt maar steeds toe: in totaal bedroeg deze reeds 21000 K.G. De prijs is bevredigend; een ongunstig teeken is het echter, dat op 't laatst der week f 10 minder werd betaald dan in 't. begin. Maandag besteedde men voor A-quali- teit £45.90—f4930, Zaterdag f35.10—£38. In dezelfde verhouding liepen ook de B-soort, die aanvankelijk gemiddeld £45 opbracht en de C-qualiteit, die Maan dag voor ongeveer denzelfden prijs werd verkocht. C.C. bracht de heele week ongeveer f 15 op. Ook dit product brengt aanmerkelijk lagere prijzen op dan verleden jaar: op 30 Mei 1929 werd aan de Broeker veiling betaald: A. £82.10. B. £78.60. C. £79, C.C. f30, Geen bemoedigende vergelijking alzoo. Bovengenoemde federatie hield op Zondag 1 Juni om half drie namiddags een algemeene vergadering in het lokaal van den heer Peetoom te Schagcn. Het bestuur was voltallig aanwezig, terwijl vertegen woordigd waren 9 afdeelingen, nl. Kolhorn, Winkel, Schagcn, Heerhugowaard, Harenkarspel, Oudesluis, Wieringerwaard, Sint Maarten en Vecnhuizen. Den voorzitter, den heer De Vries, deed het genoe gen, dat de bijeenkomst zoo goed bezocht was, doch sprak zijn teleurstelling er over uit dat enkele afdee lingen hardnekkig wegbleven. Vooral deed het hem leed, dat de afdeeling Wieringen, met zooveel moei te opgericht, niets meer van zich hooren liet en dat, terwijl het bestuur uit jonge menschen bestaat. Ook Schagerbrug en St. Maartensbrug loonen tegenwoor dig weinig belangstelling. Medegedeeld werd, dar het voorstel onzer federa tie, om elk jaar een groote demonstratie te houden in Den Haag van leden van den Bond voor Staats pensionneering in behandeling is gebracht in de ver gadering van gecombineerde federaties in Noordhol land, gehouden te Alkmaar en aldaar met geestdrift is ontvangen. Het voorstel is nu geworden een voor st 1 van die combinatie en heeft dus nu meer kans van slagen. Het bestuur vroeg nu machtiging aan de afgevaardigden, om nog een gecombineerde verga dering te Alkmaar te houden, waar men dan het ge- heele federatiebestuur zou trachten uitgenoodigd te krijgen, opdat de zaak beter en dieper besproken zou worden. Hiertegen was geen bezwaar. Naar aanleiding der nctulen kunnen wij nog nie- dedeelen, dat door voorzitter eenige waardeerende woorden aan de nagedachtenis van den ontslapen vechter v. Staatspensioen, Mr, Salines weiden gewijd, terwijl ook werd medegedeeld, dat het stuk vanwege de federatie in verband met het premievrij pensioen der gemeente-ambtenaren door De Telegraaf niet geplaatst werd, als zijnde van te weinig belang. (Dit stuk trof dus hetzelfde lot als de rede van den Bonds voorzitter voor de A.V.R.O.). Tot afgevaardigde en plaatsvervanger naar de al gemeene bondsvergadering werden bij eerste stem ming gekozen de heeren Lirapers en Paarlberg. Getracht zal worden voor de bestrijding der kos ten van de reis naar Amsterdam een tegemoetko ming uit de BondSk&8 te verkrijgen. Bij de behandeling verkiezing leden van het hoofd bestuur wenschte de afdeeling Sint Maarten voor den aftredende uit Noordholland (Ds. Baar) wederom iemand uit onze provincie candidaat gesteld te zien en wel den heer Limpers. die èn als secretaris dei- federatie, èn als oud-hoofdbestuurslid wel echt de aangewezen man voor deze vertrouwenspost is. De vergadering ging met deze keuswijze volkomen accoord, terwijl de afgevaardigde van Veenhuizen in overweging gaf, te trachten den heer Limpers ook de candidaat te maken voor de gecombineerde fe deraties. Dit zal geschieden. Verder zal de candida- tuur van l)s. Westmeljer (Drachten) en Slssingh (Groningen) gesteund werden, terwijl de vierde plaats aan Zuidholland wordt overgelaten. Hierna werd de beschrijvingsbrief behandeld. Het Voorstel van de federatie Groningen zal gesteund worden (dit is het stemmen door de afdeelingen