Het mond- en klauwzeermiddel- Van den Berg. „Volkomen niets." Vreest geen Examen Bestrijding van keverlarven op bietenplanten. Bestrijding van de aardappelziekte. Gemengd Nieuws. Alcohol en auto-bestuurders. Sprinkhanen nabij Weenen. Wat een Noordhollandsche boer, die naar Madrid reisde, om er het zijne van te hebben» voor ondervindingen opdeed. In ons nummer van Dinsdag 10 Juni j.1. namen we het een en ander over uit de „Nieuwe Rott. Crt." over een middel tegen mond- en klauwzeer, dat door een zekeren heer Van den Berg, Nederlander van geboorte, maar thans in Spanje vertoevende, omdat hij in Nederland geen steun kreeg, zou zijn uitgevonden. Waar de gevreesde ziekte thans weer in meer of min der hevige mate in ons land heerscht, is door de berich ten uit Spanje over de uitstekende resultaten bereikt na toepassing van „het middel", in belanghebbende kringen niet weinig beroering gewekt en heeft zelfs een der kamerleden vragen gesteld aan den minister, en werd het betreurd, dat zóó een groote industrie (de heer Van den Berg zou namelijk te Madrid reeds een groote maat schappij hebben opgericht ter vervaardiging van het middel „Matafto") en zulk een goed middel tegen mond en klauwzeer voor ons land verloren waren gegaan. Door het een en ander begon nu zoo hier en daar wel eenige twijfel op te komen of de Nederlandsche hoog leeraren indertijd wel goed gedaan hadden met zoo wei nig aandacht te schenken aan het werk van den heer Van den eBrg, totdat dezer dagen een paar heeren uit den omtrek van Amsterdam de stoute schoenen hebben aan getrokken en zich ter plaatse, in Spanje dus, van het een en ander zijn gaan vergewissen. Na hun terugkeer in Nederland, heeft de landbouw kundige medewerker van het „Handelsblad" het volgen de verhaal uit den mond van den heer Ph. Benjamins, veehouder te Weesperkarspel opgeschreven, dat wij na het artikel uit de N.R.Ct. v.an genoeg belang voor deze streek achten, om het eveneens over te nemen: .„Het was. na al het imponeerende geschrijf in de „N. Rott. Ct." aldus de heer Benjamins niet te verwonderen, „dat ik, die in mijn veestapel zoo veel last heb van het gevreesde mond- en klauwzeer (mijn buur man verloor in één week twee koeien en drie schapen) het plan opvatte om eens zélf deze „figuurlijke koe" bij de horens te nemen en de zaak van nabij te beschouwen. Ik kon niet begrijpen, dat onze Nederlandsche regeering zóó lauw bij de pakken zou neerzitten en onze veehou ders maar in het moeras laten, terwijl een landgenoot een middel ontdekt heeft, dat zou kunnen meehelpen, om ons van deze plaag te verlossen! Ik overwoog, dat er zeer wel factoren in het spel kon den zijn, die den uitvinder hadden belet, in ons eigen land voldoende belangstelling voor zijn ontdekking te wekken en daarom besloot ik na kort beraad, zelf naar Spanje te gaan. In de koninklijke Spaansche commissie, die het middel kreeg te onderzoeken, kregen eenige officieele specia listen zitting n.1. de heeren Césareo Sans Egaua, direc teur van het abattoir te Madrid als voorzitter, de heer Silvestre Miranda, voorzitter van het veterinaire college, en de heer Jesus Culebras, hoogleeraar aan de Veteri naire Hoogeschool te Madrid. Om nog meer luister aan de namen bij te zetten werd nog vermeld dat de direc teur van het centraal proefstation voor de veeteelt, de heer Zacarias Salazar, benevens Markies de Casa Fa- choco ter controle de proeven zouden bijwonen. Voor waar voor iemand, die de treurige toestanden in het veebedrijf aan den lijve voelt en het wel en wee van col lega's ook ter harte neemt, wèl aanleiding, om de warme reis naar Madrid te ondernemen. Met vol vertrouwen aanvaardde ik dan ook de reis, voorzien van aanbevelingen, die mij in staat zouden stel len, mij gemakkelijk in het vreemde land te bewegen. Maandagochtend 16 Juni bezocht ik te Madrid den heer v. d. Berg, die mij allerminzaamst ontving. Het doel van mijn komst was vlug verteld. Ik verhaalde