ZWOLLE. Vrouwenarbeid in Duitschland. De bedrijfsuitkomsten in het akkerbedrijf. Een nieuwe markt ontsloten. Voor elck wat wils. Een leger van 12 millioen, waarvan alleen le BerJyn 800.000. De stryd om brood en zijden kousen. Een moment-opname van den tegenwoordigen tijd, gruwelijk, harteloos en onvergetelijk. Poetsdsmmerplatz, zegt de Berlijnsche correspondent van het N. Wiener Journal, is liet centrum van een millioenenstad. In een beangstigend tempo raast het reusachtige verkeer, zoowel onder als boven den grond. Grijze en gele vrachtauto's autobussen en tramwagens banen zich met moeite hun weg, reeksen auto's flitsen voqrbij, en daartusschen rijden handige fietsers voorbij en een onafgebroken stroom voetgangers. Duizenden menschen duiken op uit de stations van den onder- grondschen spoorweg. Mannen, vrouwen, kinderen, maar het allermeest vrouwen. Trap op, trap af, overal ziet men hen rennen, haasten en jagen. Het tempo jaagt al len voor zich uit, drijft hen aan in den strijd om het dagelijksch brood, de honderdduizenden meisjes en vrouwen, die 's morgens vroeg uit. kale kamers in de voorstad naar de schittering van de city en het Westen rijden. Een moment-opname van den tegenwoordigen tijd, gruwelijk, harteloos en onvergetelijk. Het groote leger der werkende vrouwen trekt op. Een uur later zit ik tegenover den directeur-generaal van een wereldfirma. In de kleine kamer van 't privé- kantoor komen alle draden samen, waarin het lot van waren, geld en menschen verwikkeld Is. Waarom Is een vrouw beter opgewassen tegen de moeilijkheden ln den strijd om het bestaan dan de man?" De directeur-generaal denkt na. Hij kijkt naar de blau we rookwolken van zijn Henrl Clay, als wilde hij door dezen rook den weg van millloenen Dultsche vrouwen volgen. Dan antwoordt hij glimlachend: „Omdat de vrouw harder is dan de man. Zij is beter bestand tegen de zorgen en ontberingen, Zij laat zich door haar lot niet zoo spoedig in een hoek duwen. En dan: er is vraag naar vrouwenarbeid. Want de vrouw voldoet goed, is vlijtig en past zich gemakkelijk aan, haar arbeid is goedkoop. Hebt u niet den Indruk, dat in de groote wa renhuizen vraagq is naar goedkoope dingen, die er nog Juist i doorkunnen, en waarmede de massa te vreden is? Nu, zoo is het ook in het grootste warenhuis, het warenhuis van het leven, waar menschelijke arbeids kracht gekocht wordt. Je hoeft niet sentimenteel le worden. Ieder koopt wat het goedkoopste is voor zoover hij er tevreden is. De vrouw is intelligent geworden, bruikbaar voor de meeste beroepen en de man heeft opgehouden onvervangbaar te zijn." De chef van het personeel en zijn adjudant komen binnen. Met boeken, statistieken en tabellen. Alles wordt voor mij open geslagen, alles wordt me uitgelegd, zoodat ik mij bijna schaam, het geweldige bedrijf met zijn vele afdeelingen voor een uur gestoord te hebben. „Nog geen honderd mark," antwoordt de personeelchef op mijn vraag, hoeveel de in een groote afdeeling van de zaak werkende 2250 vrouwen gemiddeld in de maand verdie nen. Hoe ze leven? Ze leven van koffie en boterham men" antwoordt de directeur-generaal. ,en dragen zij den kousen". En glimlachend voegt hij er aan toe, „Ik zeg dit niet om mijn voortreffelijk personeel neer te halen, maar alleen om haar mentaliteit te schetsen. Zij zouden liever honger lijden dan slecht gekleed zijn. Ik geloof dat, wat dit betreft, Berlijn geen eenling