van hoofdbestuursleden, enz.). Voorstel Utrecht (Inhoud Bondsorgaan) wordt niet gesteund. Bij de behandeling van het voorstel van de gecombineerde federaties van Nocrdholland inza ke demonstratie in den Haag merkte de afgevaardig de van Schngen op: Hoe denkt het bestuur de men schen naar die betooging te krijgen. Er wordt al geklaagd over het geringe vergaderingbezoek en ook over een te kleine vertegenwoordiging op de alge meene vergadering. Zal dat, nu de menschen zelf de reiskosten enz. moeten betalen, niet veel erger wor den? Voorzitter kan zich best de gedachte van Sch&gen voorstellen. Maar hij zegt, ons volk komt bij aange daan onrecht toch wel in 't geweer. Wij zien nu, dut het werkelijke of vermeende onrecht tegenover de A.V.R.O. inzake zendtijd duizenden en nog eens dui zenden geestdriftig naar protestvergaderingen drijft en hil zou het een schande voor net Nedar.Uuidsche volk vinden, als zij voor het voortdurende onrecht den armen ouden van dagen aangedaan, ongevoelig bleven en niet in grooien getale naar Den Haag trokken. Bovendien zou het federatiebestuur zijn uiterste krachten inspannen tot liet slagen van deze demonstratie en hij hoopte op den steun van alle afdeelingsbesturen. De motie-Federatie Alkmaar tot het houden van een volkspetitionnement werd met algemeene stem men aangenomen, hoewel de heer Limpers verklaar de, dat liet vorige volkspetitionnement verbazend veel geld gekost had en vooral in de groote steden zeer slechte resultaten had gehad. Nog werd een circulaire voorgelezen ter verdedi ging van het voorstel demonstratie (opgesteld dooi de combinatie) welke aan alle afdeelingen in het land zal gezonden worden. Voorts verzocht de voorzitter met klem aan iederen afgevaardigde en ook via de pers aan niet verte genwoordigde afdeelingen om naar deze zeer be langrijke jaarvergadering een afgevaardigde te zen den. Het was al vrij laat, toen de voorzitter de verga dering sloot. DONDERDAG 5 JUNI 1930. Hilversum (1071 M., van 12.006.00 298 M.) A.V.R.O.: 10.010.15 Tijdsein en Morgenwijding, 1200 2.00 Middagniuziek door het AVRO-Kwintet, 2.00-:-4.00 Gramofoonmuziek, 4.005.00 Ziekenuurtje door Antoi- nette van Dijk, 5.306.00 Vooravond-Concert door het Huisorkest van Theater Tuschinski te Amsterdam, 6.00 Tijdsein, 6.01 Voortzetting Concert, 6.30 Koersen Vaz Dias, 6.407.00 Gramofoonmuziek, 7.007.30 Lezing: „Biologie en Beroepskeuze": 7.36—8.00 Piano-recital door Arend Koole, 8.00 Tijdsein, 8.01 Concert te geven door de Radio Koorzangklas van Jacob Hamel; S.30 AVRO-Radio-Tooneel. Opvoering van „Janus Tulp", blij spel In 4 bedrijven van Justus van Maurik Jr.; pl.m. 10.00 Vaz Dias met Pers- en Nieuwsberichten; Na af loop: Aansluiting van het Cabaret „La Gaité" te Am sterdam; 12.00 Sluiting. Hulzen (1875 M.) N.C.R.V.: 8.15—9.30 Tijdsein en Morgenwijding. K.R. O.: 9.40 Uitzending van de Consecratie-Plechtigheden van den Aartsbisschop van Utrecht; 1015 Ecco Sacer- dos Magnus, Joh. Winnubst. 4-stemmig gemengd koor en orgel; 10.30 Missa „Ecco ego Joannis", G. da Pales- trina. 6-stemmig gemengd koor a Capella. N.C.R.V.: 12.30—2.00 Middagconcert; 2.00—2.45 Gramofoonplaten, 2.453.45 Cursus Fraaie Handwerken, 4.00—5.00 Zieken uurtje. 5.00—5.30 Gramofoonplaten, 5.30—6.15 Uurtje voor de landbouwers, 6.15—7.15 Orgelconcert door Cor Kee, 7.15—7.45 Literaire lezing door Gabriêl Smit, 7.45 —8.00 Politieberichten en Tijdsein, 8.06—11.00 TJitzend- avond; 10.00 Persberichten Vaz Dias. Vergadering van den Raad op Dinsdag 3 Juni 1930, des morgens 10 uur. Alle leden zijn aanwezig. Voorzitter de heer J. de Moor, burgemeester, secreta ris de heer J. A. de Boer. Na opening deelt de Voorzitter mede, dat de notulen nog niet in druk zijn verschenen en dat de vaststelling dus tot de volgende vergadering wordt aangehouden. Ingekomen