AlitiKti Nisus- Aiinrttitit- LuMii Uit het verleden en het heden van Klokken. OM HONDERD DUIZEND DOLLAR Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. De oorsprong en het gebruik van luidklokken. leem gegoten levensklanken. Woensdag 3 September 1930. SCHAGER 73ste Jaargang No. 8724 GOIIRAIÏT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaat3t POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVEB1EN- TIcN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bcwijsno. inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. Invoering In de verschillende landen. In den tijd, dat de natuurkundigen Daniël Bernouilll en Leonhard Euler, dia beiden in de 18de eeuw leef den, de trillende snaren en staven onderzochten, pu bliceerde Ernst Florens Friedrich Chladni in 1787 zijn onderzoekingen van trillende platen. Klemt men een cirkelvormige of vierkante metalen of glazen schijf in het midden vast, dan kan men deze schijf door aan strijken met een vioolstok een toon laten vormen. De plaat geraakt in trilling. Raakt men de plaat op ver schillende plaatsen aan, dan komt deze telkens op andere wijze in trilling, hetgeen men duidelijk kan de- monstreeren door de plaat te bestrooien met fijn kwartszand. Dit blijft liggen op de plaatsen, welke van de plaat in rust blijven en hierdoor worden de zoogenaamde figuren van Chladni gevormd Deze tril lende platen haalden wij slechts aan om haar theore tische waarde. Verbuigt men echter die vlakke platen tot cylinders of kegels, met andere woorden, maakt men er klokken van, dan krijgen zij practische beteekenis. Wanneer de klokken in de klokkenstoelen heen en weer bewegen, en de klepels telkens tegen de slagringen aanslaan, verkrijgen de klokken buiten de duidelijk waarneembare schommelbeweging nog een fijnere tril lende beweging, in wezen dezelfde beweging als de bovengenoemde vlakke plaat. De toon, welke door den Itlok wordt voortgebracht, hangt ten nauwste samen met den aard van de verwekte trillingen, en deze is vooral afhankelijk van de wijdte van den slagring, d.i. de plaats, waar de klepel de klok raakt Over deze trillingen van klokken zijn zeer interessante onderzoe kingen gedaan door Melde. Deze deed zijn onderzoekin gen weliswaar niet aan metalen klokken, maar aan een glazen stolp, maar hierbij treden de verschijnselen op dezelfde wijze op. Wanneer de stolp voor de helft met water is gevuld en de rand wordt dan met een strijk stok aangestreken, dan geraakt de stolp in trilling, welke trillende beweging op het water wordt overge bracht. Op enkele plaatsen blijft het glas in rust, en hierbij ziet mert in het water eveneens geen beweging optreden. Door sterker aanstrijken van het glas kan men een hoogeren toon verkrijgen. Het glas krijgt dan een sterkere trillende beweging, terwijl men ook meer plaatsen van beweging en meer plaatsen van rust kan waarnemen (resp. buiken en knoopen genaamd). Wanneer wij onze aandacht nu echter meer speciaal aan de klokken wijden, dan beginnen wij dus de vraag te stellen: waar werd de klok voor het eerst gebruikt? De oorsprong van de klokken gaat tot in de grijze oudheid terug. De ouden spraken reeds van de klokken en zij gebruikten deze voor religieuze doeleinden, zoowel als voor huiselijk gebruik. Strabo zegt, dat ermede de opening van de markt werd aangegeven. Plinius ver haalt ons van het graf van een ouden koning van Toskane, dat met klokjes was omgeven. FEI'IU.KTOfi Uit het Amerikaansch van FRANK L PACKARD Ah! George's gezicht drukte beleefde spijt uit. Dat is jammer, ging hij voort, maar ik houd te genwoordig geen hotel meer. Vroeger wel. Het restau rant brengt veel meer in en de kamers boven, die ik voor private