is, maar de rest van de wereld precies zoo is. Of behoort deze schijnvertooning in het economische leven der vrouw tot haar wapenen in den strijd om het bestaan? Tot de wapenrusting van de echte vrouw?" „Bij ons wordt 57 pet. van het werk door vrouwen verricht", zegt de staticus, „en dit percentage vertoont een stijgenden tendens". Ook hij glimlacht beleefd, en een oogenblik komt de vraag bij me op, of deze heeren, die nuchtere rekenmachines geworden zijn, wel besef fen welk een ellende, zoowel voor het heden als voor de toekomst voor mannen en vrouwen voor huwelijk, gezin en liefdesgeluk achter deze gruwelijk-heldere cij fers verborgen ligt. De schrandere chef schijnt e«i ge- dachtenlezer te zijn: „Het is treurig, maar tegen den stroom van den tijd kunnen we niet oproeien. De gang van zaken, die overal op de toeneming van den vrou wenarbeid wijst, is niet tegen te houden". Hierna voert mijn ontdekkingreis mij naar het land der statistiek, n.1. de Rijksbureau voor de Statistiek in de Wilhelmstrasse. In het reuzegebouw der cijfers wordt mij wetenschappelijk nauwkeurig getoond, wat ik aan schouw in de straten en bedrijven van Berlijn in den vroegen morgen en den laten namiddag, n.1. hoe de stroom van werkende vrouwen zich over de verschillen de takken van nijverheid verdeelt. In Duitschland heeft tegenwoordig van elke drie vrouwen één een beroep, wat neerkomt op bijna 20 pet. van de totale bevolking. Het Duitsche arbeidsleger omvat tegenwoordig onge veer twaalf millloen vrouwen! Enkel in Berlijn werken 800.000 vrouwen. Terwijl In de laatste twintig jaar het aantal mannen in bedrijf of beroep met 20 pet. is toege nomen, bedraagt dat getal voor de vrouwen 40 pet., 36 pet., meer dan een derde der vrouwelijke bevolking van Duitschland, oefent een beroep uit. De scherpe concur rentiestrijd tusschen man en vrouw is in Duitschland met zijn overschot van 2.1 millioen zeer duidelijk merk baar. Van elke 100 werkende vrouwen zyn werkzaam: 36 pet. als hulpkracht, 30.5 pot. als arbeidster, 12.5 pet als employé. 11.4 pet. huispersoneel en 9.6 pet. zelfstan dig. Deze cijfers hebben na de eenigen tijd geleden ge houden beroepstelling vaak een verhooging ondergaan. Getrouwd zijn rond 9 millioen vrouwen, velen van hen zijn na hun huwelijk in betrekking gebleven, ja, het hu welijk was slechts mogelijk doordat de vrouw in betrek king bleef. Het sterkste is het binnendringen der vrouw in de branche: employé's. Van het winkelpersoneel is het aandeel der vrouwen gestegen met bijna 30 pet., in sommige takken van nijverheid hebben de vrouwen de overhand. Relatief hot sterkste is de vrouwenarbeid in het hotel- en restaurantbedrijf: rond 61 pet. van het heele personeel. In de textielindustrie bedraagt het 57 pet., en in de kleedingindustrie ruim 52 pet. Nuchtere, doch indrukwekkende getallen, welke den achtergrond van een geweldige economische en maatschappelijke verandering vormen, welke zich in Duitschland voltrekt. PEDANT. {Dublin Oplnion.) Eerste student: Waarop strand de jij, George Tweede student: Ik wist 't be ter dan de Prof. en dat kon ie niet ver dragen. 