Slavernij in de 20ste eeuw.
Voor elck wat wits.
Dwangarbeid in de Belgische, Fransche
en Britsche koloniën.
Geen vermageringskuur!
Hoe de verloren
oogenblikken benut worden.
H o o v e r's Misslag.
Belgische Koloniste n-m ethoden
DE Internationale Arbeidersraad te Génève heeft
op haar laatste vergadering besloten tot de in
stelling van een studiecommissie, welke inlich
tingen zal verstrekken omtrent arbeidsverhoudin
gen onder de inboorlingen der Europeesche koloniën.
De reden van dezen maatregel is het binnenkomen van
tallooze klachten en protesten van allerlei organisaties
uit de tropische koloniale gebieden i.z. onderdrukking
van inboorlingen, de hen opgelegde belastingen, dwang
arbeid en de machteloosheid van de Europeesche kolo
niale Bestuurslichamen. Met het oog op de crisis, welke
op het oogenblik in de Europeesche koloniën ten op
zichte van het bovenstaande heerscht, is de instelling
van deze commissie van groot gewicht. Afgaande op de
tot nu toe reeds ingediende rapporten, welke natuurlijk
nog uiterst voorzichtig zijn opgesteld en niets positiefs
beweren, is de hoofdindruk deze, dat er juist in de kolo
niën van de grootste mogendheden de meest ongehoorde
toestanden bestaan. Frankrijk en vooral België genieten
de twijfelachtige eer de landen te zijn, waar de schaam-
telooze uitbuiting en ruwe mishandeling van gekleurde
„bescherrhelingen" hoogtij viert.
In de Belgische kamer bracht korten tijd geleden
Vandervelde de koloniale politiek van de Belgische re
geering in den Congo ter sprake. Volgens zijn mededee-
lingen, welke onafhankelijk van elke beïnvloeding door
het Belgische Roode Kruis en door de Missie werden
bevestigd, zijn er in de laatste tien jaren meer dan
80000 Congo-negers in slavernij gestorven! Men dwingt
deze ongelukkigen in de rubber-plantages te werken,
waar zij al heel gauw door koortsen en honger omko
men. Als loon krijgen zij voor een 12-urigen werkdag de
Congonegers na den arbeid.
kapitale som van 80 centimes; de kosten voor verple
ging worden echter nog van hun „loon" afgehouden.
Men prest deze negers tot dwangarbeid, door Belgische
koloniale soldaten worden zij uit hun dorpen gesleept, ge
boeid en dikwijls honderden kilometers verder, naar de
plaatsen waar zij aan het werk gezet worden, gedreven,
zooals dieren naar een slachtplaats. En dat in een „be
schaafd" land! Geheele landstreken zijn op deze wijze
reeds uitgestorven. In het jaar 1928 slechts 2 jaar ge
leden vluchtten meer dan 10.000 negers uit het grens
gebied van den Congo naar Britsch-Oeganda, om niet
in slavernij te geraken. Vandervelde eischte, tenginde in
deze ongehoorde wantoestanden een grondige verande
ring te brengen, directe samenstelling van een Parlemen
taire Commissie van Onderzoek, welk^puch zonder ver
wijl naar den Congo zou begeven. Deze alleszins billijke
eisch werd verworpen met de eigenaardige verklaring,
dat het koloniale bestuur reeds een rapport over den
toestand in den Congo in bewerking had en dat dit bin
nenkort het parlement ter kennismaking zou worden
voorgelegd.
