VERMAKELIJKE KRONIEK
DE PAREL
HUMOR.
Naar een communistische
wereldrevolutie?
Groot Gortbuikenburg,
Hoofdstad van Opper-Kafferstein
Kort verhaal
Met een klettrenden roffel dreunde de ankerket
ting van het stoomschip „Nero omlaag. Een dun
rookzuiltje steeg op uit de sissende wins en verloor
zich in de trillend heete lucht. Wind was er niet, de
tropenzon gloeide. Nog voor ze geheel stil lag, werd
de boot omringd door een greot^n zwerm inlanders,
die probeerden, wat van hun waren kwijt te raken
aan de bemanning of aan de passagiers op de helder
witte dekken.
Puffend kwam het motorbootje van den vertegen
woordiger van de reederij langszij, om de kapitein en
den eerste-stuurman af te halen voor 't beredderen
van de papieren en ook om de reizigers mee te ne
men, die gedurende het oponthoud het schip wilden
verlaten en een bezoek van enkele uren brengen aan
Palmas Haiwai, het oestereil «nd in den Oceaan.
Oester-eilanden zijn het eigenlijk allemaal, daar
tusschen den vijfden en den tienden breedtegraad,
maar Palmas Haiwa heeft zich langzamerhand ont
wikkeld tot het verzamelpunt van den levendigen
handel in die lekkernij en, wat nog veel belangrijker
is, tot centrum van den inlandschen handel in pa
rels. Misschien door toeval, misschien door een iets
grootere acitiviteit van de overigens zeer luie bevol
king, misschien ook doordat bet een goede reede
heeft voor de booten van de maatschappij.
De maatschappij is heerscheres over alles en allen
in de tropische eilandenwereld, zooals iedere veer-
tiendagen opnieuw werd getoond docr de „Waterspin"
wanneer deze zich met nijdige motorplofjes een weg
baande tusschen de wankele platbodems door.
Niet zelden ging er een met lading en al onderste
boven, wat dan gewoonlijk de algemeene vroolijk-
heid van de concurrenten opriep, tot dezen zelf in
de deining van de boot raakten en er soms evenveel
zwarten naast als in hun vaartuig zaten.
Er waren dezen keer niet veel reizigers die van de
gelegenheid gebruik maakten, om een flink maal
oesters te eter.- aan den kant Behalve de kapitein
van de „Nero" en zijn stuurman werd er nog een
zendeling meegenomen met zijn vrouw en verder
een alleen-reizend passagier, een vreemd, zwijgend
mensch, die zich de heele reis bij niemand had aan
gesloten en ook nu in zijn eentje den wal bezocht.
Ondanks de warmte, wandelde hij het eiland
rond, dat eigenlijk een groot dorp was. De blanken,
die er wat langer verblijf hielden dan de bezoekers
van één dag, noemden het zelfs een stad. Veel te
zien was er eigenlijk niet. Groote hoopen perlemoer-
glanzige schelpen blonken in de heldere zon. Het
waren de leege schelpen van de parelvissehers, die
langs de kust hun gevaarlijk bedrijf uitoefenden.
Er was een pakhuis, waarvoor vaatjes stonden.
Daarin zaten de geconserveerde oesters, die een groot
deel van de lading vormden van de schepen van de
maatschappij. Een eindje voorbij het pakhuis stond
een groot, wit gebouw temidden van zachtjes wui
vende palmen. Hier was het kantoor der maatschap
pij gevestigd en tevens was het huis een soort hotel.
Aan de achterzijde vormde een groote koele galerij
een eetzaal, waar zoowel de vaste gasten, een paar
handelaars, als de toevallig binnenvarende reizigers
konden genieten van de oesters, versch aangebracht
uit de zee.
Hier stapte tegen den middag de eenzame reiziger
binnen en zette zich aan een kleine tafel in 't mid
den van de zaal. Links van hem zat de zendeling al.
rechts zaten twee vaste gasten, handelaars van de
plaats, die zich te goed deden aan het door de
„Nero" versch aangebrachte bier.
