- De Wereldreis van -
Dicky en Dirrekie Durf
M
Beroepsziekten
WETENSWAARDIGHEDEN.
Een draad in een flesch
doorsnijden.
door
Prof. Dr. H. HOLTHUISEN.
Hoewel niet alle beroepsziekten voor den leek even
duidelijk zichtbaar zijn, kan men toch wel zeggen, dat
er praktisch geen enkel beroep is. dat niet op den duur
nadeelige gevolgen heeft. Vooral in de laatste tien jaar
heeft de bedrijfshygiene veel verbeterd en men kan niet
ontkennen, dat de tegenwoordige toestand oneindig
veel beter is dan wat men vroeger meemaakte. Door
het toenemend aantal bedrijven op technisch en che
misch gebied is ook het gevaar echter weer toegenomen.
Ongetwijfeld zijn vele beroepsziekten niet anders dan
litteekens. die men overhoudt uit den strijd om het
bestaan. Dit kunnen wij zeggen van de eeltbulten, die
een kruier, een teekenaar en een zetter krijgen, en
zelfs van de inkepingen in de tanden van een schoen
maker, die ontstaan doordat hij de draden niet afknipt,
maar afbijt om vlugger te kunnen werken.
Er zijn echter andere beroepsziekten, die op het oog
even onbelangrijk schijnen, maar die toch van ernstigen
aard zijn en op den duur zelfs kunnen leiden tot ge
vaarlijke ziekten. Een van de beroepen, die het eerst
onder deze categorie valt, ls dat van musicus. Hier
vindt men verschillende storingen in de functies der
organen, die tot lichamelijk en daardoor zelfs tot gees
telijk lijden aanleiding kunnen geven. In het begin
krijgen zij een nerveuse neerslachtigheid, dan een toe
stand van uitputting, daarna een ziekelijken drang om
altijd bezig te willen zijn. Dit alles is een gevolg van
de buitengewone krachtsinspanning, die van den musi
cus vereischt wordt; vooral de lichamelijke inspanning
wordt door buitenstaanders vaak onderschat. Men over
drijft niet, als men een violist, een paukenist, een
saxophonist en een dirigent rangschikt onder de men-
schen, die zwaren lichamelijken arbeid te verrichten
hebben. Het treurige van hun ziekte is, dat zij daar
door op den duur onbekwaam voor hun werk worden.
Nog veel slechter is de toestand der fabrieksarbei
ders. Want ook in onzen tijd is het stof nog niet uit
de fabrieken geweerd en juist dit veroorzaakt de
meeste schade. Hierdoor ontstaan longziekten, asthma,
verschillende inwendige ontstekingen, huidziekten, enz.
De stofplaag is het verderfelijkste voor mijnwerkers,
stokers, machinisten, schoorsteenvegers, e.d. Ongeveer
dezelfde kwalen ontstaan bij personen, die geregeld
moeten omgaan met teer, petroleum of paraffine. Hier
bij treden echter in de eerste plaats huidziekten op,
zooals exzeem, zwellingen en ontstoken plekken. Men
staat er versteld van, wat het menschelijk lichaam al
niet te verduren krijgt. Zoo worden de longen van een
mijnwerker zoodanig met kleine kooldeeltjes doortrok
ken, dat zij tenslotte geheel zwart zien. Ook metselaars
krijgen voor hun beroep karakteristieke longziekten
door het inademen van scherpe stukjes. Arbeiders die
met zuren moeten omgaan, ondervinden de nadeelige
gevolgen hiervan het eerst aan hun tanden, maar
gaandeweg kunnen er levensgevaarlijke kwalen door
ontstaan, zoodat speciaal deze arbeiders als regel jong
sterven. Verder zijn ook loodvergiftigingen gevaarlijk
door de nevensverschijnselen, die daarbij optreden en de
kwalen, die eruit kunnen ontstaan.
Volgens de statistieken zijn de fabrieksarbeiders,
zelfs in de meest riskante takken van industrie, er
toch niet zoo slecht aan toe als de werkende vrouwen,
wat verklaard kan worden uit het feit, dat zij voor
het meerendeel niet alleen hun taak te verrichten heb
ben als arbeidster, maar ook als huisvrouw en moeder,
waardoor zij zich vaak van 's morgens vroeg tot 's
avonds laat geen oogenblik rust kunnen gunnen.
