RADIO
Wat weten wij van luchtstoringen.
Sa
W
Radioprogramma
En hoe zijn deze te
ondervangen?
Tegen de School
Het „p a 1 i n g r a a d s e 1"
opgelost
ANNEER wij de wijze van ontstaan der meest
voorkomende storingen nagaan, dan kunnen
we drie van elkaar zeer verschillende soorten'
onderscheiden.
1.) de storingen, die door de sterke terugkoppe
ling van ontvangtoestellen in de buurt worden op
gewekt, waarbij het vreemde toestel als een kleine
zender werkt en den ontvangst met ons eigen
toestel stoort;
2.) de z.g. electrotechnische of „men made" sto
ringen, veroorzaakt door de nabijheid van in gang
zijnde electrische machines, door hooge spannln-
ningen installaties of geneeskundige hooge fre
quentie geneesapparaten, en
3.) tenslotte storingen, die hun oorsprong vin
den in meteorologische verschijnselen, de z.g. lucht
storingen.
De eigenlijke luchtstoringen.
Bij de derde groep van storingen in den uitgebreidsten
«In van het woord moet men weer twee soorten onder
scheiden:
a.) die, welke door klimaat, dag- en Jaargetijde-
wisseling, ochtend- en avondschemering worden
opgewekt, en die dus constant ongunstige plaats
voor den ontvangst of periodisch zijn, en
b). die, waarvan de oorzaken gelegen liggen in
regen, sneeuw, onweer of andere toestandsveran
deringen van de luchtlaag en die wij hier als
eigenlijke luchtstoringen zullen beschouwen.
Het optreden hiervan is volkomen aperiodisch, tus-
schen wijde grenzen onafhankelijk van plaats en tijd
en slechts met geringe zekerheid te voorspellen.
De opheffing van de eerstgenoemde klimatische ont
vangststoringen is in de meeste gevallen voor den ama
teur een onmogelijkheid, daar voor deze storingen de
draagwijdte van het zendstation beslissend is, dus een
factor, die de amateur niet kan wijzigen. Onderzoekin
gen hebben bewezen, dat alleen een verandering in de
zendenergie of in het bizonder in de golflengte verbe
tering aanbrengt.
Mn
Fig. 1.
Figuur 1 geeft ongeveer de afhankelijkheid van de
strekte der storingen ten opzichte van do golflengte
aan, waarop het ontvangapparaat is ingesteld.
De eigenlijke luchtstoringen, dus die, welke te voor
schijn geroepen worden door regen, sneeuw, hagel, zand-
regen, onweer, voorbij trekkende wolken, enz., zijn zeer
Ingewikkeld.
Op een storingsdiagram ziet men, dat het tijdelijk op
treden, de lntentisiteit van de storing, het verloop van
een storingscomplex volkomen onregelmatig en ongelijk
Is.
Fig. 2.
In figuur 2 is voorgesteld hoe zich het aantal storin
gen over een dag verdeelt. De metingen zijn gedaan aan
het eind van Juli, dus op een tijd, die rijk is aan onweer
's Namiddags is er 'n meximum, terwijl do nachtelijke en
de morgenuren bijna storingsvrij zijn. (M. is middag,
M.N. middernacht). Bij a trok een loodgrijze wolk over
de antenne, die onweer voorspelde; bij b in de verte blik
sem; bij c trekken de onweerswolken af, bliksem wordt
niet meer gezien; d een heldere sterrenhemel; bij d wol-
kcnlooze hemel.
Op de vertikaal links staan het aantal storingen per
minuut aangegeven.
Volgens dc wijze, waarop de storingen in de telefoon
ftich uiten, kunnen zij in drie groepen worden verdeeld.
1) fluitend, sissend gerulsch
2) luid. plotseling gekraak
3) rollend, borrelend geruisch.
Het fluiten of sissen de Engelschen noemen het
„hlssing" schijnt met meteorologische veranderingen
in de nabijheid vim het ontvangtoestel samen te gaan.