De zendeling en zijn vrouw aten oesters en natuur
lijk bestelde ook de eenzame reiziger er een portie
van.
De twee handelaars babbelden en lachten en na
men de vreemdelingen van op zij zoo'n beetje op.
Midden onder zijn maaltijd scheen de allcenreizen-
de man op iets hards te bijten. Plotseling vertrok
hij zijn gezicht pijnlijk en stak de hand in den
mond. Hij haalde er iets uit en legde het achteloos
naast zijn bord, bij de leege schelpen. Daarna at hij
verder.
Een van de kooplieden had het gezien, 'hij boog
zich naar zijn tafelgenoot en begon druk te pra
ten. Een oogenblik later schoven ze naar den alleen-
reizenden heer toe en knoopten een gesprek met hem
aan. De vreemdeling had verrast opgezien, toen zij-
zich plotseling aan zijn tafeltje neerzetten, maar
toch scheen hij hun gezelschap niet onaangenaam te
vinden. Ze lachten en dronken en spraken over het
verre Europa, dat de reiziger weer zou zien.
Eensklaps nam een van de twee het ding op, dat
de reiziger uit den mond had gehaald en waarmee hij
onder het gesprek had zitten spelen.
Zoo meneer, begon hij. Aardig pareltje heb je
daar!
Ja, 't zat erin, ik zal 'tmeenemen.
Nou, waarom? Wat wou je ermee doen?
Verkoopen.
Raak je niet kwijt, viel de ander bij. De grootte
deugt niet voor Europa.
Zoo, maakt dat. nog uit? verwonderde zich de
reiziger. Ja, 't kan best. Veel verstand heb ik er niet
van.
Ieder zijn' vak, hè! begon de eerste weer.
En of. Ik doe in vleesch. En ik verzeker je, dat
als je
Apropos, viel de ander hem in de redé, verkoop
het ding aan ons. Wij weten den weg daarvoor.
Goed, wat geef je?
Tweehonderd gulden.
Ze keken elkaar aan en de een schudde zijn hoofd:
Nou Jim, niet te veel bieden, jor.gen.
't Is gezegd, Tom.
Nee. viel de reiziger uit, ik doe het niet Ik vind
dat ding hier in een oester. Ik bijt er mijn kies op
kapot. Het is een parel! Parels zij kostbaar. Wanneer
jullie ineens zoo happig bent, oin dat ding te koo-
pen, is er wat bijzondéts aan. Dan heeft-ie waarde.
En dan verkoop ik hem r.iet aan don eerste den
beste, die twee honderd gulden biedt.. Misschien is-
ie tien- of honderdmaal zooveel waard Ik neem hem
mee. ]t Lijkt me een flinke groote te zijn en ik zal
hem in de eerste behoorlijke haven wel eens laten
taxeeren.
Nou, nou! Een mensch kan zich vergissen. Maar
wij hebben er kijk op. Geef 'm eens hier.
Kijken en afblijven, deed de gelukkige vinder
wantrouwig.
Kom, je staat er toch bij
Hij bekeek de parel aandachtig en stootte zijn
vrind aar..
Je hebt je vergist Jim. hij is meer waard. Ik
durf er vierhonderd voor te geven.
Nou, dan krijg ik er in de beschaafde wereld
wel vier duizend voor. Goeien middag heeren!
De reiziger stak het voorwerp in een vestzak en
maakte aanstalten om weg t6 gaan.
Voor hij de deur bereikt had, was het tweetal op
gesprongen en liep hem na.
Wacht even. baas, riep de een, die Jim ge
noemd werd, hijgend, wacht even. Je hebt gezegd,
dat je geen verstand van parels hebt, maar je weet
*aken te doen. We zullen als eerlijke kooplieden met
elkaar praten. Jij gaat naar een groote stad en biedt
Jat ding aan. Dan zeggen ze je: Wat moet ik met
«en parel! en ze beduvelen je toch. Wij kunnen hem
goed gebruiken en willen hem van je koopen. Wat
vraag je6 Of r.ee! Dat weet je niet. je hebt er geen
verstand van. Ik verklaar je naar mijn geweten en
geven^0 661dat *k er acbthonder(i gulden voor kan
En dan verklaar ik je, dat ik er acht duizend
*«n zal kunnen maken.