Ook in herstellingsoorden worden de ziekten der
gasten dikwijls overgebracht op de bevolking, vooral
op het personeel der hotels en rusthuizen, waarbij de
vrouwen gevoeliger voor besmetting blijken dan de
mannen.
Er is minder bekend van de beroepsziekten van den
zeeman. Wel wordt hem een onverwoestbare gezond
heid toegesohreven, maar dat gaat niet overal op. Wij
spreken nu niet van de stokers en machinisten, die er
zeer slecht aan toe zijn; ook de gewone zeelieden
hebben de kwade gevolgen van hun beroep te verwach
ten, vooral door kouvatten en ziekten der adem
halingsorganen, rheumatiek en acute maag- en darm-
stoornissen. Er schijnt geen zeeman te bestaan, die
niet aan rheumatiek lijdt Verder heeft men op een
schip groote temperatuursovergangen door de hitte van
de machinekamer, die zich in de omgeving daarvan ook
verspreidt, terwijl buiten weer en wind op het schip
inwerken. Voorts loopen vooral de stokers gevaar voor
ziekten tengevolge van oververhitting, waartoe ook de
bekende stokerskrampen behooren. Deze ziekten schij
nen vooral te ontstaan bij een groote vochtigheid der
lucht, gepaard gaande aan zekere ongunstig werkende
winden.
162. Verborgen achter een groep rotsen kampeert de
rooverstroep van Hakkie Pakkie Pasja, den schrik van
het Oosten. Hij berooft de karavanen van alles wat
los en vast is. En hij heeft 'n prachtig plekje uitge
kozen voor zijn troep, want vlak bij de rotsen ls een
oase, waar alle karavanen naar toe trekken. Ook de
De moderne hyglene heeft veel kunnen verbeteren op
het gebied der beroepsziekten. In den eersten tijd na de
invoering der machines was de sterftekans tot het
twintigste jaar even groot als tevoren die tot het
veertigste jaar. Een systematisch ijveren voor verbete
ring van den toestand gepaard gaande met een syste
matisch opgebouwde bedrijfshygiene heeft niet alleen
het aantal ongelukken verminderd,, maar ook de alge-
meene hygiënische voorwaarden belangrijk verbeterd,
zonder dit laatste vraagstuk daarom nog opgelost te
hebben. Er zal nog heel wat moeten worden onder
zocht en verbeterd, voordat de hygiënische toestanden
eenigszins zijn zooals ze behooren te wezen.
WAAR DE V,ROUW
BELANG IN STELT
„De Vrouw en haar huis."
Het oordeel van de Vrouw.
Moet zij zich bemoeien met de zaken van haar man?
Is het de plicht van de vrouw zich te bemoeien met
de zaken van haar man? Is het noodzakelijk, dat de
man zijn vrouw deelgenoote maakt van de zorgen,
die zijn beroep meebrengen? Is het noodig, dat hij
haar zijn vrees meedeelt, dat zijn zaak achteruit zal
gaan, of dat hij bij haar raad inwint op welke wijze
hij zijn moeizaam verdiend geld zal beleggen? Heeft
de vrouw niet reeds haar eigen zorgen, waarvan de
zorg voor het huishouden lang niet altijd de voor
naamste is?
Het is geen gemakkelijke taak op deze vragen, die
slechts een klein deel vormen van de velen, die zich
dagelijks aan ons voordoen, een duidelijk antwoord
te geven. Er zijn huwelijken, waarin de beide echtge-
nooten ten zeerste gekrenkt zouden zijn, als een van
hen een besluit betreffende de een of andere aange
legenheid zou nemen, zonder den ander erin te ken
nen. Er zijn mannen, die het vanzelfsprekend vinden,
dat de vrouw zich met hun zaken bemoeit, en die
buitengewoon teleurgesteld zouden zijn, wanneer
zij een vrouw troffen, die daarvan niets wil weten.