stukken. Gelezen wordt het verslag over 1929 -van de Handeïs- winteravondschool te Schagen. De aanbesteding van den verbouw der onderwijzers woning te Petten had tot resultaat, dat het werk is op gedragen aan den laagsten inschrijver, D. de Leeuw te St. Maartensvlotbrug voor f 4115. Ingekomen zijn de door Ged. Staten genomen beslui ten ingevolge de wet tot regeling van de finantieele ver houding tusschen het Rijk en de gemeente. De gewone uitgaven voor politieonderwijs enz. werden daarbij voor de vereenlgde gemeente bepaald op f 169.553.23, de ge middelde opbrengst van de gemeentelijke inkomstenbe lasting op f 72.174.42, de gemiddelde opbrengst aan op centen op de vermogensbelasting op nihil. B. en W. stellen voor niet in beroep te gaan. Goedgevonden. Het ingekomen verslag van de Commissie van Toe zicht op het correspondentschap der arbeidsbemidde ling zal circuleeren. Op een tweetal verzoeken om ontheffing hondenbe lasting, dienst 1930, wordt gunstig beschikt en voor een jaar ontheffing verleend; een dergelijk verzoek van Jb. Vriendjes wordt afgewezen. De Raad hecht zijn goedkeuring aan de voorgestelde wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1929, waar bij de ontvangsten bedragen f 14978.59, de uitgaven f 17865.97, en uit den post onvoorzien een bedrag van f 2887.38 wordt geput. Een suppletoire begrooting voor de voormalige ge meente Petten wordt vastgesteld tot een bedrag van f 7459.52. Aan de hand van de in de gemeente Zijpe bestaande regeling dat de leden van de stembureaux een presen tiegeld van f 5 per lid en per dag ontvangen, wordt op voorstel, van B. en W. besloten om over 1929 een derge lijk presentiegeld ook uit te keeren aan de leden van het stembureau van de voormalige gemeente Petten, Belastlngverhooging. B. en W. stelden voor om het vermenigvuldigingscij- fer voor de plaatselijke inkomstenbelasting voor het be lastingjaar 19301931 te bepalen op 1.7 .(vorig jaar 1.3). De toelichting op dit voorstel luidt: Op den post „Belasting naar het inkomen,, betreffende het in het dienstjaar aanvangende belastingjaar" (dus het belastingjaar 19301931) der begrooting voor 1930 is uitgetrokken een bedrag van f 58000. In verband met het bepaalde in art. 9 sub. a. der re keningsvoorschriften 1924 vloeit uit deze raming nood wendig voort, dat om op 1930 f 58000 te kunnen verant woorden, de opbrengst over het belastingjaar 19301931 zal moeten bedragen 3/2 keer f 58000 is f 87000. De op brengst der gemeentelijke inkomstenbelasting over het belastingjaar 1929—1930 wordt geraamd op f 73800 (bij een vermenigvuldiglngscijfer van 1.3). In verband met de minder goede uitkomsten in het landbouw- en v eehouöersbcdrijf over het boekjaar' 1929 1930, zijn B. en W. van oordeel, dat, wanneer het ver menigvuldiglngscijfer van 1.3 wordt gehandhaafd, de op brengst over het belastingjaar 19301931 ongeveer f 67000 zal bedragen. Om het benoodigde bedrag van f 87000 te kunnen krijgen, is het alzoo noodig, dat het vermenig- vuldigingscijfer op 1.7 wordt gepaald. De Voorzitter deelt evenwel mede dat een nadere be rekening heeft uitgemaakt dat het voorgestelde verme nigvuldiglngscijfer van 1.7 teruggebracht kan worden op 1.6. Op verzoek van den Voorzitter licht de secretaris toe. dat de gemeenterekening over 1929 weer sluit met een voordeelig slot en in verband met de meer gunstige voor uitzichten, voortvloeiende uit de nieuwe finantieele ver houding tusschen rijk en gemeenten hebben B. en W. geen bezwaar om een gedeelte van dat voordeelig slot tot een bedrag van f 4000 a f 5000, over te schrijven op den dienst 1930. Dit maakt mogelijk dat het vermenig- vuldigingscijfer op 1.6 kan worden bepaald. De heer Dignum kan er zich heel goed mee vereeni gen dat het vermenigvuldigingscijfer op 1.6 in plaats van op 17 wordt