diners verhuur nóg meer. Het spijt me vree- selijk dat ik u moet afwijzen, maar als ik geen kamers heb, heb ik geen kamers, niet waar? Met een hulpeloos gebaar haalde de Italiaan de schou ders op. Dave bestudeerde het gezicht van Dago George aan dachtig. Hij was niet zoo oud als Nicolo Capriano, zijn haar was nog zwart en glom van pommade en hij leek heelemaal niet op den ouden Nicolo, maar aan den an deren kant... was hij in zekeren zin Nicolo Capriano, in een andere incarnatie! Misschien maakt het nog verschil, wanneer ik u vertel dat ik door een vriend van u gestuurd wordt? opperde Dave. Door een vriend van mij? Nicolo Capriano. Dago George keek Dave met groote oogen aan. Wat? riep hij uit. Wat zegt u daar? Nicolo Ca priano? Hij tilde den handkoffer van den vloer, greep Dave's arm, duwde hem in de kamer achter de deur met het bovenlicht en sloot deze achter den bezoeker. U komt van Nicolo Capriano? ging hij voort toen ze zich veilig en wel achter de gesloten deur bevonden. Ja, amico mio, dat maakt een verschil! Misschien is er nog wel een kamer overgebleven, ha ha! Hebt u misschien al iets over mij van hem ge In Rome kondigde men het uur van het bad met een klok aan, terwijl men voor het roepen van de slaven eveneens van klokjes gebruik maakte. De nachtwakers droegen klokken, terwijl het vee een klok om den hals droeg om de wolven te verdrijven, ook als bijgeloovig middel om ziekten te verdrijven. Voor den oorsprong van de klokken moeten wij nog veel verder terug gaan. Uit oeroude tijden stamt een der merkwaardigste Ohineesche muziekinstrumenten, de King, waarvan de uitvinding wordt toegeschreven aan Quei (2300 v. Chr.) De King bestaat uit 16 hangende klinkende steenen, gestemd in de twaalf tonen van het octaaf en vier tonen er boven. Dit is een voorlooper van ons klokkenspel. Ook de klokken waren in China in dien tijd in gebruik. Bij de Egyptenaren werden de Osiris-feesten door klokken aangekondigd, terwijl bij de Hebreeuwen de hoogepriester bij de plechtigheden een opperkleed droeg, met gouden klokjes versierd. In Athene bedienden de priesters van Proserpina en Cybele zich van klokjes bij de offeranden. In den Christelijken tijd werd de klok voor kerkdiensten het eerst gebruikt door Paulinus, Bisschop van Nola in Campanië, omstreeks het jaar 400. Ongeveer in het midden van de zesde eeuw werden de klokken in Frankrijk ingevoerd, terwijl Paus Sabiamus (gestorven in 605) beval, dat de uren door klokslagen Be klokkenstoel van de stad Steijr als kopversiering. hoord? veronderstelde Dave. Mijn naam is Barty Lynch. Dago George schudde het hoofd. Geen woord! Het is lang, heel lang geleden, sinds ik wat van Nicolo Capriano gehoord heb. Maar ik ben hem niet vergeten niemand vergeet Nicolo Capriano. En u wordt door Nicolo Capriano gestuurd? Hebt u een of andere boodschap of misschien een brief van hem, amico mio? Dave haalde Nicolo's brief te voorschijn. Dago George liet zich in een stoel neer terwijl hij de enveloppe openscheurde. Excuseer me een oogenblik terwijl ik lees, zei hij, reeds geheel verdiept in den inhoud van den brief. Dave, van de stoel die hem te voren al was aangebo den, keek de kamer eens rond. Het was blijkbaar een combinatie van kantoor en slaapkamer. In den hoek stond een bed; vlak tegenover de deur tegen den muur een brandkast. Daarnaast was een cylinder-bureau, dat reikte tot aan het eenige venster dat de kamer rijk was. Na deze inspectie van zijn omgeving, vestigde Dave zijn oogen weer op Dago George. Deze had juist den brief opgevouwen en strekte met een geestdriftig gebaar de handen uit. Ah, dat is goed, dat is prachtig, amico mio, riep hij uit Ja, ja; alles, alles wat ik voor u doen