minui Nitiis- Almttmit- LnlliDTllit DE D00DEVAART VAN PEER TROMMEL. OM HONDERD DUIZEND DOLLAR Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. De drie Musketiers. Donderdag 21 Augustus 1930. SCHAGER 73ste Jaargang No. 8717 E0DRA1ST. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- teritiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden fl.80. Losse nummers 6 cent ADVERTEN- TI5N van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT DIT TWEE BLADEN. ,,'s Nachts trok er Peer op alt, Als 't al te slapen lel, Met rolfelend geluid Ging het door bosch en hel". (De legende.) Een Vlaamsch verhaal door FRANK KLAROEN. Zwart lag de heide verdoken, onder de grauwe wa de van den nacht. Peer zag ze niet meer, maar voel de des te beter het taaie heigras om zijn voeten strengelen, bij eiken stap, Reeds bijna twee uren vocht hij tegen het heuvelend, onzichtbaar en schier onbegaanbaar terrein. Eentonig sloeg hij de trom, waarvan de echo als een schaterende duivels- lach over de vlakte zinderde. Het was hem, alsof de rommelende geluiden de heidegeesten wekten, die hij voor zich uit zag dansen, gewikkeld in wazige sluiers als witte lijkkleederen, licht en voorzichtig D rom, d'rom, d'rom, d'romnog een uur moest hij zoo, al maar trommelend, marcheeren; nog een uur, dan zou hij te Pickelghem zijn en de wedden schap gewonnen hebben. Peer had de zwakheid, met allen en om alles te willen wedden en hij zou liever sterven, dan een weddenschap verliezen. Vandaag was het echter een zware taak, die hij op zich had genomen. Hij kwam van de schuttersfeesten van Beersse, waar hij een prijs behaald had, als tam boer bij het vendelen. Daarmee had hij het voornaamste deel van zijn weddenschap gewonnen. Met vijf Pickelghemsche schutters had hij gewed, om 25 gulden en een vat bier, dat hij te voet, al trommelend, zonder eenige onderbreking, naar Beersse zou gaan, er als tamboer bij het vendelen den eersten prijs zou behalen en weer te voet, steeds trommelend, naar Pickelghem terug zou keercn. En alles was goed, maar de Beers- sche schutters hadden hem gehuldigd, gehuldigd tot laat in den avond, met veel eer en loftuitingen en niet nog meer pottekens bier. En Peer, die daar wel tegen kon, had er zelf nog wat kort nat bijgenomen, een, twee, twaalf glaasjes moed, hoeveel borrels oude klare, dat wist hij niet meer. En 't was al donkerder en stiller geworden in de groole gelagkamer van het Beerssche schuttershuis, zoo donker en zoo stil, dat de lichten uitgegaan wa ren en de schutters ook. Want Peer was in slaap gevallen en had gesnorkt tot over het sluitingsuur. En als Mieke, de kaste leinsdochter, hem niet geroepen had, zou hij gesla pen hebben tot den morgen en de 25 gulden en het vat bier van de weddenschap zouden voor de vijf schuttersvricnden geweest zijn, Toen Mieke hem wekte dacht Peer dat hem een engel verscheen, door FFJ'ILLKTON Uit het Amerikaansch van FRANK L PACKARD „Je bent dood!" Heen en weer. steeds maar heen en weer, liep Dave Henderson de kleine slecht-gemeubileerde kamer boven het restaurant van Emmanuel, zooals hij kort te voren rusteloos en ongedurig in zijn cel had heen en weer geloopen. De avond was gevallen. Het gordijn voor het venster was stijf dichtgetrokken. Op de tafel naast de over blijfselen van een souper brandde een staande amp, die weinig licht gaf en de hoeken van het 'ertrtk in schaduw liet Hij had sinds gisterenavond nadat hij van Nicolo Capriano was weggegaan, niemand anders gezien dan Emmanuel. Van Nicolo had hij niets meer gehoord. Er was zooveel te doen in die groote wereld daar icnter dat gesloten gordijn en hij was tot werkeloosheid ge doemdDat was het wat .hem dood-zenuwachtlg