_0~°v®nd en biedend liep het tweetal met hem op
aar de aanlegplaats van de „Waterspin". De kapi
tein was er al en ook de vertegenwoordiger kwam in
de verte aan Alles wees op hel naderend vtrtrek.
Negenhonderd, zoemde het.
Vier duizend!
Duizend!
Vier duizend.
Twaalfhonderd.
Nee.
De reiziger liep den houten steiger op, naar de aan
legplaats van de motorboot.
Halt. Twee duizend dan!
Hij stond stil en scheen zich te bezinnen.
Goed, twee duizend dan, maar ik voel, dat het
te weinig is.
De twee handelaren legden geld bij elkaar pn over
handigden den reiziger twee duizend gulden in
bankpapier. Mat glansde de parel op een gespreide
handDe sirene loeide en puffend schoot de
„Waterspin" naar buiten, waar de „Nero" lag on
der een gloeiende zon. Langzaam klom de reiziger
aan boord. Hij veegde zich met een grooten doek het
voorhoofd af.
Ziezoo, mompelde hij, dat is weer gelukt! Ik
had niet gedacht, dat ze zoo hoog zouden gaan.
De parel was va'sch.
ARBEIDERS CORRESPONDENTEN, ARBEIDERS-
FOTOGRAFEN IX RADJO-CORRESPOXDENTEN.
communistische partij Is er ook In geslaagd In korten
tijd een organisatie van I ..spondenten in het
leven te roepen, die er zorg voor dragen de radio-voor
drachten te becrltiseeren en de communistische propa
ganda te bevorderen. Hierbij sluiten zich weer aan de
arbeiders-Fotografenvereer.igingen. welke do bladen van
foto's voorzien. Zij verzamelen vooral foto's van zaken
met een rijke etalage, van arbeiderswoningen, van hen.
die uit hun woningen zyn gezet, van officieele ontvang
sten en opvoeringen van premières. Wat de plaat dan
nog niet kan bereiken, wordt wel aangevuld met woor
den of met teekeningen van communistische kunstenaars
Deze arbeiderscorrespondenten zijn bij de andere landen
aangesloten, speciaal natuurlijk bij Sovjet-Rusland. Met
deze landen wordt briefwisseling gehouden, welke vooral
door de correspondenten zelf zeer gewichtig wordt ge
acht. Vandaar dat men met recht en reden kan zeggen,
dat de Sovjets in het Instituut der arbeiderscorrespon
dentschappen een middel hebben gevonden om een uit
gebreide internationale spionagedienst, wat betreft de
bedrïjfsverhoudingen te organiseeren. Van de groot-in
dustrle in Duitschland is het bekend, dat een Sovjet-
verkenner daar op alle mogelijke manieren van alles
omtrent het bedrijf trachtte te weten te komen. Ter zelf-
der tijd werd door de Rothe Fahne gewezen op de plicht
van de internationale briefwisseling. Ofschoon dit blad
47 Russische brieven ontving en 150 beantwoordingen
van Duitsche bedrijven aan de Russische Communisti
sche Party overbracht, noemde het dit aantal toch on
volledig. De taal. welke nu al vaak wordt gebruikt is
het Esperanto, waarvoor ook de Arbeiders-Esperanto-
vereeniging is opgericht. In het daartoe opgerichte tijd
schrift Sernaciulo. orgaan van de Internationale, worden
voortdurend de Russische firma's vermeld, welke betrek
kingen zoeken met industrieën in andere landen. Met
recht kon dus onlangs het Internationaal bureau voor
revolutionaire literatuur schrijven, dat deze arbeiders
briefwisseling mede moet werken om in de kapitalisti
sche gemeenschap een bres' te slaan.
