VAN DIT EN VAN DAT HAAR SPROOKJESPRINS HET LEGIOEN DER VERLORENEN. - Houdt moed! WARE WOORDEN. Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 5 Juli 1930. No. 8690. We praten met een zorg-gezicht Van slapte en malaise, We dansen met d' onzekerheid Een slappe polonaise, We zien geen licht, geen heil, geen winst In 't geen er gaat gebeuren, En 't pessimisme is er bij, Om mee te helpen treuren! We worden stil en klein van moed Bij vele tegenslagen, En zien in 't donkere verschiet Een reeks van donk're dagen. Hoe of het komt, hoe of het moet, We weten niets te zeggen, En gaan geregeld met een zucht Opnieuw aan 't overleggen! De zaken staan verarmd en slecht, Er valt op niets te reek'nen, En 't economisch perspectief Heeft niets meer te beteek'nen, We hollen naar den afgrond toe, Hoe meer we produceeren, En overmaat van zorg en vlijt Doet alles dérailleeren! Met veler stuwkracht is 't gedaan, De spankracht is gebroken, En willoos sleurt de tijd ze mee, Vol schrik ineengedoken. Daar is geen redding en geen hulp, Hoe z' ook de handen strekken, Hun kwijnende malaise-geest Weet niets meer te ontdekken! Mensch, houdt Uw weerbaarheid in stand, Eens gaan de kansen keeren, Wat ook de wereld-moedloosheid Brutaal moog' decreteeren! Kweekt onverzett'lijke energie, Tot «nieuwen strijd geboren, De hoofden koel, den blik gescherpt, Geeft nooit den moed verloren! Juli 1930. KROES. (Nadruk verboden.) Niets is moeilijker te verdragen, Dan een reeks gelukkige dagen. o Wie voor een ander zorgt, is rijk, wie alleen voor Eichzelf zorgt, is en blijft arm. o De afwezigheid moet men goedmaken door de her innering. Het geheugen is de spiegel, waarin we de afwezigen zien. FEUILLETON door C. N. WILLIAMSON. Een der meest interessante romans uit de bekende Society-Reeks; Uitgave Van Holkema en Warendorf, Amster dam. «6. HOOFDSTUK XXXUL Betty keek om naar den brief met een vaag, tevens wild verlangen, om haar gedachten afleiding te geven, voordat zij een besluit zou nemen. Eerst kon zij den brief nergens vinden, maar eindelijk vond zij het gekreu kelde stuk. papier terug onder een berg van sofakussens Terwijl zij den aanhef weer las, herinnerde zij zich plot seling den avond in Los Angeles, toen de Schoenenko ning naast haar had gezeten aantafel. Prins di Salvano had haar aar. tafel geleid, en zij had hem alle aandacht geschonken; maar zoo nu en dan had zij zich tot Nazlo gewend om hem een paar woorden of een glimlach toe te werpen. Zijn zwaar, maar intelligent gezicht kwam haar weer duidelijk voor den geest Waarom zou hij haar schrijven? Gedurende een oogenblik doodde haar nieuwsgierigheid haar verdriet „Waarde mevrouw Sheridan, „U zult verbaasd zijn iets van mij te hooren. Ik durf haast niet te gelooven, dat u aan mij gedacht heeft, sinds wij in Los Angelos elkander ontmoetten, maar ik heb u zoo nu en dan wel eens gezien, al spraken wij elkaar ook niet meer na dien vroolijken tijd in Callfor- nlë. De herinnering aan u is altijd aangenaam geweest en uw beeltenis is steeds in mijn geest achtergebleven: een bekoorlijke, luchthartige dame, met alles in de we reld, wat zij maar kon begeeren. Ik zou het niet wagen om u te schrijven als er geen reden was om te vreezen, dat uw geluk op de weegschaal staat. Als oprecht en eerbiedig vriend kan ik niet toe laten, dat een onverdiend schandaal u bedreigt zonder te trachten u voor het gevaar te waarschuwen. Als u het weet, kunt u er naar handelen, zooals u zelfs het beste lijkt. In alle geval hoop ik, dat "u mij mijn goede bedoelingen niet ten kwad» zult duiden. Droefheid komt van de onrust der ziel. De zeker heid zijn plicht te hebben gedaan, of te zullen doen, geeft een kalmte, die gemakkelijk tot vreugde leidt. o Ieder mensch is een wandelende