- De Wereldreis van Dicky en Dirrekie Durf m VOOR ONZE SCHAKERS C. DE BOER KAPPER PLANTEN IN KAMER EN TUIN. HUMOR. Vraagstuk No. 620. A ,1 sm®mé i.ir i l tó Cst Lri |4?I m§ 1 WETENSWAARDIGHEDEN. «lechts dé beschikking over één bootje, -waarin plaats was voor niet meer dan 2 personen. De blanken von den het et n groot risico om met een minderheid In aantal, aan welken over ook, met de Indianen alleen te blijven. Hij wisten ten slotte de overtocht met hun roode broeders zóó te regelen, dat dit geen enkel «ogenblik het geval was! Toch kwamen zij nu ook alle zes aan de overzijde, dus door over te varen met dat bootje en op geen andere manier. Wie kan aangeven hoe af „ze 'm dat lapten" OPLOSSINGEN DER PUZZLES uit ons vorig nummer. No. 613. „DE WANDELAARS". Na vijf uur zullen zij allen gelijk aan het uitgangs punt zijn. A. is dan vijfmaal rond geweest, B. viermaal, C. driemaal en D. tweemaal. Heel eenvoudig... als men 't weet. No. 614. „HET GEHEIM DER DRIEëN". Onderstaand figuur laat ons zien, op welke wijze de drieën geplaatst moeten worden om bij optelling van Ae horizontale, zoowel als van de verticale vakjes steeds zeven tot uitkomst te krijgen. Daartoe behoeft in het middelste vakje slechts de breuk 3/3 gezet te worden. 3 3 3/3 3 3 van H. W e e n i n k. Zwart: 3. f a b c d Wit: 5. De diagramstand behoort te zijn: Ke4, Ph6, pion b6. Wit Ke6, Dfl, Pb3, pions op b5 en d2. Wit epeelt en geeft mat in 3 zetten. OPLOSSING VRAAGSTUK No. 615. De diagramstand was: Zwart: Kgl, pion e4, Pe8, Tb8 en Tb6. Wit Kg6, Dc6, La6. La7, Th2, Th3. Wit speelt en geeft mat in twee zetten als volgt: 1. Kh6. Op zw. Pd(f)6 volgt nu Del met mat en op zw. e3 wint wit door Tg2 met mat ANNA PAULOWNA. Aparte salons voor Dames en Heeren. Blijvende Haargolf, volledige behande ling f 10.-, '/z jaar garantie. Een schotel forellen volgde op de soep. Vervol gens sneed juffrouw Spragge een kalkoen voor, ter wijl George een aanval deed op een eigengerookte ïain. Allerlei zuur-yranberry-compöte en verschillen de soorten groen namen oom Zod's aandacht in be slag. Hij verwerkte, wat voor hem neergezet werd, ;\vijgend met een vaart naar binnen. Toen George '/.«•i: Gaat 't naar je zin oom?, antwoordde hij: ik houd van goed gezelschap en goed eten. Als ik die beide dingen tezamen tref, ben ik zoo dicht bij het geluk als ik ooit verwachten kan te. komen. Twee dagen geleden zijn juffrouw Goodrich en Mc ternauwernood aan een groot gevaar ontkomen, begon George te vertellen. We waren aan het zeilen flij vertelde op gewonden het geheclc verhaal cn haalde ook alle andere avonturen op cn besloot: Ik heb mijn uiterste best gedaan om haar bang te maken, maar ze is eenvoudig niet bang to k rij - gen Oom Zed stond op het punt zich over te geven, liet gesprek liep verder over allerlei andere dingen, tot het onder George's leiding den kant van koeien uitging. Mazel luisterde, voor het eerst een besef krijgend wat het leven op Spraggc's eigenlijk was. De hoe veelheid werk die deze familie deed, bracht haar eenvoudig van haar stuk. En dat werk werd gedaan omdat 't iedereen van het zijne of hot hare hield. II Toen de vrouwen waren gaan opruimen vielen dc mannen op de waranda in slaap. Ilazel glipte naar haar kamer om den brief te lezen die oom Zed had meegebracht. Stocker's Landing, 20 Juni Lieve Mazel. Ik hen daareven teruggekomen van een mooi reisje het Noorden in. Ik was ook in Scattlc cn Tacoma. In die heide streken is het erg druk en ik heb verbindingen aangeknoopt die. tot goede zaken kunnen leiden. Dut zal natuurlijk meer reizen en tijd dat ik van jou vandaan hen tengevolge hebben. Alles bijeengenomen gaat liet me goed, maar ik hen erg teleurgesteld iat ik dit alles niet met je bespreken kan. Je ante heeft me je adres gegeven. Ze meende at je wel gauw weer terug zoudt komen. Ik :an me niet voorstellen waarom je zoo plotse- .ing uit Oakland bent weggegaan. En wat ter VI. TEGEN luizen, die door kleverige afscheidingen de planten vuil maken, wijl daarin schimmels woekeren gaan en een zwart vlies over de bladeren verbreiden, 't welk de huidmondjes verstopt, bespuit men de planten, zoodra luis