Andere mannen vinden het reeds ruimschoots vol
doende, als de vrouw eenig interesse toont voor
zijn dagelijksehe bezigheden, maar van een verdere
inmenging niets moeten hebben. En er zijn weer an
deren, die iedere inmenging van hun vrouw in hun
zaken overbodig vinden, die op het standpunt staan,
dat alles, wat met geldverdiensten samenhangt,
slechts een zaak is, die den man alleen aangaat.
Hoewel hij den tegenwoordigên stand van zaken dit
laatste standpunt eenigszins verouderd genoemd mag
worden, zijn er nog vele mannen, die zich hieraan
houden.
Een bepaalde norm aan te nemen voor dit, in de
meeste huwelijken zoo gewichtige vraagstuk is niet
goed mogelijk, omdat dit probleem nauw samen
hangt met. het karakter en de opvattingen van de
personen in kwestie. Een vrouw, die al wil zij nog
zoo graag van zaken geen begrip heeft, niet uit
onwil, maar omdat, zij er nu eenmaal geen hoofd
voor heeft, zal vanzelfsprekend door een verstan-
digen echtgenoot nooit hierover worden geraadpleegd.
Omgekeerd zou het natuurlijk volkomen verkeerd
zijn, als een man wiens vrouw reeds bij voorkomende
gelegenheden van haar daadwerkelijke belangstel
ling getuigenis heeft afgelegd, haar niet in elk op-
zióht zijn vertrouwen zou schenken. Niets kwetst een
vrouw, die steeds gewend is geweest, door haar
echtgenoot als kameraad ook in zaken te wor
den beschouwd, méér, dan op zekeren dag te moe
ten bemerken, dat het slechts beleefdheid was, die
haar man er toe bracht haar raad in te winnen.
Soms komen er bepaalde vraagstukken in het za
kenleven voor, die minder geschikt zijn, om door een
vrouw te worden beoordeeld. Daarentegen zijn er
weer andere aangelegenheden, die ten allen tijde
ter kennis van de vrouw behooren te worden ge
bracht, Dit zijn b.v. de kwesties van het vermogen,
van het inkomen. Geen enkele echtgenoot, die zic.h
van zijn verantwoordelijke positie als hoofd van zijn
gezin ten volle bewust is, zal zich onttrekken aan de
plicht, om de toekomst van zijn gezin te verzekeren
voor het geval, dat hij zich op zekéren dag niet meer
in het land der levenden zal bevinden. Hij zal dus
trachten, voor zoover tenminste zijn inkomen zijn uit
gaven te hoven gaat, het geld, dat hij jaarlijks kan
missen, zóó te beleggen, dat zijn gezin, hij een slech
ten gang van zaken, geen materieele schade zal on
dervinden. In deze zaken heeft de vrouw niet alleen
het recht een woordje mee te spreken, maar het is
in zekeren zin haar plicht! Iedere vrouw moet er
rijke karavaan van koopman Enver ben Salomo gaat
erheen. Vijf mannen op kameelen gezeten, bewaken de
koopwaren, die op drie andere kameelen zijn geladen.
Het zijn kostbare zijden stoffen, Waarvoor de koop
lieden in het Oosten hooge prijzen kunnen bedingen.
Hakkie Pakkie Pasja ls er bijzonder verlekkerd op en
b.v. voor zorgen, dat haar man zoo vroeg mogelijk
een levensverzekering afsluit en dat hij deze verzeke
ring niet alleen ais een noodzakelijk kwaad be
schouwd, maar als een veilige kapitaalbelegging.
In Amerika, waar men gewend is, ook wat betreft
het familieleven, nuchterder te denken dan hier,
dringt deze gedachte steeds meer door. Daar is b.v.
