'OSJAODi Van twee aardappelsoorten, die waar schijnlijk een goede toekonrt tegemoet gaan. Noodlottige gevolgen van een stoeipartij. Noodweer boven een Beïersche stad. met zich brengen. We zijn er allen van overtuigd, dat bezuinigd moet worden en dan is dit den weg, niet om dat de bewoners van Schoorldam getroffen moeten wor den, maar spr. ziet op de begrooting geen andere posten, waarop bezuinigd zou kunnen worden. De heer Slot wijst nog eens op het standpunt dat de leden een jaar geleden hebben ingenomen en herhaalt dat als er toen zóó over werd gedacht, er nu weinig woorden over vuil gemaakt behoeven te worden. De heer Swan herinnert er aan dat toen in 'n periode waarin sprake van opheffing der school was omdat de ouders niet tevreden waren over het onderwijs dat te Schoorldam gegeven werd, de inspecteur verklaard heeft, dat een éénmansschool minstens evengoed kan wezen als een meermansschool. Dat de inspecteur zich nu anders uitlaat, bevreemdt spr. werkelijk. Als de vos de passie preekt, boer pas op je ganzen. De heer Slot zegt, dat als het door hem naar voren gebrachte punt niet in aanmerking wordt genomen, hij wel wat over de zaak zelve wil zeggen. Wat het onder le. genoemde van het voorstel der meerderheid betreft, die argumentatie doet spr. wat vreemd aan. Spr. denkt hier aan het spreekwoord, als de vos de passie ipreekt, boer pas op je ganzen, want spr. wijst erop dat de twee voorstellers geen voorstanders zijn van het openbaar onderwijs, en spr. kan zich dus niet voorstellen dat zij rich voor dit onderwijs zoo zullen beijveren, ondanks het feit dat de ouders te Schoorldam de school willen behou den, en dan toch dit argument gaan gebruiken. Tn het tweede punt wordt naar voren gebracht de f 1800 bezuiniging. Spr. wijst er op dat het hier als een gewoon rekensommetje wordt voorgesteld, maar z.I. is wel een andere rekening te maken. Maar of nu het mo tief van bezuiniging op den voorgrond moet worden ge plaatst, betwijfelt spr.. Wanneer het onderwijszaken be treft, mag dat motief niet op den voorgrond worden ge plaatst. Toen 5 jaren geleden een bijzondere school werd opgericht, heeft geen enkele van de heeren de bezuini ging opgenoemd, hoewel die stichting toch enorm veel kosten met zich zou brengen. Toen moest, ondanks die hooge kosten, de splitsing tot stand komen. Enfin, dat was ieders recht, maar dan mag dat argument ook nu niet zoo zwaar wegen. Maar bovendien is dat bedrag werkelijk te bezuinigen? Als men de cijfers van de koste® van onderwijs beziet, blijkt dat het openbaar on derwijs ln deze gemeente per kind heeft gekost f 14.60, terwijl de kosten te Noordscharwoude bedroegen f 12.50, a f 13, en In andere plaatsen f 15 f 16. Van een abnor maal cijfer is dus te Warmenhuizen geen sprake. En als nu op die kosten f 4 per kind bezuinigd moet worden, dan wil spr. aan de voorstanders van bijzonder onderwijs waarschuwen zich niet op een gevaarlijken weg te be geven, want dan zal ook op dat bijzonder onderwijs be zuinigd moeten worden. Dan zou ook voor dat onderwijs f 10 per kind worden vergoed. Het is dus voor de voor standers van de bijzondere school wel de vraag, of zij wel met het voorstel van de meerderheid van B. en W. zullen kunnen meegaan. D® heer De Groot merkt op dat de heer Slot zegt dat de 2 voorsteller* geen bewonderaars zijn van het open baar onderwijs, maar spr. wijst er op dat wat voor het openbaar onderwijs gedaan kon worden, dat is ook altijd gedaan, gezien alweer