De tooverkracht van Indische juweelen. TUNNELBOUW IN OOSTENRIJK. Voor elck wat wils. ONSCHATBARE RIJKDOMMEN IN DE GEHEIME GEWELVEN DER INDI SCHE TEMPELS. De Ster van het Zuiden. Het wonder der weenende diaman ten. Genezende kracht van den donkergroenen beker van smaragd. De cobrasteen. HET la niet zonder reden, dat men van oudsher Indië een wonderland heeft genoemd. Want het is meer dan eenig ander land rijk aan goud en juweelen, welke opgedolven zijn uit de onuit puttelijke schoot der aarde, en thans rusten in de schat kamers der Maharadja's of Nabobs, ook wel in de ge heime gewelven van heilige tempels, waar zij sedert eeuwen door de priesters nauwlettend worden bewaakt. Zelfs de juweelen van de Amerikaansche milliardairs. al dus lezen we in een artikel van de hand van W. Lüde- cke in de O.H.Ct, beteekenen niet is vergelijking met de sprookjespracht van het edelgesteente der Indische vor sten, welke ook fantastische bedragen aan ongemunt goud in hun bezit hebben. De Nazim van Heiderabad, die voor den rijksten man ter wereld doorgaat, heeft in zijn lievelingsresidentie Kiftg Xoth een goudschat ter waarde van 500 millioen gulden, en de beide koepels van den „gouden tempel" in Benares zijn bedekt met dikke platen uit puur goud. Voor een Europeaan heeft een edelsteen alleen waarde door den hoogen prijs, dien hij er voor betalen moet, ook wel een weinig door de aesthetisohe vreugde, die hij hem bereidt, maar een Aziaat staat in veel inniger verhouding tot deze kost baarheden. Voor hem hebben diamanten, smaragden, robijnen, sapLJ en en paarlen een bijna godsdienstige beteekenis. Hij ':ent daaraan magische krachten toe en geheimzinnige eigenschapen. Hij gelooft, dat In «del- steenen een wonderbaarlijke tooverkracht schuilt, die echter slechts op bepaalden tijd werkt, hetgeen in het bijzonder van de zon en de maan afhangt In de schatkamers van de Indische vorsten bevinden zich bijzondere juweelen-garnituren, die volgens oer oude gebruiken gedragen worden bij bepaalde godsdien stige feesten, zulk een juweelen-garnituur bestaat meest al uit een agraaf voor den tulband, welke een wonder- 8teen bevat met diamanten omgeven. Dit is vaak een groote smaragd, die een bijzonderen naam draagt en als heilig beschouwd wordt, omdat hij tegen vergif be- sdhermt en huidziekten geneest. De smaragd is de steen der reinheid. Daarbij komen dan nog gouden oor bellen met juweelen versierd, en als hoofdstuk paarlen halskettingen, zeven of acht snoeren dik, waaraan dik wijls. een groote diamant hangt. Deze paarlen zijn niet zelden zoo groot als hazelnooten en hebben ieder hun eigen geschiedenis. Beroemd is het parelsnoer van de Maharadjah van Baroda, wiens juweelenschat, opgeborgen in Nazar Bag Palace, op 80 millioen mark geschat wordt en in 1921 ook door den Prins van Wales werd bewonderd. Aan dit parelsnoer hangt de „Ster van het Zuiden", een reus achtige diamant uit Brazilië van 125 karaat die alleen al verscheidene millioenen waard is. Zijn verzameling van smaragden is niet minder kostbaar dan die van de Maharadjah's van Jodpoer, Palanpoer en Patiala, De VOOR HET KLEINE VOLKJE TABBT EN TOMMY GAAN EEN DAGJE UIT. Eens op een Zaterdagmorgen zei Mevrouw Tabita Poes tot haar kleinzoon: „Tommy, Tommy, wanneer je klaar bent met je toilet en je hebt al je liedjes ingestu deerd, die je morgen kennen moet op de zangles, en het Is dan nog vroeg, dan zullen we samen naar Mevrouw Mimi gaan en daar een bezoek brengen." Tommy vond dat zoo heerlijk, dat hij zich netjes en vlug waschte, hij hing zelf zijn pyama, met een T. op den zak geborduurd, aan den kapstok en pakte een lek ker kippenboutje in voor Mimi Kat. Mevrouw Tabita was een oranje poes met witte sok jes, een wit vest en een wit puntje aan haar staart, ter wijl haar zoontje Tommy een wit puntje