de zoogenaamde „verdubbeling van het vermogen",
door middel van een levensverzekering zeer gebrui
kelijk. Deze verdubbeling bereikt men, door dat het
hoofd van het gezin, de kapitaal-bezitter, ongeveer
de helft van de rente van zijn vermogen weer in
levensverzekeringen belegt Op deze wijze kan zijn
familie, naast het reeds bestaande vermogen, nog
een tweede van dezelfde grootte vormen. Dit practi-
sche voorbeeld toont ons duidelijk het verband tus-
schen bedrijfs- en familieleven, en daarbij van welk
een belang een eensgezinde samenwerking tussctien
man en vrouw ook in zakelijk opzicht is. De vrouwe
lijke tact zal dikwijls den juisten vorm weten te vin
den, om den man raad te schenken. Dat de vrouw
gerechtigd ja zelfs verplicht is, zich te bemoeien
met de kwesties, die hun vermogen, dus in zekeren
zin de welvaart van het gezin treffen, behoeft geen
nader betoog. Reeds meer dan eens heeft het oordeel
van een vrouw, dat slechts gebasseerd was op de
werking van een gezond verstand, haar man bij ge
wichtige zakenbesluiten beter geholpen, dan de drin
gende raadgevingen van niet altijd even onbaatzuch
tige zakenvrienden, en het is dan ook geen bloot toe
val, dat talrijke succesvolle handelslieden juist wan
neer het er op aankomt een gewichtig besluit te ne
men, den raad van hun ega niet willen ontberen.
Van de waarheid dezer laatste bewering, zal iedere
vrouw in haar eigen kenissenkring de bewijzen kun
nen vinden.
(Nadruk verboden.)
Vrouwen van vroeger en nu.
Zijn er nog grootmoeders die sprookjes vertellen?
161. Met de grootste inspanning weet Dlcky zijn ver
volgers voor te blyven. Gerrit heeft gezegd: Denk
erom knaopie, het gaot om onze hachles... Azze ons
pakken gaif ik geen cent mair faur de haile febriek.
Toen is Dirrekle hevig gaan huilen en ze heeft alweer
gezegd dat ze veel liever bij haar moeder was gebleven
en dat die heele wereldreis een akelige geschiedenis
was en dat Gerrit ook een ijskonljn moeit wezen om
van Dicky maar niet te spreken. Gerrit en Dicky heb
ben haar stiekum laten uithuilen en alle aandacht aan
de auto besteed. Die snort en snuift als een razende
door het zand, groote stofwolken achter zich latend. De
hij is al bezig met zijn roovers een afspraak te maken,
hoe ze straks de kooplieden zullen overvallen.
Intusschen komen de wereldreizigers ln hun „segao-
rekizzie" aanstuiven in dit gevaarlijke land. Ze worden
nog altijd achtervolgd door de ruiters uit Benghasi en
dc auto rijdt dus zoo hard ze kan. Maar zullen Gerrit,
Jan, denk er om, als de kleermaker komt,
ben ik niet thuis.
Daar kan mijnheer gerust op zijn, ik heb
aten zeggen, dat we geen van beiden thuis zijn.
Ik moet hem ook nog betalen.
(Petit Paristen).
Is het U bekend:
dat er in Chicago 185.000 Mexicanen en Spanjaar
den wonen?
dat de Amerikanen gemiddeld per dag 1 millioen
aan ijs (vanille ijs enz.) uitgeven?
d a t in Amerika in het jaar 1840 een timmerman
1.25 per dag verdiende bij een werkweek van 65 uur?
dat thans een timmerman 1.25 per uur verdient
bij een werkweek van 44 uur?
ruiters geven het^iatuuri^li oo.: nio. cp. mogen niet
terugkomen vóór ze de vluchtelingen gepakt hebben en
dus zetten ze de vervolging voort, al is de zon al lang
ondergegaan en fonkelen de sterretjes aan den strak-
ken hemel. Langzaam maar zeker beginnen ze den
afstand tot de auto te verkorten, vooral wanneer het
terrein gaat golven. Gerrit mag schreeuwen: „Hup
Sparta, hup Ajax, hup Feyenaurd, hup Achlllus..., nog
e i n kaultje azzieblief", het helpt niet meer: de paar
den komen sneller vooruit Dirrekie hoort hun gesnuif
vlakbij en ze begint opnieuw een deuntje te hullen.
*4.
Dicky en Dirrekie voorbij al die gevaren komen? Ach
ter hen hebben ze de ruiters, vóór hen de roovers van
Hakkie Pakkie Pasja. Dat ziet er dus leelijk uit.. Als
ze daar goed doorrollen mogen ze wel boffen naar alle
kanten.