1230 81 AUGUSTUS 1930. Den 31sten Augustus zal het 700 Jaar geleden zijn, dat aan Zwolle voor het eerst stadsrechten werden ge schonken. Evenals Hulst en Nijmegen, maakt ook Zwolle zich op, om deze historische gebeurtenis op heuglijke wijze te herdenken, waartoe dan ook op vele plaatsen der stad reeds toebereidselen worden gemaakt. De feestelijkheden, waarvan de kosten op f 32.500 worden geraamd, zullen plaats hébben van 2 tot 5 Sep tember. Voor zoover uit de oude kronieken bekend, lag in de 8ste eeuw, te midden van de bosschen, „het woud zon der genade", een vlak, middelwijk geheeten, dat zeker als de voorlooper van Zwolle mag gelden. Ten tijde van Bisschop Bernuf echter, in 1040, werd dat plaatsje reeds door deze met den naam van „Swol" aangeduid. Het scheen zich toen reeds eenigermate te hebben ontwik kel, want Bisschop Bernulf schonk de omstreeks 1000 gebouwde Michaelskerk, welke zich thans nog bij de Groote Markt bevindt, aan het kapittel te Deventer, waartoe Zwolle behoorde. In 1230 was de gemeente reeds zoo in grootte toegenomen, dat Wiliebrand van Oldenburg haar stadsrechten schonk, waarop de stad spoedig een sterk-ommuurde veste werd. In 1277 schonk Floris V haar nog verschillende voor rechten, waardoor de stad zich sterk uitbreidde en met de schoonste gebouwen werd versierd. In 1390 kwam aan de Oostzijde door annexatie van een nieuwe wijk een verdere uitbreiding tot stand. In 1448 verrees het stadhuis en ook de Lieve Vrouwe Kerk, welke in de Hervorming aan de Protestanten verviel, en in 1803 den Katholieken werd toegewezen: de daarbij behoorende toren dateert van het jaar 1480. Herhaalde malen heeft deze van den bliksem te lijden gehad, o.a. in de jaren 1548, 1606 en 1669, waarna hij niet meer is opgebouwd. Het gebouw naast de Michelskerk met den antieken gevel dateert uit 1571, en is in den renaissance-stijl opge trokken. De in 1614 gebouwde en thans gerestaureerde hoofdwacht bevindt zich bij de Groote Kerk, terwijl daar vlak bij de oude Sassenpoort het eenig overgebleven moment uitmaakt van de drie buiten- en vijf binnen poorten, welke in 1829 werden afgebroken. Zwolle heeft in de geschiedenis verschillende groote mannen voortgebracht; het is immers de plaats, waar de geestelijke schrijver Thomas k Kempis zijn „Navol ging", hetwelk na den bijbel het meest gelezen boek is, voltooide. Hier werden de letterkundigen Rhijnvis Feith en Potgieter en de bekende staatsman Thorbecke gebo ren. Zwolle, de hoofdstad van Overijsel, ligt aan het Zwarte Water, waar eenige Weteringen samenkomen. Door de verbindingen met verschillende andere steden in deze stad thans een handelscentrum van het grootste deel der provincie en voorts een der grootste veemarkten van ons land. De binnenlandsche handel in zuivelproducten begint thans wat stiller te worden, waarschijnlijk door de concurrentie van het opkomende Raalte. Niettegen staande blijft Zwolle met zijn 35.000 inwoners een stad van beteekenis in ons land. Wat de resultaten zullen zijn in het boekjaar Mei 193CH31 bij de tegenwoordige prijzen. Een alles behalve bemoedigend voor uitzicht. Het bestuur van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw schrijft: De akkerbouwcommissie der Hollandsche Maatschap pij van Landbouw, welke eenigen tijd geleden, aan de hand van de bekende bedrijfsuitkomsten over Mei 1929/ '30 van een intensief akekrbouwbedrijf, een berekening heeft opgesteld over het resultaat van datzelfde bedrijf, zooals dit bij de tegenwoorige prijzen zal worden in bet boekjaar 1930/'31 heeft gemeend ook eens 'n berekening te moeten maken van een akkerbouwbedrijf, dat els een gemiddelde type voor Noord- en Zuid-Holland is te beschouwen. De commissie heeft hiervoor de