de boventallige onderwijskracht. Spr. oordeelt dat de heer Slot daar dus niet op neer behoeft te komen. Alles is hier voor het openbaar on derwijs gedaan en wat voor de bijzondere school wordt gedaan, is allee volgens de wet. We kregen hier een grooter aantal leerlingen en we hadden dus toch moe ten bouwen. En of we dan een bijzondere of een nieuwe openbare school gaan bouwen, dat is hetzelfde. De Voorzitter zegt, dat hij door den heer Slot min of meer persoonlijk is aangevallen, maar ook spr. zou, wat de redeneering van den heer Slot betreft, kunnen wijzen op het spreekwoord, als de vos de passie preekt, boer pas op je kippen. Spr. is door de bijzondere liefde die de heer Slot voor het openbaar onderwijs koestert, in ieder geval de groote bezorgdheid ervoor, getroffen. Het kan waar zijn, dat de kosten van het openbaar onderwijs elders f 13 a f 14 of f 15 a f 16 per kind is, maar ais de school te Schoorldam blijft behouden, hou den we die extra kosten. De heer Slot zegt, dat dit zou opgaan, als er uit de cijfers bleek dat het openbare onderwijs te Warmen huizen extra zou kosten. Maar wat besteed is, is r.or- tnaal. De Voorzitter; Maar dat eijfer wordt toch gedrukt door de opheffing van de school te Schoorldam. De heer Slot: Dat is de vraag, f 14 is normaal; als het een beetje minder economisch werd behandeld, zou het anders wezen. De Voorzitter antwoordt dat als ln dezelfde omstan digheden de school geëxploiteerd werd als in andere gemeenten, de kosten dan f 16 plus de f 4 veroorzaakt door de school te Schoorldam, zouden zijn. De heer Slot weerspreekt dit, de kosten van Schoorl dam zijn in die f 14.60 gedisconteerd en daar blijk: vit, dat door het economisch werken, de kosten niet boven die in andere gemeenten zijn. De Voorzitter geeft toe, dat het onderwijs niet duur is in deze gemeente, maar als we de school te Schoorl dam niet hadden, zouden de kosten f 400 minder be dragen. De heer Slot vraagt of dat dan het argument meet wezen om de sobool op te heffen en in te gaan tegen wat de ouders te Schoorldam willen. Die ouders winen, ondanks het vooruitzicht, dat hun kinderen dan een 3-man»-school kunnen bezoeken, met hand en tand aan de eenmansschool vasthouden en oordeelen evenals meerdere deskundigen, dat het onderwijs heel goed kan zijn. Spr. wijst erop, dat verondersteld dient te worden, dat niet alle kinderen van Schoorldam naar de scnool te Warmenhuizen zullen komen. Er is alle aanleiding Voor om te veronderstellen, dat er ook naar en andere gemeente zullen gaan. al wil spr. niet in die richting sdviseeren. Rechtvaardigt dit nu de opheffing van deze school? Moeten, we daarom nu tegen den wensch van de bewoners de school opheffen? En, vraagt spr., hoe staan we tegenover de gemeente Warmenhuizen? We mogen veronderstellen dat alles door de bewoners van Schoorldam zal worden gedaan om de kinderen niet te Warmenhuizen, maar in Schoorl naar de school te d< en gaan. Kunnen we dan die bewoners door de opheffing der school, niet verplichten zich meer tot Schoort aan getrokken te gevoelen dan tot Warmenhuizen? Schoorl dam is bijzonder gunstig gelegen en kan zich uitbrei den. Als we tot opheffing van de school besluiten, zal Schoorldam zich al meer van Warmenhuizen vervreem den. Spr. raadt daarom aan, over de kosten heen te stappen en de school te behouden. De Voorzitter zegt, dat de bezuiniging als twoode punt, ala bijkomstig argument is genoemd. Het eerste argument, spr. durft het bijna niet