Hoewel de toestanden in de Belgische koloniën wel het
record van uitbuiting onderdrukking, brandschatting en
onrechtvaardigheid behalen, zijn ook Frankrijk en En
geland in dit opzicht niet vrij te pleiten. Reeds sedert
lang wordt ook in Frankrijk, zoowel door particulieren
als door Rijksambtenaren, de scherpste critiek uitge
oefend op het regeeringsbeleid van het Koloniale Bestuur
ten opzichte van de kleurlingen. Waarschijnlijk wakker
geschud door felle aanklachten van verschillende afge
vaardigden naar aanleiding van den opstand tegen het
Fransche Bestuur in Achter-Indië, heeft de Regeering
in het moederland nu plotseling een Arbeidsinspectie
voor alle koloniën ingesteld. Daarbij bleek het o.a. dat
het Koloniale Bestuur in Annam en Tonkin geregeld
een groot aantal inboorlingen naar het buitenland trans
porteerde, teneinde daar op contract te werken. Hoofd
zakelijk zond men hen naar de Zuidzee-eilanden. Zij
werden door zwervers, die daarvoor aan de regeering per
hoofd een bepaalde belasting betaalden, dikwijls onder
valsche voorspellingen overgehaald tot het teekenen van
een contract voor een groot aantal jaren. Soms keert
er een terug,' ziek en berooid, alleen nog het leven rek
kend met de gedachte aan de herwonnen gulden vrijheid.
De regeering kon deze onthullingen niet tegenspreken.
Zij verklaarde zich echter bereid tot de „concessie"
voortaan niet meer dan 8.000 arbeiders jaarlijks tot dezen
dwangarbeid in het buitenland te pressen. In de Afri-
kaansche koloniën van Frankrijk ziet het er nog erger
uit! Hier zijn het de enorme belastingen, welke speciaal
de inboorlingen te betalen hebben en waardoor zij totaal
te gronde worden gericht.
In de jaren 1926 tot 1929 bracht de zoogenaamde
„hutten-belasting" de fantastische som van 1% milliard
franks op.
Om tegelijkertijd genoeg „arbeidwilligen te hebben,
werden er bijzondere „arbeidsbepalingen" voor Centraal-
Negers uit Fransch-Soedan.
Afrika in het leven geroepen, welke voor den Neger
practisch op slavernij neerkwam. Iedere Neger tusschen
15 en 60 jaar kon op bevel van den gouverneur of van
één van zijn ambtenaren gedwongen worden tot alle
arbeidsverrichtingen, welke de gouverneur voorschreef.
Een Neger, welke weigerde het hem opgedragen werk
te verrichten, werd gestraft met gevangenisstraf van
twee maanden of een geldboete van 300 Francs, terwijl
daarmede de verplichting tot werken niet werd opge
heven, Het meest ongehoorde is echter, dat de kosten
van het transport van de negers uit hun dorpen naar de
plaats hunner werkzaamheden later als „voorschot" weer
van hun hongerloon wordt afgetrokken. Dat beteekent,
dat de negers nooit uit hun slavernij geraken.
Tenslotte nog een en ander over de toestanden in de
Zuidzee-kolonië. De wet van 4 October 1929 heeft ook
daar den dwangarbeid voor de mannelijke bewoners van
Nieuw-Caledonië ingevoerd. Daartoe worden de inboor
lingen geprest tot een arbeidsperiode van minstens 6
maanden. Zij worden naar verschillende vér-verwijderde
streken getransporteerd en daar op de uitgestrekte co-
pra-aanplantingen te werk gesteld. De werktijd op deze
plantages bedraagt 16 uren per dag. Het werkloon is
vastgesteld op 100 Francs per maand; daarvan moet de
werkman echter zelfs zijn verpleging en zijn belasting
betalen. Op eigen gezag zich van de plaats van de werk
zaamheden verwijderen geldt als desertie en wordt zwaar
gestraft. Ieder, die een ontvluchten kleurling weet te
vangen krijgt een premie van 25 Francs. Het is den op
zichters toegestaan „strenge maatregelen te nemen ter
handhaving van de orde". Zij maken daarvan rijkelijk
gebruik. Op de andere Zuidzee-eilanden heerschen ge
lijksoortige wantoestanden.