optreedt, met een of andere sproelstof, meestal een nicotine-praeparaat, om ze te verdelgen. Men gebruikt daarvoor een ver stuiver. (pulversisateur), welke de vloeistof door lucht druk met kracht naar buiten stuwt en zeer fijn ver deelt, zoodat de planten overal geraakt en bevochtigd worden met de voor de luizen doodelijke stof. Zijn de planten, niettegenstaande alle goede zorgen, door bijzondere omstandigheden toch stoffig en vuil geworden, of met luis bezet, dan is afwasschen met zeepsop en een zachte spons het beste middel om haar weer behoorlijk schoon te krijgen. Voor het reinigen van ruwe of' behaarde bladeren, van geplooide palm bladeren, van de bladoksels en de hoekjes tusschen bladnerven, gebruikt men een kwastje of borsteltje, de samenstelling of sterkte der te gebruiken oplossingen, houdt verband met de soort van luis, met de aange wende sproeistof en met den aard der te behandelen planten. Planten met leerachtige bladeren kunnen sterker praeparaten en oplossingen verdragen, dan kruidachtige, de noodige gebruiksaanwijzingen worden bij de in den handel zijnde praeparaten verstrekt. Het bemesten der planten. Hoeveel en welken mest moeten de planten hebben? Wanneer bemesten? Dat zijn zoo eenige vragen, die den vakman worden gedaan en waarop, als de meest ge wone zaak ter wereld, prompt een antwoord wofdt verwacht. Echter, ook hier hangt alles af van de soort van plant, den toestand waarin zij verkeert, van het jaargetijde, enz. Een plant, die in een kleinen pot of in onvruchtbaren grond staat, zal spoedig hongeren en moet dus nu en dan voedselaanvulling hebben in den vorm van mest, hetzij dierlijke mest of chemische meststoffen (kunstmeststoffen). Overdaad is echter nutteloos eh kan ook schade doen. Wij bemesten dus onze planten, als ze behoefte aan voedsel hebben, precies dezelfde stelling dus, als bij het gieten geldt, maar nu welken mest en hoeveel? Welke soort mest doet, tot op zekere hoogte, we.nig ter zake. De planten hebben bepaalde voedingsstoffen in een bepaalde verhouding noodig en die moeten we geven. In dierlijken, z.g. stalmest komen die stoffen meestal alle voor, maar niet altijd in voldoende hoe veelheid of in de gewenschte verhouding. Welke zijn nu die voedingsstoffen en welke Is de verhouding in welke zij, bij een doelmatige bemesting, tot elkander moeten staan? Op grond van proeven heeft men voor een groot aantal planten (sierplaten) erhoudirgs- cijfers van de belangrijkste voedingsstoffen (stikstof, kali en phosphorzuur) vastgesteld, welke voor stikstof op gemiddeld 12 te stellen was, tegenover 9 voor den kali en 8 voor het phosphorzuur. Bladplanten kunnen meer stikstof, houtachtige en knoldragende planten meer kali, bloemplanten een hooger phosphorzuurgehalte gebruiken. Het gemakkelijkst achten sommigen het bemesten met dierlijken mest, stalmest koemest, duiven- en hoen- dermest enz. en veelal is dat ook het minst gevaarlijk, als men geen verschen, maar ouden mest gebruikt. (Wordt voortgezet.) Hoorn. K. VAN KEUDEN. A.: Hij zegt, dat hij familie van je is en dat hij dat bewijzen kan. B.: De man is volslagen idioot! A.: Ja, maar misschien is dat een toevallige ge lijkenis! wereld kan je in de wildernissen van dat vee district vasthouden? Dit is maar een kort briefje, beste meid, maar er ligt een berg achterstallige correspondentie op me te wachten. Van harte, WILBUR P. STOCKER. P.S. Ik zou wel zin hebben om je terug te ko men halen als je genoeg van dien boeren- troep hebt! Met was alsof ze Wilbur hoorde spreken. En ze kon zich hem voorstellen, zooals hij een aanval deed op de achterstallige correspondentie. Op zijn dunnen neus 'n lorgnet zonder rand; zijn donker haar dat op de kruin dunner begon te worden, glad weggeborsteld van zijn hoog smal voorhoofd, zijn bovenlip versierd met een „en brosse" geknipt snorretje, waar hij te vreden over streek als hij zich lekker voelde. Zooals gezegd was Wilbur toevallig dc meest ver kieslijke van de mannen die als ernstige huwelijks- candidaten in aanmerking kwamen. Maar er waren duizend Wilburs aan de Westkust van Californië! Maar Mazel wist dat zij ook een exemplaar