aan zijn staart had, een wit vest en witte sokjes. Toen zij na een flinke wandeling op den hoek der straat aankwamen, waar mevrouw Mimi woonde, kwa men al haar zeven kinderen blij naar hun toe rennen. Hun moeder had hun naar de dagen der week genoemd, Zondag. Maandag, Dinsdag, Woensdag, Donderdag, Vrij dag en Zaterdag, en zij waren allemaal wit, zuiver wit, zonder iets anders dan wit, behalve Zaterdag, die had een zwarte punt aan zijn staart. Mevrouw Tabita had sokjes voor hen gebreid, omdat hun eigen moeder het zoo vreeselijk druk had met haar zeven kinderen, ieder kreeg nu een andere kleur, tesa- «nen al de kleuren van de regenboog. Zondag kreeg rood, Maandag oranje, Dinsdag geel, Woensdag groen, Donder dag paars, Vrijdag indigo en Zaterdag violet. En het kwam zoo prachtig van pas want juist dien morgen hadden alle zeven poesen staan huilen, omdat hun sok jes heelemaal versleten waren. Hun oogjes waren nog vol tranen. „Och," zei Tommy, „hoe kunnen jullie deze mooie nieuwe sokjes zien, als jullie oogjes vol tranen staan. Kom laten we eerst een vreugdedans doen om deze zeven paar nieuwe sokjes". Na den dans vonden zij in den tuin een groote hou ten doos staan Zij keken er allemaal in, doch hij was leeg „Weet Je wat," zei Tommy ,„we gaan hout zoeken voor jullie moeder ,dan kan zij het fornuis straks aanmaken" Zoo gezegd, zoo gedaan Alle acht sleepten zij zooveel hout tot de doos heelemaal vol was Daarna vonden zij een pan achter in den tuin liggen, waar zij mee hadden gespeeld Vlug werd deze schoongemaakt en weer in de keuken teruggebracht Opeens herinnerde Woensdag zich dat zij drie dagen geleden allemaal een boon hadden geplant Die moesten noodig water hebben. Vlug gin gen zij erheen met een emmer water en wat zien zij daar? Al de zeven paar oude sokjes hingen aan de tak grootste bezienswaardigheden van zijn schat zijn echter een gordel en een borstdoek van anderhalven meter lang, die geheel met diamanten, smaragden, robijnen en paarlen bezet zijn. Het is nog niet lang geleden, dat de Maharadjah van Tanjore in Zuid-Indië een oud diamanten halssnoer aan een bankier in Madras verkocht. Deze wilde dit hals snoer met Nieuwe Jaar cadeau geven aan zijn schoon dochter en bracht het naar een juwelier om het op mo derne wijze te laten zetten. Dit halssnoer had als aan hangsel een diamant van 5Vz karaat, welke in een ring moest worden gezet Deze had gewoonlijk een llcht- blauwen weerschijn, die echter overdag een rose tint aannam. In het volle zonlioht echter was hij zuiver blauw. In het donker verloor hy zijn glans. Toen de Ju welier hem echter eens des avonds na zondsondergang uit de brandkast nam, zag hy tot zijn verwondering, dat de steen fel schitterde, en dat de watten, waarop hy ge legen had, vochtig geworden waren. Toen hij den steen opnam, werden zyn vingers nat Die wonderbaarlijke diamant weende. Na voortgezet on derzoek kwam aan het licht, dat de steen bij afnemende maan ook overdag zijn glans verloor en niet weende, by volle maan echter vochtig was, en ook in den don ker bleef schitteren. Bij voorname Indiërs, mannen en vrouwen, is vooral de planeten-armband zeer geliefd, die uit verschillende gouden en platina ringen bestaat, welke met zeven edelsteenen bezet zijn. Iedere steen vertegenwoordigt een planeet: de robijn Brihaspati (Jupiter), de gele saphier Rahu (Mercurius), enz. De Maharadja van Pa tiala, de kanselier van de prinsenkamer, draagt altyd zulk een armband uit platina. De Maharadja van Bundi bezit een beker van een prachtige groene kleur, gesne den uit een enkelen smaragd. Wanneer men 'lezen beker met water gevuld drie uur lang in de zon plaatst, krijgt het water geneeskracht, en kan men er huid ziekten mede behandelen. Een Radja in het President schap Bombay is in het bezit van een vyzel en een