De Engelsche Koloniale Regeering is over het
algemeen humaner in haar besluiten tegen de gekleur
de bevolking en ook haar methoden om de inboorlin
gen aan het werk te zetten, zijn menschelijker dan de
Belgische en Fransche praktijken. Daarom zijn de
meeste klachten dan ook niet van de koloniën afkom
stig, doch meer van de Dominions en uit de Kroon
domeinen. In het Engelsche Lagerhuis heeft kort ge
leden een afgevaardigde erop gewezen, dat er in den
Soedan onder de oogen van het Britsche Bestuur, een
levendige slavenhandel wordt gevoerd. De slaven wor
den in grooten getale uit Abessinië naar den Soedan
getransporteerd, waar zij dwangarbeid op de katoen
plantages moeten verrichten. De Engelsche regeering
geeft toe, dat er hier iets niet in den haak is, doch
verklaart met alle kracht er tegen te willen strijden,
waarbij echter „de zeden en gewoonten van de bevol
king zullen moeten worden gerespecteerd'
Veel bedenkelijker zijn eohter de heerschende toe
standen in Britsch-Indië. Volgens een mededeeling van
de officieuse „Indische Arbeiders-Courant", worden er
in de Indische vorstendommen nog talrijke slaven ge
houden, naar schatting ongeveer 200.000. Handmeesters,
hoofdzakelijk Indische vorsten, beschikken over leven
en dood. De vrouwen en dochters van hun slaven staan
ter beschikking van de Harem. Ook kunnen zij hen aan
anderen schenken. Behalve deze slaven zijn er tal van
Indiërs van de lagere kasten, welke dwangarbeid moe
ten verrichten. Vooral de boeren worden op alle moge
lijke wijzen onderdrukt. Steeds moeten zij gereed zijn
hun Heer op de jacht te vergezellen of arbeid te ver
richten in de Paleizen. Zij worden geprest om, zonder
eenige vergoeding, wegen te helpen aanleggen en van
hun oogst moeten zij steeds het beste deel aan hun
heerscher afgeven. Weliswaar bestaan deze menschen
onteerende toestanden slechts in de halfzelfstandige
vazal-staten, welke tegenwoordig in Engeland's politiek
tegen Gandhi en zijn aanhangers in het belang en op
bevel van hun heersdhers verdedigen. Deze immers
hebben van het Engelsche Bestuur weinig last onder
vonden en gevoelen zich bij de heerschende toestanden
het beste. Daarom steunt Engeland de slavernij in deze
staten, terwijl de Britsche gouverneurs de Indische vor
sten op alle mogelijke wijzen in dit opzicht van dienst
zijn. Deze verklaringen werden door het Britsche Mi
nisterie van Koloniën op de laatste Indische Staats
conferentie te Londen noah aangevallen, noch weer
legd!
Rubber plantage in Belgisch-Congo, naar'de
negers zoo zwaar onder de onmenschelijke
behandeling der Belgische soldaten te
lijden hebben.
Geheel anders echter zijn de verhoudingen in Zuid-
Afrika. Hier hebben de kleurlingen arbeidsbonden ge
vormd, welke met succes de belangen der negers ver
dedigen. Men heeft hier een groot aantal arbeidskrach
ten noodig voor de exploitatie van de goud- en zilver
mijnen. Volgens mededeelingen van den voorzitter van
den Raad van Beheer der Transvaalsche mijnen is het
arbeidersvraagstuk tegenwoordig de meest critieke fac
tor geworden voor den economischen toestand van het
land. Men heeft minstens 210.000 negers noodig, doch er
werken op het oogenblik slechts 180.000 kleurlingen In
de mijnen. Dit gebrek aan werklieden heeft velerlei
oorzaken; in hoofdzaak is het wel te wijten aan het
hooge sterftecijfer tengevolge van de heerschende tering,
welke vooral in de mijnen, waar ziektekiemen zich snel
verbreiden, onder de negers het eene slachtoffer na het
andere maakt. Om desondanks over de noodige arbeids
krachten te kunnen beschikken, heeft de Zuid-Afri-
ltaansche Regeering besloten, de negers van de Noor
delijke districten in de mijnen aan het werk te zetten.
Iedere inboorling, die weigert een arbeidsovereenkomst
te teekenen, wordt aan een speciale zwaar drukkende
belasting onderworpen.