van een bepaald soort was. Er waren dozijnen Ilazels in Oakland, alleen voorbestemd om met Wilburs te trouwen. Dit besef kwetste haar. En omdat Wilbur en zij zuivere typen van hun soort waren, begreep ze dat George haar aantrok omdat hij niet van hetzelfde type was; een min of meer afgewerkt type van de Westersche boschwind. Ze verlangde naar George cn ze zou haar best doen hem te krijgen. In die stemming beantwoordde ze Stocker's brief. Toen ze daarmee klaar was, ging ze naar beno den met dc bedoeling oom Zed te vragen hem op de post t/} doen. Ondertusschen hadden oom Zed en George hun dutje beëindigd en zaten ze vreedzaam te rooken. Jij en juffrouw Goodrich, jullie voelen je tot elkaar aangetrokken, hè?, had oom Zed tegen George gezegd. Is het soms geen kapitale meid?, was de enthousiaste wedervraag. Oom Zed gaf dit openhartig toe. Jawel! Ze is geschikter dan ik gedacht had. Een aardige praatster en op en top een dame. Ook heel handig in de huishouding. Die soep was goed genoeg voor de koningin; alleen had ze er een beetje tc voel room op gedaan. Ze was tc machtig! Maar ik wil „Waarom ik nooit getrouwd ben?" herhaalde de verstokte vrijgezel, „wel dat zal ik U vertellen. Ik trapte op straat eens op den rok van een dame. Zij keerde zich woedend om en brieschte: Ken je niet kijken waar je loopt, stomme, lompe vlegel van een uilskuiken?! Toen keek ze me eens goed aan, lachte opeens be- tooverend, en zei allerliefst tegen me: O, neemt U me toch asjeblieft niet kwalijk, ik dacht dat het mijn man was! Nu, toen heb ik de zaak eens overdacht, en ik vond het maar beter vrijgezel te blijven." Vrouw: Hoeveel baarzen had je Zaterdag ook weer gevangen, man? Man: Zes, liefste, allemaal reuzen knapen! Vrouw: Dat dacht ik ook. Dan heeft die visch- handelaar zich weer vergist, want hij zet er hier 8 op de rekening! Reiziger (woedend): Wat is het nut van een tabel van aankomst en vertrek van treinen, als jelui trei nen niet op tijd loopen? Witkiel-stationchef van miniatuur station: Nou, meneer, nou weet U van kwaadheid niet meer wat U zegt! Hoe zou U nou kunnen weten, dat de trein te laat is, als er geen tabel van aankomst en ver trek was? Is het U bekend: dat sneeuw de dorst niet vermag te lesschen?. dat sneeuw de planten voor doodvriezen behoedt? dat er niets op aarde bestaat dat witter is dan versche sneeuw? d a t er deze verklaring voor bestaat, dat <9# kristallen waaruit sneeuw bestaat, alleen maar witte lichtstralen weerkaatsen? dat 88 van alle automobielen ter wereld van Amerikaansche fabrikaat zijn? d a t 70 van alle auto's in Amerika rijden? dat Christoffel Columbus, de ontdekker van Ame rika, voordien een boekverkooper in Milaan was?. dat men in Japan, de bol van de dahlia eet als groente? dat er in Amerika 94 steden zijn met een bevol king van meer dan 100.000 zielen? 163. Als de auto weer een eind voor is op de ruiters krijscht Gerrit plotseling: „stoppen!" Dicky schrikt ervan en zet dadelijk den motor stop. Wat is er aan de hand? vraagt hij. „Ik hou het niet langer uit in die soepjurk," klaagt Gerrit, „strakkies is er enkel nog 'n plazzie vamme aufer". En hij begint dadelijk zijn sta tige burnous uit te trekken. Dirrekie herinnert zich opeens, dat ze in Benghasi ook een mooie parasol h^eft gekocht. „Ben ik even dom", moppert ze, „dat zou ik heelemaal vergeten. En mijn haren verschieten in die brandende zon. Terwijl we zoo fijn in de scha duw konden zitten." Maar Gerrit verheft dadelijk zijn aanminnig stemgeluid. „Vol gas, Dicky," roept hij, „daor komt de beraije kavvelerie wair an!" Met één sprong zit hij vóór op de auto, Dicky geeft vol gas en daar gaat het weer verder de woestijn in... 164. Als een pijl uit de boog stuift de auto weer voor uit De ruiters, die al dachten, dat ze eindelijk de vluchtelingen konden grijpen ze zijn al meer dan een dag onderweg! zien de auto weer verder weg- sehieten en ze brommen allerlei hevige verwenschingen aan het adres van het nare vliegding. Zóó hard gaat het, dat de drie lange haren van Gerrits kuif pal achter over liggen en dat hebben ze noott gedaan, sinds de wel toegeven als je dat verlangt, dat