stamper, die uit één enkelen saphier zyn gesneden. Deze steen geeft aan de geneesmiddelen die er in bereid wor den, de kracht om bloedarmoede te genezen. Koning Thebau van Birma droeg tot aan zyn dood een paar wonderbaar schoone oorbellen, uit purperen robynen in den vorm van lotusbloemen. Deze robynen konden iedere bloedvergiftiging genezen. Toen hij stierf gaf hy ze aan een ouden dienaar, en sindsdien zyn zij verdwenen. De heer H. W. B. Moreno, lid van den Wetgevenden Raad van Bengalen, heeft volgens een bericht van den Indiër Vlshun R. Karandikar een robyn in zijn bezit, die dui- deiyk onder zyn purper-roode oppervlak het beeld toont van een Indiër, In het wit gekleed en met een witte pugree. het nationale hoofddeksel der Indiërs. Hoe dit beeld in den steen is gekomen schijnt een onoplosbaar raadsel. Niet minder geheimzinnig is de olifantsparel uit Cey- lon. Deze weegt 12 karaat en heeft een schitterende goudkleur. Men schat haar ouderdom op 2000 jaar. By een nauwkeurig mikroskopisch onderzoek kwam aan het licht, dat zy een basis van ivoor bezit, welke onmis kenbaar den vorm van 'n witten olifant heeft, dien men duideiyk door de doorzichtige schaal van den parel kan waarnemen. Geheimzinige eigensohappen bezit ook de storm-parel, waarvan men zegt, dat zy by den eersten regen van de moesson uit den hemel valt. Zy heeft de kleur en de grootte van een zaadkorrel van een granaat appel, ken van hun pasgeplante boompjes. Blij holden zy naar huis en riepen tegen hun moeder: Wy hebben nieuwe sokjes en ook onze oude sokjes hebben wij teruggevon den. Hun moeder kwam even naar bulten en sprak: „Wat? Hebben jullie ook je oude sokjes weer teruggevonden en hout voor me gezocht en myn pan teruggebracht? Nu jullie verdienen een verrassing. Kom maar gauw binnen En even later zaten zy allen te smullen aan het malsohe kippenboutje, natuuriyk met hun nieuwe sokjes aan. HET IS MAAR EEN MEISJE. De twee jongens Eggers liepen langs het ondiepe kreekje, waar de vissohers hun booten in sleepten, om die buiten bereik van het gety te ljebben. „Sam beweert, dat de grot vroeger door smokkelaars werd gebruikt", wist Victor te vertellen. „Ja, maar we kunnen er nu toch niet heen. Want Sam is met het sleepnet uit en verder kan er geen mensch mee", zei Bob. „Maar ik kan toch wel roeien, laten we een boot los maken en alleen gaan". „O. maar!" hygde Bob. „Nou ga jy dan niet mee, als je geen lust hebt. Maar je weet zelf, dat dit onze laatste gelegenheid is, want Maandag gaan we naar huis en vandaag is het al Zater dag!" De jongens hadden de zomervacantie op een klein plaatsje aan de kust doorgebracht. Diohtby het strand was een gevaariyke plek, die algemeen doorging als „De Bank". Daar het nog een heel eind voorby, in de open zee, kon je de pinken zien. Want die waren uitgevaren, omdat er een school makreelen te zien was, zoodat nu iedere visscher zyn geluk wilde beproeven. Bob hield den blik weer op het land gericht, „Kyk, daar komt dikke Anna!" „Laat haar komen!" zei Victor. Een flink uitziend meisje van een jaar of vyftien kwam het strand af, yverig breiend. Haar vriendeiyk gezicht vol sproeten werd een breeden glimlach, toen ze de kinderen zag. Ze was de dochter van de hospita en daar ze nogal gezet, was, noemden zy haar „dikke An na" „Kom eens even hier", riep Victor. „Je kunt ons hei met de pink van ouwen Jozef naar zee te sleepen. Bob en ik wilden naar de grot van de smokkelaars gaan." „Dat kunt u met zyn beidjes, toch niet'gedaan krij gen, jongeheer Victor, dan deed u beter my mee te ne men!" „Maar pas op Anna, dat je er geen woord van aan moeder zegt! Of ik niet alleen een bootje kan sturen! Ik ben tooh al dertien, moet je denken!" Anna zag, dat er niets aan te doen was: hielp hen de boot in het water sleepen en gaf hen nog enkele wyze vermaningen