bepaald, maar vraagt hoe het dan mogelijk is dat B. en W. den factor eerst op 1.7 bepaald wilden zien. De Secretaris deelt mede dat toen nog geen berekening was gemaakt aan de hand van de nieuwe finantieele regeling, daarover waren toen nog te weinig gegevens aanwezig. De heer Dignum maakt daaruit op. dat door die nieu we regeling een gunstiger toestand voor de gemeente zal ontstaan. Met algemeene stemmen wordt besloten het vermenig vuldigingscijfer op 1.6 te stellen. De verbetering der wegen en de samenwer king tusschen polder en gemeente. Aon de orde wordt gesteld hét schrijven van Dijkgraaf en Heemraden van het Waterschap Zijpe en Hazepolder d.d. 17 Februari 1930, houdende verzoek een subsidie van f 6000 toe te kennen ten behoeve van het teren van wegen. Toelichting. Blijkens ingewonnen inlichtingen van Dijkgraaf en Heemraden is door Hoofdingelanden van het waterschep Zijpe en Hazepolder in de vergadering van 14 April 1930 het volgende besloten: 1. dit jaar de Schagerweg van den Westfrieschen dijk tot de Grootesloot, na verwijdering van het paardenpad, onder profiel te brengen en met een hasaltlaag van 3 c.M. dikte te bedekken, om een volgend jaar dit gedeel te te teren, verder dit jaar een gedeelte van den weg loopende langs de Oostzijde van de Grootesloot vanaf Schagerbrug in de richting van de Keinsmerbrug te te ren met behoud van het paarden pad tot een bedrag van f 3000; 2. het gedeelte van den Schagerweg hiervoor bedoeld in het najaar van gemelde besaltlaag te voorzien en de weg loopende langs de Oostzijde van de Grootesloot vóór de maand November aanstaande te doen teren; 3. het te teren gedeelte goed te onderhouden met de middelen voor dat onderhoud benoodigd en naar gelang de noodzakelijkheid van onderhoud; 4. de wegenverbetering i.c. het wegteren en de voorbe reidende werken daarvan, aan zich te houden, zonder inmenging van anderen. Het voorstel van B. en W. B. en W. stellen voor geen subsidie te verleenen: le, omdat het gemeentebestuur geen medezegging schap zal krijgen; 2e, omdat zij zich niet kunnen vereenigen met de wijze van uitvoering van het werk, 3e. omdat het door het Polderbestuur beschikbaar ge stelde bedrag van slechts f 6000 voor het buitengewoon groot wegennet onvoldoende moet worden geacht om iets van beteekenis te kunnen doen. Wellicht is de voorge nomen verbetering meer als een proef te beschouwen. B. en W. meenen, dat de tijd van proefnemingen voorbij is. De heer Dignum denkt dat B. en W. wel voldoende redenen zullen hebben voor hun voorstel, maar spr. heeft die overtuiging nog niet dat om door B. en W. aange geven motieven de subsidie moet worden geweigerd. Spr. oordeelt dat het niet langer houdbaar is dat de we gen in onderhoud zijn bij één sategorie. De weg is voor algemeen gebruik, hij wordt het meest gebruikt door die menschen die geen polderlasten betalen. Spr. wijst er op hoe thans menschen, die geen land hebben, maar 2 a 3 auto's hebben, geen cent aan wegonderhoud be talen. De Voorzitter, zal wat de heer Dignum aanvoert, niet tegenspreken, er zit zelfs veel waarheid in, maar daar gaat het bij deze subsidieaanvraag niet om. Het polder bestuur wil f 6000 besteden voor het teren der wegen en dat is als men in aanmerking neemt dat we in dezen polder hebben pl.m. 80 K.M. weg. een druppel in een emmer water. Dat de polder f 6000 subsidie vraagt, is naar spr.'s meening om de positie van het polderbestuur te redden, er moet uit blijken dat er wat gebeurt Als de polder f 6000 besteedt en ook de gemeente f 6000 geeft, kan er nog weinig gebeuren. En dan de manier waarop het polderbestuur de zaak wil aanpakken. Er staat dat op den weg van den Westfrieschendijk naar Schagerbrug basalt opgebracht zal worden. Er staat niet dat het basalt ingewalst zal worden en als de weg dan volgend