van de ontzettende wijze waarop onze veestapel geteisterd wordt en dat ik ook uit naam van eenige collega's deze reis had ondernomen, om een persoonlijk onderzoek in te stellen en gaarne eenige experimenten zien wilde. Mijn landgenoot was enthousiast over zijn middel; zelfs lid- teekens aan de spenen waren na behandeling er mee ternauwernood merkbaar; in twee dagen waren de bees ten radicaal genezen, totaal koortsvrij en buiten gevaar voor dood gaan. Een zeer rijk heer, de hertog d'Infan- tado, de eigenaar der waterleiding te Madrid, interes seerde zich voor hem, zelfs een automobiel, villa en meu belen kreeg hij van den hertog cadeau en 's middags bij mijn terugkomst naar mijn hotel wees hij mij het paleis van dezen hertog (later bleek mij, dat deze Is overleden). Dienzelfden avond ontmoette de heer v. d. Berg mij in een café waar hij mij voorstelde aan den heer Eugenio Lucas, een voormalig Hongaarsch officier, die als directeur optrad van de „Producto de la Immobi- lana e industrial s. a., Capital 4 milliones de pesetas. Calle de Atocha 12 Tabona El Goloso." Ons gesprek liep natuurlijk over het onderwerp van den dag, temeer, daar ik den volgenden dag in de gele genheid gesteld zou worden, een stal met mond- en klauwzeer vee te bezoeken, waar dan geëxperimenteerd xou worden. Ik vroeg toen, in de gelegenheid gesteld te worden, ook Nederland van de zegeningen van het mid del te doen genieten, maar zeer verontwaardigd kreeg ik ten antwoord: „Ik ben in Nederland zóó slecht be handeld, dat eerst H.M. de Koningin mij een excuusbrief moet schrijven, alvorens ik bereid ben, mijn middel af te geven voor mijn vaderland. Alléén hier ondervind ik vriendschap en weet men mij te waardeeren." Wij spraken af tegen den volgenden namiddag. Helaas kon den volgenden dag... geen boerderij ge vonden worden, waar geëxperimenteerd kon worden... maar aangezien ik den moed niet wilde opgeven, stelde ik voor dat ik eenige gezonde kalveren zou koopen en dat de heer Van den Berg deze dan immuun zou maken, waarna de beesten dan bij ziek vee zouden worden ge stald. Voorwaar, een interessante proefneming, waar voor ik, gezien het goede doel gaarne het risico wou wa gen. Mijn voorstel viel echter niet in goede aarde; steeds zonder opgave van redenen weigerde Van den Berg, op mijn voorstel in te gaan en begon steeds over andere dingen to praten. Tevergeefs vroeg ik eenige preparaten om zélf in Nederland proeven te nemen, hetwelk mij ab soluut werd geweigerd! Reeds was hij, volgens zijn be wering, overstelpt met orders van de Spaansche regee ring en wel voor een bedrag van 40.000 peseta's (hon derdduizend busjes); ook de Engelsche regeering had reeds voor het fabrikaat twee millioen shilling geboden, maar het moest minstens twee millioen pond sterling zijn, om er op in te gaan, aldus Van den Berg. Alwéér een desillusie. In het begin van ons gesprek liet ge noemde heer alleen de eer de hoogste troef spelen, maar gezien de cijfers, die zóó fabelachtig aan die eer vast geknoopt werden, zit er óók nog wel een koopmans kantje aan! In alle gevallen was ik besloten mijn werk wijze te veranderen en mij te wenden tot de heeren pro fessoren en leeraren, met name in de „N.Rott.Ct" Mijn eerste bezoek, Woensdag, gold de Nederlandsche legatie te Madrid. Daar werd ik ontvangen door den secretaris van den gezant. Zéér verwonderd was deze heer over de reden van mijn bezoek, omdat hem... niets bekend was van het optreden van den heer Van den Berg! Hoofdzakelijk omdat de houding der Nederland sche regeering in het bewuste courantenartikel in het geding was gebracht, interesseerde het geval hem en baron Van Asbeck gaf mij den raad, om persoonlijk den directeur van het abattoir te bezoeken. Met den heer secretaris van het Ned. gezantschap (wiens naam mij tot mijn spijt ontschoten is) brachten wij toen een ba- zoek aan dien functionaris, den heer Cesareo Sanz Egana, die ons hoffelijk ontving. Ik