Tegen de wetten, welke practisch de wederinvoering
van de slavernij beteekenen, is een storm van protes
ten, ook van de zijde der blanken gerezen. De bond der
arbeiders, welke tegenwoordig reeds meer dan 10.000
leden telt, ':eeft zich met de arbeidersbonden der blan
ken vereenlgd om gemeenschappelijk deze onmensche
lijke wetten der Britsche Regeering te bestrijden. Welk
een enorme omvang de opwinding en de ontevreden
heid onder de negers reeds heeft genomen, bewijst wel
de onlangs afgekondigde bepaling van den Minister
van Justitie, waarin wordt medegedeeld, dat ieder per
soon, die het waagt, onder de negers ontevredenheid
aan te kweeken, veroordeeld wordt tot deportatie. Even
eens kunnen alle couranten of tijdschriften, die de re-
geeringspolitiek tegenover de kleurlingen bccritiseeren,
onmiddellijk in beslag genomen en verboden worden.Een
speciaal hiervoor ingesteld gerechtshof heeft het recht
verkregen verdachte personen onmiddellijk te veroor-
deelen. Verder is er een wetsontwerp ingediend, waar
bij alle inboorlingen-arbeidersbonden uilen worden ont-
bonden en iedere beroeps-organisatie der zwarten wordt
verboden.
Slavernij in de 20ste eeuw! Wie had dat ooit ge
dacht? Nog steeds wordt de Neger als een lastdier,
als een minderwaardige beschouwd. Nog steeds Is men
erop uit hem uit te buiten, lichamelijk en geestelijk af
te takelen. Inplaats van te trachten hem te verheffen,
door Missie en door het stichten van scholen, worden
deze kleurlingen nog altijd, door stok- en zweepslagen
gedwongen tot sloopenden arbeid, onderdrukt en gemin
acht, totdat de dood een einde aan hun jammer maakt.
Hun vrijheid de vrijheid van den natuurmensch.
wordt hun wreed ontnomen, hun gezinnen worden uit
elkander gerukt, hun vrouwen en kinderen verkocht...
en dat alles door de „beschaafde" Belgen, Franschen
en Engelsohen.
(Nadruk verboden).
Uit de Filmwereld
door
BESSIE LOVE.
Bessie Love, die een der hoofdrollen
speelde in de groote M.G.M. klankillm
„Broadway Melody", deelt hier mede,
wat het geheim is van haar slankheid.
HET is om je dood te lachen, als je nagaat,
waarover de menschen zich al niet het
hoofd breken. Als reporters of andere bezoe
kers met mij spreken, willen zij de merk
waardigste dingen van mij weten, die in den grond
van de zaak vreeselijk onbeduidend zijn, en het al
lermerkwaardigste is dan nog, dat ze me eigenlijk
allemaal hetzelfde vragen. Zoo hebben zij een spe
ciale voorliefde voor de vraag: „Welk diëet en welke
gymnastische oefeningen stellen u in staat, zoo
slank te blijven?"
Toen dit mij voor de tweeduizend zeshonderdste
maal gevraagd werd, kon ik mij niet meer inhou
den en begon te lachen. Mijn bezoeker keek mij aan,
alsof ik mijn verstand had verloren. Toen begon ik
hem alles uit te leggen en ik trok mij er niets van
aan, dat zijn oogen steeds grooter werden van ver
wondering.
Beste vriend", zei ik, „als ik een speciaal diëet
volgde of urenlang aan sport of gymnastiek deed,
zou ik er gauw genoeg uitzien als een geraamte.
Wat denkt u eigenlijk? De menschen zullen nog
denken, dat wij filmsterren niets anders doen dan
paardrijden, tennissen en golfspelen,, citroensap drin
ken en hongerkuren maken, alles om geen enkele
gram bij te komen. Waar zouden we den tijd van
daan moeten halen, den heelen dag voor de film te
spelen?
Kijkt u mij eens aan. Ik ben zoo gezond, dat ik er
bijna verwaand door word. O, ja, ik heb een paar
heel mooie tennisrackets, wat keurige rijcostuums en
het schitterendste stel golfstokken, dat u zich den
ken kunt. Maar ik mag u wel verklappen. Jat ik niet
erg goed weet, hoe ik al dio verschillende stokken
zou moeten gebruiken. Maar ik heb al die dingen
noodig als décor. En mijn prachtige bad- en sirand-
costuums draag ik alleen, als ik poseeren moet voor
de camera.