noemen, omdat hij aan de vos denkt is het beter onderwijs. Het is wel mogelijk, dat er deskundigen zijn die zeggen dat *en eenmansschool evengoed kan zijn, maar het is toch een feit, dat een meermansschool beter ia. De heer Slot zegt, dat daarover de geleerden het niet eena zijn, hoe moeten wij als leek, daar dan tegenover staan. Het onderwijs in een eenmansschool kan min sten» zoo goed zijn. In een 3-man«school kan ook een ongelukkige verhouding bestaan, en we weten dat dit hier het geval is, de eene klas overbevolkt, de andere klas te weinig leerlingen. De Voorzitter: Dat zijn theoretische mogelijkheden, da deskundigen zijn het er niet over eens. De heer Slot: Maar de ouders zijn er ook. De Voorzitter: Maar de raad moet beslissen. De heer Slot kan zich voorstellen, dat een burge meester, als burgervader waakt voor de belangen \an de burgerij, tegen beter weten van die burgerij in, maar de raad kan ook rekening houden met wat de men- schen prefereeren. De Voorzitter zegt, dat niet alleen rekening d'.ent te worden gehouden met de ouders van Schoorldam, maar ook met de ouders van Warmenhuizen en d?or opheffing van de school te Schoorldam, is de derde leerkracht voor Warmenhuizen verzekerd. De heer Slot wijst op de toename van leerlingen te Warmenhuizen en oordeelt dat men zich voor die derde leerkracht niet bezorgd behoeft te maken. De groei wordt langzamerhand sterker. Bij welk aantal leerlin gen kan aanspraak op een 4e leerkracht worden ge maakt? De Voorzitter zegt, dat we daar nog lang niet aan toe zijn, al kwamen alle leerlingen uit Schoorldam hierheen. De Secretaris deelt mede, dat met 117 leerlingen aan spraak wordt gemaakt op een vierde leerkracht De heer Slot acht het zeer goed mogelijk, dat over 6 a 7 jaar dat aantal wordt bereikt en dan zal een vierde lokaal bijgebouwd moeten worden en is de nu naar voren gebrachte bezuiniging weg. De Voorzitter zegt dat we dan weer een betere school krijgen, een 4-mansschool. Spr. zal zich houden aan het hoofdargument. De heer Slot vindt dat dit niet zoo zwaar weegt, de ouders prefereeren de eenmansschool, hpt onderwijs kan er evengoed wezen, uit de praktijk zjjn er voorbeelden aan te wijzen, dat in een 3-mansschool een klas be dorven is. D« Voorzitter: Als men aan een eenmansschool onge lukkig is, kunnen alle 7 klassen bedorven zijn. De heer Slot: Men moet een goede keus doen. De heer Swan zegt dat in Schoorl is geinformeerd naar de toelating van leerlingen, waarom staat dat niet in de toelichting vermeld? De Voorzitter geeft toe, dat in algemeenheid niet waar is, wat in de toelichting staat. B. en W. van 8choori willen aan den raad voorstellen 10 15 leeilin- gen tot de o.l.-school toe te laten en B. en W. va® onze gemeente zullen dan ook te gelegenertijd voorstellen een regeling met de gemeente Schoorl aan te gaan. De heer Swan zegt dat dit oppervlakkig een mooie oplossing lijkt, maar het geeft toch aanleiding tot ver brokkeling, wat niet is aan te bevelen. Spr. denkt dit de ouders er zich sterk tegen zullen verzetten, dat ren BOERDERIJ en VEEHOUDERIJ Toen verleden jaar het besluit genomen werd door het Centraal Comité voor keuringen van gewassen te velde, om de Bravo's niet meer ter keuring aan te nemen om dit soort aardappel zoodoende te doen verdrijven; en toen diverse gemeenteraden strafbe palingen gingen ontwerpen, om ook zoodoende den verbouw van Bravo's onmogelijk te maken, zie toen hebben wc een oogenblik ons hoofd geschud. De Bravo