voorjaar geteerd zal worden, dan zal er van het basalt niet veel meer te zien zijn, alles wordt aan den kant van den weg gereden. Door B. en W. is dan verder de vraag gesteld of het gemeentebesutur eenige zeggingschap krijgt. Door het polderbestuur wordt geantwoord, dat men de wegenver betering aan zich wil houden zonder inmenging van derden. Spr. dacht dat de vraag van B. en W. niet zoo vreemd was. Als men aan provincie of rijk subsidie vraagt, wordt ook daar de voorwaarde gesteld dat men eenige zeggingschap krijgt. En bovendien komt hier nog bij dat de dijkgraaf, de heer Hooij, zelf gezegd heeft dat de polderopzichter met wegenbouw niet voldoende op de hoogte is en dat het polderbestuur er totaal niets van weet. Als dat nu het oordeel van den dijkgraaf is, be ginnen B. en W. toch te zeggen dat als de gemeente f 6000 subsidie geeft, de gemeente eenige medezegging schap dient te hebben, en de vraag gesteld dient te wor den onder wiens toezicht het werk gebeurt, hoe het on derhoud zal plaats vinden. Op de vraag van B. en W. of het hier een proef gold, werd geantwoord van niet, maar het bleek B. en W. dat het wel degelijk een proef was, Immers het eene stuk zal zus, het andere stuk zoo behandeld worden en uit het verslag van die poldervergadering in de Schager Courant voorkomende bleek ook wel dat het als een proef werd beschouwd. En het komt spr. voor dat de gemeente geen bijdrage tot 100 pet. voor proeven kan verleenen. De heer Dignum meent uit het antwoord te mogen afleiden dat B. en W. niet anti zijn. De Voorzitter merkt op dat hij de meening van zich zelf weergaf. De heer Dignum zegt dat het dus volgens den Voor zitter niet goed is dat het werk op kleine schaal wordt uitgevoerd. Het is dus geen afwijzing van medewerking, maar een afwachting wat er in de verdere toekomst ge beurt, mogelijk op een andere manier. Spr. meent echter, dat het niet langer opgaat de '.as ten van zich af te geven. Z.i. behooren de wegen niet tot den polder. En spr. merkt verder op, dat de ge meente al eenige medezeggingschap heeft over de wegen. De Voorzitter zegt straks al gezegd te hebben, dat hij tegen de redeneering van den heer Dignum niet in ging, maar tegen de wijze van uitvoering. De heer Nannis herinnert eraan, dat hij jaren achter een bij de behandeling der begrooting heeft voorgesteld den polder inzake het wegen-onderhoud tegemoet te komen en in 1927 heeft spr. voorgesteld om de 25 tot 40 (fa te verhoogen. Bij dit voorstel viel de heer Hooft hem bij en ook meerdere leden gingen er mee accoord. Het is evenwel bij die toezegging gebleven, de subsidie is nooit door den polder geaccepteerd, zelfs van de 25 wilden ze geen gebruik maken. En nu dit voorjaar vragen ze eensklaps het volle pond dat Je gemeente aan de wegenbelasting zou hebben mee te betalen. Ook spr. kan de wijze van uitvoering niet goedkeuren. Bij de bespreking die B. en W. met de heeren Hooij en Jimmink hadden, is gezegd, laat de polder een leening sluiten van. f 100.000 of f 50.000 en laat de gemeente dan aan rente en aflossing meebe talen. En wat was het antwoord? de polder heeft geen geld. maar jullie, dat waren B. en W. en de gemeente raad zooals we hier zitten, jullie grijpen het maar en anders leenen jullie maar. Op die wijze krijgt men een ander inzicht. En spr. verzoekt den Voorzitter aanstonds eens voor te lezen een brief van den heer Hooij omtrent de conferentie die B. en W. met het polderbestuur hebben gehad, dan kan de raad eens een inzicht krijgen over den besluursbllk van den heer Hooij, hoe die denkt te confereeren met B. en W. Maar gezien het nieuwe bloed dat er in het polder bestuur komt, hoopt spr. dat er in de toekomst tus schen polder en gemeente samenwerking zal worden verkregen. De heer De Boer zegt, dat het wegenvraagstuk een moeilijk