mee, terwyl Victor de riemen vatte en zyn tocht begon. „Ik zal ze maar eens goed in het oog houden", dacht Anna en zette zich, met haar breiwerk aan het strand, Victor roeide een eindje voort, terwyi Bob achter over geleund zat en slechts genoot. „Net of dikke Anna ons nu van dienst kan zyn!" spotte de groote broer. Het is immers maar een meisje." „Hoe lang is het nu al geleden, dat er smokkelaars waren in de grot?" vroeg Bob. „O, al jaren," antwoordde Victor vaag. „We konden er wel eens den een of anderen verborgen schat vinden, of... of..." wond Bob zich steeds meer op. .Maar jongen, hoe kan ik nu geregeld voortroelen, als jy over den eenen kant leunt?" Victor spande zich by- zonder in met roeien, maar, daar hy het niet gewoon was, werd hij er vreeeeiyk moe van en vormden zich blaren in zyn handen. Dat was toch anders, dan wan neer Sam meeging, die wist altyd precies wat er gedaan moest worden. En nu kwam alles op hem aan, want op Bob viel niet te rekenen, die was ook pas negen jaar schittert als het bliksemlicht, en beschermt haar eige naar volkomen tegen gevaren van onweder en storm. In het district Poonah Is een Indiër erin geslaagd een Cobra-steen te verkrijgen, een uiterst zeldzaam juweel van sprookjesachtige afkomst, hetwelk een magische geneeskracht bezit by slangebeten. Deze steen hecht zich van zelf aan de wonde, indien de beet van den slang giftig was, en valt van zelf af, als hy het gif uit de wonde gezogen heeft. Dan wordt hy in koemelk ge doopt, en met dit product van Indië's heiligste die ge- wasschen. Deze melk wordt met gras en houtbrei ver mengd en verbrand. Volgens het volksgeloof smelt deze steen en verandert in gif, zoodra de Cobra in woede ont brandt. Daarom is het zoo uiterst moeilyk zulk een steen te verkrygen. Ook de Cobra-steen moet des nachts licht verspreiden, terwyl £e slang in zyn hol verborgen op de loer ligt en wacht op de padden en de muizen, die door het licht worden aangelokt, en dan worden verzwolgen. Onschatbare rykdommen bevatten de geheime gewel ven der Indische tempels. Deze komen slechts by groote volksfeesten en plechtige ommegangen van de afgods beelden, aan het daglicht, en worden dan aan de ge- loovige gemeente getoond. In een heiligdom te Travan- core bevindt zich een standbeeld van Gennesha, den olifantengod, dat uit één enkelen robyn is gesneden, en een beeld van Vishunn uit een saphier gehouwen. Een byzonder pronkstuk van den gouden Tempel te Amritsar, het pelgrimsoord en de heilige stad der Sikhs, welke tempel in een vijver gelegen is, bestaat uit een grooten gouden uitgespannen regenscherm, welke be zaaid is met smaragden, robynen en diamanten en waar van als byzonder sieraad dikke parelsnoeren afhangen. Het record echter wordt behaald door de schatten van den tempel te Madura, welke gewijd is aan de echtge- noote van Shivah. De schatkamers van dezen tempel zyn afgesloten met dozynen massief gouden deuren, bezet met edelgesteente. Op een groote met zwart laken ge dekte tafel liggen de juweelen van de godin: gouden tiara's met edelsteenen versierd, slangachtige hangers bestaande uit robynen en paarlen, een duizend jaar oude halsketting, die zoo zwaar is, dat men haar met één hand nauweiyks kan oplichten, een borstlap met sa- phieren, die zoo groot zijn als noten, gouden stygbeu- gels met diamanten bezet, gouden handen en voeten. In de onderaardsche kelders bevinden zich de stallen van de godin, waarin zilveren en goiiden koeien en paarden in natuurlyke groote staan, aan wier tuig ju weelen schitteren. Daar is ook een koe met een vrou wengezicht, dat edelsteenen in de ooren en in den lln- kerneusvleugel draagt, een zilveren leeuw, een gouden pauw met uitgespreiden staart met smaragden in zyn gevederte. Ook zyn er draagzetels uit massief goud en groote bloemen