U ziet het dus ik doe heelemaal niet aan sport.
Daarvoor ben ik veel te gemakzuchtig. Wel hengel
ik dikwijls voor de grap, dat is zoo'n prettige rustige
bezigheid. Als ik er toe in de gelegenheid ben, blijf
ik 's morgens lang liggen. Ik vind slapen n.1. erg
prettig. En als ik opsla, doe ik geen ademhalings
oefeningen of diepe kniebuigingen en ik rol mij niet
door de heele kamer, weineen, ik ontbijt goed en
overvloedig, luier een beetje en ben blij, dat ik zoo'n
prettig leventje heb tenminste als ik tijd heb om
te luieren.
„En danst u niet graag?" vroeg mijn bezoeker
glimlachend.
„Dansen, natuurlijk. Veel en dikwijls. Maar meestal
in mijn films, want ik speel haast nooit een rol,
waarin ik niet moet dansen. Dansen doet me plezier
en ik kan me niet indenken, dat er vrouwen zijn, die
niet van dansen houden. Misschien zou ik zelfs een
record kunnen behalen als Marathon-danseres. In
de klankfilm „Braodway Melody" speel ik voor een
ballet. Op de repetities werden mijn passen door
een instrumentje geteld en dan werd er uitgerekend
hoeveel passen ik gemiddeld in een uur deed. Het
waren er 18400. Ik ben heel trotsch op deze presta
tie. Op de wekenlange repetities heb ik zeven paar
balletschoenen en één paar gewone dansschoenen
stukgedanst; om van de stukgedanste zijden kousen
maar niet eens te spreken."
Nu lachte de bezoeker.. „Ja, dan is het ook geen
wonder, dat u gen diëet en geen sport noodig heeft",
zei hij.
Misschien blijf ik werkelijk slank door het dansen.
Ik weet het niet en ik maak me er ook geen zorgen
over. Zou ik mij het hoofd breken over vermage
ringsmiddelen? Neen, dat laat ik graag over aan
menschen, die werkelijk niets beters te doen heb
ben!
(Nadruk verboden.)
MEN leest zoovaak, dat een of andere filmster
„aan het werk" is voor een bepaalde film
en velen denken dan: „Nu ja, dat werken...
een beetje repeteeren en dan een scene
spelen."
Er wordt in een filmstudio echter wel degelijk ge
werkt. Want met een beetje repeteeren en dan spe
len komt men er niet.
Van den tijd, die acteurs en actrices in de studio
doorbrengen wordt nog geen derde voor de camera
doorgebracht, een ander derde gaat aan repetities
verloren een tenslotte zijn er altijd nog zooveel tech
nische probleempjes: belichting, plaats van de mi
crofoon, het uitkiezen van de plekjes, waar men on
der een specialen hoek het beste gefotografeerd kan
worden, de make-up etc., dat er nagenoeg geen tijd
overblijft.
Nagenoeg niet. Want de boog kan niet altijd strak
gespannen zijn. Er zijn, zelfs in een filmstudio ook
nog wel verloren oogenblikjes. Nooit heelemaal ver
loren. Want al staat men dan niet zelf in de warme
stralen van de Klieg-lampen, al heeft men een
oogenblik niets te doen en niets te zeggen.er
blijft altijd een onzichtbare band met het tooneel.
Vooral de jongeren kunnen zich niet steeds van
dien band losmaken. Zij volgen met belangstelling
alles, wat er gebeurt, zitten nerveus te wachten tot
het weer haar of hun beurt is om „op te komen",
en vermoeien zich met nietsdoen. De ouderen,, de ge-
routineerden hebben wel geleerd om op ieder mo
ment te profiteeren van een pauze. Zij benutten
verloren oogenblikjes om hun geest te verzetten.