oppervlakte, welke door de diverse akkerbouwgewassen in deze beide provincies wordt ingenomen, nagegaan en aan de hand daarvan een bedrijf opgesteld, waarin de voornaamste dezer gewassen in dezelfde verhouding worden geteeld, als de statistieken voor Noord- en Zuid-Holland aangeeft. Uit den aard der zaak moest het bedrijf hierdoor betrekkelijk groot worden genomen, namelijk 50 H.A., en ook bij deze oppervlakte konden niet alle gewassen tot hun recht komen. Zoo is de 5 H.A. voor handelsgc- wassen vrij willekeurig besteed voor 1 H.A. vlas, 2 H.A. karwij en 2 H.A. spinazie. De commissie had evengoed ajuin of een ander gewas er bij kunnen betrekken. In- tusschen doet dit weinig ter zake, daar het een slechts geringe oppervlakte betreft. De commissie heeft voor dit bedrijf opbrengsten aan genomen, die, naar zij meent, goede gemiddelde oogsten vertegenwoordigen en daarbij rekening gehouden met den werkelijken toestand op 4 Augustus 1930. Zoo is bij de opbrengst van aardappelen rekening gehouden met een goeden oogst, waaraan intusschen de aardappel ziekte reeds eenige schade heeft toegebracht. Met de mogelijkheid van uitbreiding van deze schade is even wel geen rekening gehouden. Bij de erwtenopbrengst kon rekening worden gehouden met het slechte oogstweer en de reeds waarneembare gevolgen daarvan, bij de bie tenopbrengst kon de in het algemeen gunstige stand van het gewas als richtsnoer worden genomen. De geldelijke opbrengst kon gunstiger worden beoordeeld dan in de vorige publicatie, door de stijging van de prijzen van verschillende producten. Aangenomen is, dat alles is verkocht, behalve van voederbieten, klaver, karwij- en spinaziestroo, die geheel in het bedrijf verbruikt wor den. Hieruit vloeit voort, dat voor zaai- en pootgoed en paardenvoer weer iets in uitgaaf moest worden ge bracht. De uitgaven zijn zoo zorgvuldig mogelijk door de' commissie getaxeerd, waarbij, voor wat betreft de be mesting. aangenomen is, dat de bietenkoppen en bladen op het land zijn achtergebleven en de paardenmest in het bedrijf is gebruikt. Voor de taxatie van de uitgaaf aan zaai- en pootgoed is aangenomen, dat dit in den laatsten herfst en winter is gekocht. Aangenomen Is, dat het bedrijf 10 werkpaarden telt en 1 melkkoe. De opbrengst van deze koe wordt in het gezin en ten be hoeve van arbeiders gebruikt. Ontvangsten en uitgaven. Een gemiddelde kapltaalsnchternitgang voor den onhemid- deiden pachter van f 5247. Het loon per H.A. is op f 170 en de sociale lasten zijn op f 10 per H.A. berekend. Zooals uit onderstaande spe cificatie blijkt, bedragen de ontvangsten, waaronder ook het eigen gebruik uit bedrijf k f 500 en de huurwaarde der woning k f 300 is berekend, in totaal f 24.156, terwijl de uitgaven in totaal beloopen f 26.403.80. Het verlies voor den pachter bedraagt dus het verschil of f2247.80. Wordt aangenomen, dat het pachtersgezin geleefd heeft van f 3000 dan zal, zoo zich de toestand niet wijzigt, dit „typebedrijf' bij de genoemde opbrengsten en uitga ven gemiddeld een kapitaalsachteruitgang voor den onbe- middelden pachter met zich brengen van f 2247 en f 3000 is f 5247. De commissie heeft er naar gestreefd de opbrengsten niet te laag en de uitgaven niet te hoog te berekenen, mocht men toch meenen, kritiek op de cijfers te kunnen uitoefenen, dan zal de commissie het op prijs stellen dit te mogen vernemen aan het adres der H. M. v. L„ Noordeinde 107a, 's-Gravenhage. De uitvoerige berekening volgt hieronder: Opbrengsten. 