Het is bizonder luid, wanneer de antenne door sneeuw,
hagel of zandstormen wordt getroffen of wanneer laag
hangende clectrisch geladen wolken er overheen trek
ken.
Het scherpe kraken Engelsch clicks vindt zijn
oorsprong in bliksemslagen, zelfs wanneer de schom
melende uitwisseling van atmosferische ladingen op be
trekkelijk grootcn afstand van het ontvangtoestel plaats
beeft.
Ovor de oorzaak van het borrelen Engelsch grinders
weet men nog niets zeker. Dit geruisch treedt in te
genstelling met 1 en 2 niet afzonderlijk op, maar tijdelijk
continu en vertoont de bekende afhankelijkheid van
Jaargetijde en uur van den dag.
Het is in den zomer sterker dan In den winter en in de
vroege morgenuren het zwakst, om .in den namiddag
zijn maximum te bereiken.
De natuurkundige verschijnselen, waarop de electri
sche toestandsveranderingen van do atmosfeer berusten,
zijn niet zoo eenvoudig. Indien de luchtlaag rustig en niet
geleidend was, zou zij als diëiectricum werken, waarvan
de constante naar boven geleidelijk afneemt Electo-
magnetischo golven, die men de atmosfeer inzendt, zou
den zich aan dc oppervlakte van de aarde langzamer
voortplanten dan op grootere hoogte. Daardoor zou een
breking van de golven optreden, die een gedeelte van den
energiestroom uit de atmosfeer naar do aarde terugvoert.
In werkelijkheid echter is de atmosfeer niet volkomen
rustig en niet volkomen Isoleerend. Op groote hoogten
oefenen de zonnestralen een sterken ioniseerenden in
vloed uit op de dunne atmosfeer (Heaviside-laag) en zijn
éeze ionisatie-verschijnselon het onderwerp van talrijke
hypothsen, maar zelfs al zou men van deze invloeden
afzien, dan nog blijft in de schommelingen, die het dië-
lectrisch gedrag van de lucht voortdurend ondergaat,
een belangrijke grond voor de schommelingen van de
electrische velden van de atmosfeer en daarmee van de
schommelingen in den ontvangst, die men luchtstoringen
noemt.
De diëlectrische constante van de lucht verandert met
de temperatuur, met den druk en de vochtigheidsgraad
en daarmee ook haar brekend vermogen, zooals uit do
slierenvorming op optisch gebied bekend is.
De verwarming door de zonnestralen brengt een stroo
ming in de luchtmassa teweeg, die zich 's nacht afge
koeld heeft en rustig is geworden. Tengevolge van de
meteorologische verschijnselen, die zich onder invloed
van de zonnestralen afspelen, bevinden zich luchtmassa's
van verschillende temperatuur en verschillende voch
tigheidsgraad naast en over elkaar en zijn door hun
verschil in dichtheid onder invloed van de aantrekkings
kracht der aarde onderworpen aan een voortdurende be
weging, die zich uit in wind, regen enz.
Het opheffen van luchtstoringen.
Wil men methoden uitwerken om storingen op te hef
fen. dan is in de eerste plaats noodig, dat men zich op
de hoogte stelt van de soort, de frequentie en de inten
siteit van de storingen. Zij bestaan, zooals wij zagen, uit
schommelende storingsgolven, meestal van hooge fre
quentie, zooals bij bliksem. Zij zijn gewoonlijk echter
sterk gedempt, in tegenstelling met de ongedempte gol
ven, die men ongehinderd kan ontvangen. Vervolgens uit
electrische ladingen, die door regen en sneeuw, zand
enz. op de antennen gebracht worden of door capaci-
taire beïnvloeding van voorbijtrekkende electrisch ge
laden wolken.