Er zijn natuurlijk geen vaste regels voor het be
nutten van verloren oogenblikken. Sommigen spe
len kaart, anderen lezen een boek, een derde doet
wat gymnastiekzooveel hoofden zooveel zinnen.
Greta Garbo trekt zich, in verloren oogenblikken,
in haar kleedkamer terug en gaat wat lezen, op an
dere momenten prefereert zij een wandeling in de
zonneschijn, maar het gebeurt ook wel, dat zij met
groote stappen om een sound-studio heen wandelt,
in gedachten verdiept en dan de volgende scène van
begin tot einde construeert. Een heel enkele keer is
zij ertoe te bewegen om een gezellig praatje te maken
met collega's en 'den regisseur, maai' dat komt toch
bijna nooit voor.
Marion Davies vormt een fel contrast. Ieder ver
loren oogenblik wordt door haar op de meest vroo-
lijke wijze benut. Een studio, waar zij werkt draagt
een cachet van opgewektheid en vaak genoeg komt
het voor, dat dertig of veertig vrienden en kennissen
op haar zitten te wachten totdat er een verloren
oogenblik komt, dat Marion, met haar natuurlijke
vroolijkheid omzet in een kort maar krachtig feestje.
Want Marion Davies is heel rijk en heel royaal. Ook
haar privé-zaken doet zij in en om de studio af en
menigmaal ziet men een collectie japonnen voor haar
binnengedragen, die zij in de kleedkamer past.
Norma Shearer zit in verloren oogenblikken meest
al nog wat te studeeren op haar dialoog, of ze
schrijft brieven. Een enkele maal speelt zij piano.
Een eigenaardigheid van de studio, waar Norma
Shearer werkt is, dat, hoewel „afternoon-tea" in
Amerika vrijwel onbekend is, er steeds thee en
sandwiches geserveerd worden voor alle aanwezigen.
Miss Shearer neemt deze van huis mee in een han
dig draagbaar ijskastje.
Lawrence Tibbett benut zijn verloren oogenblikken
voor het instudeeren van nieuwe liederen. In zijn
kleedkamer zijn meestal eenige vrienden en collega's
en als het zoo eens uitkomt is Tibbett er best voor
te vinden om een opera-aria en een jazz-liedje met
eikaar af te wisselen. Zijn vrouwelijke collega Grace
Mooro behandelt haar persoonlijke zaken en oefent
met Dr. Marafiotti, den stern-expert der Metro.
William Haines en Buster Keaton houden er bei
den van om plezier te maken. Buster vertoont, als
hij in een heel goede bui is, wel eens acrobatische
toeren en Haines haalt allerlei gekke streken uit.
Men ziet: verloren oogenblikken kunnen op veler
lei wijze besteed worden.
AMERIKAANSCHE BRIEF.
NBW-YORK, September 1930.
ZLLDEN leek de populariteit van een staatsman
zoo goed gefundeerd als die van Herbert Hoo-
ver, maar zelden is zij ook zoo snel verminderd
als juist bij hem. Hij heeft tijdens en na den
oorlog getoond, een man te zijn die de regeering be
langrijke diensten kon bewijzen. Hij heeft de geweldige
taak volbracht, het Belgische volk tijdens de Duitsche
bezetting en de Engelsche blokkade van voedsel te
voorzien en bleek daarbij doortastend en practisch te
kunnen handelen. Het was een van de moeilijkste op
drachten, die ooit tot een goed einde gebracht zijn en
het valt te betreuren, dat de geschiedenis ervan tot nu
toe nooit geboekstaafd werd. De voedselvoorzening be
rustte op samenwerking tusschen de Duitsche regee
ring, de gezanten der neutrale landen te Brussel, de
groote Belgische financiers en last not least de „Com-
mission for relief in Belgium", waarvan Hoover voor
zitter was. Hoe deze samenwerking gedurende de vier
oorlogsjaren bewaard bleef, zoodat de nood in Eelgië
nooit zoo hoog gestegen is als b.v. in Duitschland, is
een zijde van den Wereldoorlog, die alle partijen tot
groote eer strekt en Herbert Hoover heeft zich in dien
tijd zoo verdienstelijk gemaakt, dat hij alleen daarom
al een historische figuur zal blijven. Toen heeft hij
alleen gewerkt voor een zaak, maar nooit voor of
tegen een partij. Zijn roem was van de beste soort.