toch had een zeer goeden naam als consump tie-aardappel en stond om die reden lange jaren bij de verbouwers in hoog aandien. Was het nu zoo erg, zoo vroegen we ons af, dat hier en daar wel eens wratziekte in deze aardappelsoort werd geconsta teerd; kon dat nu als reden aangepakt worden om zulke drastige maatregelen te nemen, tegen een aardappelsoort, die in zoo'n hoog aan zien stond. Ja, geachte lezer, waren het gewone tijden, dan zou het misschien niet zoo'n vaart heb ben geloopen; maar het buitenland kijkt «angstvallig naar alles wat er bij ons op landbouw- en tuinbouw gebied gebeurt en om ons een hak te zetten, zou het buitenland gretig het argument hebben uitgebuit, om den invoer van aardappelen en wat even erg is, den invoer van bloembollen stop te zetten. Waar zulke groote belangen op het spel stonden, zullen velen zich kunnen neerleggen bij deze dwingende bepalin gen, die anders zich zouden hebben verzet om zoo in hun vrijheid te worden gekortwiekt, dat men nog niet eens zelf mag kiezen, wat of men op eigen grond zal v®rbouwen. Zooals gezegd, velen hebben zich met de bepalingen verzoend en zullen dat nog meer doen, als er voor de Bravo een gelijkwaardige aardappel in de plaats kan worden gesteld. Wat dit laatste be treft, hiermede schijnt men op den goeden weg te wezen. Dat de Bravo vatbaar is voor wratziekte wordt haar als een ernstige grief aangerekend en als de kweeker voor de Bravo een nieuwe aardappel soort in de plaats zal brengen, zal deze in de eerste plaats onvatbaar moeten zijn voor deze ziekte. Gelukkig blijkt het kweeken van een onvatbare soort geen al te groote moeilijkheid op te leveren; althans in Duitschland en ook in ons land bestaan er al een heele lijst van onvatbare soorten; doch daarmede is de kweeker nog niet klaar. De Bravo had zoo'n goe den naam als consumptie-aardappel. Dié eigenschap pen zullen dus minstens ook in de nieuwe soort aan wezig moeten zijn, wil zij werkelijk de Bravo geheel kunnen vervangen. En hierin schuilt nu een groote moeilijkheid. Het schijnt dat Dr. J. C. Dorst, consulent voor de Plantenveredeling bij de Friesche Maatschappij van Landbouw te Leeuwarden, een gelukkige greep heeft gedaan, door een paar soorten te kweeken, die in veel opzichten gunstig afsteken bij de bestaande soor ten. Het zijn de Friso en de Fuore, beide kruisingen uit het jaar 1924 tusschen Roode Star en Alpha. Beide soorten zijn practisch wratziektevrij, althans voor be smetting met deze ziekte bleven zij ongevoelig. De Friso is geelvleezig en geel van schil; de Furore is geelvleezig en rood van schil. De Friso lijkt ons een geschikt soort om de Bravo te vervangen. Ze past het best op den kleigrond en geeft daar mooi gevormde niet te groote knollen. Door het weinig groeizame weer van afgeloopen zomer, waren de Friso's in onzen Schooltuin wat ongelijk van grootte en een weinig doorgegroeid. De Friso laat zich door het uitschieten van een weinig kriel, sorteeren tot een prachtpartij consumptie-aardappelen. In de maand September werd deze aardappel gerooid in den Houtrakpolder en den Directeur van het Coöperatief Restaurant te Am sterdam ontving er een monster van om deze soort eens als consumptie-aardappel ,voor de stad te keu ren. Zijn conclusie was, dat de Friso voldoet aan de eischen, welke aan een prinm consumptieaardappel mogen worden gesteld, n.1. zeer goed in de kook, niet te groot van stuk en regelmatig van vorm en blommig op de schaal. En hoe waren de