Tegen lading van de ontvangantenne door electrisch
geladen deeltjes bestaan twee schutmiddelen: men
brengt de antenne in een gesloten ruimte (kamer- of
vloer antenne) onder, zoodat geen vreemde deeltjes er
op kunnen komen of men graaft de antenne in de aarde
in, waardoor bovendien de capatitaire ladingen deels wor
den afgedekt.
Een combinatie van beide is in 1912 door Dikmann
aangegeven, die de geheele antenne in een draadkooi op
sluit, welke op verschillende plaatsen over geschikt ge
kozen weerstanden met de aarde verbonden en op deze
wijze slingervrij gemaakt is. Deze kooi moet natuurlijk
zoo gericht zijn, dat zij de golven van het station af
komstig niet afdekt.
Een soortgelijke inrichting, waarbij een tweede met
de aarde verbonden antennestelsel als beschutting is
aangebracht, werd door L. Gutmann In 1916 te velde met
succes toegepast.
Het schutsysteem volgens Dikmann werd in 1917 door
De Groot in Bandoeng toegepast. De zeer hevige lucht
storingen werden hierdoor merkbaar vermindert, alleen
storingen door den bliksem beïnvloedden nog sterk den
ontvangst.
Ontvangst op raam.
Met de inrichting volgens Dlckmann komt men reeds
op het gebied van den richtingsontvangst, waarvan de
eenvoudigste vorm de ontvangst op een raamantenne is.
Doel van dergelijke opstellingen is een zoo groot tnoge-
lijko en scherpe selectiviteit te bereiken. Bij den over
gang van buitenantenne op een raam, moet grootere
versterking worden aangebracht en is trouwens geble
ken, dat de h.f. versterking plaatselijke storingen, sterk-
stroomgeruisch, enz., ook eigen geruisch van de lam
pen, evenals vele atmosferische storingen rela'ief min
der versterkt dan de l.f. versterking.
Tot de antennen met uitgesproken richtwerking be-
hooren ook nog de z.g. V antenne, de aardantenne en de
in Amerika zeer geliefde Beverage-antenne, een lange
laag gespannen antenne.
Tijdens den oorloghebben de Amerikanen Austin,
Weagant, Taylor geprobeerd door richtingsantennen en
groote selectiviteit en door combinatie van verschillen
de antennen en ontvangers de atmosferische storingen
meester te worden, doch zonder noemenswaardig resul
taat.
Zijn nu de storende trillingen, waarvan de beginamp-
litudo die van de ontvangsttrillingen een veelvoud over
treffen, kan reeds op de antenne gekomen, zoo moetsn
deze van de antenne worden afgeleid vóór ze in den
eigenlijken ontvanger komen of in den ontvanger op de
een of andere wijze onschadelijk worden gemaakt.
Reeds in 1905 heeft Marconi een goed werkende in
richting volgens het eerste beginsel aangegeven. Hij
schakelde een spoel met zeer groote zelfinductie en groo-
ten weerstand tusschen antenne en aarde parallel met
den ontvanger, waarover statische ladingen van de an
tenne naar de aarde kunnen afvloeien, zonder den ont
vanger to veel te beïnvloeden. Hiermee laat zich bij
hevige storingen een merkbaro verbetering aanbrengen
Austin noemt een storend geruisch naar de aarde af
te lelden een kristal detector D (telluuraluminium), die
hij met de primaire koppelspoe! van de antenne paral
lel met den ontvangketcn legt. (Fig. 3).
De gewone ontvangstgolven
gaan wegens den hoogen weer
stand van den detector tegen
over dien van de spoel niet
door den detector, terwijl ster
ke luchtstoringen een snelle
verandering in den weerstand
van den detector tegenover
dien van do spoel veroorzaken
en zoo erover worden afgeleid.