vraagstuk is, vroeger werd er grint op de we gen gebracht, maar het verkeer heeft zoo'n verande ring ondergaan, dat wel tot het teren der wegen over gegaan moet worden. Spr. heeft den Voorzitter hooren zeggen, dat de verwerking van f 6000 maar een drup peltje in een emmer beteekent, maar laat de gemeente er dan een druppeltje bijdoen. De wegen worden door iedereen gebruikt. Spr. weet wel ,dat dan enkele uit wonende landeigenaren worden ontlast, maar het wordt toch ook weer in den vorm van belasting teruggehaald van de huurders. De heer De Wit verklaart zich voor het geven van subsidie, het algemeen belsng wordt er mee gediend en als de aanvrage wordt afgewezen, zal het teren der wegen terug gehouden worden. Spr. wijst erop, hoe op den Rijksweg de bewerking nog op verschillende ma nieren plaats vindt en men dus ook daar zich nog niet bepaalt tot één bepaalde wijze. De heer Bruin schaart zich geheel aan den kant van B. en W., het ls een proef, die het polderbestuur wil. Als het een grootere aanvraag betrof, dan zou spr. zijn stem geven aan het verleenen van subsidie. Blijkt uit de proef, dat er een groot bedrag moet worden besteed, dan hoopt spr, dat de gemeente een ander standpunt zal innemen. Wat de wijze van uitvoering betreft, spr. zal daar maar niet op ingaan, dat zal best meevallen. De heer Doorn zegt, dat zijn standpunt wel bekend is. Als de raad subsidie verleent worden de uitwonend© landeigenaren ontlast en spr. denkt wel in den geest van het meerendeel der landeigenaren te spreken, want men zou al weinig eergevoel moeten hebben. Zelfs al is den grond-eigendom met 70 bezwaard, dan nog is men met* 30 bevoorrecht, vergeleken bij hen, die geen voet grond hebben. Spr. wijst erop, dat de auto-bezitters door de wegenbelasting reeds hebben geholpen een rijksweg door de geheele gemeente ge trokken te krijgen. Spr. oordeelt dus, dat deze aan vraag hier niet thuis behoort en het klinkt wel wat gek, maar spr. meent dat integendeel feitelijk opcenten op de polderlasten geheven dienden te worden om de gemeente te steunen. De heer Dignum zegt dat hij altijd maar aan het spreekwoord denkt „de hond is thuis op zijn eigen erf". De heer Doorn meent dat een bijdrage door de ge meente een slag in 't aangezicht zou beteekenen van de groote landeigenaren. Spr. heeft daarover een ander© meening. Spr. heeft menschen gesproken, die geen land hebben, maar toch wel een offertje willen bren gen als de wegen worden geteerd, want dat zou hun niet alleen wel 50 schelen in de slijtage der banden, maar ook nog meer in de auto zelf. Spr. wijst op den weg LagedijkNoordhollandsch kanaal; het is of men over een waschbord rijdt En als zoo'n weg in orde werd gemaakt was het den menschen wat waard, dat erkennen ze zelf. De heer Blom is wel voor het verleenen van subèidie, maar niet zonder medezeggingschap. De heer Dignum denkt dat dit wel mee zal vallen. De heer Bellis is het ermee eens. dat het een alge meen belang is en in de toekomst is spr. wel voor het verleenen van subsidie. Doch spr. ish et met B. en W. eens, dat dit niet op dit plan mogelijk is. Deze voorge nomen uitvoering behoort niet thuis in het tegenwoor dige wegenonderhoud, het basalt is in het voorjaar onherroepelijk weg. De heer Van der Sluis wil niet in persoonlijkheden af dwalen. Ook spr. meent dat het een proef is, zooals het polderbestuur zich de uitvoering denkt. Dat het hier een algemeen belang betreft, voor die meening is wat te zeggen, maar spr. wijst erop, dat er onder de inge zetenen zijn, die weinig gebruik van den weg maken en die dan toch in den vorm van belasting aan het we genonderhoud zouden moeten meebetalen. Als de ge meente subsidie verleent dient het profijt van de ver betering van beteekenis te zijn en niet voor zoo'n klein traject. Spr. wil daarom niet