uitkomsten, zullen belanghebben den vragen: 24 September zou het proefrooien plaats vinden in den Houtrakpolder. Dank zij de medewer king van den landbouwredactour van het Handels blad, die een en ander wereldkundig had gemaakt, was er vrij veel belangstelling, ook uit plaatsen bui ten den Houtrakpolder. Midden in een veld Bravo de lezer merke op dat deze aardappel nog niet geheel is verdwenen waren de Friso's gepoot; er stonden 11 rijen van 200 Meter van de nieuwe soort. Zoodoende was er al oen prachtige gelegenheid om den stand van de Bravo met die van de Friso te vergelijken. De Bravo's waren door het vele natte weer danig in het loof verziekt en op den dag van het rooien wa ren alle Bravo's geheel afgestorven. Niettemin bracht de Bravo toch nog een behoorlijk beschot op. 25 op eenvolgende willekeurig uitgestoken planten van de Bravo brachten gezamenlijk op 19 K.G.. De Friso's, die, zooals gezegd midden tusschen de Bravo's ston den, hadden van de aardappelziekte weinig geleden. Bladeren en stengels vertoonden het natuurlijke af sterven, doch do Phytophtara had zoo goed als geen schade aangericht. Ook in de knollen werd deze ziek te niet aangetroffen. Ook van de Friso's werden net als bij de Bravo's op een willekeurige plaats 25 plan ten gerooid. De opbrengst van deze 25 planten was 32K.G., dus per plant gemiddeld 1,3 K.G. Achter blijvers of misplanten waren niet aanwezig op het veld. Ruw geteld stonden er 35000 planten op de H.A. (de plantwijdte was 40 X 60 e.M.). Een eenvoudige berekening toont dan aan dat een totaalopbrengst van 45.500 K.G. per H.A. zou worden gerooid. Daar de gerooide planten midden uit het veld werden geno men op willekeurige plaatsen, een en ander op aan wijzing van eenige belangstellenden, behoeft men dus niet te denken van een te gunstige voorstelling van zaken. 45.500 K.G. aardappelen is een uitmuntende opbrengst. 650 H.L. of 1300 zak, 't is welletjes zou ik meenen. Goede eetaardappelen (blauwe) gelden op het oogenblik voor winteropslag f3 per zak. Als de Friso nu maar f2 opbrengen, wordt dit zeker wel 'n goede bouw. Eigenlijk is een opbrengst van 650 H.L. in een zomer zooals wij ge>had hebben, een te groote opbrengst en m.i. zouden wij hiervan best wat kun nen missen, mits dat ten goede kwam aan de qualï- teit. Want de kweekers zullen zich m.i. het meest moeten toeleggen bij het telen van nieuwe soorten om een goede consumptieaardappel te verkrijgen. Ik kan niet zeggen dat wij er de laatste jaren zoq op vooruit zijn gegaan met onze nieuw® aardappclsoorten wat de qualiteit aangaat. Wie onzer zich nog de smaak als winteraardappel herinnert van Wolkammers, kan maar geen vrede hebben met de kartoffelen die men tegenwoordig als winteraardappel consumeert. Bij het proefrooien" maakte een der aanwezige boeren de onderstaande opmerking. Hij zei, dat we met zoo'n aardappel wel nooit op hooge consumptieprijzen be hoeven te rekenen. Als er in een jaar met zooveel ziekte nog geen rotte aardappelen in de partij komen en dan zoo'n enorme opbrengst, dan zal er altijd wel overproductie komen van aardappels. Doch niet alleen in den Houtrakpolder, doch ook op het kweekveld der Friesche Maatschappij van Landbouw te Engelum, voldeed de Friso goed,» even goed als in den Houtrakpolder. En nu nog wat over de Furore. Ook deze is, zooals reeds is gezegd, evenals de Friso, ontstaan uit een kruising van de Roode Star met de Alpha. De Furore is in tegenstelling met de Friso rood van schil. De