10 H.A. tarwe, 45 H.L. a f 8.40 per H.L. f 3780; 10 H.A. tarwestroo, 5000 K.G. per H.A. a f 16 per 1000 K.G f 800; 2 H.A. zomergerst, 55 H.L. a 70 K.G. a f 4.90 per f 539; 2 H.A. gerststroo, 5000 K.G. per H.A. k f 16 JOO K.G. f 160: 6 H.A. erwten, 30 H.L. per H.A. a _0 per H.L. f 1656 6 H.A. erwtenstroo, 2000 K.G. a f 15 per 1000 K.G. f 180; 0.50 H.A. voeder bieten, worden vervoederd; 8 H.A. suikerbieten, 38.000 K.G. per H.A. k f 15 per 1000 K.G., blad cn bietenknoppen op het land als bemesting totaal f 4560; 10 H.A. aard appelen, 300 H.L. per H A. a f 2.80 per H.L. f 8400: 5 H.A. haver, 70 HL. k 45 K.G. per H.A. k f 2.70 per H.L. f 945; 5 H.A. haverstroo, 5000 K.G. per H.A. a f 16 per 1000 K.G. f 400 3 H.A. klaver en kunstwei, geheel voor het bedrijf, 1 H.A. vlas, zelf plukken, opbrengst f 250 2 H.A. karwij, 25 baaltjes van 50 K.G. a f 17 f 850; 2 H.A. spinazie, 38 zak a 50 K.G. per H.A. k f 11 f 836: totaal f 23.356. Eigen gebruik uit bedrijf (melk, aardappelen, enz. f 500; Retour huurwaarde woonhuis (onder pacht in uit gaaf ge bracht) f 300; totaal der opbrengsten f 24.156. Uitgaven. Loonen, per H.A. f 170, op 50 H.A. dus f 8500; sociale verzekeringen, per H.A. f 10, wordt f 500; onkosten per H.A. f 80, f 4000; bemesting per HA. ge middeld f 50, f 2500; zaai- en pootgoed (aangenomen is, dat de oogst geheel verkocht wordt, en voor alles nieuw zaal- en pootgoed gekocht wordt) is berekend op f1413,80; Veevoer, haver voor 10 paarden a 20 H.L. per paard a f 2.70 per H.L. wordt f 540; stroo als voer, strooisel, aardappeldek (naast het in het bedrijf gebleven karwij- stroo) 12.500 K.G. a f 16 per 100 K.G. f 200; pacht f 150 per H.A. f 7500; rente inventaris en bedrijfskapitaal a 5 pet., waarde f 500 per H.A. f 1250; totaal der uitgaven f 26.403.80. Het totaal der uitgaven voor den pachter is dus f 26.403.80. Het totaal der opbrcnc?ten is f 24.156; zoodat er een verlies voor den pachter '3 van f 2247.80. Hierbij is dan geen loon voor den per' n '•"'tening gebracht. heeft zeker 'n reuzepak met de zweep gehad! (Pêle Mêle). Dat is de manier. In den voorzomer hebben eenige van onze tuinders deelgenomen aan een tentoonstelling in Zwitserland. Export van beteekenis naar dat land is er niet, of lie ver: was er niet Uit de cijfers blijkt n.1. dat de deelname aan die expositie een succes is geworden. Het is de „N.-Haarl. Crt." die daarop de aandacht ves tigt en met instemming nemen we 't volgende van haar over: „(Het meedoen aan die tentoonstelling) was een waag stuk, te meer daar de inzending geschieden moest op eigen risico en zonder noemenswaardigen steun van de regeering. Dat de poging gelukt is en een mooi. zelfa schitterend resultaat heeft opgeleverd, bewijzen de cij fers uit de handelsstatistiek, die wij hier laten volgen voor wat betreft den export naar Zwitserland. In Juni 1929 In Juni 1930 K.G. K.G. Peen nihil 6.000 Sla nihil 12.000 Druiven nihil 3.000 Komkommers 4.000 61.000 Bloemkool 22.000 91.000 Tomaten 13.000 374.000 Aardappelen nihil 553.000 Het is een enorme toeneming van den afzet, dank zij de gevoerde reclame. Natuurlijk is deze nog niet vol doende om invloed uit te oefenen op den prijs der pro ducten, want van de groote hoeveelheid van 10 millioen K.G. bloemkool, 19 millioen K.G komkommers, 16 mil lioen K.G. tomaten enz. die er in Juni door ons land zijn