advertentie van zichzelf. Geen woorden zouden hem beter kunnen beschrijven dan zijn houding het doet o Beweren, dat men zijn begeerten door het bezit voldoet, is te denken, dat men het vuur met stroo zal blusschen. Chineesch spreekwoord. o Daden van moed en liefde bewijzen de waarde der menschen. ZATERDAOAVONDSCHETS Oorspronkelijke schets door S l RO LF. (Nadruk verboden alle rechten voorbehouden.) Neen, men kon de kranten geen verwijt maken, dat zij geen voldoende aandacht en ruimte in hare ko lommen hadden gewijd aan de oceaanvlucht van de vier moderne ridders van het luchtruim: Kingford Smith, Evert van Dijk, captain Saul en die grap pige snaak van een Stannage, den marconist. .Ta, deksels, die Stannage was een zonderlinge knaap, met zijn radiogrammen over purperen wol ken en meer zulke dichterlijke zaken. Bijna van uur tot uur drukten de kranten zijn berichten af tijdens den tocht. Ja, dat is te zeggen, zoo tüsschen middernacht en de vroege morgenuren, kwam er niet veel. Alleen om 3.45 New-Yorksche tijd kwam dit bericht van hem door, zooals dat in één van de Am- sterdamsche bladen werd afgedrukt: „Gedurende den geheelen nacht zeer kwade mist en moeilijkheden met het kompas, wat ons geruimen tijd heeft opgehouden. Ik vrees dat wij ten slotte op New-Foundiand of op New Scotland zullen moeten landen voor het innemen van benzine. Jammer dat ik dit moet doen, doch de vertraging was ontzag lijk." Een doodgewoon bericht, nietwaar, omtrent te genslag en zoo. En er zat heelemaal niets poëtisch meer in over gulden wolkengrotten en violette licht glanzen en al die drommels dichterlijke ontboeze mingen van dien snaakschen Stannage. Ja, maar, zou hij dan in die eindeloos lijkende nachtelijke uren niets gezien, niets geschreven heb ben, in zijn logboek? Er moet toch iets gebeurd zijn, daar in de onmetelijke ruimte boven den oceaan, tusschen de benauwende mistbanken, waartusschen Toevallig ontmoette lk op het Casinoterras te Monte Carlo, waar ik vertoef, meneer Miles Sheridan, dien ik van aanzien ken. Hij had een gezellin bij zich, die ik eerst aanzag voor een jonge vrouw, wier naam u al licht niet onbekend zal zijn. Ik bedoel Juliet Divine. Zij treedt zoo nu en dan op als mannequin en heeft veel succes, is het al niet door haar talent dan toch door haai schoonheid en is ook door andere dingen overbe kend. Soms noemt men haar de „Miljoen Dollar Pop." Een tweede blik overtuigde mij echter, dat ik mij ver giste. De gezellin van meneer Sheridan was niet Juliet Divine, ofschoon de gelijkenis treffend was. Het meisje was veel jonger dan Juliet en ofschoon zij physiek op haar leek (behalve de zachtheid der eerste jeugd) was zij geestelijk en zedelijk geheel van haar verschillend. Toevallig ken ik een meisje, dat wonderlijk veel op jufrouw Divine lijkt, en, ofschoon ik er niet volkomen zeker van ben, geloof ik, dat zij zusters zijn. Verwon derd, dat dit kind met meneer Sheridan in Monte Carlo was, kwam ik er achter, dat zij met hem reisde op zijn jacht, klaarblijkelijk poseerende als Juliet Divine en het scheen, dat zij erin toegestemd had, voor die be ruchte dame door te gaan. Was het meisje aan boord inderdaad Juliet Divine, geweest, ik zou er mij niet mee bemoeid hebben en u niet lastig vallen met dezen brief. U zoudt het geval vroeger of later vernomen hebben, en hadt u van uw man willen scheiden, dan zou het recht geheel aan uw zijde zijn geweest. Maar zoo als de zaken nu staan, kunnen zij moeilijkheden opleveren bij het echtschei dingsproces en zal de identiteit van het meisje natuur lijk worden opgehelderd. Zij is hoogstens zeventien jaar, als zij het al is en was tot voor een paar maanden op school in een klooster in Long Island. Zij weet niets van de wereld en