Op een dergelijk beginsel be
rust de methode van Gerlach,
waarbij htet afleiden- van lucht
storingen over detectoren met
hooge werkingsgrens of ge
schikt gebouwde en ingestelde
electrolytische cellen naar de
aarde plaats vindt
n Dc storende trillingen, die
reeds in het ontvangapparaat
doorgedrongen zijn. laten zich. wanneer zij in intensi
teit, d.w.z. amplitudo, op verschillendo manieren aan<
merkelijk verzwakken.
Fig. 4.
Marconi gebruikte de detector tegenschnkellng (Fig. 4),
die hierop berust, dat als indicator niet een, maar twee
detectoren Dl en D2 in tegenschakeling worden aange
bracht. Zij zijn zoo gekozen, dat de eene Dl een zoo
groot mogelijke gevoeligheid heeft terwijl D2 ongevoeliger
is. Onder normale omstandigheden werkt alleen de ge
voeligste. Bij sterke luchtstoringen reageeren beide en
als resultaat komt in de telefoon T het verschil van beide
Eenvoudiger in de behandeling zijn twee tegen elkaar
geschakelde lampen van verschillende karakteristiek.
Een van fysisch standpunt interessante opstelling is
die van H. de Bellescize. Deze bestaat uit een aantal ge
lijkgestemde ketens, waartusschen versterkerlampen zijn
geschakeld. De laatste van deze ketens is op de in het
begin van den keten liggende teruggekoppeld en wel
heeft men de zin van de inductie zoodanig gekozen, dat
voor de voor alle ketens gemeenzame eigengolf, de te
rugkoppeling hinderend werkt. Bij andere frequenties
als van de afgestemde ontstaat in eiken keten een fase
verschil tegenover de voorgaande, die in de laatste 180
graden en meer kan bedragen. Dientengevolge wordt
hier de zin van terugkoppeling voor de betreffende fre-.
quentie juist en werkt zoodoende de terugkoppeling be
vorderend.
Om de groote beginamplituden van de storende tril
lingen op een verdragelijke hoogte neer te drukken, ge
bruikt men zoogenaamde begrenzingslampen. Deze bie
den door hun tusschen de grenzen de stroom nul en
de verzadiggingsstroom ingesloten anodestroom een
eenvoudig middel om af te bakenen. De monteering is
een normale versterker, of richt versterkerschakeling
waarbij de emissie van de lampen nauwkeurig is gere
geld.
Fig. 5.
Onlangs is door de Bellescize 1926 een tweede schake
ling aangegeven (Fig. 5).
In den antennebaan liggen twee afstemketens achter
elkaar, waarvan de spoel L van een voldoende ver van
elkaar afstaan (Fig. 6.)
Fig. 6.
De opgenomen trillingen plus storingen zouden on
hoorbaar zijn, wanneer*de beide antennen I en II op een
gemeenschappelijken secundairen keten L L2C gekoppeld
en beide eenzelfde afstemming worden gegeven. Bij ge
ringe verstemming, b.v. op een optium van de super
positie-ontvangst voor de gewenschte golven, zullen de
storingen niet insgelijks met groote duidelijkheid, maar
merkbaar zwakker te hooren zijn.
Wat de methoden tot opheffing van storingen betreft,
zoo moet opgemerkt worden, dat eigenlijk geen een ge-,
heel aan de eischen voldoet, die men aan dergelijke op
stellingen mag stellen. Wellicht krijgt men door com
binatie van verschillende der genoemde opstellingen een
nog beteren ontvangst
(Nadruk verboden). R. K.
VRIJDAG 4 JULI 1930.
Hilversum (1875 M.)
V.P.R.O.
10.0010.15 Morgenwijding.
A.V.R.O.
12.00 Tijdsein, 12.002.00 Concert door het Omroep
orkest o.l.v. Nico Treep, in de rustpoos Gramofoonmu-
ziek, 2.002.30 Optreden van Schutten's Attractie-band,
2.303.00 Voordracht door Willem Hunsche; 3.004.00
Middagconcert door het AVRO-Kwintet, 4.00 Sluiting.
V.A.R.A.