knollen zitten goed verdeeld om den stam en zijn over het geheel wat dikker en zwaarder dan die van de Friso's. In dit gewas komen ook perccntisch min der kleine aardappelen voor. Op het proefveld te En gelum stonden vier soorten naast elkaar en wel de Friso, de Eingenheimer, de Furore en de Roode Star. De veldjes waren in tweevoud aangelegd en van ieder veldje werden 60 planten gerooid. De planters op de proefvelden waren gelijkelijk behandeld en de plan ters waren van dezelfde afmetingen geweest. Na het rooien werden de aardappelen gesorteerd in grooten en kleinen. De kleinen gingen tot 42 m.M., wat zeker een groote maat genoemd mag worden voor kleinen; Blauwen, Bonten en Bravo's worden gewoonlijk in Zeeland gesorteerd over een hor van 33 m.M. De opbrengsten van de 60 planten waren: Veldje I. Grooten. Kleinen. Friso 741/2 K.G. 33 K.G. Eigenheimer 59*4 K.G. 22 K.G. Furore 77 K.G. 12 K.G. Roode Star 40 K.G. 15 K.G. Veldje II. Friso 641/2 K.G. 33 K.G. Eigenheimer 641/» K.G. 15*4 K.G. Furore 72i/2 K.G. 7 K.G. Roode Star 40i/2 K.G. 10i/2 K.G. Tc groote aardappelen zoogenaamde bonken kwamen bij de Furore niet voor. Verder kan nog worden opgemerkt, dat de Furore pl.m. 2 a 3 weken eerder rijp is dan de Roode Star. Het zetmeelgehalte is verder goed, gemiddels iets hooger dan de Eigen heimer. Welnu mocht er niet boven deze kroniek geplaatst worden van twee aardappelraseen die waar schijnlijk een góede toekomst tegémAet gann. Vel én zullen het volgende jaar eens een stukje land met deze nieuwe scoorten wenschen te betelen. Ze zijn te bekomen bij de Z.P.C., Zuidergrachtswal 3, Leeuwarden. De voorraden zijn evenwel niet groot; men bestelle dus vroegtijdig, nog liever direct. S. V. Als bladvulling nog het volgende: Noordholland gaat prat op zijn landbouw en zijn veeteelt en op de vele instellingen op het gebied van de bevordering van landbouw en veeteelt. En terecht, er is in onze provincie veel moois te zien op bovenstaand gebied. Doch zoo'n vooraanstaande positie brengt zijn ver plichtingen mee en één van die verplichtingen is bijv. dat de ouders aan het jonge geslacht een goede landbouwkundige opleiding verschaffen. Hiermede nu is het in onze provincie ik overdrijf niet, als ik zeg „nog treurig gesteld" en wil Noordholland hou den wat het heeft, dan zal het onderwijs in den meest uitgebrciden zin veel meer moeten worden ge waardeerd als een machtige schakel in den keten van ©en sterk vereenigingsleven en voor een landbou wenden en veehoudenden stand, die aan de spits staat van de landbouwbevolking in ons land. Noord-Holland bezit maar één neutrale Rijks landbouwschool. Dit jaar konden wij maar 10 zegge 10 leerlingen uit de geheele provincie toelaten. Hoe is het hiermede gesteld in andere provincies? Noord-Holland is in dit opzicht het best te vergelij ken met Friesland. Te Leeuwarden werden toege laten 31 leerlingen en kon de school aanvangen met 58 leerlingen. Dan moet men niet vergeten dat Friesland nog een school heeft te Drachten waarop meer leerlingen gaan dan te Schagen; verder een drietal lagere landbouwscholen, enz. Te Zutfen wer den toegelaten 21 leerlingen; in het arme Drente slaagden voor de landbouwschool te Emmen 32 leer lingen. Dordrecht klopt ons met 16 leerlingen. Zit er nu niet iets vernederends in dat Schagen geheel onder aan staat met zijn 10 leerlingen. Waar ligt dit aan? Is het onderwijs te Schagen niet goed, mankeert daar iets aan; is de stichting van een landbouw school