naak te! Daar was in de eerste plaats het duivenkot In de schuur van Tooler... dat duivenkot dat In .'en fx>p van den dag haast een obsessie voor hem geworden v/es. Er was een kans, een minimale kans misschien, één op een millioen, dat om een cf andere reden Mlil- man niet in de gelegenheid was geweest er «een te gaan! Dave's gezond verstand zei hem, dat het geld er niet meer zou liggen: hij v/as krankzinnig om log een momer.t rekening te houden met de mogelijkheid dat het er wel zou zijn! Maar hij moest ulch •»vcr- tulgcn en dat zou hij als het sluwe brein van den ouden Nicolo een middel bedacht had om de politie ijn s-,:oor bijster te doen worden. Maar dat zou niet gemakkelijk zijn; Capriano had een gelukkig toeval sloeg de droomengel de trom en dat herinnerde den trommelman aan zijn plicht. Traag, met beenen zwaar als lood was hij opge staan en zijn nachtelijken marsch begonnen. De loomheid van den doodgebranden zomerdag hing nog zwaar over de streek en Peer, die steunend en puffend zijn weg trachtte te vinden, had al meer dan een bekoring moeten doorstaan, om weer te keeren naar de herbergzame herberg van het Beers sche schuttershuis. Maar naarmate hij verder strom pelde, scheen een terugkeer hem een onmogelijkheid toe. Huiverig zocht hij naar de Pickelgheemsche baan, die hij verloren was. Zoo doolde hij door een onbekende heide, waar niets was dan duisternis, en zwarte bedreiging. De uren schenen hem een eeuwig heid en voor de eerste maal in zijn leven viel hem een weddenschap zwaar. Laat in den nacht ging de maan op en Peer zag in bijna onmiddellijke nabijheid twee grauwduistere torens, die hun spitsen hoog boven het slapende land schap verhieven. Peer meende er de ranke toren toppen van de Pickelghemsche abdij in te herken nen. Hij trad uit het open veld tusschen een rij hoo rnen, die hij wel niet zag, maar toch voelde, omdat hij er gedurig tegen aanliep. Het leek hem ook, dat de grond, dien hij betrapte, niet meer met hem mee hompelde, 't was geen heide meer, die hij onder de voeten had en in de dikke vormeloosheid rondom hem meende hij muren van huizen te herkennen. En het donker was ook niet onpeilbaar meer, want hier en daar flakkerde een lichtje, als opgehangen, om hem den weg te wijzen. En hij hoorde het open en dichtklappep van vensters en verwonderde uit roepen van slapende menschen. Loom vervolgde hij zijn weg, een lange rechte straat. De nawerking van het te Beersse genoten lang en kort nat speelde hem echter nog parten. Peer meende namelijk dat Pickelghem niet meer op dezelfde plaats lag van den vorigen dag, want hij sloeg ofschoon hij naar den Berkdijk moest niet de St. Josefstraat in, maar den weg langs het Pickelghemsch kerkhof. En dat was de grootste be proeving die Peer moest onderstaan in deze on barmhartige weddenschap; hij had er niet op gere kend, dat hij trommelend een kerkhof zou moeten passeren. Trommelend, neen, dat mocht niet, peins de Peer, hij herinnerde zich, hoe hij gewoon was, een doodenakker steeds met stille trom voorbij te gaan. En hij wilde dat nu ook doenmaar dan zou hij zijn weddenschap verliezen. Bij het begin van den kerkhofmuur aarzelde hij doch de bekoring van de 25 gulden en het vat bier, was te sterk, moedig vervolgde hij trommelend zijn weg, zonder evenwel een oog af te wenden van de witte grafsteenen. die in het bleeke maanlicht een vale lijkkleur hadden. Nog nooit had Peer de rust der dooden durven verbreken, en nu hij de euvel daad ging bedrijven, en nog wel in 't volle van den nacht, maakte een bang voorgevoel zich van hem meester. Hij meende holle stemmen te hooren, kre ten uit een andere wereld, die op zijn tromgeroffel antwoordden