samengesteld uit diamanten en robynen, die tooverachtig schitteren bij het licht der fakkels. Technische prestaties, welke on der de grootste van de wereld kunnen worden gerangschikt. Byna negentig jaar geleden by den aanleg van het eerste deel van den spooriyn WeenenGloggnitzer, werd de eerste spoorwegtunnel gebouwd door den „Katabühel" by Gumpoldskirchen. Ondanks de geringe lengte van deze tunnel, zy was meer 165 M. lang, kostte zy onge veer f 100.000. Om eenigermate een verontschuldiging te hebben voor deze groote uitgave, liet Ingenieur heelemaal niet ken. Toen ik hem er naar vroeg, zei hy, Schönerer, leider van deze werkzaamneden, boven den tunnel-ingang de inscriptie aanbrengen „Recta sequi" (houdt den rechten weg), welk gezegde later steeds by den Oostenrykschen tunnelbouw werd toegepast In het midden van de vorige eeuw werd als voorlooper van de latere spoorwegtu: - de 1.032 M. lange Semme- ring-tunnel gebouwd. De o werkelijk groote tunnel was de Arlberg-tunnel, welke tien K M lang was en in 1884 gereed kwam. Deze tunnel is op vier na de groot ste spoorwegtunnel van Europa. In het jaar 1901 werd byna tegelijkertijd begonnen met den bouw van drie groote tunnels, om een alpenketen te droordringen, na melijk de Karawanken-tunnel, ruim 8 K.M. lang, de Borsuck-tunnel, ruim 5 KJM. lang en de Tauern-tunnel, welke 8.5 K.M. lager ligt dan het hoogste punt hier van, dat 3000 M. hoog ligt. Later volgde de bouw van de Gösing- en de Martinswand-tunnel. Sindsdien zyn, ook in den laatsten tyd, in verschillende tunnels belangrijke werken geschied, om de tunnels in stand te houden, b.v. metselwerk voor bescherming tegen het indringen van water en het losraken van rotsgedeelten. Hiermede hebben wy in het kort de geschiedenis van den tunnelbouw in Oostenrijk verteld. Het is een ge schiedenis van technische prestaties, welke onder de grootste van de wereld kunnen worden gerangschikt. By den aanleg van den tunnel wordt op de eerste plaats de as en de hoogte-ligging bepaald. Dan is het tydstip gekomen, om van beide zijden een horizontale schacht door den berg te maken, waarvan de bodem meestal de bodem van den tunnel wordt Na dit opensluiten van den berg begint men van hieruit den eigenlijken tunnel te maken. Vanuit de twee eindpunten van de schacht maakt men dan de eigeniyke tunnel door uit breken van de rotsen, en werkt dan stukken van zes tot tien meter tegelijkertyd af. Jarenlang moet men moeizaam arbeiden, om een tun nel te voltooien. Voor de Arlberg-tunnel had men drie jaar noodig, voor de Karawankan-tunnel vijf, voor de Bosruck-tunnel vier en voor de Tauern-tunnel zelfs acht jaar. Waterdoorbraak, het uitstroomen van schadelyke gassen, hooge temperaturen in het inwendige van het gebergte, het aantreffen van sloten in de bergen, dit zijn allemaal hindernissen, welke den mensch het in dringen in de bergen belemmert. Gebergten onder hoo gen druk worden aangetroffen, of verschuivende geberg ten, bergen, welke afbladeren. Zelfs een gemetseld tun nel-profiel kan soms den druk van den berg niet weer staan en vertoont een breuk, welke dringend voorzie ning eischt In hardsteenen gedeelten van den berg treden soms explosies op, waarbij stukken rots los sprin gen. Menig arbeider viel als slachtoffer van dergelyke ontploffingen. Soms dringt water door van krachtige gesteentebronnen of dringt het water van een oeek binnen; enkele malen kan aldus duizenden liter water per seconde in de tunnel geraken. Kostbare veiligheids- inrichtingen en krachtige pompen moeten dan worden aangebracht. Tot het afleiden van giftige gassen of ver laging van de te hooge temperaturen in het binnenste van den berg moet men luchtkanalen aanbrengen en koelinrichtlngen aanleggen. Luchtverversching is ook dringend noodzakelyk in tunnels, waardoorheen stoom