kan, is al zoo goed als gedaan. U bent Barty Lynch, nietwaar, En u komt van den ouden meester? Wel dat is genoeg, meer dan genoeg! Een kamer? U kunt er op rekenen dat er een kamer disponibel is. En hebt u al gedineerd? Of is er nog iets anders waarmee ik u van dienst kan zijn? Het is lang geleden dat ik iets van den ouden meester gehoord heb! Er is niets dat ik begeer. En gegeten heb ik ook. Er was een restauratie-tijtuig in den trein waarmee ik gekomen ben. Het eenige wat ik verlang is dat u mij mijn kamer wijst! Natuurlijk, natuurlijk... alles wat u maar verlangt, verklaarde de gedienstige gastheer levendig. Maar eerst is er toch nog wat anders amico mio... De oude meester! Het is lang geleden sinds ik wat van hem gehoord heb. Hij geeft hoog van u op in dien brief... u staat hoog aangeschreven bij Nicolo Capriano. Dus is deze ontmoeting een heel bijzondere gelegenheid. Die moet gevierd worden. Een fleschje wijn, nietwaar? Een klein fleschje wijn... Dave schudde het hoofd in protest. Neen, dank u zeer; het eenige waaraan ik op het oogenblik behoefte heb is myn bed. Het is nog wel vroeg, Broeksysteem. Tuimelaarssysteem. zouden worden aangeduid, opdat de geloovigen de „ho- rae canonicae" zouden kunnen waarnemen. Uit iets lateren tijd stamt een eenigszins phantastisch verhaal, dat in ieder geval aangeeft, dat het gebruik van klokken toen nog niet algemeen was. In het jaar 610 belegerde het leger van Clotarius de stad Sens. De Bisschop van Orleans, Loup, liet' de klokken van de St. Stephanuskerk luiden, waardoor de soldaten van Clo tarius zoo verschrikt werden, dat zij ijlings de vlucht namen. De monnik Beda bracht het gebruik van de klokken naar Engeland over in het jaar 680. Voor dien tijd gebruikte men aldaar voor het bijeenroepen van de geloovigen een ratel. Ingulphus, abt van Troyland, die in 1109 stierf, had in zijn klooster zes klokken van ver schillende grootte; de squilla voor de eetzaal, de cym- balum voor het klooster ,de nola voor het koor, de notula voor de aanduiding van het uur, de campana voor den klokketoren en de signum voor den wachttoren. De eerste groote torenklokken waren die van Regensburg (1325) en van Frankfort a. M. (1371). In het oosten werden den klokken in de negende eeuw ingevoerd. In Duitschland en Zwitserland in de 11de eeuw. In oude tijden kende men in Italië de zoogenaamde caroccio, welke man het best met strijdwagens kan ver gelijken. Hierop was een bel geplaatst en een kruis beeld. Deze wagens werden door speciale keurtroepen verdedigd en steeds met het leger medegevoerd. Verlies ervan stond gelijk met het verliezen van den veldslag. Aan deze caroccio werd dezelfde eer bewezen als men in den tegenwoordigen tijd aan de regimentsvaandels bewijst De caroccio werd het. eerst gebruikt door den Aartsbisschop van Milaan, Arlbert in den strijd tegen de Valvassoren. Dikwijls waren de caroccio schitterend opgetuigd. Een zekere vermaardheid had de caroccio van de stad Florence, de martinella. De caroccio werden door ossen getrokken. De Mohammedanen hadden in hun minarets geen klok ken. Volgens hen trokken deze de aandacht van den duivel. De Turken verwoestten dan ook in alle door hen veroverde gebieden de klokken en versmolten deze tot kanonen (b.v. de klokken van de Aya Sophia). De klok van de St Stephanus-kerk te Weenen werd van den anderen kant gegoten uit in 1711 op de Turken verover de kanonnen. Over het versmelten van klokken was en is heel wat te doen. Herhaaldelijk werden in oorlogstijd kerkklokken versmolten om kanonnen te gieten. Zoo ge schiedde het tijdens de Fransche revolutie tengevolge van een voorstel van Pierre Manuel, bekrachtigd door een besluit van de nationale