4.00 „Onze Keuken" door P. J. Kers, 4.45 Na schooltijd:
Vader Mulder vertelt; 5.30 Orgelconcert door Joh. Jong
op het VARA-orgel, 6.00 Vooravondconcert door het
VARA-orkest o.l.v. Hugo de Groot, 6.50 Actueel allerlei
uit de Arbeidersbeweging, 7.10 Verv. concert, 8.00 Einde.
V.P.R.O.
8.00 Tijdsein, 8.01 Persberichten van het Vrijzinnig Gods
dienstig Persbureau, 8.05 Concert, 8.45 Lezing. „Levens
behoud"; 9.20 Concert; 10.10 Declamatie van Albert van
Dalsum; 10.30 Gramofoonmuziek.
Huizen (1071 RL, van 12.006.00 298 M.)
K.R.O.
Algemeen programma. 8.15—9.30 Platenconcert,
11.3012.00 Een halfuurtje voor zieken en ouden van
dagen. 12.0012.15 Tijdsein en Politieberichten, 12.15
2.30 Middagconcert door het K.R.O.-Salon-orkest, 2.30
—3.00 Spreekster: Mevr. Ellen Russe. Voordracht uit
„Thomas Moore" treurspel van Henr. Roland Holst;
3.003.30 Vervolg concert, 5.007.00 Verkorte opera's;
6.006.10 Praatje over tourisme in België; 6.107.15
Lichte muziek, 7.157.45 Spreker: Dr. H. H. Knippen
berg. Onderwerp „Lijfstraffelijke rechtspleging in vroe
ger tijd"; 7.458.00 Politieberichten en Tijdsein, 8.01
11.00 Concert door het ICR.O.-Orkest; pl.m. 9.30 Pers
berichten van Vaz Dias, 11.00—12.00 Gramofoonplaten.
ZATERDAG 5 JULI 1930.
Hilversum (1875 M.)
V.P.R.O.
10.0010.15 Morgenwijding.
V.A.R.A.
'12.00 Gramofoonplatenconcert, 2.00 VARA-liedjes voor
de kinderen, 2.40 Paedagogisch Concert door het VARA-
Orkest o.l.v. Hugo de Groot, 4.10 Voor onze amateur
fotograven, 4.40 VARA-Varia, 5.00 De nieuwste gramo
foonplaten, 5.20 Bij de Pomp, wekelijks nieuws van
Teun de Klepperman, 5.40 Gramofoonplaten, 6.00 De ge
schiedenis van den Radio-omroep in Nederland door
G. J. Zwertbroek, 6.30 Kinderuurtje. De Familie Mulder;
7.30 Politiek-economisch weekoverzicht; 8.00 VARA- ac
tualiteiten, 8.15 Populair concert door het VARA-orkest
o.l.v. Hugo de Groot, 9.00 Voordraoht door Frans Hulle-
man: „De Snoekvisscher"; 9.30 Vervolg concert; 10.00
Persberichten Vaz Dias; 10.10 Muzikale attractie; 10.25
Vervolg Concert, 11.00 Muzikale attractie, 11.15 Gra
mofoonplaten.
Huizen (1071 M., van 10.00—1.00: 298 M.)
K.R.O.
8.159.30 Platenconcert. 11.3012.00 Godsdienstig half
uurtje, 12.0012.15 Tijdsein en Politiebericht n, 12.15—
1.15 Lunchmuziek door het K.R.O.-trio, 1.152.00 Gra
mofoonplaten. 2.00—3.15 Kinderuurtje, 5.00—6 00 Platen
concert, 6,00 Tiji': c:n. G ul- 6.25 Platcuconcert,. t; :.ri d.55
Spreker: Pater Dr. C. Wilde S.J. Onderwerp: „28 Juni
1914". Aanleiding tot den wereldoorlog: 6.557.15 Jour
nalistiek weekoverzicht door Paul de Waart, 7.157.45
Spreker: Rector J. P. J. Kok te Bloemendaal, over „De
eerste R.K. Tuinbouwwinterschool te Beverwijk", 7.45
8.00 Politieberichten en Tijdsein, 8.0111.00 Concert door
het K.R.O.-Salon-orkest, met medewerking van Louis
Saalborn, voordrachtkunstenaar; pl.m. 9.30 Persberich
ten Vaz Dias; 11.0012.00 Platenconcert.