Des te merkwaardiger rSag het genoemd worden, dat
hij aan dezen roem afbreuk heeft gedaan door weer
terug i£ zijn vaderland aan partij-politiek te gaan
doen. Ook in Amerika heeft hij aanvankelijk den prak-
tischen staatsman willen blijven. Het was zijn ideaal
tot president te worden gekozen, niet als candidaat van
een der partijen, maar door de stemming uit alle deelen
van 't volk op zich te vereenigen. Maar hij Het zich
wijsmaken, dat men in Amerika alleen wat bereiken
kon via partijpolitiek, hij verloor het vertrouwen in
zijn eigen persoonlijkheid en de republikeinen legden
beslag op hem.
Natuurlijk werd hij tot president gekozen, maar in
den verkiezingsstrijd toonde hij zich al niet meer den
man van eertijds. In plaats van het praktisch en za
kelijk denken kwamen partijpolitieke overwegingen op
den voorgrond. En toch was juist na het régime van
Calvin Coolidge een boven de partijen staande per
soonlijkheid noodig geweest, iemand- die zich alleen
liet leiden door zakelijke overwegingen.
Want toen de bekwame Coolidge voorspelde, dat de
vette jaren van voorspoed ten einde liepen en dat men
met de hulpmiddelen, waarmede men den buitenge
wonen welvaart bereikt en in stand gehouden had, in
de toekomst niet veel meer zou kunnen bereiken, wist
hij, dat hij daarmee zijn kans om herkozen te worden,
vernietigde. Zijn partij had geen idee van wat de af
tredende president voorvoelde. Zij meende het geheim
van den welvaart te kennen en Herbert Hoover dacht,
dat hij, bij wijze van spreken, een goed Ingerichte en
verder gemakkelijk te leiden zaak had overgenomen.
Het feit, dat Coolidge zijn kans op herkiezing vrij
willig verknoeide, had hem tot nadenken moeten bren
gen. Maar hij dacht, dat 't hem gemakkelijk zou val
len te regeeren met de grootste partij achter zich en
met de meeningen van die partij als hulpmiddel. Maar
juist toén waren nieuwe ideeën noodig geweest, om de
dreigende economische crisis zoo mogelijk te voorkomen
óf het hoofd te bieden. Want deze crisis is hoogst
waarschijnlijk het gevolg van de Inflatie van het Ame-
rikaansche kapitaal, welke een deflatie van het kapi
taal in de meeste andere landen tengevolge had en
daardoor een achteruitgang in het verbruik der ver
schillende waren, waardoor zelfs de wetenschappelijke
proefnemingen in verschillende landen met lamheid wer
den geslagen. Amerika had deze crisis voor de ge
heele wereld vermoedelijk kunnen afwenden door een
ratloneele regeling der internationale schulden. Maar
zoo iets paste niet in het program der republikeinsche
partij te Washington. Daar gold het verstandige poli
tiek, al het geld van de geheele wereld naar de Ver-
eenigde Staten over te hevelen en de andere landen
zooveel mogelijk hun geld en crediet af te nemen. Daar
door heeft Amerika een wereldcrisis veroorzaakt, die
noodwendig op den binnenlandsohen toestand terug
moest slaan. Thans scheldt heel Amerika op Hoover.
Maar nu kan hij zich niet meer losmaken van de partij
politiek, waaraan hij zich eenmaal gegeven heeft. De
bevrijdende daad, die hij als zakelijk staatsman had
kunnen doen, wordt hem nu door zijn eigen partij on
mogelijk gemaakt Men moet helaas de hoop op een
beteren Hoover, op den vroegeren Hoover, laten varen.
(Nadruk verboden).
Voor dat je d'r onder uit komt, schavuit,
raap eerst dien manchetknoop op, dien ik gisteren
heb laten vallen en die onder het bed gerold is 1