vergadering in 1792. In den wereldoorlog versmolten de Duitschers ook kerkklokken tot kanonnen, o.a. de groote klok van den dom van Keulen. Ook verschillende kerkklokken in België vielen hierbij als slachtoffer. Wij herinneren aan een brief van Kardinaal Mercier, waarin deze tijdens den oorlog het in beslag nemen van klokken en orgelpijpen door verbod maar ik heb een paar erg vermoeiende dagen aohter den rug... Maar Dago George liet zich niet afschepen. Wat zou Nicolo Capriano wel van een dergelijke gastvrijheid zeggen?, riep hij met zwierige verontwaar diging. Als het dan geen heele flesch mag zijn van mijn heerlijken Italiaanschen wijn, dan toch tenminste een glaasje. Dat mag u mij niet weigeren! We moeten drinken op zijn gezondheidop de gezondheid van Nicolo Capriano. Wacht een oogenblikje; een oogen blikje maar... En al3of zijn lerven er van afhing stormde hij de kamer uit. Dave moest laohen om de bruisende gast vrijheid van den Italiaan. In een paar minuten was deze weer terug met een blad met twee glazen wijn er op. Met een sierlijke buiging bood hij één ervan aan Dave Henderson aan. Het is het beste wat ik in huls heb, zei hij. En zijn eigen glas omhoog heffend, voegde hij er aan toe; op de gezondheid van Nicolo Capriano! Op den ouden meester! Den meester van hen allemaal! En hij dronk de wijn met langzame, klakkende teug jes van een fijnproever. Dave dronk ook zijn glas leeg. Op de gezondheid van Nicolo Capriano!, eohode hij. Dat zij zoo!, riep Dago George stralend. Nog een glaasje? Heusch niet? Weet u het zeker? U hebt gezegd dat u moe bent? Maak het u dan gemakkelijk. Gaat u maar mee! Hij nam de handkoffer op, opende de deur en ging Dave voor naar de hall. Terwijl hij de trap opliep praatte hij aan één stuk door. We zullen een heeleboel samen te bespreken hebben. Maar dat is goed voor morgen... We zijn mis schien wel vogels van de zelfde pluimage hè an ders zou Nicolo Capriano u niet gestuurd hebben Dus morgen, amico, amico, tenminste als u wilt Want ik vraag niets. Dago George vraagt nooit iets, begrijpt u? U komt en u gaat. nietwaar? Dat is wat Nicolo Ca priano schrijft en dat is genoeg! Op het portaal bleef de Italiaan even staan en terwijl hij met zijn hand naar de vaag-verlichte gang wees, babbelde hij voort: Private eetkamers: maar vanavond is er niets te doen. De volgende verdieping, amico mio, daar zult u vinden wat u wenscht. Dave volgde den heer des huizes de tweede trap op. Hij was moe. Dat had hij al tegen zich zelf gezegd van van medewerking en betaling-aanvaarding poogde te be moeilijken. In den laatsten tijd beijvert Rusland zich ook om kerkklokken te laten omsmelten tot kanonnen en landbouwwerktuigen. Speelden bij de Mahomedanen godsdienstige overtuigingen een rol. in Rusland spelen anti-godsdienstige invloeden de hoofdrol. Echter is hier ook de beharde economsche toestand van Sovjet-Rusland een factor van beteekenis. Hierbij willen wij vermelden, dat wij op tal van plaatsen van een Russischen kalender lazen: „Hebt gij kleine stukjes metaal, welke gij niet meer gebruikt, gooit deze dan niet weg, maar zendt ze op naar het regeeringsmetaalbureau." Vivos voco. Mortuos plango. Fulgura frango. Het luiden van de klokken had reeds in de oudste tij den een bijzondere beteekehis voor de menschen. Bij de Hebreeuwen gebruikte de priester de klok voor het aan geven van het begin van de godsdienstoefeningen. Nog op den huidigen dag luidden de klokken een kwartier vóór den aanvang van de kerkdiensten. Het doopen van kinderen wordt met klokgelui begeleid. Bij trouwplech tigheden luiden wederom de klokken, eveneens bij begra fenissen. Vele godsdienstige plechtigheden worden met klokgelui