vertelde den heer Egana, dat ik den heer v. d. Berg een bezoek had ge bracht, om nader met zijn middel Matafto kennis te maken. De heer v. d. Berg bleek geen onbekende van den directeur te zijn. Ik stelde hem nu in kennis van het bewuste courantenartikel, maar... met een verbaasd gezicht hoorde hij de vertaling van het geval aan en verklaarde, dat het waarheid, maar óók veel leugen bevatte. Waarheid was, dat de proef op bevel van het mi nisterie is geschied, maar onwaarh.eid was, dat de proeven succes hadden! ,Wij dachten niet anders," aldus de directeur „dan dat deze heer ergens anders opereerde, maar wij weten niets van een stand op de tentoonstelling, welke ook maar éénige aandacht trok. Bij ons kwam hij met aanbevelingen van Hollanders en Duitsche professoren en wij hebben proeven genomen, echter zonder resultaat Een officieel rapport, brachten wij vorig jaar Juni uit aan onze regeering, een afschrift daarvan krijgt nu uw gezantschap en u als belangstellende krijgt een getee- kende verklaring van mij." Mijn volgende onderzoek bepaalde zich tot eenige groote veestallingen, welke daar midden in de stad ge vestigd zijn. Het eerste bezoek was bij den heer Manuel Lawin Martinez (Breton de los Herreros 27 bajo) waar uitslui tend Nederlandsch vee in een mooien, zindelijken stal was te vinden. Als veehouder interesseerde mij het be drijf bijzonder en ik moet alle lof brengen aan de voor beeldige orde, die daar heerschte. Het belangrijke ver schil in melkprijs bij ons in Nederland zal zeker me nigeen doen watertanden: ongeveer 22 centen af boer derij, terwijl de grondprijs in ons land 7 centen bedraagt, Een dergelijke modelinrichting trof ik bij den heer Amadeo Fernandcz (Castello) 15, y Jorge Juan, 44) en bij nog eenige anderen. Op mijn vraag of zij het middel „Matafto" tegen mond- en klauwzeer kenden, antwoordden zij wèl het mond- en klauwzeer te kennen, maar niet het middel... Des avonds gelukte het mij, ook den bewusten heer Sylvestre Miranda te spreken. Genoemde heer bleek... bij de proeven, beschreven in het meergenoemde couran tenartikel niet tegenwoordig te zijn geweest, omdat hij toen in Engeland was, om paarden voor de regeering te koopen. Met den uitslag der proeven was hij later bekend ge maakt en hij kon zich niet begrijpen, dat een Hollandsch blad het voorstelde, alsof zij geslaagd waren! Volgens dezen deskundige bestaat er nog geen enkel middel, al leen wanneer men het goede serum ontdekt, kan na ernstige proefnemingen resultaat verwacht worden. Het courantenbericht zou hij gaarne in hei Fransch vertaald ontvahgen, waarop hij dan verder commentaar zal leve ren aan den schrijver er van. Donderdag was er een feestdag in Madrid, zoodat ik geen officieele personen kon bereiken en daarom maakte ik voor Vrijdag een plan, om een onderhoud met dan eveneens, in de N.R.Ct. genoemden prof. Culebras te hebben. De fortuin begunstigde mij, want de directeur van het abattoir was zoo welwillend, om nogmaals een uurtje voor mij af te staan en den professor op te bel len, omdat ik hem niet thuis had getroffen. De direc teur toonde mij eerst nog een schrijven van dr. K. Hoef nagel, gepensionneerd directeur van het abattoir te Utrecht, waarin deze hem inlichtingen verzocht om trent het „Matafto". Een afschrift van de verklaring wordt nu ook hèm toegezonden. Op telefonische aan vrage kwam spoedig professor Culebras bij ons en niet moeilijk viel het mij, nadat de directeur het doel van mijn bezoek had uitgelegd, onmiddellijk contact met de zen heer te krijgen. Ook de professor wilde gaarne con Fransche vertaling van het courantenartikel hebben. Op zeer handige wijze aldus professor zijn de brochures ten gunste van het „Matafto" in elkaar gezet, tekstweglating en tekstinlassching geschiedt op elke bladzijde, maar persoonlijk verklaarde professor mij dat het middel geen enkele wetenschappelijke waarde heeft en dat het hem verwonderde, dat een serieuze