„De vrouwen van nu" is een veel gebruikte uit
drukking en daarbij denkt men aan de moderne
vrouwen uit de groote steden, die sigaretten rooken,
zich poederen en verven; aan het meisje met haar
„vriend", aan de vrouw, die vandaag trouwt en mor
gen weer gaat scheiden. Maar zijn dat werkelijk de
vrouwen van den tegenwoordigen tijd? Neen, geluk
kig niet, want er zijn ook nog andere vrouwen, voor
al op het platteland. Daar vindt men een veel en
veel grooter aantal vrouwen, die niets gemeen heb
ben met de z.g. .moderne" vrouwen. Zij zien er pre
cies zoo oud uit, als zij zijn, maar zijn daarom toch
niet ouderwetsch. Zij kunnen zich goed en rustig
kleeden en maken in gezelschap lang geen slecht
figuur. Er zijn daar nog meisjes, die ook al zijn zij
niet meer zoo heel jong, geen huissleutel hebben en
hun ouders vertellen, waar zij heen gaan en met wie
zij omgaan. En er is nog meer, wat de zeer moderne
menschen uit de groote steden misschien vreemd
aandoet Er zijn nog grootmoeders, die met het jong
ste kleinkind op schoot en de anderen om zich heen
sprookjes vertellen. Een grootmoeder uit de stad van
denzelfden leeftijd denkt er misschien over om te
hertrouwen. Maar toch is haar leven armer en lee-
ger dan dat van die andere grootmoeder, die alleen
leeft voor het geluk van haar kinderen en de liefde
van haar kleinkinderen.
Ik ken een vrouw in een klein stadje, wier man al
twintig jaar verlamd in een rolstoel zit. Hun ver
mogen hebben zij in den oorlog verloren en de vroe
gere rijke vrouw moet nu hard werken om rond te
komen. Men heeft haar voorgesteld, haar man naar
een gesticht te brengen, te scheiden en opnieuw in
het huwelijk te treden. Nu is zij bijna vijftig jaar,
toen was zij zelfs nog jonger. Menige vrouw stelt dan
nog eischen aan het leven. Maar zij heeft haar eigen
leven niet het voornaamste gevonden en bleef haar
eenmaal gegeven trouwbelofte gestand. Zoo zijn cr
nog vele andere vrouwen, die hun huwelijk niet ver
breken, hoewel het ongelukkig is, die zelf hun strijd
uitvechten en alles verdragen terwille van hun kin
deren of hun ouders of uit een sterk ontwikkeld
plichtsgevoel, Dat plichtsgevoel komt nog veel voor
op het platteland en in de kleine steden, waar de
lokkende stemmen van onzen veelbewogen tijd min
der duidelijk, minder verleidelijk klinken dan in het
drukke leven der groote steden. Daar liggen de
hoofdzaken van het leven in geheel andere richting.
En dat alles vindt men zelfs nog wel in de groote
steden, maar daar komt het niet zoo op den voor
grond. het valt niet op wanneer men door de stra
ten wandelt, het blijft op den achtergrond. Maar ook
daar vindt men zulke vrouwen, in grooten getale
en het zijn geen vrouwen van vroeger, het zijn vrou
wen van nu en misschien zelfs vrouwen van morgen.
dat een Amerikaan gemiddeld 12.50 per jaar aan
schoenen uitgeeft?
dat een oester van de 24 uur zich gedurende 18 uur
met eten bezig houdt?
dat hij zijn voedsel uit het water haalt en per dag
25 liter water consumeert?
dat een vrouwelijke oester van 10 tot 60 millioen
eieren legt, waarvan er slechts enkele uitkomen?
Men neemt een leege, vierkante flesch en bevestigt
aan de kurk oen stuk zwart naaigaren, dat met liet
eene of andere voorwerpje bezwaard wordt. Nu laat
men de draad in de flesch glijden en drukt de kurk
aan. Hoe kan men nu dien draad stuksnijden zon
der de flesch te openen?
Zoolang de zon schijnt, is het een klein kunstje.
Wij laten het zonlicht door een vergrootglas op de
flesch schijnen en zorgen, dat het brandpunt pre
cies op den draad komt, die dan in ecnigen tijd van
zelf doorgebrand wordt