„Wie is er nu eigenlijk de baas bij Jou thuis?" infor
meerde de vriend.
„Nou. kijk eens." was het antwoord, „mijn vrouw wil
natuurlijk alles over dc kinderen te zeggen hebben, en
over de meid. de kat, de hond en de kanarie. Maar ik
kan wel zoo ongeveer alles wat ik verkies zeggen tegen
de goudvlsch."
o
Iemand vroeg in de vragenrubriek van een blad. wat
de beste manier was om gramofoonplaten schoon te ma
ken. „Met schuurpapier," raadt een slachtoffer aan.
o
Schuchtere jongeling (zich verklarend): „O. hm...
Wiesje... lieveling, ik heb... den laatsten tijd aldoor wat
op mijn lippen gehad.
Wiesje: „Dat weet ik wel, Kobus, maar waarom
scheer je het niet af? Het groeit immers toch niet!"
o
Opdringerige handelsreiziger: „Zou U me nu geen
kleine order willen geven?"
Zakenman: „Zeker wel smeer 'm!
o
Hij (akelig sentimenteel) :„Duizend sterren zien van
avond uit den hemel op Je neer..."
Zij: „Lieve deugd nog-an-toe, staat mijn hoed recht?"
o
Inbreker (tot advocaat die hem vrijgepleit heeft):
..Dank U wel, meneer, ik kom eens gauw bij U aar,!"
Advocaat: „Dat is goed, maar overdag asjeblief!
o
„Heb je wel eens een spoorwegramp meegemaakt?"
„Ja, ééns. Ik kuste het verkeerde meisje, toen we door
een tunnel gingen!"
Lenln schreef in 1902. dat de Russische arbeiders
correspondenten eigenlijk zijn ontstaan bij de voorbe
reiding van den economischen strijd. Er werden toen
immers een groot aantal vlugschriften uitgegeven,
waarin de toestanden op de fabrieken aan het licht
kwamen. Dit trok de arbeiders zoozeer aan, dat zij een
ware hartstocht hadden voor de onthullingen. Ondanks
het zware werk, dat zij te verrichten hadden, gaven zij
zich nog vrijwillig op als correspondenten, met het ge
volg, dat een formeele oorlog tegen het kapitalisme uit
brak, welke nu heden ten dage nog wordt voortgezet in
de vorm van de z.g. onthullingen. Bij den verderen eco
nomischen strijd moest men zich van de sympathie van
de arbeiders en van de bourgeoisie verzekerd houden,
waarom men de communistische kranten opbouwde met
het Instituut van Arbeiders-correspondenten. Zij zijn
dus menschen, die uit actieve belangstelling (als partij-
genooten) of uit genoegen (hun pennevruchten) zich
gedrukt zien of uit trots zelf eens in de pers aan het
woord willen komen, de kranten berichten zenden over
de toestanden in het fabriekswezen. Deze berichten wor- j
den onder een bepaalde rubriek in de kranten opgeno
men, b.v. uit de bedrijven of „De Kampstrijd-" in de be
drijven. Deze stukjes worden dan bedoeld als materiaal
voor de agitatie en worden vooral gebruikt door de agi-
tatle-afdeelingen in de verschillende bedrijven, ook zijn
zij goede documenten voor de archieven der partij, om
de toestanden in de bedrijven geheel te leeren kennen.