uitgevoerd, is de export naar Zwitserland maar een klein deel. Het resultaat, dat verkregen is, vormt echter een aan sporing om op den ingeslagen weg voort te gaan. Voor alles is het nu zaak, het veroverde terrein te behouden, door zorg te dragen voor goede producten, die den naam van ons land hoog houden, en daarnaast te zoeken naar nieuw afzetgebied. Op het oogenblik is zelfs een eerste zending Westlandsche druiven op weg naar Indië. Er zijn evenwel nog andere landen, waar levendige vraag naar onze producten van superieuze kwaliteit kan ontstaan, als men er aldaar maar eenmaal kennis mee heeft ge maakt. Het succes, dat de tuinbouw blijkens de cijfers met de gevoerde actie in Zwitserland gehad heeft, moge voor de regeering een aansporing zijn om in dezen crisistijd land en tuinbouw in die richting royaal te steunen." Bij dit laatste sluiten wij ons gaarne aan. Protectie helpt van den wal in de sloot en jaagt de gebruikers op hooge kosten. Wat hier bepleit wordt is gezonde hulp, die prikkelt tot grooter inspanning. Maar prima producten leveren! Het knoeien met boter, kaas, haring enz. heeft ons vroeger kapitalen gekost. UITBREIDING VAN ZAKEN. (Hummel.) Bedelend met twee hoeden Ja. de zaken gaan zoo goed. dat" ik ze uit moeit breiden. INSTINCT. (Dublin Opinion.) De ex-landlooper bezocht een honden- tentoonstelling. Familie-drama aan den Hudson. De eenige acteur die overbleef in het „stuk", dat met vier spelers was begonnen. Er wonen vele Italianen in de Ver. Staten, en vooral in New York (stad) zijn zij talrijk. Thans heeft zich in de groote stad aan den Hudson een familie-drama af gespeeld, dat wellicht zijn Shakespeare zal vinden, even goed als de familiemoeilijkheden tusschen den Moor, Desdemona en Desdemona's vader door den Bard van de Avon werden vereeuwigd. Alleen was de afloop van het geval anders, en zouden er nooit vijf bedrijven van te maken zijn geweest, zulks wegens de vele sterfgeval len in I. De acteurs, dan, waren Salvator Tesaro, een hande laar in lorren en beenen, oud 55 jaar, zijn vrouw Con- certa, 50 jaar, en zijn dochter Camilla 18 jaar. Camilla had zich verloofd met een Amerikaansch jongmensch, zonder daartoe eerst de toestemming van Pa te hebben gevraagd. Tesaro beriep zich op het goede oude Italiaansche gebruik, dat een verloving pas mag tot stand komen, nadat de toestemming van Pa was ge vraagd en verleend. Camilla vond als modern, Ameri kaansch meisje, dat maar malligheid. De mama, over tuigd van de ware en innige genegenheid der jongelui voor elkaar stond aan den kant van Camilla. en in het gezin der Tesaro's was het een week of wat een-en-al krakeel Totdat Tesaro een middel vond om de opwinding te doen bedaren: hij schoot zijn vrouw dood, hij schoot zijn dochter dood, hij schoot zichzelf dood. De jongeling, die het jawoord had van Camilla, krijgt haar dus niet; hij is nu de eenige acteur in het stuk dat met vier spelers was begonnen. Wat zou Shakepeare hebben gedaan met deze stof? Vermoedelijk als onbruikbaar verworpen. Want een mo noloog van vier bedrijven...! Het betooverde ei. De proef op de som genomen, die echter niet naar wensch uitviel. Men weet, dat er zonderlinge middelen worden aan gewend om door goena-goena (betoovering) en hoe alle andere „ilmoe's" en tooverkunsten heeten mogen, een zeker doel te bereiken. Dat rotte eieren daarin ook een rol spelen, is gebleken sinds de arrestatie va.11 een