begeleid. Wij denken dan aan het klokkenge lui in de katholieke kerken bij den aanhef van het „Te Deum Laudamus". In den vastentijd zwijgen dc orgels en de klokken. Wanneer dan op Paasch-Zaterdag het feestelijke „Gloria in Excelsis Deo" wordt ingezet, klin ken wederom voor het eerst de orgeltonen en de kerk klokken luiden „Resurrexit" de Heer is verrezen. Bij groote dorpsbranden wordt het eerst gedacht aan het luiden van de noodklok, om hulp te vragen bij de bestrijding van het vuur. Bij stormweer, wanneer groote watersnood dreigt, is het weder de klok, welke waar schuwend luidt: „Weest op uw hoede." In de middeleeuwen werden vrouwen van verdachte zeden op een ezel geplaatst, welke was voorzien van een kleine klok, en aldus door de stad rondgeleid, en aan den spot van het gepeupel overgelaten. Bij het voltrek ken van doodvonissen luiden de klokken. In de „Glocke- gusz zu Breslau" verhaalt Müller ons van een klokken gieter, die de zorg over den ketel gven aan een jongen overliet Deze stootte de kraan open. waardoor het gloeiende metaal in den vorm stroomde. De meester in den waan, dat het gieten van de klok was mislukt door stak den jongen. Bij het wegslaan van den mantel van de klok kwam deze echter geheel gaaf te voorschijn. De meester klaagde zichzelf bij het gerecht aan en het dood vonnis werd over hem uitgesproken. Als laatste bede het oogenblik af dat hij in de taxi behaaglijk de beenen had uitgestrekt. Hij merkte het nu nog meer dan straks Het was de ontspanning natuurlijk, de reactie, maar wat gek, dat hij opeens zoo verduiveld slaperig was ge worden... Dago George ontsloot een deur boven aan de trap van de tweede verdieping, ging binnen, zette den handkoffer op den vloer en draaide het licht aan. Daar op overhandigde hij den sleutel van de kamer aan Dave. Het is hier eenvoudig, zei hij op verontschuldigenden toon, maar het bed is goed en u zult het hier heel rustig hebben, amico, mio, héél rustig, daar kunt u van op aan.. Het ziet er uitstekend uit, het is best naar mijn zin, verklaarde Dave met een onderdrukten geeuw. In ben u heel dankbaar voor al uw goede zorgen. Ik mag niet de minste aanspraak op dank maken, protesteerde Dago George. U komt immers van Ni colo Capriano! Dat zegt toch genoeg! Maar u geeuwt. Neen, probeer het maar niet te verbergen. Ik moest ma eigenlijk schamen... ik sta maar te praten en u verlangt naar rust. Ik ben een slechte gastheer! Maar sta me nog een vraag toe, voor ik naar beneden ga, amico mio. Het is mijn nieuwsgierigheid. De brief is geteekend door Nicolo Capriano... die handteekening is me bekend genoeg, maar hij is geschreven met een vrouwenhand, nietwaar? Jawel. Dave gaapte weer en hij deed het ditmaal heel openlijk, met een glimlach als excuus. Zijn doch ter heeft den brief geschreven. Nicolo Capriano is ziek. Ziek! herhaalde Dago George. Daar wist ik niets van. Maar het is ook zoo lang geleden dat ik iets van hem gel-~ord heb, hè? Hij is toch niet erg ziek, hoop ik? Ik weet het niet, antwoordde Dave Henderson sla perig. Hij is al een jaar of drie bedlegerig, geloof ik. Genadige hemel! riep de Italiaan uit. En toen wat bedaarder: Morgen hè, morgen praten we verder. TT bent nu te moe. Goeden nacht, amico mio, goeden nacht en slaap wel! Goedén nacht, antwoordde Dave Henderson alweer met een gaap. Hij deed de deur op slot, nadat Dago George was weg gegaan. ging toen op den rand van zijn bed zitten en keek op zijn horloge. Het was kwart voor tienen. Ik zal m'n ledematen nog eens eventjes lekker uit strekken voor ik me ga uitkleeden, zei Dave bij zich zelf maar toen dat eventjes om was, was hij vast in slaap... Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 1