Rondom de weield in 1/7 sec.
Maandag heeft een omroep-experiment plaats gehad,
dat voordien nog niet werd genomen. Het betrof een
omroep-uitzending door een aantal stations, die een
keten rond de wereld vormden.
Daartoe zond het Amerikaansche kortegolfstation
Schenectedy W 2 X AD een programma uit dat door
het natuurkundig laboratorium aan de N.V. Philips'
Radio met een speciaal daartoe ingericht beam-ontvang-
station werd opgevangen. Het programma werd per tele
foonlijn doorgegeven naar Huizen, waar de Phohi-zen-
der het verder uitzond naar Indië.
De Rijksradiodienst te Bandoeng zond op verzoek van
de Nederlandscne P.T.T., die haar volledige medewer
king verleende, het programma met twee zenders ver
der door naar Sydney, waar het programma opnieuw
werd uitgezonden door het kortegolfstation 2 ME, terug
naar W 2 X AD, zoodat op deze wijze de wereld omspan
nen werd.
De omroeper te Schenectedy kon dus'zijn eigen stem
hooren, nadat deze een reis om de wereld had afgelegd,
Het te Schenectedy gesprokene werd op deze wijze al
daar. den langen weg, dien de uitzending had afgelegd,
in aanmerking genomen, nog uitstekend verstaan.
De radiogolven hebben voor dit wereldreisje slechts
1/7 seconde noodig gehad.
Zooals de omroeper van Schenectedy opmerkte, was
het succes van deze proef slechts te danken aan de
Cooperation and Splendid Style tusschen alle betrokken
omroepstations.
Het experiment heeft nogmaals aangetoond, welk een
belangrijke factor de Phobi-zender is voor den interna
tionalen omroep.
Zooals bekend is, is deze zender voorloopig buiten
werking gesteld.
In 't Verloren Hoeksken van Het Laatste Nieuws
schreef Nele Klauwaerdinne dezer dagen:
Een student, die schitterend slaagde in zijn examens,
heeft zelfmoord gepleegd: overspannen.
Hoe blijven onze scholen nog zoo middeleeuwsch wer
ken met die nuttelooze barbaarschheid, examen ge
noemd?
Zijn de onderwijzers, leeraren en professoren dan zoo
blind of onverschillig dat zij, na een jaar en meer te
hebben omgegaan met hun studenten, nog niet weten,
wat deze waard zijn?
Als een boer zijn paard een maand gebruikt, kent hij
het: hij stelt er immers belang in.
Kan een gediplomeerde, gezworen leerkracht dat niet
voor zijn klas?
Jawel!
Maar er zijn die aftandsche reglementen en leerplan
nen. De heele wereld verandert, maar achter de school
muren draait de oude wereld.
En de ouders dulden zoo iets. Zij komen in opstand
voor een verdiende oorveeg aan hun kind, en onderstaan
gelaten dat de school de ziel van 't kind schopt, het
lichaam afjakkert, en vaak den vrede In de gezinnen
breekt, door den terugslag.
Ouders en kinderen dulden alles.
Waar blijft hun optocht met spandoeken?
Denk hier eens over na: wat zijn de scholen dan toch
voor inrichtingen, die hun klanten mogen martelen ge
durende negen maanden van 't jaar, zoodat deze verma
geren naar ziel en lichaam, en ze dan drie maanden
loslaten?
Wat voor inrichtingen zijn dat, die zooveel kwaad doen
bewust, dat zij dan aan de leerlingen vele weken vacan-
tle moeten geven, om het gedane kwaad te herstellen?