Javaanschen contractant van de onderneming Boekit Lambasa op de Oostkust van Sumatra, die onder zijn landgenooten der onderneming als leeraar in allerlei too- venarijen optrad. De Sumatra Post vertelt ervan: Tegen den billijken prijs van een kwartje of 75 cents, al naarmate van de financieele draagkracht der leer lingen, stelde hij hun, na allerlei ceremonieel, een „be- tooverd" kippe -of eende-el ter hand, dat onder den grond gestopt moest worden voor een huis, waar de be zitter voornemens was in te breken. Het betooverde ei bezat dan de macht om den in de omtrek wonende per sonen met lamheid te slaan, zoodat men kalm kon in breken en stelen. Ze zouden de proef op de som nemen: een tooverei werd begraven, en de leerlingen zouden aan het werk tijgen. Maar de uitwerking van het ei bleek toch niet zoo feilloos te zijn, want de politie, die op de loer gelegen had, werd geenszins met lamheid geslagen en rekende de bende in. Het ei werd opgegraven en bleek in verren staat van bedorvenheid te verkeeren! De ilmoe-leeraar moest voor den Landraad te Tand jong Poera terechtstaan en werd veroordeeld tot 2 maanden gevangenisstraf. I Uit bet nieuwe Turkije. De hooge hoed. Zooals bekend heeft Kemal pasja, de president van Turkije, heel wat Westersche beschaving in zijn 'and „ingevoerd", waarbij hij meer dan eens in botsing is gekomen met de streng Oostersche begrippen van zijn volk, waaraan dezen met hand en tand wilden blijven vasthouden. Hieronder nog twee aardige stukjes oxer Kemal pasja, welke wij dezer dagen in de Kölnische Zeitung lazen: Te Angora, de nieuwe hoofdstad van Turkije, draagt men thans in plaats van tulband en fez den hoogen hoed. Het was zeer moeilijk de conservatieve Turken aan den hoogen hoed te gewennen. Kemal pasja ont moette op zekeren dag een rijken Turk, van wien hij wist, dat hij een politieke vijand van hem was. De Turk droeg reeds zijn Europeeschen hoogen hoed. „Wel, ben je met je hoed tevreden?" vroeg Kemal pasja. ..Hij bevalt mij niet erg" antwoordde de Turk. „Waarom niet!" vroeg Kemal pasja verwonderd. „Omdat hij steeds leeg is." was het antwoord van den ouden reactionnair, die nog steeds liever zijn tulband droeg. „Ja, dat is zoo, mijn vriend", zei Kemal pasja slag vaardig, „maar op een leeg hoofd past een leege hoed!" De pofbroek. In het nieuwe Turkije is het ook verboden een wijde en breede pofbroek te dragen. In het begin konden de eenvoudige Turken maar niet begrijpen, waarom Kemal pasja dit verbod uitgevaardigd had. Een arme Turk, die door de politie br reeds drie keer op was gewezen, dat het hoogtijd was. dat hij een Europeesche broek moest laten maken, ging wanhopig bij Kemal pasja op audiëntie. „Waarom hebt u dit verbod uitgevaardigd?" vroeg de Turk. „En waarom geeft u dan geen geld voor een nieuwe broek?" Kemal pasja vroeg den ontevreden man vriendelijk, hoeveel kinderen hij had. „Twee zoons heb lk". „Breng ze hier". De arme Turk verscheen weldra met zijn beide zoons, die bijna geen kleeren aan het lijf hadden. „Ga in het zijvertrek en trek je pofbroek uit." De Turk deed, zooals hem bevolen was. Daarop ver schenen drie kleermakers, die de broek opnamen, de naden lostornden en vlug drie Europeesche broeken uit de oude stof maakten. Eén voor den vader en twee voor de beide zoons. „Ziet ge, ezel, zei Kemal pasja, „daarom heb lk deze verordening gemaakt."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 6