treinen gaan. Idiaal voor berjftunnels zyn dus in dit opzicht de electrische treinen. Zonder de hulpmiddelen van de mo derne techniek, in het bijzonder de boormachines, zou het aanleggen van een tunnel een ondoenlyk werk zy'n. By de portalen van verschillende tunnels zyn kerk hoven aangelegd, waar de arbeiders zyn begraven, die by hun werkzaamheden noodlottig om het leven kwamen. Op den feestdag van de H. Barbara worden zy, die by de uitoefening van hun beroep vielen, in Oostenrijk herdacht. De oude mynwerkersgroet „Glück auf' is ook de groet geworden van hen, die werkzaam zyn by den tunnelbouw, want ondanks alle technische vooruitgang speelt ook hier het kleine woordje „Geluk" een groo ten rol. „Dikke Anna heeft je anders aangeraden, dat je vlak by het strand zou blijven. Weet Je nog wel?" „Ja, zeker! Maar denk je nu, dat ik alles precies doe, zooals zy dat zegt? Ik zal my niet door haar de wet la ten voorschrijven!" Maar vreemd hè: de wind was nu zoo heftig, dat Victor met al zyn praats, toch maar heel moeilyk koers kon houden, zoodat Bob riep: „Maar we komen niets dichter by de grot! Wel by de Bank! Zal ik je even hel pen, Victor?" „Helpen?... De beste manier, waarop je kunt helpen is nog maar, dat Je zwygt!" Het bootje begon nu te schommelen. Victor gaf een geweldigen ruk aan den riem, maar het hielp niet, hy kreeg de boot toch niet den goeden kant uit en zijn armen deden, o, zoo'n py'n! Het werd een vreeseiyk ge tob en dit, terwyi de kleine broer er maar rustig by ingeslapen was. Wat zal dikke Anna ons uitlachen, als zy ons zoo onverrichterzake ziet terugkomen! Ik wou dat ik in- tusschen al terug was!... Wat zou ouwe Jozef zeggen, als ik zyn boot eens niet goed aan wal kreeg! En wat zal Moeder zich ongerust maken over Bob! „Plomp!... Daar kwam ineens een heele plas water over boord geslagen. Victor voelde een prop in zyn keel. en sloot de oogen ,om de tranen terug te dringen. TEEKENVOORBEELD. Het hondje van myn buurman is van een ras, dat Ik „Hola!... Uitkyken! klonk het daar opeens. En daar kwam een roeibootje met een zeil op hen af en daarin zat Anna! Zij hield het anker in de hand en toen ze de jongens vlak opzy gekomen was, wierp ze dit uit en stapte over in hun bootje. „Zoo zou je nooit gekomen zyn, waar je wilde, jonge heer! Laat ik je maar helpen, dan sturen we in een oogenblik naar land!" Victor was te ontsteld, dan dat hij er iets tegenin kon brengen. Maar toen hij zag, hoe goed het ging, kwam hy uit zichzelf met de gulle bekentenis voor den dag: „Ik was een verwaande dommerd, Anna! En ik zal nooit meer zeggen: ,,'t Is fnaar een meisje! want ik zie nu toch, dat die ook nog wel iets goeds kunnen!" Dikke Anna kreeg een kleur van genoegen en toen de jongens eindeUjk uitstapten, bedankten ze haar nog eens. Toen Bob dien avond Moeder alles opbiechtte, wilde Mevrouw Eggers het niet zoo onder zich laten! Ze liet Anna by zich komen en vroeg haar wat ze nu eens graag wilde hebben, waarop het goede meisje met van verle genheid stralende oogen zei, dat ze zoo graag dien winter naar de naaischool ging. Nu, mevrouw Eggers beloofde het geld voor dien cursus te betalen en zich den volgenden zomer in persoon te komen overtuigen, of Anna ook vorderingen had gemaakt. BOOMBLADEREN-PUZZLE. gerukt en zeven kwamen er by elkaar te liggen. De na men van de bladeren staan er onder, maar de letters zyn ook al door den storm een beetje door elkaar ge raakt. Zien jullie kans de namen te ontcyferen. •psiquepon ua jeyndod 'joou 'dsa 'ït-iaq 'jfja 'aftrB}6int :3ujssoido dat het een Hollandsche herder was. Ik heb hem voor jullie geteekend. Gelooven jullie nu, dat zoo'n mormel een Hollandsche herder is? Ik denk veel eerder, dat het een straathond is. Probeer hem eens na te teekenen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 6