Zoowel in de krant als in de archieven worden de stuk
ken niet met een naam, maar met een nummer onder
teekend, zoodat de inzenders in geen geval een directe
vervolging kunnen ondervinden. Toen dan ook onlangs
de politie een inval deed aan de bureaux, lanceerde de
Rothe Fahne terstond daarop het bericht dat de politie
niet positiefs was te weten gekomen, omtrent de arbei
ders-correspondenten. Daar de bureaux tegenwoordig
niet alleen meer van de zijden van de bedrijven, maar
ook door vrouwelijke correspondenten en zelfs de kinde
ren ingelicht worden, heeft het inlichtings-materlaal ook
op de dienstmeisjes en op de scholen betrekking. Wat nu
het getal dergenen die als correspondent werkzaam zijn
betreft, moet men onderscheid maken voor do verschil
lende kranten. Soms is het aantal 100, soms echter zoo
als bij de Rothe Fahne zijn er meer dan 1200 geregis
treerd, op wier kostelooze medewerking de kranten kun
nen rekenen. Ten nadere specificatie geven wij hier eenl-
ge cijfers van de Rothe Fahne. welke in 1029 2700 be
richten ontvangen heeft uit 600 bedrijven. Per bedrijf
waren het 515 berichten tegen 1—2 in 1928. waaruit
men redelijkerwijze kan besluiten, welk een toekomst er
voor de communistische partij in deze instelling ligt. In
de officieele statuten wordt deze betiteld als: verbin
dingslid tusschen de partij en de millioenen in het be
drijf. Haar taak wordt officieel beschreven als berich
ten van alle maatregelen, welke in de bedrijven worden
genomen door de arbeiders-vyandige leiders; hierbij moet
dan mededeeling gedaan worden van de stemming en
de houding van de arbeiders ten opzichte van deze
maatregelen. Bovendien zal men er voor zorgen dat een
verband wordt gelegd tusschen deze bedrijfsverschijnse-
len en de politiek der burgerlijke, christelijke en soci
aal-fascistische partijen. De arbeiders-correspondent-
schappen moeten een geest van klassebewustzyn en klas
senstrijd versterken, het vertrouwen in de communisti
sche partij doen stijgen en door een voortdurenden yver
nieuwe leden voor haar aanwerven. Met name moet men
steeds noemen hen. die overwerk verrichten of onder-
kruiperswerk doen, terwijl men ook moet berichten
over het loon, de huren, de geldstraffen, de ongevallen,
de gedragingen van de afgevaardigden van de andere
partijen. Deze berichten van de Rothe Fahne worden
door andere communistische bladen onder het hoofd
„Die Rothe Fahne hat geholfen" overgenomen. De krant
zorgt er steeds voor, dat over een bepaald bedrijf ge
noegzaam gegevens bekend zijn. Op zekere oogenblik-
ken worden dan een aantal daarvan gepubliceerd, terwijl
verschillende krantenverkoopers dan met het blad te
koop staan als de fabriek of het bureau uitgaat.
De arbeiders-correspondenten zijn voor iedere krant
organisatorisch in een Centrale Commissie der arbei
ders-correspondenten bijeengebracht. Meermalen per jaar
komen de arbeiders-correspondenten in conferentie bij
een. om de vorderingen der partij te bespreken. Scho
ling en critlek moeten door een speciaal orgaan, dat
maandelks verschijnt, worden bevorderd, „Bedryfs-
krant en de internationale arbeiderscorrespondent".
Voor d9 verschillende afdeelingen verschijnen dan
weer afzonderlijke kranten. Dit Jaar zijn er ter opleiding
van de arbeiders-correspondenten wederom cursussen
ingericht, welke een duur hebben van 6 tot 8 weken. De
communistische beweging heeft onder de arbeiders-cor
respondenten ook een literair-dramatische afdeeling, on
der leiding en met medewerking van communistische
schrijvers. Zoo kan men tegenwoordig in communistische
bladen rubrieken vinden over boeken en tooneel. De
VAN
door
DIRK
DUV VEL Junior.
Buurman, l:eb je er bezwaar legen dat ik
aan het andere eind van den spijker een schil
derijtje hang? (Life).
RIDENDO DICEKE VERUM!
a
Waar gij de rauwe waarheid biedt;
Zoo doet het schcrtzend,
Want... dan kwetst ge niet!
Mijn hartelijk zeer dierbare mislukte schatgravers naai
den briljant-keutel der volmaaktheid!