en van achter de graven meende hij witte gestalten te zien oprijzen, die dreigend op hem afkwamen. Een hunner, de grootste, met een afgrij selijk knekelgelaat droeg een lange zeis. Hij voerde de andere geraamten aan, die nader kwamen op den maatgang van den doffen trommelslag. Peer wilde het roffelen staken, maar hij kon niet meer; zijn trommelstokken waren twee doodsbeenderen gewor den, vastgehouden door de dorre vingerknoken van den Dood, die hem optilde en meesleurde. Peer voel de zich opgeheven van de aarde en hoorde het klep peren van vleugels boven zichhet was 't gerucht van den doodenmantel, waarin hij door de lucht zweefde. het zelf gezegd! En er was nog zooveel te doen, ulet alleen met Millman moest hij afrekenen... Bookie 3kar- van was er ook nog! Met de vuisten gebald had hij zijn rusteloos op-en- neer-loopen door de kleine kamer voortgezet, toen een kloppen op de deur hem in zijn grimmige overpeinzin gen stoorde. Het was Emmanuel die binnen kwam. Ik heb een boodschap gekregen voor u van Nicolo, deelde de Italiaan mee, en ik heb ook een brief van hem voor u. Het zal u wel knapjes beginnen te vervelen hier op de kamer... enfin. Nicolo zegt dat u vanavond bij hem kunt komen. We zullen strakjes met de auto gaan. Zoo mag ik het hooren, Emmanuel, antwoordde Dave opgewekt. Je bent een brave kerel en je eten is een tractatie, maar een beetje frissche lucht zal me toch erg welkom zijn! Hij nam de enveloppe van Emmanuel aan, liep ei mee naar de Jamp en draaide zijn gastheer den .eg toe. terwijl hij het couvert openscheurde. Nicolo had hem imemrs op het hart gedrukt om Emmanuel overal buiten te laten... De inhoud van de enveloppe verbaasde Dave het eerste moment: hij bestond alleen uit een krant. Hij vouwde het blad open... en hield zijn adem in. Was hij gek geworden of speelden zijn oogen hem parten? Er ging een rilling door hem heen; een wilde vrees greep hem aan dat de heerlijke belofte, die dit stuk papier inhield, het volgende oogenblik een krankzin nige hallucinatie zou blijken te zijn. Er was met pot lood een cirkel getrokken om het vetgedrukte opschrift van een der kolommen en drie, eveneens met otlood geschreven woorden, door een streepje met den cirkel verbonden, sprongen als het ware op hem af van den witten rand van de pagina: ,Je bent dood." Dave's slapen en polsen klopten als hamers. De letters van de vetgedrukte „headline" dansten hem voor de oogen. SLACHTOFFER VAN DE BOM-EXPLOSIE GEÏDENTIFICEERD. Het raadsel opgelost Dave Henderson, pa»-onlslagen gevangene, slachtoffer van zijn eigen misdadige voornemens. Dave Henderson wierp een blik over zijn schouder. Achter zijn rug was Emmanuel met veel bordengeram- Dezer dagen gaf het Ver. Rotterdamsch-Hofstad-too- neel, dir. Cor v. d. Lugt-Melsert, de primière van het door Eduard Veterman voor het tooneel bewerkte „Les Trois Mousquetaires", door Alexandre Dumas indertijd gepubliceerd in „Le Siècle," en in 1844 ln acht deelen octavo uitgegeven. Deze destijds zoo populaire geschie denis, welke door tienduizenden in alle landen werd ver slonden, werd enkele jaren terug ook verfilmd en be haalde opnieuw een uitbundig succes. De tooneelbewer- klng door Eduard Veterman bestaat uit tien tafereelen? bij Kardinaal de Richelieu, bg kapitein de Tréville, in het Louvre bij den Koning, bij Constance Bonacieux de linnenbewaarster van de koningin, in het Louvre Hij de koningin, bij den koning, bij kapitein de Tréville, de weg naar Calais, te Londen bij Buckingham, in de tui nen van het Louvre. Hierboven een aardige groepscène van de hoofdpersonen, v.l.n.r. Alex Feassen, Dirk van. Veen, Johan Elzensohn en Jan van Ees. De puntige zeis van den