ik me in juf frouw Goodrich vergist heb. Maar in de kwestie waarom het gaat, heb ik me niet vergist. Ze zal nooit goed met jou in een tuig loopen. Zorg dat je verder niets met haar te maken krijgt. George lachte verachtelijk. Toen verscheen Hazel en vroeg glimlachend: Wilt u zoo vriendelijk zijn om dezen brief in Aguila op de post te doen? Zeker. Nadat oom Zed vertrokken was, bleef Hazel alleen met George. De rimpels, door den ouden man op zijn voorhoofd geroepen, waren nog niet verdwenen. Hazel zei zachtjes: Oom Zed is niet heelemaal tevreden over mij, is het wel? Hij vindt je erg aardig, maar Wat maar? Niks! Ik moet naar een van mijn kalvers toe, om er een verzwering uit te snijden. En hij verdween met groote snelheid. HOOFDSTUK IX. Een bosehbrand. Den dag voor het nationale feest (4 Juli) was er toevallig een bijzonder lage eb. George en IInzel onderzochten een rif, dat ver buiten de kust lag, in de hoop dat zij er „abaloncs" zouden vinden. Onder een bosje nat wier ontdekte Hazel een reus achtige schelp, die George beloofde voor haar te zul len polijsten. Die prettige taak aanvaardde hij direct met zijn gewone voortvarendheid en energie. Hazel draaide den slijpsteen, terwijl George er de schelp tegen hield. De bewerking duurde lang en leende zich tot het voeren van luchtige gesprekken. Toen het ruwste deel der bewerking, de leelijke buiten kant, was weggenomen, haalde George een bijtende vloeistof en puimsteen. Langzamerhand begon de schelp de meest verfijnde regenboog kleuren te ver- toenen en werd een voorwerp van zeldzame schoon heid. Hazel was verrukt, maar ze kon de verleiding niet weerstaan er een lesje uit te putten voor haar zelf cn haar metgezel. Toen hij baar het afgewerkte voorwerpje overhandigde, bedankte ze hem en zei zacht: Dat zou ik nu ook zoo graag eens met jou doen! Me met mijn neus op den slijpsteen duwen? kapper van Volvettendam ze vergat te knippen. Ger rits soepjurk wappert als een vlag in den wind, net boven de hoofden van Dicky en Dirrekie. Die beleeft niet veel plezier van haar parasol. De suizende lucht stroom vouwt ze binnenste buiten en Dirrekie moet den stok met beide handjes vasthouden, anders ging de heele parasol alleen op reis... Al de mooie kleuren uit je te voorschijn too- veren. Me eens echt opknappen, bedoel je? Ze knikte hem glimlachend toe. ja, dat was hij, baar „Abalone". Ze had hem ontdekt, ze had door den ruwen holster die door den puimsteen van den tact wcggeslepen kon worden, heen gekeken en daar de meest onverwachte schoonheden gezien. Tot haar groote vreugde ging George op haar beeldspraak in: Je mag met me doen wat je maar wilt, schat. Hij keek haar aan met onverholen aanbidding, die klaar stond om in een overstelpenden woordenvloed los te breken. Goed zoo, dat zou ik heerlijk vinden! zei ze haastig. Mevrouw van Horne vond het heerlijk om me in de kleeren te steken! Kleeren komen er voor een man niet zoo op aan, antwoordde Hazel. Maar dc geest moet levendig cn schitterend worden. Blozend bracht ze het gesprek in andere banen. Hebben we vanmiddag nog plannen? We kunnen op de rotsen gaan visschen, als je er zin in hebt. Kabeljauw en spiering. Misschien is er wel kans op een worsteling met een zcepaling. Ik heb er erg veel trek in, als ik je niet van je werk afhoud! Laat dat werk maar loopen. Opdertusschen is het een feit dat jij de eerste vrouw bent, die me ooit van mijn werk afgehaald heeft. Het zal heerlijk op de rotsen zijn! Nou en of! Maar zijn gezicht betrok toen hij naar de „abalone" in haar hand keek. Ik denk, zei hij langzaam, dat ik daar daad werkelijk op lijk. Tenminste, ik klem me net zoo he vig aan de rotsen vast. Zeg, heb je wel gemerkt, dat je niet sterk genoeg was, om hem er af te trekken. Ja, dat is waar! De Chineezen zoeken ze op om het vleesch te drogen. Op een goeden dag raakte er een met zijn vingers in beklemd. De vloed kwam op en hij ver dronk. Wat zeg je? Het is een feit. Het is gebeurd bij Point Lebosf Als zij niet sterk genoeg was om George van zijn rotsen los te rukkendacht Hazel met plotselin- gen schrik. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 22