'k Zat van de week met een vriend uit mijn jeugdja
ren, die al 5 jaar wacht op 'n vacature in het proveniers
oude mannen- en vrouwenhuis en zich daarom ijdelijk
„wachtgelder" noemt, omdat hij al dien tijd wordt onder
houden door het Burgerlijk Armbestuur, prentjes te
kijken in de illustratiepagina van tle 's avonds verschij
nende morgenochtendeditie der alter weiber Zeitung
va» Oberkafferstein, en toen werd ons lepoog aangenaam
getroffen door de vele welgelijkende foto's van onzen
welbeminden landsprins Hendrik, aan wien de Inderdaad
niet licht te onderschatten taak ls toebedeeld het openen
van belangrijke herdenkingsfeesten, tentoonstellingen en
andere belangwekkende bijeenkomsten, met alle spijs-
verteerings en gezondheid bedreigende aankleve van
dien. Mijn oude geldwac'nter, ik bedoel wachtgelder
vooral, was verrukt over deze schoone opname en
zuchtte: Hè. hè. wat zou ik graag zoo'n baantje willen
waarnemen! Ik zei, waarom kerel, verlang jij naar
die kopzorg? Nee, zei ie. dat juist niet, maar zie je,
ik heb zoo'n kale neut, en dan kon ik altijd mijn hoed
ophouwen! Want als ik naar die plaatjes kijk. dan staat
iedereen in zan bloote test en de Prins houdt altijd z'n
kaasbolletje maar op zijn doorluchtigen schedel, en dat
zou mij mirakel geschikt lijken. Och. kerel, zei ik. klaag
toch niet. als je dat voorrecht kreeg, had je misschien
weer last van maagkramp. Geloof niet dat het leven
van die hooggeplaatste personen zoo benijdenswaardig
is. Wat hebben ze niet van vuile critiek en gemeene
verdachtmaking te lijden? Kijk eens naar dien armen
Koning Katrol van Rum-benia, die zich zelf geweld heeft
moeten aandoen om het schoone geslacht, ik bedoel dan
zijn volk, dat naar hem snakte, tevreden te stellen'
Ja, het volk is tegenwoordig nogal lekker! Ze hebben
nogal v.-at eerbied voor de Koninklijke Majesteit! Ik heb
'n kennis die nogal dichterlijk is aangelegd, ik weet op
de wereld van Janus niet van wie de vent dat goorreve
heb, want z'n vader was huidezouter en vellebJooter en
z'n moeder stond met versche mosselen in de vischban-
ken. en deze dichter kreeg opdracht de verzen te ont
werpen voor een te componceren landbouwmarsch, maar
het laatste vers moest gewijd zijn aan Prins Hendrik,
dat was conditlo sine quunon, begrijpt u. Dat gebeurde
in de dagen van de ramp van de Berlin, die zoo jam
merlijk is vergaan nabij de Hoek van Holland, ik meen
in 1910 of daaromtrent. Afijn, onze dichter, hoogst ver
eerd door de mooie opdracht, die erkenning bracht aan
zijn dichters talent, kocht 'li katerntje postpapier en 'n
stuiver nieuwe stalen pennen en fabriceerde het beroem
de slotvers als volgt:
Ook juicht onz' stem. wuift onze hand,
Wanneer 't Prins Hendrik geldt.
De steun der landbouw, trots van 't land
En Hoek van Hollands held!