kerkhofvorst had hem ge raakt en zijn leven afgesneden, nu was alles ver loren, zijn leven en zijn weddenschap en 't meest nog betreurde Peer het laatste. Zijn allerlaatste po ging, om nog te winnen in een uiterste'weddenschap met mageren Hein, ging te zieltogen in de onmoge lijkheid om den zwijgenden Dood aan 't spreken te krijgen. Peer voelde zich verstikken in den harden greep van den knekelman, die hem meevoerde dooi de ijle lucht. En bij al zijn leed was Peer innig te vreden zoo hoog te mogen gaan, want hij waande zich op weg naar den hemel. De tocht ging over de heide, over steden en dorpen en Peer zag de wonder lijkste dingen. De machtige zeis van den doodenvorst zweefde laag over de aarde en bleef haken in een huis, dat schoon verlicht was cn waarboven in vuurletters het woord „Dancing" schitterde. F.n hij zag er mannen en vrouwen, deinend op de maat van een jakkerende muziek én niemand was zich bewust van naderend gevaar. De mannen waren deftig in het zwart; wat de vrouwen droegen kon Peer niet onderscheiden, maar veel kleeren hadden ze niet aan. De punt van de zeis raakte hier en daar een lichaam en Poer hoorde, hoe de Dood schel schaterend riep: „ziekte". Nu gingen ze hoven een fabriek en Peer zag er een man, die op een ladder stond, bezig een riem mcl bezig om het eetgerei op te ruimen. Hij verdiepte zioh weer in de courant en wat kalmer nu, las hij het verhaal van Nicolo Capriano. En toen hij het gelezen had, lachte hij fijntjes. Hij herinnerde zich wat de oude man over Ignace Ferroni en zijn bom verteld had... wel, Nicolo was in een woord een genie, oor deelde Dave. Het vernuftig gebruik van een klein beetje waarheid had op deze koene vervalsching Jen onmiskenbaren stempel van echtheid gedrukt: het was zoo ongelooflijk-schrander gedaan dat de draden van 'leugen, die de brokjes waarheid met elkaar ^er- bonden, absoluut onherkenbaar waren! Er kwam een warm gevoel van bewondering en dankbaarheid voor Nicolo Capriano in Dave's hart. Maar alle andere gevce'.ens werden al spoedig verdron gen door het alles-overheerschende besef van vrij te zijn! Het maakte hem haast dronken... hij was vrij... zoo vrij als een vogel in de lucht. Een visioen van de de dingen die kernen zouden, doemde voor hem op... eerst Millmar% dan Bookie Skarvan! Hij was dood: de naam Dave Henderscn zou door de politie in haar boek der nagedachtenis worden doorgeschrapt...! Het is waarachtig geen wonder dat ze Nicolo nooit te pakken hebben kunnen krijgen!, peinsde Dave, terwijl hij het papier in kleine siukjes begon te scheuren. Hij was vrij! Hij was dood! Hij kon zijn ongeduld j niet meer bedwingen om van die vrijheid gebruik te j maken. Hij kon zich op straat vertoonen zonder an- dere vermomming dan de afgedankte kleeren van Ni- i colo en den afgeslagen rand van een slappen hoed i want Dave Henderson was dccd. Noch Bookie Skarvan, noch Baldy Vickers zouden uitkijken naar iemand die I niet meer leefde, die door een ontploffing in onherken- j hare gruizelementen was geslagen... en de politie even min. Hij drarlde zich om een keek Emmanuel aar.. Ik moet bij Nicolo komen hè?, zei hij. Laten we dan mar.r met een gaan: ik ben klaar. Niets geen haast, antwoordde de' Italiaan be daard. Capriano zei dat we den tijd hadden, tijd in overvloed. Capriano zei: kom strakjes maar met de auto! Dave schudde ongeduldig het hoofd. Neen. verklaarde hij, we gaan nu. Nu was het Emmanuel's beurt om 't hooft te schud den. Ik heb neg een hoop te doen in het restaurant beneden, zei hij. Het kan nog wel een uur duren voor ik zoover ben. Dave Henderson dacht een oogenblik na. Hij kon zich nu zonder eenig gevaar op straat vertoonen: het was