te Schagen een fatale fout geweest en moest deze school misschien meer in het centrum der pro vincie gevestigd zijn? Och, geachte lezers, ik geloof niet dat dit de reden is. Het eenigste wat er in ge zien mag worden is dit: „de geringe waardeering die het landbouwonderwijs in Noord-Holland geniet". Dat is de cardinale fout bij ons en dat is zeer jam mer. Want dat is een kwaad dat zich wreken zal Is het nu niet direct misschien, dan zeker in de nabije toekomst. Zaak is het om in deze paraat te blijven. Waar andere provincies ons zoo overvleu gelen, daar mag men in Noord-Holland wel dubbel waakzaam zijn om te houden wat men heeft. Doch daarin zit dan nog geen enkele vooruitgang; .daar van wordt men niet beter. Deze ontboezeming moest mij even van het hart, nu wij onze mooie onderwijs inrichting hebben moeten openen met 10, zegge 10 leerlingen, 't Geve stof ter overdenking aan allen die den Landbouw goed gezind zijn en ik zou auto riteiten op Landbouwgebied dan ook in overweging willen geven om dezen toestand eens ernstig onder de oogen te zien. Zoo is de school een schim van het geen zij wezen kon: een bloeiende onderwijsinrich ting voor den boerenstand in geheel Noord-Holland. Voor hen die deze inrichting trouw blijven ligt in deze woorden geen verwijt; doch voor hen, die al lerlei uitvluchten weten te bedenken om het niet bezoeken dezer school voor hun kinderen aanneme lijk te maken, of die er vanwege de geringe waar deering voor alle geestelijke ontwikkeling heelemaal niet aan denken om hun kinderen naar deze school te zenden, zijn het harde woorden. Doch gedachtig aan het spreekwoord dat zachte heelmeesters stin kende wonden maken, moest ik het bovenstaande zeggen in den vorm, waarin het uit mijn pen vloeide. De strekking van het bovenstaande is om den vin ger eens te leggen op een ernstige wondeplek in de landbouwkundige ontwikkeling van om^ provincie. s. v. ONS ALLER VRIEND gaat trouw van deur tot deur in weer en wind vaak slechts voor een onnoozel druk werkje. Hoe licht dreigde hem dan ook niet een ver koudheid met alle gevolgen, als hij niet bijtijds Aspirin-^ Tabletten zou nemen. f eenig op de wereld Let op den oranje band en het Bayerkruls. Priji 75 ets. deel der kinderen naar Warmenhuizen gaat en een ander deel naar Sóhoorl. De heer De Groot zegt, dat het wel aan te bevelen is, dat alle kinderen hierheen komen, maar B. en W. willen de menschen tegemoet komen. Als het voor som mige kinderen één Kilometer kan schelen, willen B. en W. de mogelijkheid openen om de school te Schoorl te bezoeken. De Voorzitter wil tot stemming overgaan, doch de heer Slot herinnert nogmaals aan de belofte enkele jaren tevoren afgelegd, om met alle krachten mede te werken tot handhaving der school. Niet omdat spr. zoo bijzonder sympathiek staat tegenover het bijzonder onderwijs, maar spr. raadt de voorstanders van bijzon der onderwijs aan, alvorens hun stem uit te brengen, goed te overdenken, dat bij opheffing van de school te Schoorldam, een veel geringere uitkeering aan het bijzonder onderwijs zal worden gedaan. Op het oogen blik zouden er dus groote overschotten moeten zijn, wil de bezuiniging bereika kunnen worden, die zal voort vloeien uit de opheffing van de school te Schoorldam. AJs één man! En spr. kan ook mededeelen, dat Schoorldam als één man zal staan tegenover het genomen besluit tot op heffing der school. Uiteindelijk is het niet de raad, die heeft te beslissen, er zijn nog hoogere