was zoo onschuldig als een kind, totdat zij door het een of andere vreemde voorval in de handen van uw echtgenoot is gevallen. Wat er toen met haar is voorgevallen, weet ik niet Maar de wereld zal het willen weten, en nog heel wat meer, als de kwestie door de kranten wordt bekend gemaakt als een merkwaardig feit. Er moet de een of andere intrige op touw zijn gezet om het meisje In dezen toestand te brengen of door Juliet Divine of door haar onscrupuleuzen vader, als de twee meisjes werkelijk zusters zijn. Het is mogelijk, dat meneer Sheridan misleid is, doch heel waarschijn lijk is dat niet. Maar zeker zal hij beschuldigd worden van de schaking van een minderjarige. Mijn persoon lijke opinie is, dat uw man haar heeft ontmoet en door haar is bekoord geworden; dat hij een weg zocht om vrij te komen en dat zich dit toen voordeed, begrijpend, dat u dan echtscheiding zou aanvragen. Een man moet wel bijna krankzinnig zijn om de kans te loopen zulk een ernstig schandaal te verwekken, maar wij weten wel, hoe mannen, in het werkelijk leven net zoo goed als in de motoren zich donderend een weg baanden? Wat waren die moeilijkheden en dat kompas dat kompas dat niet goed werkte Ja, ik weet wel, het klinkt heel geloofwaardig, zoo'n instrument kan falen. Maar bij den Hemel dat was het niet, er was wat anders... iets heel anders Ge zult me natuurlijk niet willen gelooven, ge zult me voor gek verklaren... Goed, het doet er niet toe. Maar dit, d i t had in het logboek van dien snaak van een Stannage moeten staan deze, zijn met heftig bevende hand in bijna onleesbaar schrift op een blocnote gekrabbelde aan- teekeningen AAN BOORD VAN DE SOUTHERN CROSS. 2.27. Wij zijn op het oogenblik op 48.12 N.B. en 45.5 W.L. Afstand tot Cape Race 250 mijl. Wij heb ben een mistbank onder ons en op deze hoogte (3500 voet) is alles rustig. Aan boord is alles wel De mist wordt dichter, schijnt te stijgen. We kunnen niet hooger stijgen, om er bovenuit te komen, want dan verliezen we te veel benzine de mist dooft het geraas onzer motoren een weinig. We vliegen in een grauwe, benauwende, drukkende wereld Heer in den Hemel wat gebeurt daar? Ik hoer een geluid, een ander geluid dan onze motoren alleen hoe is dat in vredesnaam mogelijk? het overstemt onze motoren feitelijk en toch weer niet wat is dat vreemd Bij mijn ziel er is iets in de lucht, in de atmosfeer ...iets an ders dan alleen de Southern Cross en wij vie ren het komt dichterbij het is een dof ge dreun ik weet niet waarom, maar het jaagt me koude rillingen over mijn rug en doet me verstijven van ontzettende angst Het is ontzettend de mistbank schijnt als het ware te splijten er valt een vaal groen licht doorheen vanwaar komt dat licht? Het is niet van de zon of de maan of een ander hemellichaam, want de hemel boven ons is onzichtbaar door de mist Ik kijk naar beneden, wrijf mijn oogen uit Maar dat is een hallucina tie, veroorzaakt door de inspanning van onzen lan gen tocht neen, neen, het is alles werkelijk, vree- selijke werkelijkheid daar beneden ons, ligt een grijze, lichte nevelvlek, een eiland in „den oceaan maar geen enkele kaart wijst dat aan! ik geloof dat ik gek word want er beweegt zich iets op dat eiland kijk, en nu weet ik ook, wat dat angst aanjagende andere geluid was, dat ijzingwekkende gedreun, dat onze motoren overstemde uit dc mist komt een ander vliegtuig recht op ons afstormen, met razende motoren en ik zie de vlam- scheuten uit de uitlaatpijpen der motoren slaan een Fransche machine een witte vogel de be stuurders buigen zich uit de cockpit naar ons over zie, nu zijn ze vlak naast ons groote Goedheid dat z ij n Nungesser en Colli die 8 Mei 1927 opstegen in Parijs, om naar New York te vlie gen maar nooit terugkeerden