courant, die een reputatie heeft op te hou den, dergelijke artikelen zonder serieus onderzoek plaatst. Hij verzocht mij, de heeren prof. Dr. Wester en prof. dr. de Bliek, beiden te Utrecht, zijn speciale groeten over te brengen, en verklaarde volkomen op het standpunt te staan, hetgeen deze Nederlandsche ge leerden innemen en met wat zij reeds voor acht jaren verklaarden over het middel des heeren Van den Berg. Mijn nieuwsgierigheid dreef mij toen naar de „fa briek, welke te Madrid "zal gebouwd worden". Mijn eerste vraag was: waar zijn de vier millioen peseta's en waar is of komt de fabriek? Welnu, het was een oude boerderij op 18 KM. van Madrid, genaamd „el Goloso", met bijbehoorenden ouden meelmolen. Offici eel het het heele geval „Matafto, Cura y evlta la Glo- sopeda (gripe o mal de pezunas), producto de la Sociedad inmobiliaria e Industrial s.a. capital 4 milliones de pesetas. Seccion: productos Quimicos Madrid. Calle de Atocha, 12 (Edificlo propiedad de la Sociedad). Fabrica el Goloso. De „fabriek" komt nu ln een deel van den meel molen (de heer Benjamins had hiervan een foto bij zich, welke ook in het „Hsbl." was afgedrukt red. Sch. Crt.) U ziet dus: namen genoeg, maar de een voudige boerderij maakte geen millioenen-indruk... Mijn eindindruk over mijn reis is voor den lezer niet moeilijk te raden. Volkomen is mij gebleken, dat onze boerenstand vol komen kan vertrouwen op ons veeartsenijkundll insti tuut, waarvan onze hoogleeraren een buitengewoon goeden naam in den vreemde hebben. Zoo gaarne had ik gewild, dat ik met goede resultaten had kunnen te rugkomen, maar alhoewel deze reis geen resultaat heeft gehad, heeft zij toch voor één zaak onze oogen ge opend: het onwankelbare vertrouwen ln Utrecht. Mogen deze regelen er toe bijdragen, dat geen ang stige boeren hun goede geld wegsmijten aan ongure middelen. De heer Benjamins had tevens uit Spanje medege- kregen een schriftelijke en persoonlijk onderteekende verklaring van prof. Jesus Culebras en dr. Cesareo Sanz Egana over het mond- en klauwzeermiddcl-v. d. Berg, waaruit wel blijkt dat dc Spaansche hoogleeraren geen enkele wetenschappelijke waarde aan het middel toekendenhelaas. want er is een middel dat U kalm houdt en waardoor Uw geest helder blijft. Mijnhardt's Zenuwtabletter: behoeden U voor zenuwachtigheid. Ze zijn verkrijgbaar in kokers van 75 ct. bij Apoth. en Drogisten. Land- en Tuinbouw Aangezien de aanwezigheid van aaskeverlarven op bietenplanten op eenige plaatsen is geconstateerd, wordt de aandacht der telers van bieten en van man- gelwortels op deze vreterij, die ernstige afmetingen1 kan aannemen, gevestigd. Aaskeverlarven zijn zwart; tot ongeveer 1 c.M. lang, aan de voorzijde van hun platte, naar achter smal toeloopende lichaam hebben zij 6 korte pooien; zij gelijken eenigszins op pisse bedden. Zij kunnen soms in groot aantal op bietenplanten voorkomen en die in korten tijd geheel kaal vreten. Ken bespuiting van het loof met 1 ons Parijsch- groen op 100 Liter water, waarin nog 1 K.G. versch gebluschtekalk wordt opgelost, is voldoende om alle larven te vergiftigen. Daar de vreterij plotseling op treedt en zeer snel in omvang kan1 toenemen, is het noodig onmiddellijk te spuiten, zoodra men de eerste larven op de bladeren heeft waargenomen. Hetzelfde middel kan gebruikt worden ter bestrij ding van de groene larven der schildpadtorretjes, die gewoonlijk op meideplanter.1 voorkomen, maar die vaak op bieten en mangehvortels overgaan. Daar Parijschgroen spoedig bezinkt, moet men tij dens de besproeiing de pulverisateur meermalen schudden. Nadere inlichtingen worden gaarne verstrekt door den Plar.tenziektenkundigen Dienst te Wageningen en de op verschillende plaatsen werkzame ambte naren van dien Dienst. Blijft dus over: het mond- en klauwzeer.. Na het .bericht over de bespuiting van vroege aard appelen ter bestrijding van de aardappelziekte wordt thans de aandacht van de telers van