colleges. Spr. geeft ernstig in overweging, het voorstel van de meer derheid van B. en W. niet aan te nemen. Staking van stemmen. Het voorstel van de meerderheid van B. en W. wordt in stemming gebracht. Voor verklaren zich de heeren Hof, Nannis en De Groot, tegen de heeren Slot, Swan en Van Rijn. fDe Voorzitter zegt dat dus de stemmen staken en in de volgende vergadering opnieuw over het voorstel zal worden gestemd. Verstonden we het goed, dan ligt het in de bedoeling, van den Voorzitter, om daarmee te wachten tot de a.s. vergadering, waarin de gemeentebegrooting zal worden behandeld. Verondersteld werd, dat de heer Molenaar, die af wezig was, de vergadering vergeten had. De heer Van Rijn informeert nog, hoe het gaat met de tijdelijke leerkracht van de school te Schoorldam. De Voorzitter zegt, dat hiervoor steeds moeite is ge daan. Gister is de sollicitant bij den inspecteur geweest en spr. verwacht vandaag bericht. Hierna sluiting. Verschillende berichten. Vader verwondt zijn zoon levensgevaar lijk met een broodmes. Woensdagavond heeft zich ten huize van de fa milie K., in d? Martinus Steynstraat te Rotterdam een vreeselijk drama afgespeeld. De familie, bestaande uit den 56-jarigen vader J. G. K., de moeder en drie zoons, waaronder de 20- jarige N. J. K., was thuis. De drie jongens waren in een baldadige bui. Ondanks het herhaaldelijk verbod van hun vader, renden zij om de tafel en haalden zij allerlei kwajongensstreken uit. Tenslotte werd het den vader toch te erg. In een oogenblik van groote opwinding greep hij een brood mes, dat op de tafel lag en gooide dat in den wilde weg tusschen de jongens. Er klonk een angstkreet. De 20-jarige zoon, die op Wt meter afstand had gestaan, zakte in elkaar. Het mes had hem midden in de buik getrof/en. Oogenblikkelijk werd de G. G. D. opgebeld, die het slachtoffer naar het ziekenhuis aan den Coolsingcl vervoerde. Het bleek, dat een bloedtransfusie het eenige middel was om hem nog in het leven te houden. De moeder stelde zich daar direct voor be schikbaar. Te dien einde werd zij eveneens in het ziekenhuis aan den Coolsingel opgenomen. Bij het onderzoek, dat de politie direct instelde, kwam aanvankelijk niet aan het licht, dat de vader de schuldige was. Deze liet het voorkomen, alsof de jongen per ongeluk in het njes was gevallen. Nadat de familieleden echter gehoord waren, ontdekte men de ware toedracht. De politie heeft den man toen, om 3 uur, in zijn woning gearresteerd en naar het politiebureau aan de N'assaukade overgebracht. Hij heeft een volledige bekentenis afgelegd. De toestand van het slachtoffer is zeer zorgelijk. Lichtenfels en omgeving door wolkbreu ken geteisterd. Dato 9 October verneemt V.D. uit Lichtenfels: In den afgeloopen nacht is de omgeving van Lich tenfels in Beieren doe- noodweer geteisterd. Nadat het reeds bijna den gcheelen dag geregend had, ont lastte zich tegen half twee des nachts een wolkbreuk, die te Lichtenfels zelf en in de plaatsjes er omheen, groote schade aanrichtte. De bewoners van Langheim werden gewekt door een geweldig geruisch. Voor men eigenlijk wist wat er aan de hand was, stortte een watermassa de huizen binnen. Zeer vele huizen wer den onder water gezet en veel vee verdronk. Tenge volge van den storm knapten talrijke telegraafpalen af. In de staatshoutvestcrijen werd groote schade aan gericht. Ook op andere plaatsen traden rivieren an beken buiten hun oevers.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 14