op dit verzoek ingaan, maar een ander verzoek afwachten. Spr. hoopt en ver trouwt dat als de algemeene burgerij van wegverbete- ring zal profiteeren, zij ook zal willen bijdragen in de kosten, maar dan is het ook billijk, dat de' gemeente medezeggingschap heeft. Dat wil niet zeggen, dat iemand alle dagen langs het werk zal gaan en opmer kingen heeft te maken, doch om te spreken over de uitvoering. De heer Dignum begrijpt uit de besprekingen dat als de verbetering op grooter schaal werd ter hand geno men, B. en W. niet tegen het verleenen van subsidie waren. Spr. komt nu oolc tot de gedachte, dat het hier een proef betreft, en is ook voor uitvoering op grooter schaal. Spr. kan niet met het voorstel meegaan, maar zou een nadere bespreking met het polderbestuur wen schen. De heer De Boer zegt dat B. en W. dus niet tegen de subsidie zijn... De heer Van der Sluijs: Dat zeggen we niet. De heer De Boer trekt dan de straks gesproken woor den in, maar acht samenwerking gewenscht. De Voorzitter wijst er op, dat de gemeente groote uitgaven heeft en dus rekening gehouden moet worden met de finantiën, wat al reeds gebleken is uit de ver hooging van het vermenigvuldigingscijfer. De heer Doorn noemt het een slechte democratie. De bijdrage van de gemeente moet verhaald worden op de landeigenaren, maar men treft er tevens een categorie van menschen mee, die voor hun broodje met een auto'tje rijden. De heeren Dignum en De Wit merken op, dat de wegen ook door fietsers worden gebruikt. De heer Nannis heeft vertrouwen in het nieuwe bloed dat in het polderbestuur komt. Samenwerking met het polderbestuur is gewenscht. Spr. verzoekt evenwel nog maals kenbaar te maken wat het hoofd van den polder aan B. en W. durft schrijven. De heer Dignum denkt dat dan de politiek weer gaat meespelen en zou dat liever laten rusten. De heer Nannis noemt dat geen brief, waardoor mede werking wordt verkregen. De heer Van der Sluijs zegt dat die brief gericht is aan B. en W. en binnen die poorten behoort te blijven. Er komen uitdrukkingen in voor, die niet vriendelijk zijn te noemen, maar als ze hier worden medegedeeld zal het den toestand niet beter maken, misschien slech ter. De heerBruin vindt het ook beter den brief niet voor et lezen. De heer Nannes zegt niet voor den heer Hooij uit den weg te loopen. De heer Dignum: Dat hoeft ook niet, maar wat geeft te lezen. Het voorstel van B. en W. wordt vervolgens aange nomen met 10 tegen 1 stem, die van den heer De Wit. Uitbreiding begraafplaats. Volgt het voorstel van B. en W. tot uitbreiding der Algemeene Begraafplaats te St. Maartensbrug en in verband daarmee. a. tot aanvaarding van een schenking bestaande in het Noordelijk gedeelte van het boschje, kadastraal be kend gemeente Zijpe. sec 1/3 D, No. 1148 en gelegen ten Westen van genoemde Begraafplaats, met een gedeelte sloot van het Waterschap Zijpe en Hazepolder, b. om van P. Brommer Dz. aan te koopen een gedeel te, groot pl.m. 875 M. van het perceel, kadastraal bekend gemeente Zijpe, sectie D, No. 457, voor f 0.60 per M2. De schenking onder a genoemd, wordt onder dank zegging aanvaard, terwijl het onder b. genoemde, den heer Van der Oord de opmerking doet ontlokkx dat 't een billiijken prijs is. De heer Van der Sluijs onderschrijft dit en meent dat de familie Brommer een ruim standpunt inneemt, en een woord van dank toekomt, voor haar billijk aanbod. Teekenen van Instemming. Gemeenteverslag en verslag gevolge art. 58 der Wo ningwet, zullen circuleeren. Een tweede kasgeldleenlng ad f 30000 rentende ten hoogste 5 pet. zal worden aangegaan. Bij de rondvraag bepleit de heer Bellis nog eens het ledigen van de vuilnishokken te Petten. Het blijkt dat reeds opdracht is gegeven, en één hok geledigd is, maar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 6