late aardappelen gevestigd op de noodzakelijkheid om aan het optreden en de maatregelen ter bestrijding van dezelfde ziekte in de late aardappelen de noodigc aandacht te wijden. Het is algemeen bekend, hoezeer de aardappelziekte de oogst der late aardappelen in hoeveelheid en kwali teit, kan doen verminderen. In de beste aardappel- verbouwende streken in ons land, Friesland, de Zuid- Hollandsche Eilanden en verschillende plaatsen ln Noord-Holland, Zeeland en West Noord-Brabant wordt dan ook door vee telers (hoewel ook daar nog niet algemeen) bestrijding der ziekte toegepast door bespui ting met Bourgondische pap. Ten einde de oogst in hoeveelheid en in kwaliteit (althans wat „de ziekte" betreft) zoo hoog mogelijk op te voeren, moet deze bespuiting algemeen worden toegepast, met uitzonde ring natuurlijk bij de soorten, die in voldoende mate tegen de ziekte bestand zijn. De aandacht zij erop gevestigd, dat door het Mete orologisch Instituut te De Bildt in dit seizoen reeds driemaal is medegedeeld, dat de weersomstandigheden in een bepaald etmaal gunstig zijn geweest voor het optreden van de aardappelziekte en de eerste verschijn selen der ziekte zijn reeds op eenige plaatsen waar genomen, zelfs is op één plaats een tamelijk sterke aantasting gevonden. Daar de ervaring heeft geleerd, dat de kans op het meer algemeen optreden der ziekte zeer veel grooter wordt, als dit door eenige gunstige etmalen is voorbe reid, moet door de aardappeltelers ernstig rekening ge houden worden met de mogelijkheid van een spoedig optreden der aardappelziekte, vooral als het weer warm blijft en er regen valt. Algemeene bespuiting wordt daarom aanbevolen. De bespuiting geschiedt met Bourgondische of Bor- deauxsche pap. Ter bereiding van Bourgondische pap worden VA K.G. Kopervitriool en K.G. sodex te za- men opgelost in 100 L. water. Het mengsel van kopervitriool en sodex is in den handel verkrijgbaar onder den naam normaal pappoe der. Van dit poeder wordt ter bereiding van 100 L. sproeistof dus 2% K.G. opgelost. 100 L. Bord. pap wordt bereid door eerst 1% K.G. kopervitriool en 1 K.G. ongebluschte kalk afzonderlijk in water op te lossen en daarna deze oplossingen bij een te voegen tot de hoeveelheid vloeistof 100 L. be draagt. Evenals bij de vroege aardappelen wordt er met nadruk de aandacht op gevestigd, dat de bespui ting meerdere malen moet geschieden. Doordat een be spoten gewas gewoonlijk ook langer groen blijft, moet indien de weersomstandigheden dit noodig maken tot op het laatst van het groeiseizoen met de bespuiting worden doorgegaan. Uitvoerige behandeling van de ziekte en de bestrij ding is te vinden in Mededeeling 52 van den Planten- ziektenkundigen Dienst te Wageningen: „De aardappel ziekte". Door dezen Dienst en de daarbij werkzame ambtenaren worden gratis nadere inlichtingen gegeven. MISVERSTAND. Pages Oattê, Yverdon.) Dat lijkt wel een Hef meisje. Alleen is het maar jammer dat ze boven haar theewater is. Hoe do politie in Zweden alcoholgebruik constateert. Naar uit de Zweedsche hoofdstad, Stockholm, gemeld wordt is de politie aldaar er den laatsten tijd toe over gegaan om bloedonderzoek toe te passen, teneinde vast te stellen, of bestuurders van auto's of motorrijwielen, dlo gearresteerd worden wegens roekeloos rijden of zondigen tegen de regels van het verkeer, onder den invloed van alcohol verkeeren. De snelle ontwikkeling van het verkeer in de Zweed sche hoofdstad heeft de politie aanleiding tot dezen maatregel gegeven, daar het dikwijls voorkomt,, dat be.stuurders, die klaarblijkelijk onder den invloed van alcohol verkeeren, ontkennen, dat zij iets gedronken hebben. Indien thans de bestuurder ontkent, past de politie- dokter terstond de methode van bloedonderzoek toe, waardoor vastgesteld kan worden, of de overtreder al cohol heeft gebruikt. De straffen voor bestuurders, die onder den invloed van alcohol zich aan overtredingen schuldig maken, zijn