Nou, de goeie snurker was in de wolken over die ge
niale vinding, die bovendien precies op de noten paste en
hij verwachtte minstens 'n eeremedaiile van het nieuwe
huisorgel van de Koningin, maar o. Jemes kanarie, wat
heeft die stumper me daar 'n ellende van dat mooie
versie gehad! Inplaats van de verwachte koninklijke on
derscheiding en speciale dankbetuiging ontving hij niet
anders dan onbeschofte anonieme briefkaarten, waarin
hij werd uitgemaakt voor Ridder van de Stroopkwast,
hielen- en nog veel intiemer lichaamsdeelen-likker. In
één woord schandalig. Het leek wel of ie was overgele
verd aan de bende van de „black jat". De rampzalige
linkmichel raakte gortsiejelaatje finaal over stuur! Z'n
postzegel begon te verkleuren en in te vallen en z'n
kloffie werd hem veel te wijd. z'n pijpiesbroek flodderde
om z'n vermagerde loopknuppels als 'n natte wasch van
'n bondslid van groote gezinnen aan 't drooglijnte. Ik
heb nog 'n rekest geschreven aan de Kroon om 'n toe
lage voor zenuwdruppels, waarop afwijzend werd be
schikt. Toen ie duidelijk merkbare kenteekenen van ver
standverbijstering begon le vertoonen, is ie opgenomen
in het zenuwpaviljoen voor rekening van de dierenbe
scherming en daar is h|j weer tot oordeel des onder-
scheids gekomen. Ja, zoo'n zenuwpaviljoen Is altijd 'n
heerlijk toevluchtsoord voor menschen. die vervolging
lijden ter wille van de rechtvaardigheid. Je blijft er al
thans tijdelijk buiten het wereldgewoel. schadelijk voor
onrustige geesten.
Ik heb mijn vriend ook altijd getroost met dierbare ver
maningen en hartsterkende parabels. Ik zei: M'n beste
jongen, weest toch dankbaar voor den smaad, die ze je
hebben aangedaan. „Vreest God, eert den Koning", en
heb jij nu God niet gevreesd en den Koning niet ge-
eerd? maar dezulken zijn niet aangenaam in de oogen
van verwilderde materialisten en wufte wereldlingen Geef
God, wat God en den Keizer wat den Keizer toekomt en
daarom kan ik mij niet Indenken, hoe de volgelingen van
dit richtinggevend woord zoo blijmoedig naar de kerk
huppelen en met zulke zure melkmuilen en looio plat
voeten naar het belastingkantoor sloffen! Want voor
den donderdag. Het tweede deel van het programma
moet toch ook uitgevoerd worden? niet waar, lieve
luister gorilla's?
Ik betrad onlangs een tempel des Heeren en de eerste
stichtelijke spreuk ,die mijn oog trof. was:
„Men wordt beleefd verzocht het kerkameublement niet
te beschadigen!"
Het leek wel 'n tegenhanger van het bordje dat hing
in het buffet van een Cowboy-kroeg in het verre Westen,
houdendo het vriendelijk verzoek:
„Beleefd verzocht niet op den pianist te schieten.'
Hij kan het niet helpen, dat de rammelkast zoo gam
mel is! Neen, vrindelijke vrinden, ik ben van meening,
dat dergelijke aansporingen een beschaming zijn voor
de goestelijke leiders en do kerkbezoekers. Daarom moet
er dan ook, zoowel in kerk als in school, wat meer tijd
zoek worden gebracht aan het vormen der jeugdige zie
len In maatschappelijke beschaafdheid en burgerlijke
beleefdheidsvormen. Een speciaal uurtje gewijd aan het
onderwerp: Hoe heb ik mij tegenover de menschen, de
dieren en do goederen, toevertrouwd aan de bescherming
van het publiek, te gedragen? En het zal ongetwijfeld
eerste kwaliteit vruchten dragen, als daar flink de hand
aan gehouden wordt, dan worden er kinderen gekweekt,
die behalve goed onderlegd in Godsdienst en wetenschap,
in afschuw voor zonde en Godsbeleediging, ook 'n schrik
zullen hebben voor onbeschoftheid op de straat, voor
ergerlijke baldadigheden en onbehoorlijk optreden tegen
volwassenen en ouden van dagen, waarin de leerlingen en
vreemd genoeg, ook de dlclpclen van de bijzondere scho
len zich meermalen schuldig maken. De brutaliteiten
waaraan deze knapen, die met verheerlijkte gezichten
naast opvoeders of onderwijzers voortwandelen. zich te
buiten gaan. als het toezicht ontbreekt, zijn dikwerf ol-
lerschandelljkst.