niet meer noodlg om zich in een auto te verbergen. Maar Nicolo had Emmanuel gezegd van die kleine rammelkast gebruik te maken. Emmanuel zou het niet op eon draaiende poelie te schuiven. Hij hoorde dui delijk 't vloeken van den man, die toornig was om dat de riem hem telkens ontglipte. Met een nieuwen vloek mislukte een nieuwe poging en Peer zag tot zijn ontzetting de doodelijke zeis naar beneden gaan, en hij zag hoe de man door den riem gegrepen en meegesleurd werd, rondom de wentelende as, en hij hoorde den Dood, die schaterlachend kr;ijschte: „eeri ongeluk". Op e-en andere plaats hoorde Peer woeste kre ten. Hij keek naar beneden en zag een auto over den weg snellen, waarin een vroolijk gezelschap gezeten was. Eon schonk jenever uit een bruine kruik in een glaasje, dat voortdurend de ronde deed. Ook de man aan het stuur dronk en bij elk glaasje verhaastte hij de snelheid. Nog harder, riepen zijn gezellen maar hij een draai van den weg ging de onheilspellende zeis omlaag en trok de auto tegen een zwaren vracht wagen, die daar onbeheerd stond. Peer hoorde het doodsgereutol der slachtoffers, maar hoven alles klonk hem de akelige stem van mageren Hein in de ooren, die spottend uitriep: „een dronken chauffeur". Met ontzetting staarde Peer naar de aarde, waar de dood nog altijd zijn vernielend werk ver- begrijpen als hij, in strijd met Nicolo's orders, te voet ging en Dave vond het niet noodlg den eethuishouder op de hoogte te brengen van de veranderde omstan digheden. Maar evenmin was Emmanuel's tegenwoordig heid noodig Dave dacht opeens aan dc duiventil van Juffrouw Tooler! Als hij daar eens heenging vóór hg zijn bezoek aan Nicolo bracht! Zijn hersens werk ten koortsachtig. Ja. de auto, zonder Emmanuel; dat zou een groot gemak zijn! Dan weet ik wat, opperde hij. Blijf jij hier cn maak op je dooie gemak je werk in het restaurant af, je hoeft eigenlijk heelemaal niet mee. Ik kan best alleen met de auto gaan! Kunt u chauffeeren?, vroeg Emmanuel sceptisch. Dave Henderson moest lachen. De vraag van zijn gast-heer deed een visioen van een autotocht van v'yf jaar geleden bg hem oprijzen. Er waren een paar oude vrienden die getuigenis zouden kunnen afleggen van zijn chauffeurskunst! Wel. Ik heb vroeger vaak gechauffeerd, ant woordde hij luchtig. Ik denk dat ik dat schitterende vehikel van jou wel zal kunnen rijden. Maar, zei Emmanuel aarzelend. Capriano heeft gezegd, dat u niet het risico moest loopen dat u ge zien werd... Laat dat maar gerust aan mij over. viel Dave hem kalm in de rede. Er is niets geen gevaar bij. Het is donker en niemand zal me herkennen onder de kap van een auto. Breek je het hoofd er niet ver der over. kerel! Vergeet het! Kom. Ik wil hier geen minuut langer blijven dan strikt noodlg Is. Ilier. Dave haalde een bankbiljet uit zijn zr.k en schoof het over de tafel den Italiaan toe. Emmanuel grinnikte. Dit maakte een eind aan zijn tv/ijfel. In orde!, verklaarde hij. Hij liep op zijn teencn naar de deur. keek in de gang. luisterde, draaide het hoofd weer om en knikte geruststellend in Dave's richting. Volg me maar. We gaan naar beneden lang3 dc achtertrap! Ze kwamen op het erf achter het huis en bij de schuur die dienst dc-d als garage. Een paar minuten later bevond Dave Henderson. gezeten achter het stuur van de kleine auto. zich op straat. Eerst reed hij langzaam. Hij had er niet op gelet welken weg Emmanuel genomen had. toen hij gisteren avond van Nicolo'3 huis hierheen was gereden en hij had er geen idee van waar het Itallaansehe restau rant lag. Maar al spoedig had hij zich georiënteerd nu wist hjj den weg weer en gaf vol gas. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 1