vrij zwaar en Dr. Frizelle, het hoofd van den geneeskundigen dienst der politie te Stockholm heeft thans vastgesteld, dat sedert ongeveer 7 weken geleden de methode van bloedonderzoek toegepast is, het aantal overtredingen van bestuurders, die onder den in vloed van alcohol verkeerden, snel verminderd is. Dr. Fritzell past ook een andere methode toe om vast te stellen, of een overtreder onder den invloed van al cohol verkeert. De verdachte moet dan zijn beide voeten tegen elkaar slaan en dan, terwijl hij met beide handen een of an der voorwerp vasthoudt, voorover buigen. In deze positie moet hij dan ten minste 20 seconden blijven staan. Gebleken is, dat iemand, die geen alcohol heeft ge bruikt, ten minste 20 seconden ln deze positie kan blij ven staan, terwijl iemand, die onder den invloed van alcohol verkeert, binnen deni tijd begint heen en weer te zwaaien als een riet in den wind. De bevolking is zeer opgewonden. Een goederentrein bleef in den zwerm steken. Wolff meldt uit Weenen: Bij Ober-Eggendorf in de buurt van Wiener Neu- stadt is te middernacht een groote zwerm sprink hanen neergestreken. De brandweer bespoot den zwerm met benzine, die werd aangestoken, doch dit middel bleek onvol doende. De schade is aanzienlijk. De bevolking is zeer opgewonden. Er zijn heden mi litairen aangekomen met het oog op de bestrijding der insecten. Een goederentrein bleef in den zwerm steken on toen de rails eenigermate waren schoongemaakt, konden de treinen over het glibberige ijzer slechts zeer langzaam rijden, zoodat het spoorwegverkeer groote vertraging ondervond. EEN BANKSCHANDAAL TE PARIJS. Een nieuw bankschandaal te Parijs heeft geleid tot gevangenneming der directeuren van - m Parijscne particuliere bank, met name Cathala en Pingrin. Zij worden van verduistering van effecten beschuldigd. Het passief beloopt ongeveer 10 millioen frank. VLEESCHVERGIFTIGING IN BELGIë. Te Gheel in de provincie Antwerpen zijn een groot aantal menschen vergiftigd door het eten van be dorven gehakt vleesch. Twee van hen, een landbou wer en zijn zuster, zijn reeds overleden. De vleesch- homver, die het vleesch had verkocht, is gearresteerd. BILLY BOO. Zoo bleven ze staan voor het huis van Billy, altijd sprekende over de amulet. Jerry was wer kelijk erg ontdaan, omdat het hem scheen, alsof hij altijd op aarde zou moeten leven. Hij vond het natuurlijk heelemaal niet erg bij Billy te moeten blijven, maar nergens is het beter dan in je eigen huis, zooals hij placht te zeggen en het was dus wel begrijpelijk, dat hij verdriet had. Billy's moeder stond aan de deur op hen te wachten. „O, wat zijn jullie stoute kinderen," riep ze, terwijl ze Billy in heur armen nam en schertsend Jerry en Redneb dreigde. „Jullie zijn lieve jongens om in mijn goede beddelakens knoopen te maken en dan stilletjes in den nacht weg te vliegen en mij al dien tijd zoo ongerust te maken, omdat ik niet wist waar jullie waren en wat er met jullie gebeurd is. Schamen jullie zich niet'" „Ja. we schamen ons!" riepen ze In koor, maar daar geen van hen erg beschaamd keek, moest de moeder van Billy wel lachen, of ze wilde of niet en daar ze lachte was ze ook niet angstig meer en ze vergaf hun wat ze gedaan hadden en bracht ze weer in huls. Ze gaf hun heerlijke versche melk om te drin ken, heerlijke warme pastijtjes om te eten en toen ze hun buikjes hadden gevuld, vertelden ze van het verlies van de amulet Ze verwacht ten allen, dat moeder zou zeggen dat ze er spijt van had, maar het deed haar erg veel plezier. „Daar ben ik nou erg blij om," zeide ze, want omdat Billy nou zijn amulet heeft verloren, zal hij wel in huis blijven en geen kattekwaad meer uitvoeren. „Maar wat zal er nu met den ballon gebeuren," riep Jerry, „ik wil weer naar huis op Mars terug." „Kun je dan niet met den ballon terugkceron," vroeg Billy's moeder. Zouden ze daar niet aan hebben gedacht?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 11