Als tegen dezen misstand eens krachtig wordt opge
treden, dan worden we misschien bespaard van het wal
gelijk schouwspel, dat een vrachtauto vol slampampers
uit een allergodsdienstigsle gemeente uit Zuidelijk Op-
perkaffersteln wordt losgelaten, op een met zorg en kos
ten moeizaam bewaard natuurreservaat, om daar in
schromelijke baldadig- en ongebondenheid lafhartig te
vernielen en te vernietigen, wat met zooveel waakzaam
heid en natuurliefde gekweekt en bewaard wordt.
Ik bedoel hier het schandaal dat onlangs heeft plaats
gehad by het Zwanewater, alwaar vele bebroede eieren
van de toch reeds uitstervende kolonie lepelaars jammer
lijk verlóren gingen. Men vraagt zich af, wat zulke lam
me lummels heeft bezield om den goeden naam van
hun dorp en de eer van hun ijverigen burgemeester, die
zoowel zijn ambtelijken tijd besteed voor het heil van
hun ziel als van hun stoffelijk welzijn tot schande te
verstrekken?
Dat maatschappelijk en sociaal fatsoen moet er in de
kerk en in de school worden ingestapt. Het woord van
den geestelijken voorganger en den onderwijzer kan ook
In dit opzicht veel, neen. alles goeds voortbrengen.
We behoeven niet altijd en onverdeeld onzen geeste
lijken toorn te concentreeren op de, ik geef het toe, dik
werf velen ergernis gevende onbedektheid des llchaams,
maar is het minder noodig de aandacht te besteden aan
dc naaktheid der ziel.
En die zielennaaktheid komt voornamelijk naar voren
bij het plegen van aanslagen op de openbare orde en
burger wel voege] ijk held.
Ik zou deze preek nu wel kunnen besluiten, geachte
luisterslappellngen, met u allen een gezonde nachtrust
toe te wenschen. ware het niet, dat mijn dierbaar Groot-
gortbuikenburg door al die geestelijke bokkesprongen
van Dirk Duyvcl's overkropt gemoed leelyk aan het
achterspeen is komen te leggen. En ik had van deza
week nog zooveel te verhapstukken, dat ik jullie 'n paar
minuten onder suggestie zou willen houden. Maar he
laas begin Ik tot de conclusie te komen dat mijn snot
neus, ik bedoel niet mijn snotneus - neus - maar mijn
snotneuslamp sterk in lichtgevend vermogen begint te
verminderen. Bovendien wordt ik zeer hinderlijk afge
leid door tante Trui, gedemonteerd en reeds ter maf-
koffer getoogen door viriteerend stampen op de van
sinesoppelenklstenhout vervaardigde zoldering der eer
ste etage te kennen geeft, dat Ik gerequireerd ben haar
door wrijvingen met grok van Kajapoetolie en elexter
d'anvers haar door rheumatiek aangetaste linkerkuit
voor zoover prosent— spieren te electrlseeren en te
masseeren. U begrijpt, dat deze werkzaamheid alle andere
besognes op den achtergrond dringt!
Zeer tot mijn teleurstelling ben ik dus genoodzaakt,
de aangename correspondentie af te breken, en mijn
schrijfmachine, 'n faber potlood, merk H.H. wat betee-
kent hooge-heibel. in te pakken en op te bergen. Ik wil
u echter wel verklappen, lieve suikerpoppetjes van Op-
perkaffersteiner fabrikaat, dat mijn repertoire voor de
volgende week een speciaal Grootgortbuikenburgsch ka
rakter zal dragen en vele actueele punten, pirmlteer me,
dat ik even deze vrijpostige wandluis, in 't Hongaarsch
noemen ze zao'n Hef huisdiertje meer poëtisch Póloska,
wegknip, zoo ik zeg actueele en verrassende punten van
behandeling zal bevatten.
Nu tabé dan en auf schleunig wiedersehen, kamme-
raden! Je van liefde trillende
Dirk Belziboeb Joenlor.