ze staren ons aan, hun gelaten zijn zilverigwit hun oogen doode oogen zijn het maar toch staren ze ons aan en gebieden ons terug, terug, zeggen wij ge komt hier niet voorbij dit is ons domein, wij zijn de mannen van het legioen der verlorenen ge komt er nooit, vermetelen, boeken, hun hoofd verliezen, waar een mooie vrouw in het spel is. Natuurlijk is het niet mijn zaak u raad te geven, maar daar niemand dan ik de waarheid der feiten kent, wilt u allicht de groote vrijheid, die ik als man van de we reld neem, verontschuldigen, te meer daar ik u vriend schappelijk gezind ben. U is misschien niet in staat om uw man deze trouw breuk te vergeven maar zou het niettemin plet beter zijn, dat u hier naar hem toekwam om het al te pikante schandaal te voorkomen? Mocht u zich later nog willen laten scheiden, dan zou dit op minder onaangename wijze kunnen gebeuren, hoewel dan met een kort uitstel. Nogmaals verzoek ik u mij te willen verontschuldigen en ik verzeker u, dat ik indien mogelijk, gaarne zal helpen. Ik ben hoogachtend, Uw Eustace Nazlo. P.S. Mocht u mij een brief of een telegram willen toezenden, zoo zal Cook te Monte Carlo dezen voor mij in ontvangst nemen. Het is mogelijk, dat ik hier of daar vertoef aan de Fransche of Italiaansche Riviera, waarschijnlijk ook te Algiers .alvorens naar New York terug te keeren. Betty's hoofd duizelde, nadat zij Nazio's brief had ge lezen. Zij was woedend op Miles, alsof zij een liefhebben de vrouw was, door een ontrouw echtgenoot beleedigd. Wat hij gedaan had, was ongehoord monsterlijk! Haar eerste ingeving was een brief te schrijven, waarin zij hem haar meening over hem zou meededen zonder ef doekjes om te winden. Zij was al bezig in haar geest zinnen bijeen te voegen... Maar plotseling tot haar eigen verbazing, begon zij te weenen. Snikken welden er op en schenen haar keel te verscheuren. Zij kon bijna geen adem krijgen. De tranen vloeiden langs haar gloeiende wangen. Haar eerste snikken over het verlies van Paolo waren kinderachtig vergeleken met deze tranen, want nu begreep zij, pas, dat zij alles verloren had. Terwijl zij weende, herinnerde Betty zich een oude fabel, die me vrouw Parmalee haar vertelde, wanneer zij als kind heb zuchtig of gulzig was de fabel van den hond, die over een brug ging en toen het stuk vleesch uit zijn bek liet vallen om het brok, dat zich in het water weerspie gelde te grijpen. Zij had nu hetzelfde gedaan! Zij was meer dan blij geweest, dat haar man heenging, dat zij hem kwijt was, zoodat zij Paolo kon nemen en genoeg geld van Miles om Paolo trouw te doen blijven. Maar Paolo had een andere vrouw getrouwd of stond op het punt dit te doen en Miles, die het had laten voorkomen, alsof hij edelmoedig was, dacht slechts aan zichzelf, of ferde haar op, liet haar aan haar lot over voor het eerste het beste nare kleine schepsel, dat in dit prach tige huis zou wonen en Mile's miljoenen uitgeven. kom, laat de Southern Cross met haar neus recht omlaag duiken, in de vervloekte oceaan en kom bij ons, het legioen der verdoemden kijk, daar komen de anderen 2.42. Dit moet een vreeselijke nachtmerrie zijn. en toch is het waar van het neveleiland stijgen andere machines omhoog, cirkelen op ons toe Kingsford Smith heeft ten koste van veel benzine moeten stijgen, om boven Nungesser en Colli uit te komen, ma'ar ze streven ons even daarna weer op zij het gedreun en geronk der andere motoren wordt sterker en sterker een groote driemotorige Fokker zweeft nu naast Nungesser* en Colli's witte vogel, en ons alsof we quadrille vliegen Prinses Löwenstein en Kolonel Michin eh captain Hamilton Een purperen leeren mantel draagt die oude prinses en ze wuift met een akelige magere beenige doodenhand naar ons en toch stegen ze