Komt, geleerden, wetgevers, ouders en pedagogen, be
studeert de school, hervormt ze, geeft haar een nieuwe
stoffelijk en geestelijk hygiënischen grondslag, zoodat
het uit is met opjagerij, met afjakkerij, met stomme
dag- en jaarverdeeling, met drakerige leerplannen, met
steenen tijdperksche examenmethodes.
Ik denk soms nog aan den tijd terug .van proefwerk,
mondeling, schriftelijk, praktisch en onpractisch examen
Gelijk aan nachtmerries. En mijn leelykste nachtdroomen
zijn die waarin ik weer voor den beul sta, die mij, nadat
ik mij dagen en nachten bleek blokte, weer gaat onder
vragen over honderd dingen, die hij wel weet dat ik ze
weet of niet weet
Gooien wij, onder trompetgeschal, de muffe muren
van de donkere scholen om en zetten wij er feestelijk
nieuwe voor in de plaats, ten minste als wij een beetje
voelen voor het beste op de wereld, en dat zich niet ver
dedigen kan tegen ons kwaad: het kind.
De Deensche diepzee-expeditie terugge
keerd. Broedplaatsen der Europeesche
aal bij Sumatra ontdekt.
Twee jaar geleden voer vanuit de Deensche hoofd
stad, Kopenhagen, het kleine scheepje „Dana" een
verbouwde Engelsche mijnveger uit met het doel de
wereldzeeën in het algemeen te onderzoeken, doch
in hoofdzaak te trachten uit te vorschen, de geboor
te, het leven en den dood van de palingen. Eerdaags
keert de expeditie, welke onder wetenschappelijke
leiding staat van den zoöloog Bruun en prof. Johs.
Schmidt, terug. In hoofdtrekken zijn de behaalde
resultaten reeds bekend gemaakt, waarvan wel het
voornaamste is, dat men thans het „palingsraadsel"
ten volle heeft opgelost.
De expeditie heeft geconstateerd, dat de paling
die in Europa en Amerika voorkomt, geboren wordt
in de zee van Sargasso. Elk najaar gaan millioenen
palingen uit de Europeesche rivieren en binnenwate
ren weer naar hun geboorteplaats terug om daar
hun eieren te leggen en te sterven.
Wanneer daar de larven geboren worden, zijn de
Amerikaansche en Europeesche afstammelingen ge
mengd, maar reeds spoedig, na verloop van luttele
dagen, ten hoogste een paar weken, kan men het
verschil tusschen de twee soorten reeds goed zien.
De jongen, geboren uit palingen, welke opgegroeid
zijn in de Europeesche wateren, gaan noordoost-
vvaarts; die van „Amerikaansche ouders" trekken
naar het noordwesten, en het volgend geslacht komt
dus telkenmale weer naar het oude verblijf zijner
voorouders, om na verloop van tijd weer huistoe te
trokken, en na eieren te hebben uitgcplant, er te
sterven. Hctielfde geldt voor de palingen die in den
Stillen en den Indischen Oceaan geboren worden. In
den Stillen Oceaan heeft de „Dana" expeditie een
broedplaats gevonden bij Tahiti; in den Indischen
Oceaan bij Sumatra en Madagaskar. Ook hier hetzelf
de verschijnsel: de jonge palingen trekken er vroeg
op uit, steeds naar de zelfde streken, en komen ook
weer naar hun geboorteplaats terug. Dit is wel de
hoofdontdekking der expeditie geweest. Natuurlijk
brengt zij een geheele lading zeevisschen en planten
mede, maar er zal na haar aankomst, nog wel ge-
ruimen tijd heengaan voor men met gezamenlijk re
sultaat kan overzien, waarvan men wel meer zal ver
nemen tijdens het jaarlijksch congres voor zee-onder
zoek, hetwelk steeds te Kouenhagen gehouden wordt.