op 31 Augustus 1927 op weer komt een ander6 machine in het vale groene licht naar ons omhoog een man en een jonge vrouw staren met gloeiende oogen, die toch dood zijn, naar ons maar dat is Captain Hinchliffe en Miss Elsie, die op 16 Septem ber 1927 van Dublin vertrokken en nooit weer keerden. Kingsford Smith doet wanhopige po gingen om zich van de lugubere metgezellen los te makenmet een vaart van 120 mijl per uur schiet hij omhoog en omlaag, cirkelt en schiet plotse ling met een scherpe draai op zij uit, om dan vol gas weer omhoog te klimmen maar het helpt niets het helpt niet er is er nog een bij gekomen. een eenzame machine met een enkele bestuurder Mackay, die van Cranwell op 13 Maart 1928 opsteeg, om naar Philadelphia te vliegen, maar nooit landde we raken heelemaal uit de koers het legioen der verlorenen omsingelt ons De kleine |ones (radio-maniak): Verder durf ik niet met je mee te gaan, want m'n golflengte is te kort Betty lachte niet langer om den raad van de ouda Caroline Sheridan. Nazlo een man van de wereld gaf haar denzelfden raad, met een motief, dat haar aan stond. Haar stemming sloeg van wanhoop over tot bijna lichtzinnige opwinding. Zij had iets te doen, dat haar zou afleiden en tegelijkertijd haar toestand in orde zou brengen. Zij zou naar Algiers gaan en Paolo verrassen neen, eerst zou zij telegrafeeren aan Nazlo en hem vragen of hij de route van de Silverwood kende. Natuur lijk zou hij dat. Wie weet of Miles en dat meisje ook niet in Algiers waren! Hoe zonderling zou het zijn, als zij er waren! Eerst zou zij zorgen zeker van haar zaak te zijn, voordat ze iets onherroepelijks ging doen. Eerst moest ze weten of Paolo getrouwd was. Als hij dat niet was en nog een sprankje liefde voor haar gevoelde, dan zou zij hem herwinnen! Dan zou het haar niet kunnen schelen, welk schandaal Miles over zijn eigen hoofd bracht. Als Paolo getrouwd was... dan zou zij hem daar voor straffen. Zij kon hem ruineeren bij zijn schoonva der en dat zou zij doen! Dan zou zij haar echtgenoot voor zichzelf houden. Zij zou niet van hem scheiden, wat hij ook had gedaan. Zij zou mevrouw Miles Sheridan blijven. Met bevende handen en haar tranen stroomend langs haar wangen, schreef zij een telegram aan Nazlo. Toen opende zij een geheim laadje in haar bureau. Een vaag parfum steeg eruit. Het was het geliefkoosde parfum van Paul di Salvano. Zij had een pakje minnebrieven van hem in het laadje ze waren saamgebonden door een lint en doorgeurd van zijn parfum, alsof het een gebalsemde mummie was. Het telegram aan Miles door kapitein Yale te Algiers verzonden, luidde: .Mevrouw Sheridan zoo juist hier gearriveerd onverwachts. Zij is aan boord en heeft haar gewone hut in gebruik genomen. Zij vroeg uw adres, doch daar u mij gezegd hadt niemand uw adres te geven, durfde ik zelfs voor haar geen uitzondering te maken." Het ongelooflijke was gebeurd. Betty was gekomen, als de tijding ten minste waarheid inhield. Miles begreep het niet. Hij had zijn tante uitgelachen, toen zij dit had voorspeld hij had gezegd dat hij het gelooven zou, als hij Betty inderdaad voor zich zag. Maar nu moest hij het wel gelooven, als het telegram ten minste geen bedrog was. Dat leek nog waarschijnlijker, dan dat Betty in Al giers zou zijn aan boord van de Silverwood, want als zij daar werkelijk was, dan kon het slechts beteekenen, dat zij van plan was veranderd en de echtscheiding niet begeerde. Terwijl hij dit bedacht, ging er een steek door zijn hart. Salvano en dat meisje op het terras van het St. George Hotel! Had de kerel Betty in den steek gelaten voor een rijkere en jongere vrouw en wilde Betty nu haar man terug nemen? Het zou wel iets voor zya.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 17